gaten gratis op ZATERDAG 21 FEBRUARI 1981 JE3D*B PAGINA 25 LEIDEN - Vijf verschillende mensen, even zovele motieven om vrijwilligerswerk te doen. En geen enkele vorm is gelijk. GJ is een schuilnaam die staat voor een 82-jarige man met veertien vrijwilligersjaren achter zich. De vrijwilligers bij de Telefonische Hulp dienst werken anoniem. Vrienden en kennissen noe men hem nu ook zo. Bejaard, maar nog lang niet uitgerangeerd. En blijvend enthousiast over de uren die hij achter de telefoon door brengt met het aanhoren van andermans zorgen en problemen. "Heerlijk werk. Je wordt uit jezélf gehaald. Je móet ant woord geven. Mensen die bellen hebben er vaak geen erg in, maar je krijgt zelf wat terug van ze. Zo had ik laatst een mevrouw aan de telefoon die me naar de zin van het leven vroeg. We heb ben twee uur met elkaar ge praat. Na dat gesprek heb ben we elkaér bedankt voor hetgeen we tegen elkaar hadden gezegd." Het vrijwilligerswerk heeft GJ sterk doen veranderen. Terwijl hij toch de respecta bele leeftijd van 67 had toen hij ermee begon. "Ik gééf me nu veel makkelijker. Dat vindt mijn familie ook. Ja, dat is dan laat gekomen. Ik had nooit veel belangstel ling voor anderen, maar die instelling is helemaal veran- GJ (82): 'Heerlijk werk Je wordt uit jezelf gehaald" derd. Ach, als je werkelijk méns bent leer je zolang je leeft." Via de Telefonische Hulpdienst gaat GJ eens per jaar naar een vormingscen trum. "Zeggen mijn vrien den: wat moet jij nou nog ge vormd worden, op je 82-ste? Maar je leert ervan. Zo blijf je leven op je ouwe dag." Mary (35) werkt zo'n twintig uur ik heb het nooit ge teld") bij een clubhuis als creatief werkster. Als wao- er wilde ze "iets nuttigs" gaan doen. "Meer inhoud aan m'n leven geven." Haar werk in het clubhuis varieert van koken met kinderen, het ge ven van creatieve lessen en spelletjes doen tot het aanho ren van allerhande moeilijk heden. "Als ze je weten te vinden bellen ze gauw" is haar ervaring. "Er komen steeds meer mensen én steeds meer problemen bij." Het vrijwilligerswerk heeft haar goedgedaan. "Je ont wikkelt jezelf, je telt mee. Je kunt over een heleboel din gen ineens meepraten. Echt, ik leef er in op, beschouw het als m'n werk." En de omge ving? "Eerst stonden ze er raar tegenover dat ik voor niets werk. Maar nu ze zien dat het me goed doet zijn ze er blij mee." Discriminatie door beroepskrachten? "Juist niet" zegt ze verbaasd. "Ik word overgoten met com plimenten door de beroeps krachten en de buurtbewo ners. Ik heb inspraak, in tel er méé." Niet dat Margreet (34) om werk verlegen zat, maar ze wilde naast haar gezin (drie kinderen van negen, zeven en twee jaar) "iets meer voor anderen betekenen." Sinds kort fungeert ze twee avond en per week van zes tot ne gen als gastvrouw in een verpleegtehuis voor bejaar den. Overdag houdt ze de kinderen bezig. "En dan is het een heerlijk idee er eens uit te zijn. Bovendien, het is zinvol werk. Je doet er het personeel ook een plezier mee." Ze schenkt koffie, maakt een praatje, doet de ronde door het tehuis. "Het personeel houdt zodoende meer tijd over voor andere zaken en ik kom met heel an dere verhalen thuis." Al is haar werk op vrijwillige leest geschoeid, wegblijven zal ze niet zomaar doen. "Je neemt het aan en dan doe je Margreet (34): "Ik kom met heel andere verhalen thuis" dat." Het werk bevalt haar zo goed dat ze zich inmid dels heeft opgegeven bij het Dienstencentrum voor be jaarden. Via deze instelling gaat ze wekelijks een aantal bejaarden bezoeken. De peu ter neemt ze mee. De keuze van bedrijfsleider An ton (40) voor vrijwilligers werk heeft een praktische achtergrond. Hij was het ver enigingswerk zat: een 'ere baantje' gaf hem weinig vol doening meer. Na een trai ning op de Vrijwilligerscen- trale werd hij. samen met een andere vrijwilliger, begelei der van wat minder zelfstan dige paren die wilden samen wonen. Hij vult daar gemid deld een avond per week mee. Als volslagen vreemde ling wordt hy gemengd in de romslomp die het wonen van twee of meer mensen in één huis met zich meebrengt. Een moeilijke taak. "Tja, in het begin wist ik er ook niet zo goed raad mee" erkent hij. Ik had in eerste instantie het idee: er móeten wel moeilijk heden zijn daar, en zo niet. dan maken we ze zelf. Dat kan natuurlijk niet. En ander som ook: was ik er net ge weest en leek er zo op het oog niets aan de hand. Maar later kwam ik erachter dat er wel degelijk grote moeilijkheden waren waar ze niet over had den gepraat. Het gevaar bij zo'n relatie is dat het gezellig heidsaspect teveel gaat over heersen. datje voor de socia le contacten wordt gebruikt. Zelf zullen ze niet zo gauw een kroeg binnenstappen bij voorbeeld." Antons bemoeienissen zijn zeer uiteenlopend van aard. Zo helpt hij als begeleider met het inrichten van de woning, leert hij zijn 'pupillen' met geld omgaan, helpt hij met het invullen van papieren. Regelt voorts 'een aantal an dere praktische zaken. "Best een hele verantwoordelijk heid. Maar je moet wél oppas sen dat dit werk niet je hele leven gaat beheersen Zodra er iets mis gaat word je ge beld. En als je daar teveel op ingaat heb je er een dagtaak Vanaf het eerste uur was Fons (22) nauw betrokken bij de oprichting van het Jongeren Advies Centrum waar hij nu, bijna twee jaar later, nog als vrijwilliger meedraait in Fons (22): "Kritischer tegenover mijn studie" de hulpverlening. Aanvan kelijk bezocht hij de oprich tingsvergaderingen om er als student psychologie "wat van op te steken". Al snel bleek zijn inbreng waardevol genoeg om daad werkelijk bij de invulling van het JAC te worden be trokken. Nu zegt hij 'meer aan het Jongeren Advies Centrum te hebben" dan aan zijn studie. "Het word je veel duidelijker hoe de maatschappij in elkaar zit. Ik sta nu ook veel kritischer tegenover mijn studie. En ik wist niet dat de situatie van veel jongeren zo ellendig kon zijn. Wat dat betreft sta je als vrijwillig hulpverle ner vaak machteloos. Je komt er pas bij als het te laat is. En voor het grootste probleem, de huisvesting, heb ik óók geen oplossing." Fons zegt de neiging te hebben veel zaken voor zijn cliënten te 'regelen'. "Dan hoor je achteraf: ach, Fons loopt wel voor me. En dat moet ik zien te voorkomen natuur lijk. Jongeren moeten zelf worden gestimuleerd hun zaakjes op te knappen." Bij moeilijkheden tussen ou ders en kinderen tracht Fons een objectieve bemiddelaar te zijn. Hij heeft zijn leeftijd echter tegen. "Het lukt niet altijd. Ouders zien je meest al als vertegenwoordiger van hun kind." Evenals de andere vier wil Fons onder geen voorwaarde voor zijn vijftienurige werk week worden betaald. Mary: "Ik doe nu wat ik altijd heb gewild, maar er is geen móe ten bij. Ik ben bang voor de spanningen die er komen als het werk wordt betaald." An ton: "Nee, je schiet dan je doel voorbij denk ik. Mar greet wijst betaling ook reso luut van de hand. op voor waarde dat zij niet de (onbe taalde) plaats van een betaal de kracht inneemt. Anderzijds komt het vijftal er voor uit dat het werk het ei gen leven ook verrijkt. En dag mag, vinden de vijf vrij willigers. "Mits het geen zelf- verhéerlijking is" voegt Fons daaraan toe. Anton: "Maar dit werk geeft wel degelijk veel meer bevrediging dan bij voorbeeld het verenigings werk. Greet is van mening dat een vrijwilliger zijn werk niet kan volhouden "als hij het alléén voor een ander doet." Wachtlijsten in grote steden. Arbeidsbureaus die werkzoekende vrouwen rechtstreeks naar Vrijwilligerscentrales 'uitzendbureaus' voor onbetaald werk - doorsturen. Haat en nijd binnen een organisatie tussen beroepskrachten en vrijwilligers, die elkaar de leuke dingen proberen af te pakken. Het traditionele vrijwilligerswerk is in opspraak geraakt. Niet in de laatste plaats door de toenemende werkloosheid en de daaraan verwante bezuinigingen. Miljoenen Nederlan ders doen vrijwilligerswerk als alternatief voor of als aanvulling op hun dagelijks werk. Wat begin deze eeuw door UVV-dames als liefdadigheid werd betiteld is nu een (gedeel telijke) dagtaak voor een legioen van anderhalf tot drie miljoen landgenotn. Ze verrich ten werk, krijgen daar geen vergoeding voor en heten dus vrijwilligers. Vrij? Vrijwillig is heel wat anders dan vrijblijvend. Afspraak is afspraak. De 'druk' waar mee betaalde krachten soms te kampen hebben zal bij vrijwilligers minder groot zijn. Maar vrijer? Er zijn voorbeelden van vrijwilligers die op zon- en feestdagen dienen in te springen om bijvoorbeeld een bejaarde, uit het ziekenhuis naar de woning terugge keerd, te helpen. Vrije dagen, afwisselende diensten - er is voor vrijwilligers geen cao voorhanden. Het is rumoerig in vrijwilligersland. Belangenorganisaties nemen de strijdbijl op. Het preciese aantal is onbekend, maar er moeten in Nederland en kele miljoenen mensen zijn die zich vrijwilliger kunnen noemen. Vrijwilligers die werken in het kerkewerk, de sportwereld, het sociaal-cultureel werk (club- en buurthuizen, wijkopbouwwerk), de bejaarden- en gehandicapten zorg, het maatschappelijk werk, politiek (vakbonds)- en actiewe zen. Wat beweegt mensen om gratis en voor niks werk te ver zetten? Volgens Huub Heeger, de enige be taalde kracht van de Leidse Vrij- willigerscentrale, snijdt het mes voor een groot aantal vrijwilli gers aan twee kanten. Je doet er goed werk mee en je verrijkt je zelf er óók mee. Een steeds be langrijker motief om vrijwilli gerswerk te gaan doen is het ont komen aan sleur en 'verveling, het geven van meer inhoud in het leven, het betrokken zijn bij het 'maatschappelijk gebeuren'. Heeger: "Soms ook wordt het als opstapje gebruikt voor een be taalde baan. Je doet als vrijwilli ger ervaring op waarmee je wel licht makkelijker aan de slag komt in het betaalde arbeidspro ces. Niet zelden ook rolt een vrij williger bij de organisatie waar hij zit het betaalde werk in. Als er een vacature komt is zo'n vrijwil liger, die intussen vertrouwd is geworden, het eerste aan de beurt." Volgens Heeger speelt het motief van de naderende pensionering ook een rol. Anderen doen over dag monotoon (betaald) werk en compenseren dat door 's avonds te proeven van menselijker ar beid. En dan melden zich in gro te getale de huisvrouwen aan, soms gestimuleerd door de huisartsen. "Zo van: dan houd je tenminste minder tijd over om te piekeren." Pannetje soep Vrijwilligerswerk was er begin de ze eeuw ook al. Maar toen was het incidenteel en zonder enig verband. De gegoede burgerij die zich om de armen bekom merde. Het beeld van het pan netje soep voor de zieke buur vrouw. In de jaren zestig moest die hulp ineens worden georga niseerd. Werd verantwoordelijk heidsgevoel van de mens ten op zichte van zijn medemens sim pelweg gebundeld. De stichtin gen voor Gezins- en Bejaarden verzorging is daarvan een voor beeld. Spontaniteit verdween om plaats te maken voor het gro te verband. In dat licht ook sti muleerde de overheid de Vrijwil ligerscentrales in diverse steden van het land. Oorspronkelijk door CRM opgezet als experi ment, en bedoeld om het aanbod en de vraag van en naar vrijwilli Korenromp: "Vrijwilligers moe ten niet de gaten in de structure le voorzieningen gaan stoppen, niet de plaats van beroepskrach ten gaan innemen. En dat stellen we ook duidelijk in ons werk plan. Er mag geen misbruik van ze worden gemaakt. Ja, de over heid is onze werkgever, maar ze <taan wel achter onze meningen. Anders zouden we toch niet wor den gesubsidieerd? We hebben net de toezegging dat we, na vier jaar experimenteren, kunnend doorgaan." Volgens Marianne Korenromp is de positie van vrouwen in het vrijwilligerswerk extra moeilijk. "Je ziet nu al dat vrouwelijke vrijwilligers uit een organisatie worden verdrongen door manne lijke werklozen die betere papie ren hebben. En in de alternatieve hulpverlening, zoals de Jongeren Advies Centra, worden soms zul ke hoge eisen aan de vrijwilliger gesteld dat vrouwen met weinig opleiding als eerste uit de boot vallen." De Werkwinkel is dan ook druk oe- zig met het opzetten van een pro ject, waardoor bijvoorbeeld huis vrouwen makkelijker voor een vrijwilligersbaan in aanmerking kunnen komen dan nu het geval is. De Vrijwilligstersbond. Ze wil zich allereerst gaan inzetten voor betaling van vrijwilligsters. Om dat vrijwilligerswerk gewoon werk is dat gedaan moet worden en omdat vrouwen recht hebben op betaald werk, een eigen inko men. Vrijwilligerswerk emanci perend? Niets daarvan, vindt de Bond. Het is precies hetzelfde werk dat vrouwen al eeuwen ver richten: zieken verzorgen, de huishouding doen, eten klaarma ken. noem maar op. Het verschil is alleen dat vrouwen dit werk nu voor een heel buurthuis of voor alle zieken in de straat mogen doen in plaats van voor man en kinderen. En tenslotte houdt vrijwilligerswerk vrouwen af hankelijk. zo stelt de Vrywillig- stersbond. Want de vrouw wordt er immers niet voor betaald? De stichting Werkwinkel .s wat ge matigder in haar opvattingen Er zijn wel degelijk ook goede kan ten aan onbetaald werk, vir.dt Marianne Korenromp. Zij ziet veel voordfelen van het inschake len van een vrijwilliger boven dat van de beroepskracht. "Le venservaring is net zo(belangnjk als driejaar sociale academie. De tijd dat er torenhoog werd opge keken tegen maatschappelijk werkers, die alle problemen wel even zouden oplossen, hebben we nu wel gehad. Een vrijwilli ger doet tenminste gewóón, ver telt de client iets over zichzelf en dat doet de professionele kracht niet. Die heeft geen tijd, die moet met afspraken en spreekuren werken." gers in goede banen te leiden. Nu zijn het gevestigde instituten die hun werkgever kritisch volgen. Sommige van die centrales heb ben tot doel vrijwilligers te sti muleren en te begeleiden. Verder bestaan er vacaturebanken. Dat zijn niets meer of minder dan uit zendbureaus voor onbetaalde krachten. Bij de Rotterdamse va caturebank bijvoorbeeld lopen jaarlijks vierduizend man in en uit, op zoek naar een onbetaalde baan. Later, in 1976, ontstond de Stich ting Werkwinkel. Doel van de stichting is het bevorderen en ondersteunen van vrijwilligers werk als fenomeen. En weer fun geert de overheid als werkgever. Dan is er sinds kort de Vrijwillig stersbond die zich als een heuse vakbond opwerpt voor vrouwe lijke vrijwilligers. (In totaal is 70% van het aantal vrijwilligers van het vrouwelijk geslacht). De Bond is er dus alleen voor vrou wen. Mannen moeten zichzelf maar redden, vinden de initia tiefneemsters. Spontaan Het regelen en organiseren van het aloude vrijwilligerswerk heeft er vanzelfsprekend toe eeleid dat aan spontaniteit op dit vlak moest worden ingeboet. Klas siek is het 'geval' van de vrouw die bij een Burenhulp-centrale haar diensten komt aanbieden. Ze wordt na lang zoeken in con tact gebracht met een bejaarde vrouw, die huishoudelijke hulp nodig heeft. Pas achteraf blijkt dat de hulpvrager en hulpverle ner eikaars buren zijn. Overkoepelende organisaties kun nen ook duidelijk pósitief werken. Vaak verdedigen zij de belangen van de vrijwilliger te genover de overheid en organisa ties die van de diensten van on betaalde krachten gebruik ma ken. Huub Heeger: "De mens denkt nog steeds dat betaalde ar beid het enige ware is. Organisa ties die met vrijwilligers werken behandelen hen nog teveel als .tweederangs-goed. Onbetaalde arbeid heeft heel geringe waarde. In de praktijk betekent dit dat vrijwilligers bij zo'n organisatie slecht worden opgevangen, ge brekkig worden geïntroduceerd, slecht worden begeleid en wei nig inspraak hebben. Wij probe ren aandacht te besteden aan de slechte opvang. Eigenlijk zouden bond. "Dan zien ze dat jij als vrij williger wél tijd hebt om een ge sprekje met patiënten aan te knopen, koffie uit te delen of de planten water te geven. En dat zet kwaad bloed." Ook aan deze situatie zijn twee kanten: vrijwil ligers die wrevelig worden om dat hun collega's die 'beroeps' zijn wél betaald krijgen voor werk dat zijzelf onbetaald ver richten. Ondoorzichtig Het vrijwilligersleger is een on doorzichtige, chaotische groep die zich evenwel gestadig uit breidt. Nu de economische om standigheden snel verslechteren verandert de positie van het vrij willigerswerk in twee opzichten. In de eerste plaats remt de over heid de groei van de collectieve uitgaven, en dus van gesubsi dieerde voorzieningen, af. Instel lingen die vijf jaar geleden nog royaal werden gesubsidieerd worden nu van de lijst geschrapt. Voorzieningen waarop mensen zijn gaan rekenen en die dan maar door vrijwilligers moeten worden bemand. Niet voor niets juicht de overheid het vrijwilli gerswerk pas sinds een paar jaar van harte toe. Zelfs in de Troon rede van de laatste drie jaar wordt ineens gememoreerd hoe mooi dat werk eigenlijk wel is. Hele club- en buurthuizen draai en al op vrijwilligers. Instellin gen als Pro Juventute en Huma- nitas werden in de jaren zestig nog door maatschappelijk werkers gerund. Vandaag de dag worden daar weer vrijwilligers ingeschakeld. In de tweede plaats groeit het aan tal werklozen en wao-ers snel. Velen van hen proberen via het vrijwilligerswerk actief te blij ven. Vrijwilligerswerk als alter natief voor de betaalde baan, die toch niet te vinden is. Grens vrijwilligers méé gestalte moeten geven aan de organisatie waar ze. werken. Ze bungelen er vaak maar wat bij. Het is niet overal zo hoor. Bij de Telefonische Hulp diensten bijvoorbeeld bestaat er wel degelijk waardering voor de vrijwilliger. Maar die organisa ties draaien dan ook grotendeels op onbetaalde krachten." Minderwaardig Niet zelden worden vrijwilligers als minderwaardig beschouwd omdat ze de leuke klusjes die de beroepskrachten uit tijdgebrek moeten laten liggen inpikken. Een veelgehoorde opmerking, ook tijdens de oprichtingsverga dering van de Vnjwilligsters- Een grens tussen betaald- en vrij willigerswerk is moeilijk aan te geven. De Vrijwilligerscentrales en de Werkwinkel schatten dat indien een vrijwilliger meer dan twintig uur per week onbetaald werkt er iets fout is. Er zijn ge noeg vrijwilligers die dat aantal uren halen. Die ontwikkeling baart de stichting Werkwinkel zorgen. Coördinatrice Marianne

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1981 | | pagina 25