"Drempelvrees voor onafhankelijkheid"
Meer klachten over racisme bij rechter
Toekomst Antillen inzet bij Ronde Tafel Conferentie
Gevolmachtigd minister Ronald Casseres van Nederlandse Antillen
Distriminatie in bedrijfsleven moeilijk op te sporen
DONDERDAG 12 FEBRUARI 1981
j nwsa
PAGINA 11
DEN HAAG - De voorbereidin
gen voor de Ronde Tafel Con
ferentie (RTC) over de staat
kundige toekomst van de Ne
derlandse Antillen, zijn lang
zamerhand rond. Begeleid
door veel geharrewar over het
karakter van het regerings-
overleg van beide partijen en
over de onderwerpen die daar
aan de orde moeten komen, is
nu een agenda opgesteld voor
de eerste fase van de eerste
ronde van de conferentie, die
tussen 16 en 24 februari in
Den Haag zal worden gehou
den.
De Nederlandse minister voor
Antilliaanse zaken. Van der
Stee, en de premier van de
Antillen, Don Martina, heb
ben over de hoofdlijnen van
de conferentie overeenstem
ming bereikt. Het is de bedoe
ling dat minister-president
Van Agt de Ronde Tafel Con
ferentie op 16 februari in een
bijzondere zitting in de Haag- -
se Ridderzaal zal openen. De
werkzittingen zullen in de
daarop volgende week in het
ministerie van financiën aan
het Korte Voorhout worden
gehouden.
Uitgangspunt voor het overleg
tussen de regeringen uit Wil
lemstad en Den Haag is het
rapport dat de (gemengde)
„koninkrijkswerkgroep" on
der leiding van oud-premier
mr. Barend Biesheuvel eind
vorig jaar heeft uitgebracht.
Partijen hebben zich voorge
nomen een serieuze poging te
doen om het eens te worden
over het zelfbeschikkings
recht van de Nederlandse An
tillen in de naaste toekomst
en de onderlinge verhoudin
gen in de periode op weg naar
een staatkundige zelfstandig
heid van het eilandenrijkje.
Onmiddellijk daarmee in ver
band staan de interne relaties
tussen de verschillende ei
landgebieden van de Neder
landse Antillen. In het rap
port van de koninkriikswerk-
groep wordt gepleit voor een
vergaande zelfstandigheid
van die eilandgebieden en
een opsplitsing van het ei
landgebied Bovenwinden
(St-Maarten, Saba en Sint-
Eustatius) in drie aparte ei
landgebieden. Voorwaarde
daarbij is dat de positie van
die drie kleine eilanden apar
te aandacht krijgt. Bovendien
is het zaak dat bij een verdere
decentralisatie wordt gezocht
naar nieuwe samenwerkings
verbanden tussen de zes An-
tillen-eilanden.
De beide regeringen willen de
RTC ook benutten om een
nieuwe structuur te ontwer
pen voor de ontwikkelingssa
menwerking tussen Neder
land en de Antillen, de zetel
verdeling in de Stéten van de
Nederlandse Antillen (het
parlement) en de herziening
van het kiessysteem voor de
staten en de eilandsraden. Ge
zien de moeizame start een
ambitieuze agenda voor deze
RTC. Er wordt rekening mee
gehouden dat na de eerste zit
ting in Den Haag begin april
een „vervolg" van de confe
rentie op de Antillen zelf no
dig zal zijn.
Door
Kees van der Maas
DEN HAAG - „De onafhankelijkheidsgedachte
op de Nederlandse Antillen moet nog gemeen
goed worden. Het politieke bewustwordings
proces daarover in brede lagen van de bevolking
moet echt nog helemaal op gang komen. Dat is
de laatste maanden erg duidelijk geworden.
Voor de politieke partijen, de kerken, de vak
bonden en allerlei andere maatschappelijke or
ganisaties is er stevig werk aan de winkel.
Ronald A. Casseres,
sinds 18 december 1979
gevolmachtigd minis
ter van de Nederlandse
Antillen in Den Haag, is
een nieuweling in de
politiek. Voordat hij
naar Nederland afreis
de als vertegenwoordi
ger van het kabinet-
Martina in de „konink
rijksregering", lag zijn
loopbaan in het onder
wijs. Hij behaalde in 1961
in Nederland de akte
volledig bevoegd on
derwijzer en trad ver
volgens in dienst van
het basisonderwijs op
Curacao. Na een aantal
jaren leraar pedagogiek
en inspecteur voor het
basisonderwijs te zijn
geweest, trad hij de laat
ste vier jaar op als waar
nemend hoofd van de
schooladviesdienst van
het eilandgebied Cura
cao.
te komen. Langzamerhand be
gint men op de Antillen in te zien
dat er een mentaliteitsverande
ring moet komen. Als we het zelf
willen doen, als we niet langer op
anderen willen leunen, dan zul
len we ook meer naar buiten moe
ten kijken".
- En de betrekkingen met Nederlan-
„Die zijn duidelijk hersteld. Er is
een opleving bij het uitvoeren
van projecten, er komt méér in
een sneller tempo van de grond
en dat wijst toch op een toegeno
men vertrouwen. Goedkeuring
bijvoorbeeld voor de aanleg van
de containerhaven - een werk
van grote omvang aan investerin
gen - laat zien dat er over en weer
sprake is van een nieuwe aanpak.
De groie terugnoudendheid is
verdwenen. Natuurlijk kan er aan
procedures en ambtelijk overleg
nog veel worden bekort en verbe-
zijn op de goede
Visie
- Hoe staat het met de vorderingen
om tot een heel andere opzet van
de Nederlandse hulp aan de An
tillen te komen, niet langer een
goedkeuring per project met alle
detailwerk en gepriegel van dien,
maar hulp op basis van een pro
gramma voor ieder eilandgebied
apart?
„Het idee is volkomen geaccep
teerd. Het betekent natuurlijk
wel dat je een programma, een
ontwikkelingsplan moet opstel
len. Daarvoor heb je mensen met
visie, met kennis van zaken no
dig. En de eerlijkheid gebiedt me
te zeggen dat wij dit kader mis
sen. We zullen er vooral veel aan
moeten doen om deskundigen
van eigen bodem in deze richting
op te leiden'.
Bestuurders kunnen met zo'n in
grijpend voornemen pas goed uil
-de voeten als ze zich door de be
volking ruim weten gesteund".
Ronald A. Casseres (41), gevol
machtigd minister van de Neder
landse Antillen in Den Haag, zil
nu meer dan een jaar op zijn posl
en voelt zich in staat om de balans
op te maken.
Het eerste jaar van het kabinet-
Martina op de Antillen heeft het
politieke rumoer gedempt, een
begin van ordening gebracht in
het financieel ontregelde over
heidsbeleid en enkele opvallende
gebeurtenissen opgeleverd: het
rapport van de Koninkrijkswerk-
groep over nieuwe vormen van
samenwerking tussen de zes An-
tilleneilanden onderling en die
samen met Nederland, een over
weldigend bezoek van koningin
Beatrix. En straks (in februari) is
er de Ronde Tafel Conferentie
(RTC) waar een eerste poging zal
worden ondernomen om gezame-
lijk zicht te krijgen op toekomsti
ge onderlinge verhoudingen
waarbinnen de Antillen op de
duur geheel hun eigen boontjes
zullen moeten kunnen gaan dop
pen.
„Kijk", zegt minister Casseres, „we
zullen onze strategie moeten ver
anderen. In het verleden zijn er in
de richting van de Antilliaanse
samenleving wel steeds allerlei
signalen uitgezonden over zaken
als partijpolitieke bewustwor
ding, identiteitskwesties en der
gelijke, maar ze hebben eigenlijk
geen effect gehad. We hebben ons
bediend van televisiepraatjes,
krantjes en ander informatiema
teriaal, maar het heeft niet ge
werkt. Nu zullen we naar andere
wegen, andere instrumenten
moeten zoeken. Welke? Ik weet
het ook niet precies. Misschien
hebben we wel steeds te Euro
pees gedacht. En als dat zo is
moeten we die methodes bepaald
niet voortzetten".
Enkele jaren terug waren de Neder
landse Antillen financieel, so
Het beroep op het anti-racisme-
artikel in de Nederlandse straf
wet neemt de laatste tijd opval
lend toe. Steeds vaker moeten
Nederlandse rechters hun oor
deel geven over de vraag of men
sen om hun ras ten achter gesteld
zijn. Daarbij kan het gaan om een
bareigenaar die buitenlanders
toegang tot zijn zaak weigert,
maar ook om iemand die in een
brochure de moord op joden in de
Tweede Wereldoorlog ontken-
Deze week zou het anti-racisme-
artikel in de Tweede Kamer ter
sprake komen bij het debat over
de Arabische boycot van Israël.
De discussie gaat hier om het af
geven van zogenaamde niet-
joodverklaringen door Neder
landse bedrijven die zaken doen
met Arabische landen. Daar wil
men zeker weten dat buitenland
se bedrijven geen joodse perso
neelsleden in Arabische landen
aan het werk zetten.
De juridische vraag hierbij is of der
gelijke verklaringen vallen onder
het bereik van artikel 429 quatcr
van het Wetboek van Strafrecht.
ciaal-economisch en politiek ver
zand in het onzekere. De tot
kookpunt gepolariseerde tegen
stellingen tussen Curacao en
Aruba waren daar voor een be
langrijk deel oorzaak van. Vooral
doordat de grootste politieke par
tij van Aruba, de MEP, bewust
buiten de regering was gehou
den, was de onrust groot en de
stabiliteit van enkele achtereen
volgende kabinetten klein. Op
een kwaad moment was de zaak
zelfs zover uit de hand gelopen
dat Nederland dreigende taal be
gon te gebruiken met opschor-,
ting van de financiële hulp als
stok achter de deur.
Vertrouwen
- Het kabinet-Martina, waarin de
grootste stembusoverwinnaars
van de verkiezingen in de zomer
van 1979 zitting hebben (de MAN
van Curacao en de MEP van Aru
ba), is van de aanvang af be
schouwd als de ploeg die orde op
zaken moest gaan stellen. Wat is
daarvan in het eerste jaar zicht
baar geworden?
Gevolmachtigd minister Casseres:
,?Er zijn duidelijke aanzetten ge
geven. Het kabinet-Martina heeft
het vertrouwen van de bevolking.
Er is begrip voor impopulaire
maatregelen, zoals hogere invoer
rechten op dure auto's. Op onze
eilanden waar veel grote automo
bielen rijden een nogal ingrijpen
de zaak. Verder is bereikt dat het
overheidspersoneel in omvang
niet verder is gegroeid. Vroeger
was daaraan praktisch geen eind:
we kenden op de Antillen het pa
tronagesysteem, via kruiwagens
was het mogelijk om aan baan
tjes, gronden en andere voorde
len te komen in ruil voor stembus
toezeggingen. Dit kabinet heeft
hét aangedurfd om aan zo'n wijd
vertakte en ingeburgerde uitwas
een eind te maken. Als je erop
terugkijkt is dat hele patronage
systeem een vorm van dorpspoli
tiek geweest waarvan men nu
heeft beseft dat het geen moge
lijkheden biedt om ermee verder
Daarin wordt een gevangenis
straf van een maand of een boete
van maximaal duizend gulden
gesteld op het ten achter stellen
van iemand wegens zijn ras bij
het uitoefenen van een bedrijf of
beroep. Afgifte van een niet-
joodverklaring is volgens de let
ter van dit wetsartikel inderda'ad
discriminatie. Iemand wordt van
wege het feit dat hij als jood gebo
ren is uitgesloten voor een be
paalde werkzaamheid. Zijn ras is
dus bepalend voor de vraag of hij
in een Arabisch land werkzaam
kan zijn.
Rechtlijnig redenerend zouden dus
alle werkgevers die een niet-
joodverklaring verstrekken ge
straft moeten worden. Zo simpel
liggen de zaken echter niet. Om te
beginnen zijn er de moeilijkhe
den om het bewijs rond te krijgen
dat inderdaad de wet overtreden
is. In veel gevallen zal een bedrijf
het waarschijnlijk niet op zo'n
formele verklaring laten aanko
men maar zelf bij het selecteren
van personeel dat in Arabische
landen moet gaan werken reke
ning houden met de gevoelighe
den die men daar heeft. En dat is
uiteraard helemaal moeilijk op te
sporen.
Een andere moeilijkheid betreft de
hanteerbaarheid van het anti-
racisme-artikel. Al sinds de in
voering van het artikel in 1971
blijkt in de praktijk dat het crite
rium „ten achter stellen van per
sonen" moeilijkheden geeft bij
de bewijsvoering. Niet voor niets
heeft minister De Ruiter van jus-
Door
mr. Roel Schut
titie dan ook enige tijd geleden
laten weten voorstander te zijn
van wetswijziging. Daarbij zou
het criterium veranderd moeten
worden in het veel scherpere „on
derscheid maken tussen perso
- De verhouding tussen Curacao en
Aruba lijkt wat minder ontvlam
baar dan enkele jaren geleden. Is
er in de praktijk een basis om met
elkaar tot een hanteerbaar sa
menwerkingsverband te komen?
,We zijn aan het uitzoeken hoe we
als eilanden naast elkaar, ieder
met behoud van de eigen zelf
standigheid, op een aantal terrei
nen kunnen opereren. Er zijn na
tuurlijk ook in het afgelopen jaar
binnen het kabinet de nodige
spanningen geweest tussen de
partijen van beide eilanden, maar
we hebben elkaar steeds aan tafel
kunnen vinden. Dat duidt in ie
der geval op een stuk wederzijds
vertrouwen. Op de komende
Ronde Tafel Conferentie in fe
bruari aanstaande zal het in de
eerste plaats gaan om een bespre
king van de interne verhoudin
gen binnen het verband van de
zes eilanden. Daar moet zicht in
komen, willen we pas de volgen
nen wegens hun ras". Ook zou de
strafbaarstelling moeten worden
uitgebreid tot iedereen die in een
bedrijf werkzaam is, en niet be
perkt moeten blijven tot de lei
ding van een bedrijf zoals nu nog
het geval is.
Overmachtspositie
Bij het strafrechtelijk aanpakken
van bedrijven speelt nog een an
der aspect mee dan alleen de
moeilijke bewijsvoering die het
justitiële optreden belemmert.
De bedrijven waar het om gaat
kunnen namelijk aanvoeren dat
het helemaal niet hun opzet is om
discriminerend optreden maar
de stap zetten in de richting van
een nadere regeling van de ver
houding met Nederland".
Gemenebest
Volgens de gevolmachtigd minis
ter is aan Nederlandse kant bij
het bezoek van koningin Beatrix
en prins Claus onlangs uit het en
thousiasme van de bevolking op
de Antillen wat al te snel de con
clusie getrokken: „Zie je wel, die
mensen willen helemaal geen on
afhankelijkheid". Hij bestrijdt
dan ook de opvatting van de Ne
derlandse minister van konink
rijkszaken, Van der Stee dat voor
de Antillen eigenlijk maar het
best kan worden gezocht naar
een soort Gemenebest-oplossing.
Ook al zou de huidige Nederlandse
regering best voor een dergelijke
toekomstige onderlinge verhou
ding te vinden zijn (dus eigenlijk
de zaken maar tot in lengte van
dat ze in een overmachtspositie
zitten. Om te kunnen voortbe
staan hebben ze nu eenmaal or
ders nodig, ook uit Arabische lan
den die met hun oliegelden vaak
erg goede klanten zijn. Bij de
beoordeling van de handelwijze
van bedrijven die niet-
joodverklanngcn afgeven zal het
economische aspect zeker een rol
spelen.
Alles bij elkaar lijkt dus het anti-
racisme-artikel in de wet niet zo
veel kansen te bieden om een ein
de te maken aan wat toch volgens
de letter van de wet discriminatie
is. Daar komt bovendien nog bij
dat een maximale gevangenis
straf van een maand of tiendui
jaren laten zoals ze nu zijn en uit
sluitend een aantal knelpunten
zoals defensie en vrij vestiging
van onderdanen wegnemen), mi
nister Casseres gelooft niet dat de
Antillen daarin zullen willen
meegaan.
De moeilijkheid die steeds op
nieuw opdoemt is dat Nederland
een termijn wil vastleggen voor
de komende onafhankelijkheid
van de Antillen („een gebaar naar
de kiezers voor de komende
stembus", zegt Casseres, „maar
in wezen niet meer dan natte-
vinger-werk"), maar dat men zich
daartoe op de eilanden zelf nog
niet toe in staat voelt.
„Wat we nodig hebben is een soort
experimenteer-fase met onze in
terne verhoudingen. We zouden
daarbij best kunnen afspreken
dat we over een aantal jaren de
ervaringen op de weegschaal leg
gen. Voorop staat de vraag: hoe
gaan de zes eilanden samen ver
der?"
Beste mensen
- De Tweede Kamer heeft bij het
jongste beleidsdebat over Antil
liaanse zaken een motie aangeno
men, waarin erop wordt aange
drongen met de regering van de
Antillen te overleggen hoe de toe
genomen stroom Antillianen die
zich in Nederland vestigt, kan
worden ingedamd. Hoe is die mo
tie overgekomen?
„Ik kan niet ontkennen dat er de
laatste tijd sprake is van hogere
cijfers op dit punt. Maar het pro
bleem ligt toch meer aan onze
kant dan in Nederland. Er zijn op
het ogenblik zo'n 30.000 Antillia
nen in Nederland. Maar als ik dat
cijfer noem moet ik er twee din
gen onmiddellijk aan toevoegen.
Om te beginnen dat het gaat om
onze beste mensen die wegtrek
ken. Ten tweede dat er bij de
tewerkstelling in Nederland prac-
tisch geen moeilijkheden zijn.
Het aantal ingeschreven werklo
zen op dat totaal (zo'n 1800) is ei
genlijk te verwaarlozen. We zyn
op het ogenblik bezig met een ei
gen arbeidsmarktbeleid, waarbij
het de bedoeling is een remigratie
naar de Antillen op gang te krij
gen. Dat vergt een aantal voorzie
ningen: het gaat erom de mensen
te motiveren om terug e gaan.
Daarvoor moeten ze ov drempels
heen geholpen worden. Eigenlgk
is dat het hele probleem met de
ontwikkeling van de Nederland
se Antillen naar onafhankelijk
heid, de drempelvrees bij het
denken over eigen mogelijkheden'
zend gulden boete niet zo'n in
drukwekkende strafdreiging is.
Wil men die praktijken de wereld
uithelpen dan zullen er dus ande
re wegen gezocht moeten worde-
In oktober '79, bij het vorige kamer
debat over de Arabische boycot
van Israël, heeft de Kamer de re
gering al gevraagd om naar zulke
maatregelen uit te zien. In een
aantal moties werd onder meer
aangedrongen op een verbod van
zogenaamde negatieve goederen
verklaringen, waarin wordt aan
gegeven dat goederen voor Ara
bische landen niet uit Israël af
komstig zijn.
Ook zouden bedrijven die boycotei-
sen van Arabische zakenpartners
kregen voorgelegd, daar binnen
drie maanden melding moeten
maken bij de regering. Ook moest
het de Nederlandse banken ver
boden worden voor hun Arabi
sche collega's na te gaan of Ne
derlandse bedrijven wel aan die
eisen voldoen. Het debat van de
ze week is vooral waardevol om
na te gaan wat er op deze punten
is veranderd.