ZATERDAG 4 APRIL 1981
EXTRA
PAGINA 17
De van oorsprong Griekse
zangeres Lena Valaitis verte
genwoordigt West-Duitsland
met het liedje "Johnny Blue"
door Willem Schrama
De veteraan Jean-Claude
Pascal, die twintig jaar gele
den het Eurovisie Songfestival
won, is ook nu weer kansheb
ber.
Het zesentwintigste Eurovisie Song
festival in Dublin, dat -vanavond
door twintig landen rechtstreeks zal
worden uitgezonden ten gerieve van
zo'n slordige 400 miljoen kijkers, zal
ook dit jaar weer als een grijze verto
ning de geschiedenis ingaan. Op een
paar uitzonderingen na leveren de
twintig deelnemende landen in
hoofdzaak een zouteloze liedjespu-
ree, die weinig van doen heeft met de
oorspronkelijke opzet van dit tonnen
verslindende evenement: het stimu
leren van oorspronkelijke liedjes
van hoge kwaliteit.
De overwegend commerciële belan
gen, de wijze van kwalificeren en
niet te vergeten de angst van echt ta
lent om onderuit te gaan voor een ju
ry zonder kennis van zaken - het zijn
allemaal factoren die het op zichzelf
niet onaardige idee van een interna
tionale liedjescompetitie keer op
keer weer tot een matte gebeurtenis
maken.
Zolang het een gegeven is dat van het
winnende liedje - goed of niet goed -
binnen een paar weken tijd enkele
tientallen miljoenen grammofoon
plaatjes worden verkocht, blijft een
ontwikkeling in stand waarbij voor
al de platenmaatschappijen gebaat
zijn. Zij hebben immers het meeste
belang bij de omstreden wijze waar
op de liedjes worden gejureerd: na
melijk door een doorsnee bevol
kingsgroep, omdat die veel meer dan
een vakbekwame jury in staat is de
afzetmarkt van de platenhandel te
bepalen.
De inzendingen zijn daar in de loop der
jaren naar hartelust op afgestemd:
vooral niet te ingewikkeld, want
men kon zich er wel eens in verslik
ken. Zelfs de Zweedse groep Abba -
de meest succesvolle deelnemer die
ooit uit het songfestival naar voren
kwam - speelde daar destijds handig
op in. Het viertal behaalde in 1972 in
Brighton de overwinning met zo on
geveer het matigste lied ("Waterloo")
uit zijn toen al behoorlijk omvangrij
ke repertoire. Maar een meezinger
was het. En daar ging het tenslotte
om.
Zo zal het rad van avontuur vanavond
wel weer een winnaar aanwijzen, al
zou het jammer zijn als die eer niet te
beurt zou vallen aan de Luxemburg
se deelnemer aan dit festival, de al
niet meer zo jonge Jean-Claude Pas
cal. Met het chanson "C'est peut-être
pas l'Amérique" torent hij als enige
uit boven het legioen van schnabbe
laars dat het doorgaans alleen maar
van zijn presentatie moet hebben.
Maar het zal niet verbazen als de "ju
ry" dit fraaie liedje hopeloos over het
hoofd ziet.
Een uitzondering op de malaise vormt
ook nog de Joegoslavische afgevaar
digde Seid Memic Vaijta, die in elk
geval met een origineel liedje op de
proppen komt. Maar in het licht van
vroegere beoordelingsmaatstaven
lijken West-Duitsland en Zwitser
land kansrijker. Onze oosterburen
hebben hun kansen gezet op de van
oorsprong Griekse zangeres Lena Va
laitis, die behalve haar schoonheid
ook een aansprekelijk liedje te ver
kopen heeft. Hetzelfde geldt voor
Zwitserland, dat voor de vierde maal
vertegenwoordigd wordt door het
trio Peter, Sue en Mare - en ditmaal
opvallender dan in vorige jaren.
Resten nog de Engelse groep Buck's
Fizz en de Spaanse zanger Bacchelli,
die als kanshebbers kunnen worden
aangemerkt. Alle overige inzendin
gen verdienen de kwalificatie onder
maats. En wat nog erger is: de disco-
bacterie heeft nu ook definitief haar
intrede gedaan in het songfestivalge-
beuren. Hetgeen riante mogelijkhe
den schept voor een nóg schralere
liedjesoogst dan waarmee we ons in
de loop der jaren al hadden verzoend.
Het blijft jammer: de grootste tv-
happening op het gebied van de lich
te muziek die Europa rijk is. lijkt
daarmee ongeneeslijk ziek te zijn ge
worden.
Bijna-plagiaat, gezongen door
Marty Brem, een jongeman
die het voornamelijk van zijn
sympathieke voordiacht en
zijn krullende borstharen
moet hebben. Vocaal stelt het
allemaal bitter weinig voor.
Tekst en compositie zijn een
aaneenschakeling van versle
ten cliché's. Een echt song
festival-liedje dus, maar waar
hebben we het meer ge
hoord?
2. Turkije:
"Donme dolap"
Gezongen door de groep Mo
dern Folk, bestaande uit een
dame en enkele reeds niet
meer zo jonge heren. Niet het
soort muziek dat men in een
Turks restaurant bij het ver
orberen van verliefdheids
soep placht te horen, maaron-
vervalste wegwerp-disco van
het ergste soort. De titel staat
voor zoiets als caroussel. En
dat kan er ook nog wel bij.
Aanzienlijk zwakkere inzen
ding dan die van Katja Eb-
stein vorig jaar, maar toch
kansrijk vanwege een aan
sprekend refrein, dat zal blij
ven hangen omdat het tot
vervelens toe wordt her
haald. Voor het overige is
daar de beeldschone ver
schijning van zangeres Lena
Valaitis. Overigens ontbreekt
aan dit brokje melodrama de
nodige passie, maar wie zal
daar om malen.
4. Luxemburg:
"C'est peut-être pas l'Améri
que"
De eenvoud uitgediept. Een
nuchter chanson, ontdaan
van rookwolkjes en valse glit
ter. Gezongen door de vete
raan Jean-Claude Pascal, die
twintig jaar geleden in Can
nes het Eurovisie-Songfesti
val won met het liedje "Nous
les amoureux". Fraaie ge
bronsde stem la Gilbert Bé-
caud. De voordracht is van
een weldadige ongekunsteld
heid. Getipt als v
Na in 1978 en 1979 tweemaal
achtereen winnaar te zijn ge
weest, was Israel er vorig jaar
niet bij. Ditmaal wordt weer
een kansje gewaagd met de
beproefde succesformule:
een goed ogende groep (Ha-
bibi), die er een soort disco
samba tegenaan gooit. Een
compositie van dertien-in
een-dozijn en derhalve kans
loos. Maar de verpakking
mag er wezen.
Denemarken - in vergeelde tij
den (1963) ooit een keer win
naar met het liedje "Dansevi-
se" van Jörgen en Grethe
Ingman - probeert het dit
maal ook eens met de disco-
dreun als beslag voor een
compositie die kant noch wal
raakt. Jatwerk in optima for
ma, opgefleurd met opdrin
gerige synthesizers en gezon
gen door de blonde krullebol
Tommy Seebach en de nege
rin Debby Cameron.
Nee, geen ode aan de super
markt, maar een rockballade
met een redelijke intro en een
draak van een refrein. Opge
teld is dat dus weer van alles
niets. De zanger die het zo
veelste fiasco van Noorwe
gen zal moeten ondergaan is
de hoogblonde Finn Kalvik.
Voor hem is er een schrale
troost: het liedje duurt maar
heel kort. En er is een uitste
kende vliegverbinding tus
sen Dublin en Oslo.
t Mare vertegenwoordigt
Misschien wel het meest oor
spronkelijke liedje, gezongen
door de baardige zanger Seid
Memic Vajta wiens stem een
beetje naar die van Rod Ste
wart neigt. Het liedje is spits
vondig geïnstrumenteerd
met piano- en gitaarpartijen,
en afgerond met een stemmig
koortje. Na enkele jaren van
afwezigheid kan Joegoslavië
hiermee hoge ogen gooien.
Misschien zelfs winnen.
8. Finland:
"Reggae OK"
Over Rod Stewart gesproken:
de Finse afgevaardigde Riki
Sorsa lijkt er een beetje op.
Maar daarmee dient verder
elke gelijkenis op te houden.
Het liedje zelf - een reggae
met een vage accordeon partij
en daaromheen wat melige
zang - mag ongestraft een
ramp worden genoemd. Ware
reggaekoning Bob Marley
reds van ons heen, dan zou
hij zich in zijn graf omdraai-
Het liedje begint oorspronke
lijk met enkele tonen van een
kerkorgl (hoe moet dat in Du
blin?). Hoe dan ook: vertol
ker Jean Gabilou is ditmaal
niet opgescheept met het
geijkte chanson, maar met
een niemendalletje waarvan
de aartrekkingskracht zich
vooral in het bijbehorende
koortje bevindt. Niet om over
naar huis te schrijven dus.
Redelijk origineel is de inzen-ding van Joegoslavië, getiteld Leilaen gezongen door Seid Memic Vajta.
11. Nederland:
"Het is een wonder"
Dat is het zeker. Dat die twee
aardige liedjes van Volen-
damse Marietje Kwakman
het in de voorronden moes
ten ontgelden tegen deze he
meltergende smartlap. Hoe
wel: je weet maar nooit. De
markt voor smartlappen
houdt niet op bij Simpelveld
en Osnabrüek, dus liggen er
nog wel kansen voor Linda
Williams. Ze moest er nog
maar eens een kaarsje bij op
steken, voor de stimu-
laaaans...
Neigt ook al naar disco. Een
liedje met een voor Spanje
wel zeer moderne ritmiek
(percussie en dergelijke). Een
geheide zomerhit voor het
Spaanse kustgebeuren. En
daar zijn we meteen waar we
wezen moeten: zanger Bac
chelli doet het heel aardig in
een dancing op Ibiza, maar
voor een internationaal pu
bliek stelt zijn liedje toch erg
weinig voor.
Klinkt uiterlijk volwassen,
heeft pit, maar blijft verder
steken in goede bedoelingen.
Ondanks redelijke samenzang
lijkt de meisjesgroep Shceba
niet in staat het onverwachte
succes van Ierland vorig jaar
(Johnny Logan - reeds in de
uitverkoop) te prolongeren.
14. Engeland:
"Making your mind up"
Nog altijd hopend op het Abba-
effect heeft Engeland ook dit
jaar weer speciaal voor het
festival een soortgelijke
groep geformeerd. Twee jon
gens en twee meisjes (gere-
cruteerd uit de reeds beken
de Nolan Sisters), die het on
der de naam Buck's Fizz pro
beren met een pittige roek-
song. De structuur van het
liedje stamt een beetje uit de
jaren zestig. Aardig, meer
niet.
Grijp uw stoel vast. De i
ding van Portugal is
delijk het slechtste lied dat
ooit in alle voorgaande vijfen
twintig afleveringen van het
Eurovisie Songfestival voor
het voetlicht werd gesmeten.
Lelijke compositie, lelijk ge
zongen. lelijk arrangement,
lelijk koortje. Zanger Carlos
Paiao treft het genoegen dit
alles te mogen voordragen
"Samson en Delilah"
In België gaat dat om en om de
en keer een Frans, de andere
keer een Vlaams lied. Dit
maal is Vlaanderen aan de
beurt, vertegenwoordigd
door Emlv Starr met n iii-
costamper. Professioneel
gearrangeerd, goed koor
werk. maar verder van een
onbeschrijfelijke niltfSM
gendheid Maar als ze - net als
in de voorronde - haar fraai
geboetseerde benen in de
strijd gooit, valt er wellicht
nog iets te redden.
Zoet orkestwerk omlijst deze
krolse ballade van Yannis Di-
mitras, het type zanger dat ie
der verliefd van vakantie te
ruggekeerd meisje zich wel
zal herinneren. Het liedje
gaat overigens over de zo
mermaanden. onbetwist de
periode waarin de mannelij
ke bevolking van Grieken
land massaal de jacht op
blondjes opent. Overigens
niet om op het puntje van de
stoel te gaan zitten.
Vlot liedje, gezongen door de
groep Island. Maar als altijd
weer: wat leuk is - het refrein
- is in het geheel van de com
positie te ver doorgevoerd.
Verveling ligt dan niet meer
op de loer. maar dient zich al
aan tijdens de uitvoering zelf
Niettemin leert de ervaring
dat songfestival-liedjes niet
vervelend genoeg kunnen
zijn. Dus een kansje zit er ze
ker in voor dit zestal.
19. Zwitserland:
In Zwitserland komen achter
eenvolgens het Frans, het
Duits en het Italiaans aan de
beurt. Maar wat bijna elk jaar
weer opdoemt is het drietal
Peter. Sue en Mare. En on
verwacht komen ze dit jaar
met een potentiële kansheb
ber voor de eerste plaats op
de proppen. Namaak-pathe-
tiek weliswaar, maar toch een
ballade die het ongetrainde
oor onmiddellijk zal aanspre
ken. Een 'panfluitje doet de
rest.
20. Zweden:
"Fangad i en drom"
In de wetenschap dat het sue
ces van Abba wel nooit zal
worden overtroffen, probeert
hekkesluitcr Zweden het dit
maal eens met Björn Skifs.
Het op volle sterkte draaien
de orkest kan niet verhullen
dat hier sprake is van een
derderangs compositie en on
echt temperament. Het liedje
heet "Gevangen in een
droom" en die titel sluit aar
dig aan bij de slaapverwek
kende inhoud.