Notaris Josje Slis: "Een tof wijf" dat grote fouten maakte Drie miljoen gulden verdween door "transactie Reportage HQ3Z3HI Ambitieuze Amsterdamse liep stuk op fraudeurs PAGINA 16 DONDERDAG 5 FEBRUARI 1981 Dc contacten met de Amsterdamse Arie O., alias „Heer Olivier", zijn notaris Marie Josee Slis-Stroom, „Josje" in hel Amsterdamse circuit, kennelijk fataal geworden. Het afgelopen weekend verdween ze spoorloos. Het is niet de eerste keer dat ze de publiciteit haalde. De afgelopen twee jaar werd haar naam bij voortduring in verbinding gebracht met minder oirbare zaken. Het minste dat je kan zeggen is dat ze haar klanten niet erg zorgvuldig koos. Een van haar laatste klanten, Arie O., bewijst die laatste stelling. Hij ging, samen met zijn compag non VVim P., ervandoor met drie miljoen gulden van de notaris.'Hoe hij aan die drie miljoen kwam, welke duistere transacties waaraan ten grondslag lagen, is thans nog niet erg duidelijk. O. en P. werden vorige week vrijdag in Parijs gearresteerd. Niet alleen in verband met de drie miljoen van Josje, maar ook voor vele andere louche zaken. Zoals de woordvoerder van de rijkspo litie ons zei: „We waren al een tijd bezig met een onderzoek naar de praktijken van O. De zaak van die drie miljoen kwam daar gewoon bij. Dat kun je een gelukje noemen". Enkele van Heer Olivier's „zaakjes" hebben zich afgespeeld in West-Brabant. Een verslaggever begaf zich in het Amsterdamse circuit van makelaars, de „huizenbocren",en informeerde naar de handel en wandel van notaris Josje. AMSTERDAM - Ferven te kijkers van TeleBin- go zullen zich de avond nog wel herinneren waarop het cijferappa- raat niet werkte. De prijswinnende getallen moesten toen met handkracht worden be paald. De benodigdhe den: een zwarte zak, met daarin een groot aantal balletjes waarop cijfers stonden, en twee notarissen. Gastvrouwe Mies Bouwman ging in de fout toen ze de eer ste cijfers uit de zak wilde ha len. „Nee. nee", zei de notaris, en hij pakte zelf de prijsbal- len. Die werden dan weer in ontvangst genomen door de tweede notaris. Zo gaat dat in notariskringen: regels zijn re gels, objectief is objectief Geen nieuws is goed nieuws. Onder die vlag lijken de nota rissen, de laatste bolwerken van integriteit in ons land, te varen. Een wat stille figuur, vriendelijk, vertrouwenwek kend, residerend in stoffige bruine kamers, dat is wel zo n beetje het beeld dat men van de notaris heeft. Daar zijn boeiende uitzonderin gen op. Mevrouw M. J. Slis- Stroom uit Amsterdam bij voorbeeld. Deze notaris is de afgelopen twee jaar zeer re gelmatig in het nieuws ge weest, en steeds op een nega tieve manier. Steeds ging het om verbintenissen met men sen die op de grens tussen handel en fraude opereren. Steeds ging het om miljoe nenzaken. En toch begon deze dochter van een Limburgse advocaat ooit met hooggespannen idealen. Op een receptie die ze op 27 september 1965 gaf ter gele genheid van haar benoeming tot notaris in Amsterdam zei ze aan een verslaggever van een plaatselijke krant. „Ik probeer er iets groots van te maken". Ze was met haar 35 jaar nog jong voor een notaris, ze was charmant, en de ne gende vrouwelijke notaris in ons land. De krant schreef: „Hoe verzeilt een charmante vrouw zo tus sen de notariële stukken? Zelf mocht mevrouw Slis me daar niet over inlichten want de broederschap van notaris sen ziet er nauwgezet op toe dat het notarisambt buiten de sfeer van de persoonlijke pu bliciteit blijft, omdat zij zeer begaan is met de goede naam die de Nederlandse notaris sen hebben" Ongebruikelijk Er is sindsdien veel veranderd. Vanaf 1979 heeft mevrouw Slis, „Josje" voor haar vrien den, de schijnwerper van de publiciteitnadrukkelijk op zichzelf gericht. Dat begon al lemaal toen ze in de zomer van '79 voor een half jaartje met ongevraagd verlof werd gestuurd. Een zeer ongebruikelijke stap was dat van de Kamer van Koninklijke Notariële Broe derschap) is niet toegestaan- De Kamer van Toezicht kwam in de herfst van '79 tot de con clusie dat mevrouw Slis zich wél met handel in onroerend goed had beziggehouden, dat ze bovendien met geleend geld had gemanipuleerd, en dat ze derhalve uit het ambt zou moeten worden gezet. Een voordracht hiertoe werd gedaan bij het Gerechtsho- Woede Toen gebeurde er iets onver wachts. Het Gerechtshof volgde het advies niet op, en begin oktober was mevrouw Het kapitale notarishuis fabriek" Slis, dat door collega's schamper werd aangeduid met "akten- Toezicht op het Notariaat. Het was meer dan 20 jaar geleden dat de Kamer tot zo'n tijdelij ke schorsing overging om controle op de boeken van een notaris mogelijk te make- Maar er was alle aanleiding toe. Het vermoeden bestond dat mevrouw Slis het notaris- werk op een ongewenste ma nier had uitgebreid. Dat zij zich, met andere woorden, niet alleen bezighield met het uitreiken van aktes, maar ook zichzelf in transacties had ge stort. Kort en goed: ze zou handel in onroerend goed hebben be dreven, en dat voor bedragen van vele miloenen. „Handel en actieve belegging in onroe rend goed, hetzij recht streeks, hetzij door middel van vennootschappen waarin de notaris is geinteresseerd (de tekst is afkomstig van de Slis weer aan het werk. Dit tot woede en verbijstering van de notarissen mr. R. de Wijs en mr. J. de Vries, die zich uit protest tegen de beslissing van het Gerechtshof terug trokken als lid van de Kamer van Toezicht. Wat de overwegingen van het Gerechtshof waren, was op dat moment onbekend. Me vrouw Slis, die als partij over de stukken van het Gerechts hof beschikte, hield die wijse lijk in eigen beheer. Later is overigens gebleken, dat het hof de zaak had aangehouden tot een nader te bepalen da tum in 1981. In die tussentijd zou mevrouw Slis dan de gelegenheid krij gen via haar administratie duidelijk te maken dat zij wel degelijk in staat is het nota riaat te voeren in overeen stemming met de regels van Diezelfde Broederschap was in middels eind '79 overgegaan tot een proces dat tot het roye ment van mevrouw Slis zou moeten leiden. Weliswaar kreeg de Broederschap niet de stukken van het Gerechts hof - zoals gezegd vond me vrouw Slis het beter die maar bij zich te houden - maar er waren genoeg aanwijzingen voor de Broederschap dat het niet helemaal goed zat met de illustere Amsterdamse zuste- Mevrou w Slis besloot de eer aan zichzelf te houden, en zegde haar lidmaatschap op. Dat had geen consequenties voor haar werk. Ze bleef notaris, al behoorde ze nu bij de enkelin gen onder de 850 notarissen in ons land, die niet georgani seerd zijn. "Aktenfabriek" Sn er bleef werk genoeg voor haar. Het was zo druk in haaf kantoor aan de Hobbema- straat, dat de collega's het spottend hadden over „die aktenfabriek". Dat had alles te maken met den op zij service gaf. Alles kon, op elk willekeurig tijdstip. Wie zaterdagavond of zondagochténd aan- en ver koopaktes wilde laten opma ken, klopte bij mevrouw Slis nooit vergeefs aan, Boven dien deed ze Zelden moeilijk met geld. Als je even krap zat, kon je nog altijd later betale- Mevrouw Slis, „Josje" zoals ze onder intimi bekend stond, kreeg dan ook een ijzeren re putatie bii de mannen in de onroerend-goed-handel. Wie in de bar van het Amsterdam se Hiltonhotel, een vast tref punt voor de „huizenboeren", met deze mannen aan de praat raakt, hoort niets dan lof voor de notaris. „Een tof wijf', „een echt maatje", „iemand die je altijd uit de stront helpt", aldus en kele van de kwalificaties die wij over haar hoorden. Al on ze informanten zijn ervan overtuigd dat ze fouten heeft gemaakt, fouten bij de keuze van haar adviseurs, en fouten bij financiële transacties. Een zegsman uit de huizenhan del: „Ze maakte nooit veel problemen over geld. Dat is fout gelopen toen de huizen markt in elkaar stortte. Daar bij is ze achterop geraakt, zo van het ene gat met het ande re stoppen. Toen een paar gro te makelaars de mist ingin gen. ging het met haar ook fout. Er kon niks meer gere geld worden". "Vrienden" De vrienden uit de onroerend- goed-sector hebben mede bij gedragen tot de val van me vrouw Slis, dat is wel zeker. Zo speelde januari 1980 de zaak-Sabel Coatings, een verffabriek uit Zaandam. Wat was het geval? Mevrouw Slis had zich garant gesteld dat aan Sabel Coatings voor 1 augustus 1979 een miljoen gulden zou worden betaald door de Amsterdamse hui zenhandelaar R. van de P. Die had het fabriekscomplex eni ge maanden eerder gekoch- Daar Van de P. niet betaalde, moest mevrouw Slis dat wel doen. Bij kort geding veroor deelde de president van de Amsterdamse rechtbank mr. W. Borgerhoff Mulder, haar op 6 januari tot het betalen van het miljoen. Aan die ver plichting voldeed ze enkele dagen later ook. Nog een keer kwam mevrouw Slis in het nieuws.-Oktober vorig jaar verschenen er ad vertenties waarin stond dat onder haar toezicht een exclu sieve kunst- en adviesveiling in Villa Betty, aan de Amster damse Overtoom, zou worden gehouden. Met die veiling was van alles mis. In de advertenties werd de indruk gewekt als zou het gaan om de inventaris van de villa, dat wil zeggen de we reldberoemde collectie van K. W. Lehmann. Maar deze collectie was al onder de ha mer gegaan bij het veiling huis Sotheby Mak van Waav. De veiling bleek bovendien georganiseerd te zijn door Jan O. Walstein, een in vakkrin gen uiterst dubieus geachte figuur. Na alle publikaties rond deze zaak achtte me vrouw Slis het wijselijk om zich terug te trekken. Maar dat betekende niet het einde van haar contacten met hele en halve fraudeurs. Teveel Adriaan O., „Heer Olivier", is haar te veel gebleken. Bij een vooralsnog onduidelijke transactie - het hardnekkig gerucht gaat dat er valse dol lars ter waarde van 25 miljoen bij zijn betrokken - lichtte O. mevrouw Slis voor drie mil joen gulden beentje. Mevrouw Slis is verdwenen. En het lijkt niet zo waarschijnlijk dat ze nu nog haar notari spraktijken zal voortzetten, want de inventaris van haar kantoor zal binnenkort wor den verkocht. Ongetwijfeld tot leedwezen van de „huizen- boeren" die in haar een „maatje" zagen,.. Dit stukje sluit aan op dat van 24 januari j.l. We gaan hier ver der in op het onderzoeksrap port van Universiteit en Stichting Welzijn over de be handeling van bezwaarschrif ten op huisvestingsgebied "van bezwaar-schriftcn tot bezwaar-schiften" Hardheidsclausule In het vorige stukje zagen we al, dat het indienen van een be zwaarschrift de moeite kan lo nen: bij beslissingen over re gistratie als woningzoekende krijgt ongeveer 25% van de klagers gelijk; voor beslissin gen over woonvergunningen is dat percentage zelfs 50. Op welke gronden worden deze mensen alsnog in het gelijk gesteld? Het onderzoek toont aan, dat dat vaak op grond van de zg. hardheidsclausule gebeurt. Cijfers hierover wor den alleen genoemd bij de be zwaarschriften betreffende registratie. 2/3 van de men sen, die gelijk krijgen, krijgt dat op grond van de hard heidsclausule. Die "hard heidsclausule" - het woora zegt het al - wordt toegepast, als de hantering van de rege ling woonruimteverdeling tot onbedoelde "hardheid" leidt. Bij de vaststelling van deze regeling heeft de gemeente er dus rekening mee willen hou den, dat zich in de praktijk van alledag situaties konden voordoen, waarin een uitzon dering op de regels mogelijk zou moeten zijn; situaties, die zij tevoren niet allemaal kon overzien of die niet in algeme ne bewoordingen in de rege ling konden worden vervat. Zo gebeurt het nogal eens, dat mensen die niet economisch gebonden en niet langdurig ingezetene zijn, toch worden geregistreerd wegens "histo rische binding" aan Leiden; bijv. geboren en getogen Lei- denaars, die een tijdlang el ders hebben gewoond en een goede reden hebben om weer naar Leiden te willen terugke- Ook medische of sociale gron den kunnen reden zijn tot toe passing van de hardheids clausule. Zo worden onder bepaalde voorwaarden op so ciale gronden ingeschreven mensen, die een eigen huis bewonen en de lasten daar van niet meer kunnen op brengen. In het laatste geval is ongetwijfeld sprake van een hele groep mensen, die zich in een gelijke situatie be vindt. Als dan blijkt, dat zo'n groep steeds weer onder de zelfde voorwaarden toch voor registratie of een woonver gunning in aanmerking komt - al voldoet zij niet aan de "ge wone" voorwaarden daarvoor - dan rijst de vraag - die ook de onderzoekers opwerpen - of niet gezocht moet worden naar formulering van voor waarden in de regeling van woonruimteverdeling,waar onder recht op registratie of een woonvergunning bestaat. Zo zouden de mensen dan be ter weten waar ze aan toe zijn. De "rechtszekerheid" wordt daardoor versterkt. Termijnen Dan de regels, waaraan beide partijen (Burgemeester en Wethouders) (B en W) en kla gers) bij de behandeling/in- -diening van het bezwaar schrift gebonden zijn. De on bekendheid daarmee zou vol gens de onderzoekers ook wel eens een reden kunnen zijn, waarom zo weinig mensen be zwaar maken. De basisregels zijn, zoals in het eerste stukje al gezegd, te vinden in de wet AROB. Heel belangrijk is, dat het bezwaarschrift binnen 30 dagen na de beslissing wordt ingediend. Hoewel dat in de onderzoekspe riode nog niet steeds het geval was, houdt de gemeente nu, zoals de wet AROB voor schrijft, strikt de hand aan de ze termijn. Tenzij voor te late indiening een geldige reden bestaat, wordt het bezwaar schrift bij termijnoverschrij ding altijd afgewezen. Op het bezwaarschrift wordt door B en W beslist. Daarbij advi seert de zg. Huisvestingscom missie. Deze commissie - on der voorzitterschap van de wethouder volkshuisvesting - nodigt de klager uit om zijn bezwaren mondeling toe te lichten tijdens een vergade ring van de commissie. De klager hoeft niet te verschij nen, maar vaak is dat wel ver standig; hij kan ook een ander meenemen of machtigen, of dat nu een hulpverlener is of een buurman of kennis. B en W zijn bij hun beslissing ook aan termijnen gebonden. De beslissing moet binnen 60 da gen na indiening van het be zwaarschrift worden geno men. Verlenging met 30 da gen is mogelijk. Dc klager hoort daarvan dan wel bericht te krijgen. Tegen de beslis sing van B en W is - weer bin nen 30 dagen - beroep moge- Verordening Doet bureau huisvesting z'n werk goed? Ook daarvoor hebben de onderzoekers zich een oordeel kunnen vormen. Bureau huisvesting past de regeling woonruimteverde ling "zo nauwgezet mogelijk" toe. (De onderzoekers spre ken daarmee uiteraard geen oordeel uit over de inhoud van deze regeling). Ook de af handeling van verzoeken om registratie of een woonver gunning vindt binnen redelij ke termijn plaats. Verder wor den de wettelijke termijnen voor de afhandeling van be zwaarschriften goed nage leefd. De onderzoekers vin den wel, dat de wijze van be handeling van de bezwaar schriften in een verordening zou moeten worden vastge legd. Daarvoor is een bezin ning op de betekenis van de bezwaarschriftenprocedure vereist. Het gaat dan vooral om de vraag ol' het advies aan B en W door een "onafhanke lijke" beroepsinstantie moet worden uitgebracht; dat wil zeggen onafhankelijk van B en W en huisvesting. Nu is dat immers niet het geval. De ad viescommissie (Huisves tingscommissie) wordt voor gezeten door de wethouder volkshuisvesting. Bovendien wordt het advies voorbereid door de ambtenaren van bu reau huisvesting; dezelfde ambtenaren dus, die de be slissing in eerste instantie hebben voorbereid. De on derzoekers hebben persoon lijk een voorkeur voor zo'n onafhankelijk adviesorgaan. Van zo'n commissie zijn dus de voornaamste kenmerken, dat ambtenaren en leden van B en W geen lid mogen zijn en dat het advies wordt voorbe reid door "eigen" ambtena- Partijen In hun commentaar op het rap port wijzen B en W die omvor ming van de huisvestings commissie af. Hun belang rijkste argument is, dat het scheppen van een zelfstandi ge beroepsinstantie mee brengt, dat bureau huisves ting en woningzoekende (nog) meer als partijen tegen over elkaar komen staan. In theorie, is dqt zeker waar. In de huidige constructie is er immers - in élk geval in theo rie - sprake van een gedach- tenwisseling tussen Huisves tingscommissie, ambtenaar huisvesting en klager. Een zelfstandig beroepsorgaan daarentegen gaat inderdaad uit van twee partijen, die gele genheid krijgen elk hun eigen standpunt te verdedigen. Toch maakt het argument van B en W op ons de indruk een "gelegenheidsargument" te zijn. We denken, dat veel mensen dat "twee-partijen- gevoel" net zo hebben op de zitting van de Huisvestings commissie, zoals zij nu draait. Een ambtenaar van bureau huisvesting begint daar im mers uit te leggen op welke gronden de beslissing is geno men. Hij "verdedigt" als het ware het standpunt van huis vesting. In de zittingen, die we zelf hebben meegemaakt, speelde deze ambtenaar een heel centrale rol. De klager kan dan gemakkelijk de in druk krijgen, dat bureau huis vesting en Huisvestingscom missie "twee handen op één buik" zijn. De commissie als zelfstandig beroepsorgaan heeft het voor deel van de duidelijkheid: de commissie "boven" de twee partijen, bureau huisvesting en de klager. En het gaat na tuurlijk niet in de eerste plaats om de indruk, die de klagende burger krijgt. Voor op staat, dat beoordeling van het bezwaarschrift door een onafhankelijk beroepsorgaan het best waarborgt, dat een volledige heroverweging van de oorspronkelijke beslissing plaatsvindt. We hopen dan ook, dat de ge meenteraad zich voor zo'n be roepsorgaan uitspreekt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1981 | | pagina 16