Een kolonel, een majoor en het verraad van 1966 l' Mare pas weer open bij voldoende parkeerruimte 'W erkgelegenheidsbeleid van rijk moet actiever' Gemeente heeft ons ten val gebracht Buurtcomité wil actie tegen overlast water ZATERDAG 7 MAART 1981 LEIDEN - Leiden, vanouds marktcentrum en industriestad, is sedert 1748 bovendien nog garnizoenstad. Het Leidsch Dagblad kon dit op woensdag 21 november 1956 nog straffeloos schrijven. Hoe de tijden veranderen. Met de industrie gaat het slecht, de laatste soldaat heeft al jaren geleden de aftocht geblazen en alles wat nog herinnert aan het militaire verleden van Leiden verdwijnt ook langzaam: het legermuseum gaat hoogstwaar schijnlijk naar Delft en de Morschpoortkazerne wordt op dit moment grondig onder handen geno men door slopers. Nog even en we zijn aangewe zen op de schoolboeken. Nu zal dit veel mensen worst zijn. Maar twee men sen zien de afbraak in elk geval met lede ogen aan: kolonel b.d. Th. Wessels en majoor b.d. F. van der Reyden. Nooit hebben zij onder stoelen of banken gestoken dat het nooit zover had mogen komen. Toen Leiden eind '77 afscheid nam van de militaire Kok- school, zei Wessels, die hoofdschuddend rondliep: "Ik snap niet waarom hier zoveel burgers zijn. Nie mand heeft toch ooit ene poot uitgestoken om te pro beren de Kokschool voor Leiden te behouden. Nou dan". Maar spijt zouden ze volgens hem krijgen, "want één ding is zeker: soldaten zijn altijd 'brengers' en studenten...dat zijn alleen maar 'halers'. Die leveren de middenstand nauwelijks wat op en ver- oorzaken vaak alleen maar een hoop rotzooi". Drie jaar later denkt Wessels er nog precies zo over. Mil der is hij er in de loop der jaren niet op geworden. Schalks zegt hij: "Vah natu re ben ik een scherpstelïer. Maar ik heb natuurlijk wel gelijk. Controleer nou maar gewoon de cijfers van het Centraal Bureau voor Sta tistiek en dan zie je dat stu denten geld kosten. Zo sim pel zit dat". "Met soldaten is dat heel wat anders. Die sparen niet. Toen de kazernes dichtgin gen kwamen de caféhouders dan ook naar mij toe. Is daar nou niet wat tegen te doen, vroegen ze. Waarom dacht je dat ze in Haarlem stonden te juichen toen de Kokschool daar naar toe werd ver plaatst". De Bloei Het waren goede tijden toen Wessels in Leiden de militai re scepter zwaaide herinnert majoor Van der Reyden zich. "Hij was streng maar rede lijk. En de kazernes waren geheel in het dagelijkse le ven opgenomen. Er kwamen ook kaartclubs bij ons op be zoek". Wessels zelf: "Ze stuurden mij naar Leiden nadat drie com mandanten op minder aan gename wijze Leiden via de achterdeur hadden verla ten". Even later, minder for meel: "Ze dachten zeker: die Wessels is al gek, die kan het niet meer worden. En dan hebben ze eerlijk gezegd nog gelijk ook". "Mooi waren de parades", ver telt Van der Reyden. "Wij bepaalden dan het stads beeld. Maar dat gebeurde ook op zaterdagochtend als onze manschappen troepsge- wijs naar het station mar cheerden om van hun week einde te gaan genieten bij moeder thuis. Nou reken maar dat de voorbijgangers dan stil bleven staan om dat e^-' r t --- Kolonel b.d. Wessels en majoor b.d. Wessels als symbool op de voorgrond. onontwarbare kluwen infor matie. Een greep: de militai ren die tijdens de strenge winter een aantal dagen voor postbode speelden. Wessels: "Het was in februari 1963. Het weer was zo bar dat nergens in Nederland post werd bezorgd. Behalve in Leiden. Ik heb gewoon ge zegd: kom op, die klus lossen Van der Weyden op depuinhopen wij wel even op. En het is ge lukt. Ik ben geloof ik nog steeds ere-postbode van de gemeente Leiden". Drie oktober valt vanzelfspre kend. Van der Reyden. "Dat was een heel spektakel. Heel Leiden kwam. Er kwamen zelfs lui naar de kazerne die zich anders helemaal niet mochten encanailleren met te bewonderen. En het was een mooi gezicht al die ke rels die straf naar het sta tion liepen". Met groot gemak sommen Van der Reyden en Wessels een aantal data, voorvallen, grappige anecdotes en inci denten op, die de glorieuze tijden van weleer weer moe ten oproepen. Het lijkt een andere mensen. Een kanton rechter bijvoorbeeld. Ik denk dat er tijdens die bij eenkomsten ook heel wat zaakjes zijn gedaan". "Ik moest altijd twee uur han den schudden", herinnert Wessels zich. "Het was altijd nog een heel karwei om dan voor elkaar te krijgen, want ik was nooit te vinden". En toen werd het minder, be duidend minder zelfs. Het gerommel diende zich vol gens beide heren aan in de vorm van het verbieden van parades. "De gemeente be gon te saboteren", vertelt Wessels. "De doodeenvou digste mars door de stad mocht niet meer. De toenma lige commissaris van politie wuifde onze voorstellen weg, daarin gesteund door de burgermeester. En vroe ger keken de mensen ver domme hun ogen uit als wij langskwamen". "Het was van de dolle", stelt Van der Reyden diplomatiek vast. "Er gingen mensen voor onze tanks liggen. Doe dat maar eens op het Rode Plein, probeerde ik nog. Maar het hielp niets. Wij moesten er aan geloven". De wijze waarop soldaten in het dagelijkse leven werden bejegend was volgens Van der Reyden ook een teken aan de wand. "Ach, voor de oorlog scholden de mensen ook wel. Of ze zongen rot- liedjes over jongens die ner gens voor deugden en dan maar soldaat werden. Maar opeens ging het veel harder. Zo in de trant van: vuile moordenaar. Of als een sol daat langskwam: Sieg Heil". Het Verraad "Het einde kwam in zicht", vat Wessels samen. "Maar", en nu buldert hij even alsof er nog steeds een peleton soldaten voor hem staat, "het verraad was al veel eer der gepleegd. "De gemeente en de universiteit hebben ons ten val gebracht". Terwijl hij driftig zijn huiska mer op en neer loopt dic teert hij de definitieve on dergang van het Leidse mili taire leven. "Schrijf op: het wegtrekken van de kazernes was nooit een wens van het ministerie van defensie. Tot op de laatste dag stonden zij achter ons". Na een korte adempauze: "Het verraad was al gepleegd in '66. Wij konden toen ruim acht miljoen gulden krijgen van het ministerie voor ver bouwing van de Doelenka zerne en de Morschpoortka- "Toen echter de tekeningen waren ingeleverd bij de wel standscommissie begonnen de moeilijkheden. Ze gingen niet akkoord. Onbegrijpe lijk, want weet u wie de ont werpen had gemaakt: de winnaar van de Prix de Ro me. Geen kleine jongen dus". De aap komt uit de mouw: "Er was dan ook een andere re den dat de tekeningen wer den afgekeurd. De gemeente wilde gewoon dat wij ver dwenen. Of we nou geld kon den krijgen van het rijk of niet. Wat bleek: volgens mij hadden de universiteit en de gemeente in het geheim al één en ander bekokstoofd. Het zou mij niets verbazen als ze al een deal hadden ge maakt". Vanaf die tijd ging het van lieverlede bergaf waarts volgens Wessels. De Herinnering Terug naar het heden. Wat blijft is de melancholie, zo valt op te maken uit het ver haal dat Van der Reyden, al wandelend op het terrein van de Morschpoortkazerne afsteekt. "Een paar weken geleden, vlak voordat de sloop begon, ben ik hier nog op een zon dagmiddag met m'n zoon wezen kijken", vertelt hij. "Het was grappig om te zien dat er meer mensen zwij gend rondliepen. Dat bleken bij nader inzien praktisch allemaal oud-soldaten te zijn. Later kwam ik op de Haarlemmerstraat onze vroegere administrateur nog tegen. Je moet gauw gaan kijken, zei ik. Jouw ge deelte staat er nog. Als een rots in de branding". "Kijk, dit hebben wij nog lo pen vegen", zegt hij, wijzend naar de weinige klinkers die nog aanwezig zijn. "Dat mag je een soldaat tegenwoordig niet meer laten doen". "Dat dit gebouw tegen de vlakte ligt is zo erg nog niet volgens mij", besluit hij. "De herinneringen blijven tenslotte. Maar Je ziet de af braak en denkt: het loopt ten einde. Ook met mijzelf'. Wessels, ten slotte, verklaart resoluut: "Als je het mij vraagt was het al gedaan met Leiden als garnizoen- stad toen ik, eind '69, offi cieel afscheid nam. Daarna is het nooit meer goed geko- WIM BRANDS De Mare opengraven of niet? Als het aan de gemeente Leiden ligt wel. DEN HAAG-LEIDEN - De Mare mag pas weer worden opengegra ven als dat niet ten koste gaat van de parkeergelegenheid. Dit heeft de gemeente Leiden gisteren ver klaard tijdens de behandeling door een provinciale commissie van een groot aantal bezwaren te gen het bestemmingsplan Mare- dorp. Voor de commissie uit Gedeputeer de Staten uit Zuid-Holland zei W. Eggekamp, die optrad voor de ge meente, „dat de herinrichting van de Mare pas zal plaatshebben als er aan de Hekkensteeg een parkeergarage is gebouwd". De uitbreiding van de Hema met daarbij het verloren gaan van vier woningen en het uitgraven van de Mare vormden gisteren de hoofdmoot van de bezwaren die bewoners, winkeliers, een kerk bestuur en andere belangheb benden bij de commissie aan voerden. Volgens de gemeente moeten er vier panden in de Janvossensteeg worden opgeofferd voor de uit breiding van de Hema. Handha ving daarvan is volgens de ge meente niet mogelijk. „Er moet voorrang worden gegeven aan de tot nu toe zwakke bezetting van de warenhuissector". De gemeente zegt dat de Hema als belangrijkste trekker fungeert van de Haarlemmerstraat, „zodat schaalvergroting ten koste van vier panden aanvaardbaar Tegen het bestemmingsplan Mare- dorp, waarin dit plan is opgeno men, waren in totaal dertien be zwaarschriften ingediend bij de provinciale commissie. Het over grote deel daarvan is door de Pro vinciale Planologische Commis sie (PPC) opzij geschoven. De PPC heeft tot taak het dagelijks bestuur van de provincie over de ingediende bezwaren te advise ren. Wat Maredorp aangaat zit de PPC op één lijn met B en W van Leiden. Zo is dè PPC het met het gemeentebestuur eens dat de Ma re mag worden opengegrave- De gemeente Leiden hierover te gen de commissie. „De Mare moet een aantrekkelijke en be langrijke loop- en fietsroute wor den van het hart van het centrum naar het Schuttersveld en de par keergarage op het Krantzterrein. Daartoe is het opengraven van de Mare een middel". Wil de ene groep wel woningen bin nen het bestemmingsplan, een andere groep wil dat juist niet. De Groep Winkeliers Haarlemmer straat Oost vindt dat het oostelij ke deel van die straat een aantrek kelijk winkeldeel moet blijven. Volgens deze winkeliers past de „invulling van „de Overdekte" met doodse elementen als wonin gen niet". De Buurtvereniging Maredorp op haar beurt vreest dat de parkeer garage „verkeersaantrekkend gaat werken" en daardoor over last gaat veroorzaken. „Het plan maakt onttrekking van woon ruimte tot betrekking van de win kelfunctie te veel mogelijk", vindt de buurtvereniging. Dertien andere bewoners uit het Maredorp vinden de voetgan gersbrug over de Oude Rijn te genover de Dullebakkersteeg historisch niet verantwoord. De brug tast de karakteristieke om geving aan. B en W van Leiden zeggen dat de brug noodzakelijk is voor een goed beloopbaar en overzichtelijk centrumgebied. De PPC zegt dat de brug een aan trekkelijke wandelroute door de binnenstad geeft. Het bestuur van de Hartcbrugkerk op de hoek van de Mare en Haar lemmerstraat vreest dat als de Mare wordt opengegraven dat de bereikbaarheid van de kerk ver mindert. De gemeente zegt dat het wel mee zal vallen, want de bereikbaarheid van de kerk voor rouw- en trouwstoeten zal niet veranderen. (ADVERTENTIE) LEIDEN - Het Rijk zal een actief werkgelegenheidsbeleid moeten gaan voeren om de Leidse werk loosheid, die in één jaar is geste gen met 34 procent in te perken. Het Leidse gemeentebestuur schrijft dit aan de Tweede Ka mer, de minister van economi sche zaken en de minister van so ciale zaken. Het college van B en W vindt dat er in het bijzonder maatregelen no dig zullen zijn in de bouw. "De bouwactiviteiten zijn het laatste jaar aanzienlijk verminderd. Dit heeft tot gevolg gehad dat het aantal bouwvakarbeiders dat werkloos is geworden sterk is ge groeid". Volgens het gemeentebestuur schuilt er een groot gevaar in het feit dat vooral jeugdige bouw vakkers de dupe worden van de teruggang. "Zij kunnen hun op leiding in de praktijk niet afma ken. Hierdoor bestaat het gevaar dat er een gat onstaat in de toe vloed van jeugdige vaklieden. Dit zal ons kunnen opbreken als de situatie weer verbeterd". Actieve medewerking van het rijk bij bouwprojecten als het r politiebureau en een derkomen voor de gemeentelijke reiniging is volgens B en W ge wenst. Het rijksbeleid met betrekking tot de spreiding van rijksdiensten moet volgens het Leidse ge- - meentebestuur ook in herover weging worden genomen. "Ver huizing van bestaande werkgele genheid vanuit het Haagse stads gewest zal ook de regio Leiden treffen". Het is bovendien niet zo zinnig om diensten te verplaatsen vindt B en W als daardoor de werkgele genheid in het Haagse stadsge west verslechterd. LEIDEN - Het buurtcomité Groenoord vindt dat het gemeentebestuur nu maar eens eindelijk maatregelen moet nemen tegen de waterover last in de wijk. Verder vraagt de buurt zich af waar de schade veroor zaakt door deze overlast zoals rottende binten en parketvloeren, schim melend behang, stucwerk en vloerbedekking verhaald kan worden. De belangrijkste oorzaak van de wateroverlast is volgens de wijk het feit dat door grondophogingen voor diverse nieuwbouwprojecten het grondpeil van ongeveer veertig centinmeter onder het NAP naar veer tig centimeter boven het NAP is gebracht. "Dit verschil van tachtig centimeter heeft tot gevolg dat elders in de buurt het grondwaterpeil stijgt. Het water onder de woningen stijgt hierdoor onverantwoord hoog". Volgens de buurt moet het gemeentebestuur de afdeling civiele werken de opdracht geven de grond minder rigoureus te verhogen. Veertig centimeter verhogen is voldoende volgens het comité. "Het is toch de bedoeling dat een oude wijk als Groenoord wordt verbeterd en niet onder water wordt gezet".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1981 | | pagina 3