"Wij laten ons niet omkopen" Marine boos op zeevissers Door Jan Westerlaken Tot de storm was ge luwd. 'Ome Gerrit', zo als het patrouillevaar tuig van de marine in de visserswereld wordt genoemd, keerde na ze ven uur op de hoge gol ven ronddobberen, te rug naar de thuishaven. De vangst was dit keer wel zeer gering Foto's Roland de Bruin De "vipollers" Biesma en Kroon tonen apparaatjes waarmee de mazen van een visnet worden gecontroleerd. DEN HELDER - Het weer ij 'zwaar' die vroege ochtend Windkracht tien en slagregens Uitvaren is er de eerste uren niel bij. De 'Jaguar' blijft aan de ket ting. Zachtjes deinend op hel Marsdiep. Pas als de storm min der wordt, wordt de 'jacht' op vissers ingezet. Zes uur is er dar al verstaken.. De tocht met de sleepboot naar hel marine-fregat, dat in de verte op doemt, duurt niet langer dan eer kwartier. Overstappen van hel ene op het andere schip geefl geen problemen. Angstig is hel wél voor een landrot. Ver bene den hem slaat het water met den derend geweld tegen beide boe gen. Die ene opmerking van de vissers, laat commandant Egon Bakker een Alphenaar, al gauw door schemeren, is de marine-mensen volledig in het verkeerde keelgat geschoten. Dat de 'vipol' wel eens een oogje toeknijpt als ze wat vis toegestopt krijgtWoe dend hebben de controleurs zich daarover gemaakt. De boosheid is nu wat afgenomen. Niet iedere visser, weten de marine-mensen, denkt zo over hen. Maar toch Smoezen Consideratie, de vissers vragen er nooit om. "Maar ze hebben wel allerlei smoezen om je om de tuin te leiden", voegt Bakker er aan toe. "We gaan aan boord ge woon ons eigen gang. Denk je nu werkelijk dat wij die vis van hen nodig hebben. Ons eten is goed. Okee, willen ze eens een visje ge ven, dan zeggen 'wij niet nee. Vragen doen we er niet om. 't Is heus niet zo, dat als we wat toe geschoven krijgen, iedereen van de bemanning een stuk op z'n bord vindt. Het gaat om één of twee exemplaren. En beslist geen manden vol. Die beschuldi ging van de vissers, het lijkt wel of wij zijn om te kopen. We in specteren zoals dat moet. Punt uit. Eigenlijk zijn we meer ge baat met een prettige medewer king, dan met vis." In eerste instantie vonden ze het niet leuk die opmerking. Later dachten ze, ach, laat maar. "Voor ons zijn alle vissers hetzelfde. Natuurlijk, het is vervelend dat dit is gezegd. Gewoon, omdat het niet waar is. Kwalijk nemen? Nee, hoor. Gelukkig denken ze er niet allemaal hetzelfde over." De mannen in de sloep, die op con trole gaan, weten het eigenlijk al. Ze nemen een boodschappen- mandje mee als ze op stap gaan "Weet je", roept 'vipoller' Van Vliet, "vaak ligt de vis al in de sloep voor je het in de smiezen hebt. Betrappen we ze, helemaal geen punt, zelfs dan wordt er af en toe wat toegestopt." Veel vaker gebeurt het dat de mari ne wat eten afschuift. Als er bij voorbeeld rijst over is. "Dan bie den we dat aan", lacht Egon Bak ker. "Gewoon voor de goede ver standhouding. Is er iets niet goed op zo'n visserscheepje, dan hel pen we ook. Wanneer een man ziek is, of zo. Ja, dat is nogal eens nodig." Een oogje toeknijpen, het is er be slist niet bij. Krijgen de marine mensen een vis, dan zeggen ze 'bedankt', maar maken geen rechtsomkeer. Het werk waar voor zij komen, wordt uitge voerd. Wanneer er aan boord van de vissers iets niet in orde is, dan wordt daar melding van ge maakt. Verplicht Nee, de vlag gaat zeker niet in top als 'Ome Gerrit' in de richting van een kotter opstoomt. Stopte kens negeren ze meestal Hulp Een dagje op zee. Met de marine vissers contro leren. Of ze zich wel aan de bepalingen hou den. Want een visser mag niet zo maar zijn gang gaan. Houdt hij zich aan de regels die zijn voorgeschreven? Kloppen de papieren? Is het schip wel veilig genoeg? En wat vooral belangrijk is, zijn de mazen van de netten niet té klein? Zeker nu het visserswe reldje in opspraak is (er wordt veel meer naar boven gehaald dan is toegestaan) is het voor de marine zaak de touwtjes wat steviger aan te trekken. Visserij inspectie is één van de (weinig bekende) taken van de marine in vre destijd. De 'vipol' (visserij-poli- tie) houdt bovendien nauwlettend in de ga ten of de 'grote' vissers zich niet binnen de twaalf-mijls-zone be vinden. Die is alleen bestemd voor de 'klein tjes'. Om te voorkomen dat zij de smalle strook zouden leeg vissen. Een dag op de woelige baren met de fregat 'Ja guar'. Windkracht ze ven tot acht, golven van drie tot vier meter hoog, veel 'zieke' men sen in de brits. De vis sers, waarvoor het oor logsschip uitvoer, ko zen eieren voor hun geld. Zij waagden zich met buitengaats. Ble ven rustig in de haven. De Jaguar, het oorlogsschip dat óók wordt ingezet om vissers te controleren bieden om de 'vipol' op dek te laten klimmen als de sloep langs zij komt, is er niet bij. De vissers steken geen hand uit. Vijandig heden doen zich niet voor. Maar 't is net als een politie té land een controle uitvoert. Ook dan wordt er gelaten toegekeken. Toch zijn de vissers verplicht de 'vipollers' aan boord te laten. Ze kunnen zelfs eisen dat de netten worden gelicht en naar een ha ven wordt gevaren. "Daar komen we er wel achter als ze wat te ver bergen hebben. Kijk, een boot is een werkterrein, geen huis. Als een schinper z'n zaakje goed in orde heeft, hoeft hij niets te vre- Ilet komt haast nooit voor dat een visser z'n net moet halen. "We le ven met ze mee. Zo'n net inhalen duurt wel een uur. Dus gaat er veel tijd verloren als we dat ei sen. Ja, dan blijven we wat in de buurt rondhangen als we de zaak niet helemaal vertrouwen", legt commandant Bakker uit."Gaan terug zodra de buit is opgehaald. We laten wél de zaak omhoog ha len als de netten meer dan vijf of zes uur onder water blijven. Be denk wel, dat wij er niet op uit zijn om de vissers te pakken. We doen het voor hun eigen bestwil. Als té kleine soorten vis ook wor den gevangen én grote schepen vissen waar het niet mag, blijft er straks niets meer over." Versnijden Hoewel het zo goed als nooit ge beurt, kan de 'vipol' een visnet zelfs aan stukken laten snijden. Versnijden heet dat in vissersla tijn. Dat kan als de mazen té klein zijn. De visser moet dan di rect de boel binnenhalen en stop pen. Ook al wordt niet toege staan te met^n maar zien de con troleurs dat er iets niet in de haak is, dan kunnen zij al een visver bod opleggen. "Versnijden passen we haast niet toe", vertelt commandant Bak ker. "We verzegelen de zaak dan. Een net aan stukken snijden is natuurlijk een enorme schade post voor de visser. De laatste tijd is er nogal wat veranderd. Dan moesten de mazen die breedte hebben en even later weer een andere. Om dat te ver maken kost heel wat geld." Een schipper die wordt opge bracht, kan hij verhaal halen? Het verlies dat hij lijdt, hoe wordt dat geregeld? Egon Bakker: "Ze kunnen bij geen enkele instantie aankloppen. De schipper heeft liever geen men sen aan boord als hij wat te ver bergen heeft. Tja, uiteindelijk nekt hij dan zichzelf. Weigert hij ons toe fe laten, ik heb hét al ge zegd, dan maken we rapport. Aan de wal rekenen ze dan wel verder af', aldus de comman dant van de 'Jaguar'. Het is wel eens gebeurd dat er op zee problemen waren. Een Ne derlandse kotter en een Belgisch oorlogsschip kregen het met el kaar aan de stok Er werd zelfs geschoten. Doet hij dat ook als het niet anders kan? "Het is nog nooit voorvallen. En ik denk niet dat het ooit zal gebeu ren. Uit mezelf zal ik zeker niet het vuur openen Tenzij de in structies duidelijk anders zijn." Klachten De Nederlandse visser klaagt steen en been. De marine zou alleen hém maar controleren. Buiten landers worden over het hoofd gezien. Bakker heeft de boeken al klaar liggen. Wijst aan wan neer er buitenlanders zijn aange pakt. Een Fransman, een Deen en anderen. "Het is gewoon wat zoeken Duide lijk is het toch? Op de Noordzee vissen nu eenmaal meer Neder landers. Dan is het toch begrijpe lijk, dat we meer Nederlanders ontmoeten? De overgrote meer derheid vormen zij. Zijn er vis sers uit andere landen, dan gaan we daar wel degelijk op af." De marine-schepen op zee maken zelf de dienst uit. Zij varen waar ze willen. Zij controleren wie ze willen. Echter, alleen in de Ne derlandse visserij-zone. In de Belgische of Engelse hebben ze niets te zeggen. Mogen ze wél va ren, maar meer ook niet. "Ach, als ik ergens een Nederlander te genkom. kijk ik heus wel wat hij aan het doen is. Gewoon kijken, niet controleren. Vertrouw ik het niet, dan sein ik dat wel door." Ze zijn het er wel over eens: het controlewerk is niet zó leuk. "'t Is agentje spelen. Dat is nooit prettig. Maar we moeten het doen. Het hoort bij onze taken. Noodzakelijk is het, dat blijkt steeds weer. Er zijn internationa le afspraken. Controleer je die niet, dan loopt het helemaal uit de hand. Vervelend is het wel als er moet worden opgetreden. Ligt ook een beetje aan de visser. Doet hij niet naar, ach, dan is het werk wel leuk om te doen." Éénderde Éénderde van de tijd besteedt de 'Jaguar' aan het controleren van de vissers. "Althans", zegt Bak ker, "daar streven we naar. In de praktijk komt het misschien neer op tien of twintig procent. Neem alleen het slechte weer maar. Kun je niks beginnen. Zit ten de vissers binnen. Of als er een andere opdracht komt. Ja. dan hebben de vissers inderdaad vrij spel. Kijk, als aan de wal de controle waterdicht zou zijn, ja. dan waren er niet zo bar veel overtredingen. Als de vissers pas de haven uit mogen met goed materiaal aan boord, hoef je op zee eigenlijk helemaal niet te controleren. Kan er niks fout gaan en hoeven wij alleen de bui tenlanders nog maar in de gaten te houden", beweert de comman dant. De marine ziet het controleren niet alleen als ervaring opdoen voor de bemanning, maar ook het op steken van kennis van de visse rij. "Dat hoort allemaal bij de op leiding van een zeeman", denkt Bakker "Je weet wat de \Msser met zijn netten doet. Nee, dat er vaar ik zeker niet als een nadeel. Onze mensen mogen best eens zien hoe zwaar een visser het heeft om zijn boterham te verdie nen. Wat mij betreft mogen ze best een flink salaris hebben. Want ze werken er hard genoeg Controle op hoeveel de vissers hebben gevangen is er niet op zee. De 'vipollers' kunnen dat ai- leen maar schatten. Veilplicht is er niet. Bakker pleit ervoor. Nu kan een visser, buiten de veiling om, zijn lading verkopen aan wie hij wil. Niemand die er achter komt hoeveel het toegestane is overschreden. Andere vangsten Zoeken naar andere zaken dan die alleen de visserij aangaan, daar houdt Bakker zich niet mee be zig. "Mijn mensen zijn daar niet voor opgeleid. We zyn dus niet op zoek naar verdovende midde len, als je dat bedoelt. Tref ik een schip waarvan de bemanning la veloos is, tja, dan moetje wel in grijpen. Zo'n schuit is een gevaar op zee. Wat ik dan doe? Twee van m'n mensen nemen dan het roer in handen. Tot de zaak nuchter Dit fregat is een oorlogsschip vol munitie. Is dat controleren van vissers nu eigenlijk geen taak voor de politie in plaats van de fensie? Commandant Bakker: "Dan moet je centen gaan tellen, hè? De ma rine beschikt over alles. Schakel je haar uit, dan moet je een heel nieuw apparaat in het leven roe pen. En dat kost nogal wat. Goedkoper dan op deze manier kan het niet, denk ik. Gekwalifi ceerde mensen, alles is voorhan den." Dat neemt niet weg. dat een ander korps dit werk ook zou kunnen doen.... "Je kunt de rijkspolitie ervoor inzetten", stelt Bakker. "Moeten er wel schepen worden gekocht en manschappen wor den opgeleid. Daarnaast", relati veert Bakker, "we doen dit werk niet met een splinternieuw schip. Het vaart toch om onze mensen wegwijs te maken. En zelf hebben ze er totaal geen pro blemen mee. Waarom zul je je dan in de schulden steken?" Commandant Egon Bakker: "Geven ze een vis, dan accepteren we die, vragen doen we er niet om.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1981 | | pagina 19