Van der Goes van Naters: hanig
politicus in belangrijke periode
boeken - boeken - boeken - boeken - boeken - boeken - boeken
NIEUW
OP DE
BOEKEN
PLANK
Pieter van der Meer de Walcheren had betere biografie verdiend
Nieuwe
jeugd
boeken
WOENSDAG 7 JANUARI 1981
PAGINA 11
Er zijn zo van die boeken, die
beter niet geschreven had
den kunnen worden. Ze zijn
overbodig of ze deugen niet.
Tot die laatste categorie be
hoort het dezer dagen ver
schenen boek van Albert
Helman over zijn "Vriend
Pieter". Hij schreef het naar
aanleiding van het feit, dat
de schrijver-monnik Pieter
van der Meer de Walcheren
10 september jl. 100 jaar zou
zijn geworden en 16 (en nie»
15!) december vorig jaar op
90-jarige leeftijd overleed. Ik
schreef over Pieter in de
krant van 6 september jl. een
uitvoerig portret, waarnaar
ik gemakshalve verwijs.
Waarom deugt het boek van Helman niet? Ten eerste,
omdat hij citaten verminkt. Ten tweede omdat hij
citaten uit de context haalt. En ten derde omdat hij
daarmee wil bewijzen dat Pieter eigenlijk een ander
mens was dan die hij in feite was. Helman mag na
tuurlijk een aanvulling geven op "de grote bekeer
ling", de heilige, vrome, apologetische, deugdzame
en priesterlijk hulpvaardige mens, zoals Pieter zich
zelf in zijn "dagboeken" heeft getekend. Helman
heeft echter willen aantonen dat dat beeld van de
mens vertekend is. En dat heeft hij gedaan door de
ongepubliceerde "journaals" van Pieter te misbrui
ken om zijn portret te kunnen schilderen.
Waar gaat het Helman nl. om?
Als uitgesproken niet-
gelovige wil hij Pieter naar
zich toehalen. Hij wil Pieter
niet zo gelovig en niet zo'n
echt priester en monnik doen
zijn. De kritiek van Pieter op
de katholieke kerk wordt dan
ook breed uitgemeten en - en
daar gaat het om - mateloos
overtrokken. Ik ontken niet
dat Pieter kritiek had op de
kerk. Dat blijkt overduidelijk
uit zijn laatste boek "Maak al
les nieuw". Maar door het zó
centraal te stellen als Helman
doet, door citaten te vermin
ken, door citaten uit de con
text te halen en de zaak over
te belichten schildert men
een vals portret.
"Mijn beeld komt misschien bij
velen voor een goed deel onge
loofwaardig voor". Dat heeft
Helman goed aangevoeld. Ik
ben er een van. En waarom?
Omdat ik van mening ben dat
Heimans Pieter niet de echte
Pieter is. De priester-monnik,
die ik heb mogen ontmoeten,
die ik heb mogen lezen, en
over wie ik met zijn naaste
omgeving heb mogen praten.
En die omgeving - en dan
noem ik de dochter van Pieter
Anne-Marie, zijn secretaris
Jan de Ridder uit Oosterhout
en natuurlijk zijn mede
monniken - heeft mij een Pie
ter doen leren kennen, die ik
bij Helman tevergeefs zoek.
Een diep-gelovig mens, een
echt priester en monnik, maar
ook een impulsief mens, die
alles wat hij zei niet direct op
een goudschaaltje woog. Een
man die het niet altijd zo be
doelde zoals hij het zei. Een
man die fel tegen iets of ie
mand uithaalde, maar ook de
moed opbracht om onmiddel
lijk daarna de telefoon te pak
ken, en zijn excuses aan te
bieden.
Dat uitgerekend Helman, die
zelf erkent "de minst daartoe
geëigende onder al zijn vrien
den te zijn" deze biografie
moest schrijven. Hij zou naar
zeggen van Anne-Marie (al
dus Helman* door Pieter zelf
zijn uitverkoren. Hij was toch
immers "onder alle vrienden
degene die Pieter het beste be
greep en onder alle jongeren
degene die Pieter het naaste
stond". De getuigen zijn dood.
Dat Helman Pieter het beste
begreep is getuige zijn boek
niet zo. En dat hij Pieter het
naaste stond waag ik op zijn
minst te betwijfelen.
Waarom heeft Helman als hij
dan zo'n grote vriend, was
Pieter slechts tweemaal in de
abdij opgezocht en Anne-
Marie in het klooster nooit?
Het zijn geen bewijzen, ik rea
liseer mij dat terdege, maar
het zijn toch wel merkwaar
Schrijver-monnik Pieter van der Meer de Walcheren
digheden om even stil te staan
als men met een mededeling
van Anne-Marie, door Hel
man doorgegeven, wordt ge
confronteerd. Anne-Marie
kan het gezegd hebben, maar
dat zegt mij weinig. Ingewij
den weten dat ^nne-Marie na
dat ze het klooster had verla
ten eenzaam en wat verward
was. Ze heeft na bijna veertig
jaar kloosterleven haar weg in
de burgermaatschappij niet
kunnen vinden.
Pieter noemde haar uittreden
volgens de journaals "een
dappere daad", waar hij posi
tief tegenover stond. Wat
moest Pieter anders zeggen.
Hij wist als geen ander hoe
eenzaam ze was. Tegen die
achtergrond moet zijn opmer
king: "Je weet niet hoe geluk
kig ik ben datje niet meer in
het kloosterleven zit" worden
verstaan. Pieter vond het te
gendeel maar wilde haar op
zijn manier als haar vader ter
zijde staan. En dan de opmer
king: "Als ik nog 50 jaar oud
was, zou ik ook het klooster
verlaten". Ik zou het bij wijze
van spreken van alle monni
ken in de Oosterhoutse abdij
hebben willen geloven, maar
niet van Pieter. Typisch een
impulsieve reactie, die hij be
slist niet zo bedoelde. Maar
daarvoor moest men hem wel
kennen. Als er iemand in het
klooster wilde blijven was het
Pieter. Dat Pieter het uittre
den van zijn dochter niet on
der woorden heeft willen
brengen uit angst om zijn ka
tholieke lezers, zoals Helman
suggereert, is een stelling die
ik gaarne voor Helman zijn re
kening laat.
Helman heeft in zijn boek een
vondst en een onthulling ge
daan. De vondst betreft het
uittreden van zijn vrouw
Christine en hijzelf uit het
klooster in de dertiger jaren.
Na het intreden van hun
dochter en het plotseling
overlijden van hun priester
monnik-zoon Pieterke namen
beiden het besluit in het
klooster te treden. Pieter be
weert in zijn dagboeken dat
Christine heimwee kreeg en
hij daarom het klooster moest
verlaten. Helman beweert dat
het juist andersom was. De
conclusie op basis van zowel
de dagboeken als de journaals
is gewettigd dat ze beiden
heimwee hadden en dat dus
zowel Pieter als Helman ge
lijk heeft.
De onthulling betreft iets ern
stigs: de aanmelding van Pie
ter als lid v?n het Letterkun
dig Gilde (Kultuurkamer) in
het begin van de oorlog. Hoe
wel bij navraag door Jan de
Ridder bij het Instituut voor
Oorlogsdocumentatie bleek
dat het niet meer is geweest
dan een aanmelding, ben ik er
toch van geschrokken. Ik had
het niet gedacht van Pieter.
Hij heeft zich er kennelijk zo
voor geschaamd dat niemand
het wist. Ik begrijp daarom
Heimans verzuchting: "Hier
wordt een zware wissel ge
trokken op mijn eerlijkheid".
Helman baseert zijn boek op de
ongepubliceerde journaals
van Pieter. Nu zijn er twee
mogelijkheden. Of hij heeft
de door Anne-Marie bewerkte
journaals gebruikt - zij was
nl. al bezig een biografie over
haar vader voor te bereiden -
maar dan had hij het moeten
zeggen. Of hij heeft ze ver
minkt. aangezien hij uitvoe
rig vermeldt dat hij de jour
naals hanteert hou ik het op
het laatste. Ik realiseer me dat
ik wel wat zeg door Helman te
verwijten dat hij de journaals
verminkt. Ik heb een en ander
echter kunnen nagaan bij Jan
de Ridder, die de hele nala
tenschap van Pieter beheert.
Om eens een paar van die ver
minkingen te noemen. Hel
man schrijft dat de abt eri de
monniken van de' abdij in
Oosterhout Pieter aanraad
den in het klooster te treden.
In de tekst van de journaals
staat echter ook de naam van
Anne-Marie vermeld. Dit pas
te kennelijk niet in het
straatje van Helman. Dus laat
hij de naam maar weg! De au
teur maakt het helemaal bont
door daaraan de conclusie te
verbinden en ik citeer letter
lijk: "Het is wel zeker dat Van
der Meer uit eigen beweging
het priesterschap geenszins
ambieerde". Als er iets was
wat hij ambieerde dan was
het wel het priesterschab. De
genen die hem dagelijks mee
maakten - maar daar noorde
Helman niet bij! - weten dat
dat waar is. En als der ie voor
beeld. Helman "citeert" Pie
ter over de dood van Christine
en schrijft over "van hier
gaan". Helman gelooft niet in
de Hemel, dus Pieter ook niet!
Dus "citeer" je zoals je citeert.
Maar er staat letterlijk: "naar
huis gaan". Iedereen die Pie
ter kent weet dat hy daarmee
de Hemel bedoelde.
Pieter van der Meer de Walche
ren had een betere biografie
verdiend. Dat achterin het
boek een aantal data fout
staan vermeld, zoals zijn sterf
datum, ach daar let je na le
zing van dit boek niet meer
op. Helman heeft Pieter niet
begrepen. Hij doet hem on
recht. Pieter was een echt
diep-gelovig mens en chris
ten en een priester-monnik
pur sang. Helman heeft, zoals
ik al schreef, Pieter naar zich
toe willen halen. Maar dat is
Pieter niet. Zijn Pieter is een
onbekende. Een man die niet
bestaan heeft.
"Vriend Pieter". Het levensa
vontuur van Pieter van der
Meer/de Walcheren. Albert
Helman. Uitg. Orion/Gott-
mer, f74,90.
THEO KROON
Spaanse Vlieg. Peter Andries-
se.
Uitg. Peter van de Velden, f 26,-.
Als diabeet toch prettig leven.
Jan YVillems f 12.50.
Meer dan 500.000 landgenoten
lijden aan suikerziekte. Dit
boekje geeft adviezen uit de
praktijk om toch zo prettig
mogelijk als diabeet te leven.
Uitg. Zomer en Keuning.
Elias of het gevecht met de
nachtegalen. Maurice Gil-
liams.
Uitg. Meulenhoff. f24,50.
Ontzettende verhalen. Roald
Dahl.
Uitg. Meulenhoff. f 12,50.
Kruidige kruissteken, f 19,50.
Een boekje met kruiden, plan
ten en bloemen om te bordu
ren. Enkele voorbeelden:
kamille, valeriaan, sleedoorn,
tgm. pepermunt, vlier,
brandnetel, lavendel enz. Van
elk kruid en elke bloem of
plant staat een duidelijk tel-
patroon vermeld
Uitg. Thieme.
Inspecteur Perquin en de dode directeur. Mar
tin Mons.
Uitg. SijthofT, 13.50.
Duel in duplo. C. Ining en H. Burkholz.
Een spannende thriller waarin een ex-
CIA en een ex-KGB agent samenwerken
om hun moordenaars te ontlopen.
Uitg. Sijthofr. 27.50
Resolutie in het gekkenhuis. Wim Duzljn.
Een bundel korte, zeer gevarièerde ver-
Uitg. Tiebosch. 17,50.
Alleen op kop. Gijs Zandbergen.
Interviews met bekende wielrenners
van toen en nu die behoren tot de vader
landse top zoals Jan Janssen, Peter Post,
Gerben Karstens, Jo de Roo en Joop
Zoetemelk.
Uitg. Rap.
Voor het onweer. Gabriele Wohmann.
Korte verhalen van een in Duitsland
veelgelezen schrijfster bekend van haar
boek Uitstapje met moeder.
Uitg. Rap. 19,50
Hoei-Boei. Dick Slootweg en Paul Witteman.
Een verslag van een reünie van de hoofd
personen uit het boek De Avonden (Vik
tor, Joop en Jaap), uitgezonden door de
VARA-radio. Dit boek geeft een beeld
van hun herinneringen en opvattingen
vergeleken met die van een drietal criti
ci, een bloemlezing uit de recensies over
"De Avonden" en een aantal bijzondere
illustraties.
Uitg. Rap. 20.-.
Je bent goed zoals je bent. Elly Lambooy-
Clabbers.
Het levensverhaal van een vrouw met
beklemmende angsten, voortkomend
uit fobieën, schuldgevoelens en gebrek
aan zelfvertrouwen. Op openhartige wij
ze beschrijft Elly Lambooy hoe ze zich
van haar angsten wist te bevrijden en
welke oplossing zij daarvoor koos.
Uitg. Zomer en Keuning, 18.50.
Jhr. mr. Marius van der
Goes van Naters (79) be
hoort zonder twijfel tot
de kleurrijkste politici
die Nederland na de
oorlog heeft gehad. Zijn
optreden in en buiten
het parlement ken
merkte zich door een
zekere heftigheid en
"hanigheid" waardoor
hij zich niet overal even
geliefd maakte. Maar
aan de andere kant was
hij een van de weinige
politici die bereid wa
ren hun nek uit te ste
ken om misstanden
breedvoerig aan de
kaak te stellen.
Van der Goes had daarbij het
voordeel over een omvangrij
ke intellectuele bagage te be
schikken. Hij was (is) een eru
diet man, een wetenschapper
die juist vanwege zijn grote
eruditie - achteraf bezien -
misschien wel volstrekt onge
schikt was om als volksverte
genwoordiger het vaderland
te dienen.
De prominente VVD-staatsman
prof. Oud karakteriseerde
Van der Goes treffend na een
stevige botsing met de socia
list in de kamer: hij (Van der
Goes) gedroeg zich als de
haan die denkt dat hij door
zijn kraaien de dageraad op
roept.
Van der Goes had trouwens een
grote hekel aan Oud, die hij
altijd een "bijzonder onaan
gename streber" heeft gevon
den. Maar los daarvan zat de
befaamde liberale staats
rechtsgeleerde met zijn kwa
lificatie van Van der Goes wel
op het goede spoor.
De socialist, dertig jaar lang ka
merlid (van 1937 tot 1967),
waarvan zes jaar (1945-1951)
fractievoorzitter, was een
(te?) bevlogen politicus. Beze
ten door staatsrechtelijke
idealen, ontleend aan o.a.
Marx. Troelstra en Albarda,
die hem in feite de politieke
arena binnensleepte.
Hij schreef een proefschrift (in
Leiden) over het "Staatsbeeld
der sociaal-democratie" en
zwijmelde bij de "Anregun-
gen" van Troelstra, waarin de
ze zijn denkbeelden over de
centralisatie (aan zelfstandige
organisaties), delegatie (aan
een economisch parlement of
arbeidsraad) en de politieke
nationale vergadering als
wetgever, uiteenzette.
In zijn onlangs verschenen
boek "Met en tegen de tijd,
herinneringen", een autobio
grafie, gaat Van der Goes hier
uitvoerig op in. Het boek
wordt dan ook gepresenteerd
als een "Tocht door de twin
tigste eeuw". Maar dat is
slechts één interpretatie uit
velen.
Het is niet alléén een cultuurbij-
drage. Het is ook een politiek
document waar menigeen al
jaren op zit te wachten. Want
Van der Goes heeft als. politi
cus in een voor Nederland ui
terst belangrijk tijdsgewricht
gefunctioneerd.
Hij heeft bijvoorbeeld als ka
merlid het aantreden van de
toenmalige minister
president De Geer meege
maakt.
"Onvoorstelbaar. Een kneusje
op die post", toen de oorlogs
dreiging (augustus 1939) voor
Nederland realiteit was ge
worden. De inval in Neder
land was al voorbereid,
schrijft Van der Goes, toen De
Geer voor vakantie naar Hit-
ler-Duitsland - het Schar-
zwald - vertrok.
Na zijn terugkomst - toen de
Nederlandse regering ander
maal was gewaarschuwd voor
de op handen zijnde inval -
verklaarde De Geer dat er
niets aan de hand was. Hij
sprak: "Een mens lijdt dik
wijls 't meest door 't lijden dat
hij vreest".
De Geer geloofde dat het Neder
landse volk veilig was, want
in Gods hand. Van der Goes:
"Ik heb dit gesol met God al
tijd uitermate weerzinwek
kend gevonden. Na de oorlog
maakten helaas niet alleen de
rechtse kneusjes zich daaraan
schuldig: Jan Schouten was
om de donder geen kneusje -
maar hij wist precies dat God
ons socialisten zou straffen
omdat wij het in onze handen
gelegde pand. het Indische
deel van het Koninkrijk der
Nederlanden, verkwansel
den".
Toen wij Indië nog hadden
Een paar jaar na de souverei-
niteitsoverdracht van het
toenmalige Nederlands-Indië
(1948) werd langzaam maar
zeker het einde in geluid van
het Pvd A-leiderschap van
Van der Goes in de Tweede
Kamer. Alleen had het één
weinig of niets met het ander
te maken. Van der Goes be
weert echter van wel.
In januari 1951 had hij een inter
view weggegeven aan een In
donesisch journalist. Hij zei
daarin met zoveel woorden
dat zijn fractie niet afkerig
was van overdracht van Nieu-
w-Guinea aan Indonesië on
der voorwaarde van een lang
durig Nederlands beheer
(toen het officiële fractie
standpunt).
De journalist had twee collega's
meegenomen van het ANP en
van het Parool. Na het inter
view werd Van der Goes - on
der het genot van een glas
wijn - gevraagd of hij voor de
ze zaak een kabinetscrisis zou
overhebben. De fractieleider
zei "ja", maar vergat daaraan
toe te voegen dat dit "off the
record" was.
Enkele dagen daarna werd hij
ter verantwoording geroepen
op een spoedzitting van het
partijbestuur. Volgens Van
der Goes sprak Drees bij die
gelegenheid van een „dolk
stoot in de rug". Later ontken
de Drees dat hij dit gezegd
had. "maar (aldus de auteur)
Drees ontkent veel en makke
lijk"
De "dolkstoot" was - vond
Drees - daarom zo erg omdat
het kabinet op de rand van
een crisis balanceerde, juist
vanwege de kwestie-Nieuw-
Guinea. Volgens Van der
Goes had Drees hem van die
crisis - die er inderdaad
kwam - nooit één woord ver
teld
Hoe dan ook: het hoofd van Van
der Goes zou gaan rollen. Niet
in de laatste plaats door toe
doen van partijvoorzitter
Koos Vorrink, met wie de ei
genzinnige fractievoorzitter
bijkans op voet van oorlog
leefde.
Van der Goes had grondig de
pest aan Vorrink. Hij walgde
van diens "Übermensch
achtige" hebbelijkheden en
ontembare eerzucht. Die har
telijke verstandhouding zal
omgekeerd ook wel zo zijn ge
voeld. Vorrink toonde zich in
elk geval uitermate actief om
Van der Goes als fractieleider
te wippen.
Het merkwaardige is nu dat de
ze zijn val geheel en al toe
schrijft aan de kwestie-
Nieuw-Guinea (het beruchte
interview). Jaap Burger, de
huidige minister van staat die
Van der Goes in 1951 opvolg
de als fractievoorzitter, heeft
daarover nog eens zijn licht
laten schijnen in NRC/Han-
delsblad van enkele weken
geleden.
Hij vindt dat Van der Goes de
positie en invloed van Vor
rink overschat. Bovendien,
zegt Burger, verdwijnt een
fractievoorzitter nooit om re
denen van buitenaf. "De frac
tie", zegt hij, "had eenvoudig
genoeg van de profetenman
tel, van de nadrukkelijkheid
van zijn socialistische weten
schap en politieke hoogstand
jes. De fractie wenste einde
lijk doodgewone zakelijke lei
ding. Kortom geen Leider,
maar een voorzitter, dus ie
mand die ook kan luisteren"
Van der Goes voldeed dus ken
nelijk niet aan deze eisen.
Toch was hij een man met on
weerlegbaar grote kwalitei
ten. In zijn autobiografie doet
hij daar zelf soms hinderlijk
ijdel over. Maar los daarvan
zijn er ook anderen die in hem
een politicus zien die een dui
delijk stempel heeft gedrukt
op de kort-na-oorlogse perio
de.
Burger bijvoorbeeld, die in
NRC/Handelsblad schreef:
"Wel mag de moed van Van
der Goes wat meer geaccen
tueerd worden. Want zo leuk
was het niet om Rommc. een
man waar hij politiek niet om
heen kon. te moeten vastna
gelen op diens semi-
Jhr.
Marius van der Goes van Naters
collaboratie tijdens de bezet
ting en diens semi-
l'ascistische publicaties".
Overigens ook als natuurbe
schermer heeft Van der Goes
naam gemaakt. Toen het
woord milieubeheer nog
moest worden uitgevonden,
koesterde hij al de overtui
ging dat de natuurbescher
ming louter gebaat was bij
een multidisciplinaire
aanpak, met behulp van zo
wel de menswetenschappen
als de exacte vakken Een
theorie die, althans in Neder
land. pas zo'n dertig jaar later
tot de praktijk begon door te
dringen. Het boek van Van
der Goes geelt ook in dit op
zicht een voortreffelijke schil
dering van de man.
Burger mag dan verder vaststel
len dat er nogal wat facetten
in deze memoires onjuist zijn
en ontsieren, wat blijft han
gen is een indruk die nauw
verwant is aan de vriendelijke
woorden van Joop den Uyl op
de achterflap: .hij is een
vent uit cén stuk geweest en
gebleven".
Jhr. mr. M. van der Goes van
Naters. Met en tegen de tijd.
Herinneringen. Arbeider
spers. Prijs: f41.50.
WIM W1RTZ
Het Grote Voorleesboek. W.G. v.d. Halst.
De inmiddels 10e druk van een verzame
ling verhalen van de protestant-
chnstelijke schrijver W.G. v.d. Hulst.
Dertig jaar geleden voor het eerst ver
schenen, nu in een jubileumuitgave uit
gebracht. Tijdloze verhalen waaruit de
liefde van de schrijver voor kinderen
blijkt Het geven van een gevoel van vei
ligheid, warmte en vertrouwen staat bij
hem centraal. Misschien doen sommige
verhalen ouderwets aan. maar de op
rechtheid waarmee ze geschreven zijn,
maakt dit boek toch nog de moeite
waard. De illustraties van W G v.d.
Hulst jr. passen helemaal in de sfeer en
versterken nog eens het gevoel van
knus, fijn en gezellig
Uitg. Zomer en Keuning, 39,90.
Het groene aapje.
Een sprookjesboek van de hand van
Hetty Blok, Hans Kanters en Wim Wan
del.
Uitg. Tiebosch, 29,90.
Voor oudere
K.inderen:
Thou»,* »il Hu>„n
Uitg HeufT, 17.50.
Vwrjc .rüh,.dm.*l j„nhl«i. Ma Ba.d.n
Uitg. Querido. 15.90.
De blauwe ster. GeofTrry Kilncr.
Uitg. Querido, 17,50.
Tien x verliefd.
Een verhalenbundel over verluid /ijn
(Janet Sinberg Stenson en Nancy Gray.
Uitg HeufT. 9.50
In tekst en tekeningen wordt op voor
jonge kinderen begrijpelijke wijze het
echtscheidingsprobleem bespreekbaar
gemaakt. De samenstellers hopen dat
een kind in een echtscheidingssituatie
door dit boekje verschillende gevoelens
kan herkennen om ze zo iets makkelij
ker te verwerken. Het is bedoeld om
voorgelezen te worden, zowel door de
vader als de moeder
Het boekje Ik krijg een «lief*ader, en dat te
best moeilijk van dezelfde auteurs sluit
min of meer daarbij aan. Ook hier weer
dezelfde opzet: tekst en beeld vormen
uitgangspunt voor een gesprek met kin
deren over conflicten, angsten en jaloe-