"Er is niet
méér uit
te halen"
'Vroeger verlangde
ik naar rust, nu
mis ik de drukte'
Robert van der Vlist
geprikkeld door 'flop'
.agendijk over Quick Boys:
VTERDAG 29 NOVEMBER 1980
- Eigenlijk zou hij het in de-
e dagen uitstekend naar zijn zin
-hoeten hebben. In de tijd dat
ïerben Karstens nog intensief
Meedraaide in het bezige we-
van de beroepswielrenners
•erlangde hij soms hevig naar
ènzaamheid en rust. "Weg uit
lie gekkenherrie. terug naar de
latuur", was het motto waarmee
lij maar al te vaak aan de belang-
telling wilde ontsnappen. Nu
lat is gelukt en Gerben Karstens
ia 21 jaar ineens van een gewild
joureur een "gewone" vertegen
woordiger in fietsen is geworden,
fieeft hij bijna voortdurend
Heimwee naar de vroegere druk
te.
p overgang is te plotseling en te
groot geweest, heeft duidelijk
sporen nagelaten. Logisch ook.
pe pias van het peloton, de clown
'an het wielercircus kan zijn nog
Jtijd bruisende energie niet
neer kwijt sinds hij van de fiets is
jfgestapt en er alleen naast staat.
'Dag en nacht" moet hij op pad
tegenwoordig, om zich waar te
piaken, maar de omstandigheden
waaronder hij moet werken ver-
schillen zodanig van de vroegere
sfeer dat hij voorlopig nauwelijks
I kan wennen. "Ik was altijd onder
de mensen, nu zit ik opeens in
mijn eentje in de auto, met alleen
ieen kaartenbak bij me. Dat ver-
is veel te groot"
(ij kent de situatie al enige maan-
den, maar het frustreert hem nog
bijna dagelijks, die eenzaamheid
waarin de gedachten aan de zor-
i geloze tijden van weleer automa-
y tisch opborrelen. "Het wielren-
I nen op zich mis ik niet zo", stelt
hij niettemin. "Ik mis vooral he1
"leven", de lichamelijke inspan
ning, het dollen met de maten,
waarin ik al mijn energie kwijt
kon. Van de ene op de andere dag
heb ik mijn doel verloren en ik
denk dat die overschakeling te
plotseling en te groot is geweest.
Van jongs af aan ben ik dollend
met anderen door het leven ge
gaan, nu sta ik opeens alleen.
Midden in een maatschappij, die
ik niet ken. Ik moet nu ook na
denken. Dat moest ik als wiel
renner natuurlijk ook wel. maar
dat was "koersgericht" en dat is
toch héél anders"
Zoveel anders zelfs dat Karstens
"nooit meer" wielrenner zou
worden als hij de kans zou krij
gen hot over te doen. Niet omdat
hij geen plezier heeft gehad aan
het koersen ("het is een prachtige
tijd geweest"), maar louter en al
leen omdat een topsporter zich
zodanig buiten de samenleving
beweegt dat hij grote moeite
heeft daarin zijn weg te vinden
wanneer dat echt nodig is.
Het is een oud probleem dat telkens
opnieuw actueel kan worden.
Vooral in die sporten die de beoe
fenaars om volledige overgave
vragen. Hoewel Karstens altijd
de betrekkelijkheid inzag van
zijn professie, werd ook hij 21 jaar
lang zo volledig opgeslokt door
het gebeuren dat hij niet aan
stoppen dacht. Het lag uiteraard
in de lijn der verwachting, omdat
hij tenslotte al 38 jaar is, maar
toch kwam zijn vertrek onver
wacht en ongelegen. "Want ik
had nog een hele tijd door kun
nen gaan"
Zijn afscheid van de wielersport
mag zich dan aan de publiciteit
hebben onttrokken, aan hemzelf
is de verandering bepaald niet
onopgemerkt voorbij gegaan.
Vanaf het moment dat hij in het
voorjaar de zesdaagse van Mon
treal de rug toekeerde, voelde
Karstens zich "als een zeeman die
zich aan wal vestigt"
Zwabberend zocht hij zijn weg,
heen en weer geslingerd tussen
wensen, beloften en de realiteit.
Zijn hoop dat zijn laaste firma (De
Vleeschmeesters, waarbij hij een
éénmans-ploeg vormde) nog zou
doorgaan en dat hij de kans zou
krijgen alsnog "ergens tussen te
vallen, als ploegleider of zo", ver
vloog snel. Hij kon elders geen
nieuw onderdak vinden en de
toezeggingen die hem in een eer
der stadium door allerlei "vrien
den" waren gedaan, bleken uiter
aard vergeten op het moment dat
puntje bij paaltje kwam. "De
mensen die me in mijn sporttijd
Gestopte Gerben Karstens:
hadden verteld dat ik altijd bij ze
terecht zou kunnen wanneer ik
ophield, gaven toen dus niet
thuis", cönstateert hij, niet eens
bitter."En daar stond ik dan. Ik
was werkloos"
Hij stoot een korte vreugdeloze
lach uit. Zegt dat hij altijd wel
geweten heeft dat het zo zou gaan
("Bekendheid, dat is zo betrek
kelijk, dat wist ik altijd al"), maar
hij verdiepte zich er nooit al te
lang in. De gedachte aan de toe
komst schoof hij voor zich uit, zo
als zoveel andere collega's.
"Hoe het verder moet zien we
straks wel weer", hield hij zich
zelf voor in de dagen dat hij ge
wild was om zijn grappen, zijn
grollen en zijn coureurskwalitei
ten. Tenslotte had hij nog altijd
zijn eigen kwekerij aan de rand Gerben Karstens
van zijn woonplaats Rijen, waar
hij op vier hectare grond bomen
kweekte uit passie. Niet helemaal
zijn ideaal, "want ik wilde altijd
boer worden, maar begin daar
maar eens aan in deze tijd", maar
hij kon zijn liefde voor de natuur
wel kwijt, daar op dat stukje
grond waarin hij zijn verdiende
geld had belegd.
Terugvallen daarop bleek echter
ook al onmogelijk tegen de ach
tergrond van de economische re
cessie, dus vond Karstens zich na
"Montreal" thuis terug. Rustig
aanvankelijk, rusteloos later.
"Een voordeel was dat ik toen
merkte dat ik een dochter van
negen en een zoon van zes heb",
overdrijft hij om de sfeer te teke
nen, "maar ik zag het wel even
somber in. Waar vind je tegen
woordig nog een baan? Niemand
liet ook nog wat van zich horen.
Heel normaal overigens, want
noe is het: alles hangt aan elkaar
en profiteert van elkaar. Is het
profiteren afgelopen, dan is ook
het aan elkaar hangen voorbij"
Tenslotte kreeg hij werk als verte
genwoordiger in (wieler)sportar-
tikelen. Gerben Karstens, de le
vensgenieter, de rauwdauwer, de
38 jarige belhamel krijgt nu elke
dag een kaartenbak mee met de
raad. "zoek het verder maar uit"
Zo uit het jachtige peloton met de
demarrages en explosies, werd
hij verwezen naar de besloten
heid van de auto. Zonder enige
"Je zou er eigenlijk op voorbereid
moeten worden, want die over
gang is echt te groot", herhaalt
hij. "Het zou'nog anders geweest
zijn als ik lichamelijk zwaar werk
had, tussen een paar collega's,
met wie je je kon afreageren. Nu
kan ik mijn energie niet kwijt. Ik
kan toch moeilijk met mezelf of
met de klant gaan zitten dollen.
Tijd om echt af te trainen heb ik
bovendien niet. ik moet me eerst
maar eens zien waar te maken".
Zijn vroegere populariteit zou zich
daarbij wel eens tot een handicap
kunnen ontwikkelen. Anders
dan bijvoorbeeld in Amerika kan
een sportnaam in Nederland eer
der averechts dan voordelig wer
ken. De door de bekendheid me
de gewekte jaloezie zou kunnen
leiden tot een afwerende hou
ding. Hij zal dan niks cadeau krij
gen en juist omdat hij "Karstens-
de-vroegere-vedette"is, zal hij
zich bij die mensen extra moeten
bewijzen.
Daarbij komt nog dat de ex-cou
reur een leek is op verkoop-ge
bied ("dit soort zakendoen ken ik
helemaal niet"), want hij heeft
alleen zichzelf altijd verkocht.
Met veel succes overigens, omdat
hij een kleurrijke carrière kende.
Zijn loopbaan voerde hem langs
vele successen, met een Olympi
sche titel, een Nederlands kam
pioenschap, talloze ritoverwin-
ningen en elf Ronden van Frank
rijk, maar ook langs vele diepte
punten. Herhaaldelijk werd hij
afgeschreven, vaker nog kwam
hij terug met zijn sterke, pezige
lijf, zijn sprintkracht en zijn im
pulsieve drang naar de oer-hu-
mor, die zo goed begrepen werd
in de sport in oervorm die de
wielrennerij nu eenmaal is.
"Ik ben nooit zo serieus geweest",
weet hij van zichzelf. "Ik had al
tijd wel een goede inzet, maarniet
de ambitie om telkens te winnen,
want ik besefte steeds dat het al
lemaal verschrikkelijk vergan
kelijk is. Ik heb ook altijd een he
kel gehad aan schouderklopjes,
want ik heb nooit voor de mensen
gefietst, maar alleen voor mezelf.
Gewoon, om de kost te verdienen
met iets wat ik enorm graag dééd.
Ik kon alles kwijt in het wielren
nen en ik had een erg vrij leven"
Het veranderde allemaal totaal op
een moment dat hij er nog niet
aan toe was. Medelijden vraag hij
niet, wel begrip. "Want wat denk
je dat het is als alles ineen stil
valt?. Ik barst nog van de energie,
maar die kan ik nergens kwijt.
Aan echt aftrainen kom ik niet
toe, ik ben dag en nacht bezig"
Met zijn huidige werk dan. want
van het wielrennen als gebeuren
heeft hij nuchter afstand geno
men. Hij heelt er totaal geen be
hoefte aan naar koersen te gaan
kijken, vindt dat verloren tijd.
"Daar kan ik gemakkelijk van los
komen, omdat ik er altijd al veel
afstand heb kunnen nemen. Voor
anderen was dat veel moeilijker,
die dachten alleen in koersen, die
waren één en al koers. Zo'n man
als Merckx, wat die allemaal mee
heeft moeten maken. Hij werd
gek achter dat peloton aan. Ik heb
daar totaal geen behoefte aan.
Wat moet ik nou gaan kijken.
Daar kan ik mijn kost toch niet
mee verdienen?"
Toen hij dat nog wel deed in de
wielrennerij wilde hij graag er
gens achteraf gaan wonen. Nu is
hij blij dat hij dat niet heeft ge
daan en ln Rijen is gebleven. Hij
heeft er een tijdperk afgesloten
waar het de successen betreft,
kijkt niet graag terug. "Waarom
zou ik, ik heb altijd van dag tot
dag geleefd, ik zou het allemaal
niet meer weten. Ik vond het een
prachtige tijd. waar ik in ben ge
groeid, maar achteraf was ik toch
maar liever de maatschappij in
gegroeid. Dan had ik het nu wat
makkelijker gehad. Want zelfs al
zou ik nu miljonair zijn geweest,
dan nog zou die overgang te groot
zijn. Ik was altijd tussen de men
sen, nu sta ik alleen. Dat is moei
lijk. Vroeger verlangde ik naar
rust, tegenwoordig mis ik de
drukte"
PAUL DE TOMBE
LEIDEN - Alweer vier seizoenen lang zwaait Arie Lagendijk de
scepter bij Quick Boys. Tot hevige teleurstelling van de sup-
portersschare heeft ook de aanwezigheid van de 32-jarige oe-
fenmeester de Katwijkse zaterdageersteklasser geen titel
kunnen brengen. In tegenstelling tot het verleden, toen meer
malen eerste viool werd gespeeld, moet de kustequipe zich de
laatste jaren tevreden stellen met een positie net onder de top.
Voor veel andere clubs zou een dergelijke prestatiecurve een
luxe zijn, Katwijkers houden er echter andere principes op na.
Voor hen telt slechts de eerste plaats, niets anders.
"Het publiek in Katwijk ziet alles
zwart-wit", vertelt Lagendijk.
"De overwinning op Noordwijk
was grandioos maar de verlies-
partij tegen SSS was kloten. Dan
zijn ze alle positieve dingen weer
vergeten en laten ze de ploeg ge
nadeloos vallen. Men is daar veel
te verwend. Altijd draait Quick
Boys mee aan de top maar dat is
niet genoeg. Het vizier is gericht
op een kampioenschap van het
'eerste elftal en de rest doet niet
terzake".
De publiciteit rondom die Katwijk-
se hoofdmacht is oorzaak van een
danig bekoelde relatie pers-La
gendijk. "Om misverstanden te
voorkomen" blaast de technisch-
ambtenaar bij Endegeest pal na
afloop de aftocht en vermijdt hij
de gebruikelijke conversatie met
aanwezige journalisten. "Omdat
ik vind dat er ondeskundige
mensen tussen zitten", legt hij
uit. "Veel journalisten houden er
geen eigen mening op na maar
die wordt hen door anderen op
gelegd. En dat is niet alleen het
geval met Quick Boys. Die jon
gens hebben wel een goede al
gemene ontwikkeling hoor. Ze
weten waar een d of een t moet
staan, maar ze hebben de sport
verslaggeving gekozen omdat ze
daar toevallig in geinteresseerd
zijn. Ik mis deskundigheid in de
verslagen. In het verslag Quick
Boys-Ijsselmeervogels lees ik
dat Arie Haasnoot op het mid
denveld compleet wordt wegge
speeld. Dat dekkingsfouten van
anderen daaraan ten grondslag
liggen, wordt over het hoofd ge
zien. Daar kan ik mij behoorlijk
over opwinden".
Die feiten en omdat er na een wed
strijd "nauwelijks analyserende
vragen werden gesteld" hebben
de oud-UV$'er doen besluiten
voortaan de conferenties liever
voor gezien te houden. "Eerst
kijk ik welke journalisten er zijn
Bevallen ze me niet, dan loop ik
weg. Kijk, ik ga geen antwoord
geven op vragen als: hoe vond je
de scheidsrechter. Of: wat vond
je van die speler. Dat zijn vragen
zonder inhoud. Ik ben gaarne be
reid om eventuele taktische
blunders van de ploeg toe te lich
ten. Daar wordt echter nooit naar
gevraagd".
Voorspelbaar voetbal en onaan
trekkelijk spel waren de meestal
gekozen definities van de ver
richtingen van Quick Boys. "Ik
ga een eind met die kritiek mee",
zegt Lagendijk. "Het oogt inder
daad niet altijd aantrekkelijk wat
de ploeg laat zien. Maar je moet
niet vergeten dat de clubs, behal
ve Rijnsburgse Boys en Noord-
wijk dan, op Nieuw-Zuid meestal
van een verdedigende taktiek
uitgaan. En er zijn altijd nog twee
elftallen nodig zijn om een leuke
wedstrijd te spelen. Daarbij heeft
Quick Boys geen wonderploeg.
Ik kan niet beschikken over per
soonlijkheden, die een wedstrijd
naar hun hand kunnen zetten. Als
team functioneren de jongens
goed. Beter dan bijvoorbeeld Ijs-
selmeervogels, dat individueel
meer klasse in huis heeft dan wij.
Het elftal opereert vanuit een ge
sloten defensie en met opschui-
Leiderdorper pakt open Deense judotitel
LEIDERDORP - Trai-
ningsmogelijkheden be
palen het judolot van de
Leiderdorper Robert van
der Vlist. De 18-jarige ju
nior, die het afgelopen
weekeinde open Deens
kampioen werd bij de se
nioren, kan ver komen op
de prestatieladder. „Maar
dan moet Robert", aldus
bondscoach Chris de Kor
te, „veel meer trainingsar-
beid verrichten".
overwogen zijn lidmaatschap op
te zeggen.
Van zijn vijfde jaar af beoefent hij
de vechtsport nu al. „Ik ben er op
gegaan omdat ik nogal een lul
letje was, geloof ik. Door die sport
te beoefenen, kun je wat zelfver
zekerder worden. En van mijn
achtste doe ik nu al mee aan wed
strijden".
Hoewel hij nadien uitgroeide tot de
sterkste van de klas („Zelfs Ernst,
een bonk van een goser, legde ik
neer en dat was toch wel leuk"),
brak hij niet écht door. Bonds
coach Chris de Korte: „Bij uit
zendingen naar het buitenland
heeft hij er altijd wat naast geze
ten. In mijn achterhoofd heeft
Arie Lagendijk: "Het Katwijkse publiek is verwend"
Marl van der Plastaktische bij
scholing.
vende verdedigers wordt gepro
beerd zo snel mogelijk te aanval
op te zoeken. Momenteel draait
Quick Boys op z'n top. Er is, denk
ik, niet méér uit te halen. Vooraf
had ik getekend voor die tweede
plaats want het elftal was op zes
plaatsen gewijzigd. Dat vergt
aanpassing. Toch heeft de ploeg
veel punten bijeengesprokkeld,
al weet ik donders goed dat er
niet goed is gespeeld".
Niettemin liet het zich aanzien dat
de formatie van Lagendijk na de
onverwachte zege op Noordwijk
voorlopig de leidersrol van de
eerste klasse B zou gaan vervul
len. Een 0-1 nederlaag tegen
promovendus SSS op Nieuw-
Zuid deed dat verwachtingspa
troon geweld aan. "Toch speel
den de jongens een van de betere
partijen", verdedigt Lagendijk
z'n ploeg. "De kansen werden
echter niet benut. Dan sta je
machteloos".
"Tijdens zo'n wedstrijd merk ik dat
de jongens toch weinig ervaring
hebben. Overigens niet vreemd
hoor, want als Arie Haasnoot niet
meespeelt, is de gemiddelde leef
tijd twee-en-twintig-en-een-
half-jaar. Tijdens die vier seizoe
nen ben ik niet minder dan acht
basisspelers kwijtgeraakt. Dat is
niet bevordelijk voor de continui-
teit. Daarom is het voor mij haast
onmogelijk om een kampioens
team te formeren. Als ik het elftal
aan het begin van de competitie
op zes plaatsen moet wijzigen,
kan ik geen topprestaties verlan
gen. Ik heb te maken met ama
teurs en die hebben taktische op
drachten bijvoorbeeld minder
snel onder de knie dan profs"
Vanaf de seizoensouverture pre
dikte Lagendijk het 4-3-3 sys
teem in Katwijk. Een taktiek die,
volgens hem. zowel thuis als uit
wordt gehanteerd. "Quick Boys
speelt in elke wedstrijd op de
winst. Altijd met drie spitsen en
met opschuivende verdedigers.
Daar wijk ik nooit vanaf omdat ik
vind dat je amateurs niet kan
aandoen om wekelijks van
speelwijze te veranderen. Ik ben
bijvoorbeeld al anderhalfjaar met
Mart van der Plas bezig om hem
taktisch wat bij te scholen. Niet
wat hij bij balbezit moet doen,
maar bij balverlies. De jongens
trainen maar twee keer in de
week. Dan kan ik niet alles van ze
verwachten".
Reikhalzend, hoewel hij het bij
Quick Boys "nog steeds naar z'n
zin" heeft, ziet Arie Lagendijk
derhalve uit naar het moment dat
hij naar het betaalde voetbal kan
overstappen. In die wereld kan
de trainer z'n kennis pas werke
lijk overbrengen maar als geen
ander weet de Leidenaar dat die
toekomst niet door hem wordt
bepaald en er veel andere oefen-
meesters zijn, die de gang naar
het profcircus willen maken. We
kelijks is Arie Lagendijk dan ook
op de tribunes van eredivi
sieclubs te vinden om "de ont
wikkelingen bij te houden". "Ik
zou graag als hulptrainer van een
goeie club willen beginnen",
droomt hij. "Als een oefenmees-
ter zomaar uit de amateurs als
eerste man bij een betaalde orga
nisatie binnenwandelt, kan hij
hard op z'n bek vallen. De
problematiek bij de profs is heel
anders. Daarom wil ik rustig be
ginnen. Eerst de kat uit de boom
kijken. Ach, het betaald voetbal
staat momenteel wel ter discussie
en heeft een hoop schulden maar
ik zeg altijd: een bond van één
miljoen leden kan niet kapot
gaan. Er zijn nog genoeg mooie
dingen te zien. Het is alleen dood
zonde dat de pers die niet ziet. Die
vind de vermelding van het aan
tal gele kaarten veel belangrij
ker"...
ROB ONDERWATER
Op het moment besteedt de in Iepe
ren gelegerde militair dagelijks
ruim een uur aan zijn passie.
„Hoewel Robert goed gebruik
maakt van de beperkte trainings
faciliteiten in Nederland moet hij
veel meer uren maken, wil hij
doorstoten naar de Europese
top", verklaart de trainer van
Jong Oranje. „Die acht uur zullen
zeker moeten worden opgevoerd
tot zestien. Laatst heb ik staan
praten met een Russische coach.
Hij vertelde me dat in zijn land
zes uur per dag wordt getraind.
Het verschil tussen Nederlanders
en judoka's uit de Oostblok is, dat
wij gelegenheidsjudoka's zijn en
zij staatsamateurs".
Aanvankelijk laat Chris de Korte
zich ontvallen dat het de schuld
van de judobond en de sport
scholen is dat niemand de leemte
heeft opgevuld, die Anton Gee-
sink en Wim Ruska hebben ach
tergelaten. In tweede instantie
corrigeert hij zichzelf.
„Nou ja, schuld is niet het beste
woord. Noem het een samenloop
van omstandigheden. Ik moet
mij namelijk positief uitlaten
over de bond. Dat staat in mijn
contract. Het probleem is, dat een
jongen als Robert een enorme
vechtlust en aanleg heeft, maar
van hot naar her moet reizen voor
trainingen. Misschien dat daar
eindelijk eens verandering in
komt. Er bestaan plannen voor
rayon- en districtstrainingen
„Het vervelende bij sportscholen
is, dat zij vanwege de belasting
druk en lonen altijd 'vol' moeten
zijn. De wedstrijdsporters komen
daarom op het tweede plan, want
zij kunnen die school niet renda
bel maken".
Robert van der Vlist kan bij dat
laatste punt de uitzondering op
de regel aanstippen. Op zijn
sportschool (Van Houdt) heeft
trainer Karei Cappel een groot
aantal talenten onder zijn hoede
Laurens van As (15). Hans Peter
15) en de gebroeders Arnold (17)
en Robert van der Vlist zijn allen
diverse malen uitgekomen voor
de Jong Oranje-equipi Robert
van der Vlist heeft dan ook nooit
Robert van der Vlist: - Open
Deens kampioen -
wel altijd gespeeld, dat hij goed
gemotiveerd is. Zijn optimale in
zet was dan ook de reden hem
mee te nemen naar Kopenha
gen".
Hoewel hij tijdens de Nederlandse
kampioenschappen „flopte",
destilleerde hij uit die teleurstel
lende prestatie de prikkel om in
Denemarken „boven zijn nor
male kunnen uit te steken" (De
Korte). „Ik heb van tevoren tegen
hem gezegd: 'Bewijs dat ik de
verkeerde heb meegenomen naar
het Europees kampioenschap".
Dat bleek uiteindelijk niet tegen
dovemansoren gezegd. Ongesla
gen stapte Van der Vlist de finale
in, waarin hij uitkwam tegen zijn
landgenoot Wil van Drunen.
„Tijdens het Nederlands kam
pioenschap had ik nog van hem
verloren. Ik gaf hem na een mi
nuut al zo'n tik, dat hij er mee
moest kappen. Anders had ik ook
van hem gewonnen. Ik was op dat
moment gewoon de sterkste"
Met die prestatie hield hij de eer
van de familie hoog. „We zijn
nogal een vechtlustige familie.
Mijn opa was in zijn amateurtijd
als bokser de grootste rivaal van
Bep van Klaveren. Als mijn opa
kan. dan komt hij altijd kijken
naar Arnold en mij. Tenslotte is
mijn vader één van de coaches bij
onze sportschool".
De gebroeders Van der Vlist geven
grif toe dat de grote voorbeelden
zijn verdwenen. „In verhouding
met de junioren zitten er geen
uitblinkers bij de senioren. Theo
Knegjens kwam helemaal in de
'kreukels' terug van de open
Franse kampioenschappen. Hij
moet waarschijnlijk stoppen.
Numan en Bakker zijn misschien
de uitzonderingen. De judosport
is dan ook sterk veranderd. Je
moet nu veel beweeglijker, tech
nischer en tactischer zijn"
Chris de Korte vult aan: „Vroeger
hoefde je maar je been in te zetten
en je kon de partij beslissen. Nu
moet je voortdurend actief zijn.
Als je tien seconden afwacht,
krijg je al een waarschuwing. Je
moet dan ook veel meer trainen
om goed mee te kunnen draaien.
Het aanbod jongens dat wil wor
den uitgeknepen, wordt ook
steeds minder Typerend is wel,
dat de selectiegroep elk jaar sterk
verandert. De meeste kunnen het
doodeenvoudig niet meer op
brengen".
Aan afhaken denken Arnold en
Robert van der Vlist voorlopig
niet. Arnold: „Als ik op vakantie
ben dan snak ik al naar de trai
ningen" En Robert „Ik ben in de
judosport opgegroeid ik sou er
niet meer buiten kunnen". Of
Robert van der Vlist doorstoot
near Europees niveau, blijft niet
temm de vraag De trainingsmo-
gelijkheden bepalen zijn judolot.
HERMAN POOS