Is vos weer het haasje? to b®$ dlptogii'lbntKal ZATERDAG 22 NOVEMBER Tekst: Bram van Leeuwen Foto's: H.J. Verdonk Het is jammer voor de vos, maar ondanks alle goed bedoelde pogingen van natuurliefhebbers zal hij er waarschijnlijk nooit in slagen zijn slechte imago kwijt te raken. Hoe fraai zijn roodbruine staart ook is, hoe vertederend hij in zijn burcht ook zorgt voor zijn welpjes, in veler ogen is en blijft hij een sluw en moordlustig dier. Het ongunstige beeld dat we van de vos hebben is niet van vandaag of gisteren. In vele oude verhalen is de vos de grote boosdoener. Sla de dikke Van Dale er ook maar eens op na: "Een vos verliest wel z'n haren, maar niet z'n streken" en "Als de vos de passie preekt, boer pas op je ganzen". En ook vandaag de dag krijgt de jeugd met de paplepel ingegoten, dat de vos niets anders is dan een wreed, nietsontziend roofdier Neem een kindertelevisiefilm als Pinokkio, waarin de vos een schurkachtige rol krijgt toebedeeld. Aan de actie "beschadiging vos" lijkt de laatste weken in de duin- en bollenstreek e dimensie toegevoegd. Ware plaag Jachtopzieners- noemen zijn aanwezigheid in het duin- en bosge bied tussen Noord wij kerhout en Noordwijk een "ware plaag". Er komen berichten in de krant dat de roofdieren zich geregeld in de bewoonde wereld vertonen en kippen en eenden de keel afbijten. Jagers zeggen inmiddels al tientallen vossen te hebben neerge legd. "Maar het is een druppel op een gloeiende plaat", zegt een van hen. "Het zijn slimme rakkers en ze hebben bijzonder snel in de gaten, wanneer er gevaar dreigt". Hoe zit dat nu precies met de vos? Is er werkelijk sprake van een plaag in het duingebied? Is het echt noodzakelijk om de jacht te heropenen? Of zijn we de aanwezigheid van de vos zo ontwend in de loop der jaren, dat we bevangen door het "roofdiersyndroom" zijn aanwezigheid weer snel tot nul willen reduceren? Dr. J.L. Van Haaften, die jarenlang het gedrag van vossen onder zocht, geeft er in het blad "Waterwereld" een duidelijk antwoord op: "De niet meer met en in de natuur levende mens is in zoverre vervreemd van die natuur, dat hij deze vaak alleen nog maar ziet als een soort museum". De Leidse bioloog dr. Piet Sevenster, wetenschappelijk hoofdme dewerker van de universiteit, die zich voornamelijk met dierge drag bezig houdt, vindt de angst voor de vos sterk overdreven. "In de zeventiende eeuw heeft de vos waarschijnlijk al in het duingebied rondgelopen. Het is alleen onduidelijk door welke oorzaken hij toen het loodje heeft moeten leggen. Zijn terugkeer in de duinen is met eenzelfde waas van ge heimzinnigheid omgeven. Mogelijk is het een uitvloeisel van het houden van tamme vossen. Tien, vijftien jaar ge leden was dat in de mode. Er kunnen een paar exemplaren ontsnapt zijn. Misschien zijn ze ook wel moedwillig losge laten. Vossen houden lijkt namelijk erg leuk, maar ze kunnen ook een flinke stank verspreiden. Vandaar. Het is ook mogelijk dat ze van elders gekomen zijn. Van de Veluwe bijvoorbeeld. Dat de vos in aantal toeneemt is geen typisch duinverschijn sel", zegt bioloog Piet Seven ster. Vrijwel overal in Europa wordt de vos in steeds grotere aantallen gesignaleerd. Zelfs in het Londense Hydepark lopen tegenwoordig vossen rond." De Leidse bioloog maakte enkele jaren deel uit van een commissie die de di rectie van het Amsterdamse waterleidingbedrijf adviseert over het beheer van onder meer de duinen. "Er is een poging ondernomen de jacht terug te dringen om te proberen daar aan zo na tuurlijk mogelijke gemeen schap te laten bestaan. In die duinen komen typische jachtdieren voor als hazen, fa zanten, houtsnippen, reeen, konijnen en vossen. De die ren wordt beschermd in goed overleg met de daar opere rende jagersvereniging. Ingrijpen Om de jacht op de vos is heel lang touwgetrokken. Uit drukkelijk hebben we des tijds afgesproken dat stoppen met het afschieten van vossen niet uitsluit dat er in de toe komst toch eens ingegrepen moet worden. Het gaat hier om een experiment en ik zeg als bioloog: ik weet nie^ waar het op uitdraait. Toch ben ik er voor om het te proberen. Het is gewoon een uitdaging om te zien of er een natuurlijk evenwicht kan worden be reikt. Daarvan is nu in de duinen geen sprake. Ten behoeve van de jacht zijn er in het verleden op grote schaal fazanten uitge zet. Daarmee wordt het na tuurlijk evenwicht verstoord. Iets dergelijks speelt ook bij de reeen. Volgens de jagers moeter er afgeschoten wor den omdat er teveel zijn. Maar door het bijvoederen van de reeën in wintertijd, geven we die dieren wel extra be scherming. En werken we mee aan een te grote wild stand." Terugkerend naar de vos con stateert Piet Sevenster dat er tot dusver niet meer gebeurd is dan het pakken van een paar kippen van een erf en een paar eenden uit een sier- vijver. "De mensen zijn er kennelijk nog niet op inge steld dat de vos weer terug is. Op de Veluwe weet men er veel beter mee te leven. Daar kent men de vos al jaren. Dus worden de erven goed afge schermd. Het gaat me wat ver om nu aan de hand van een incidenteel geval een ramp te prediken". Volgens de Leidse bioloog is de vos een dier dat goed in de levensgemeenschap van de duinen past. Omdat de vos zich voornamelijk met mui zen en konijnen voedt, is er nog een ander argument om de vos in de duinen te laten. Konijnen richten grote scha de in de duinen aan. Het hoogheemraadschap van Rijnland bijvoorbeeld geeft veel geld uit om de zaak bin nen de perken te houden. Wat is er eenvoudiger dan de vos dat werk te laten opknap pen". Verrijking Dr. Van Haaften: "Het is prach tig dat wij op deze manier weer een natuurlijke predatie krijgen. Het zich uitbreiden van de vossenpopulatie bete kent alleen maar een hulp voor de beheerder en een ver rijking van het aantal dier soorten." In het blad Water wereld ontkent Van Haaften niet dat de vos ook wel eens een wulp, een bergeend of een kiviet zal pakken, maar dat er geen vrees voor uitroeiing behoeft te bestaan. Hoog stens zou een van de prooidie rensoorten uit een bepaald gebied kunnen verdwijnen. Om een goed inzicht te krij gen bepleit hij plaatselijk on derzoek om een zö goed mo gelijk beheer te voeren. Bioloog Sevenster stipt aan dat het heel moeilijk is om pre cies aan de tonen wat de oor zaak van bepaalde verschijn selen in de natuur is. Vaak gaat het om een complex van factoren en is een recht streeks verband tussen de aanwezigheid van vossen en verminderende vogelstand niet eenvoudig te leggen.. "In Belgie zijn bijvoorbeeld Toch is daar de korhaan ver dwenen. Er moeten dus ande re oorzaken in het spel zijn. Datzelfde geldt voor de wul penstand. Die gaat overal achteruit, üok in die gebie den waar geen vos te beken nen is. Voedselgebrek Freek Niewold bestudeerde ja renlang de gedragingen van de vos. Hij zette het onder zoek voort dat in 1967 werd aangepakt door dr Van Haaf ten. Geconfronteerd met de berichten dat vossen afkom stig uit de Amsterdamse wa terleidingduinen en de Ken- nemerduinen zijn gaan zwer ven "uit voedselgebrek", trekt hij die beweringen in twijfel. "Jonge vossen heb ben de neiging te migreren (naar andere streken te trek ken - red). Dat heeft niets te maken met voldoende of on voldoende voedsel". Zijn mening wordt onder steund door biologe Gert Bayens die bij het Amster damse waterleidingsbedrijf werkt. "In het duingebied stikt het van de konijnen. Ze hebben hier een gedekte tafel tot en met". Onderzoek heeft volgens Freek Niewold aangetoond dat de vossendichtheid in ons land sterk kan verschillen. "Op de Veluwe vind je op elke twee honderd hectare een vos. In Drente zijn er veel minder: één per duizend hectare. Be trouwbare cijfers voor het duingebied zijn er nog niet. Om die op tafel brengen wordt op het ogenblik een onderzoek ingesteld in het gebied van het Provinciaal Waterleidingbedrijf Noord- Holland. Onderzoek Bioloog Jaap Mulder begon daar in maart '79 in zijn vrije tijd de vossen in het oog te houden. Sinds 1 oktober 1979 is hij in dienst van dit water leidingbedrijf en kreeg op dracht voor een onderzoek dat volgend jaar moet zijn af gerond. Het onderzoek richt zich op een tweetal punten. In de eerste plaats: wat eet de vos? Dat wordt onder meer vastgesteld via een analyse van de faeces van de vos, het zogenaamde "keutelonder- zoek" In de tweede plaats wordt een schatting gemaakt van het aantal vossen, cn hoe verspreid zij in het gebied le- Jaap Mulder. "Dat laatste is erg moeilijk. Tijdens de laatste sneeuwperiode heb ik veel vossesporen gevonden. Maar zolang je niet precies weet welke afstand een vos over brugt. kun je daar moeilijk iets uit afleiden. Bovendien is een extra handicap dat de vos een echt nachtdier is. Het onderzoek is begonnen omdat er stemmen opgingen of het wel juist was de groei van het aantal vossen maar door te laten gaan. In het PWN-gebied werd de vos aan het eind van de jaren zestig voor het eerst weer waarge nomen. Tot 1976 werden er in totaal vier geschoten. Sinds dat jaar wordt de vos daar of ficieel niets meer in de weg gelegd." Vogelvrij De huidige jacht op de vos is bioloog Freek Niewold een doorn in het oog. "Op dat punt is werkelijk helemaal niets geregeld. De vos is vo gelvrij, het hele jaar door. Voor kleinere roofdiersoor ten als de bunzing en de her melijn geldt dat er niet op ge jaagd mag worden wanneer de dieren jongen hebben. Bij de vos is daarvaan geen spra ke. Integendeel, er bestaat nog altijd een premie van vijf tien gulden, wanneer zo n dier bij de politie wordt aan gebracht. Jaren geleden is er al op aange drongen de zaak te wijzigen. Tot nu toe tevergeefs. Het heeft iets te maken met de verspreiding van hondsdol heid, waarvoor onder rneer de vos verantwoordelijk zou zijn. Maar dat gaat zeker niet op in het duingebied". Overigens hebben buitenland se onderzoekingen inmiddels aangetoond dat het afschie ten van vossen geen oplos sing hoeft te betekenen voor het vermeende overbevol- kingsprobleem. De voort planting van de vos zou na melijk sterk afhankelijk zijn van de dichtheid in een be paald gebied. Een soort na tuurlijk afremmingsmecha- Bij heel intensief jagen is het mogelijk een vossenstand uit te roeien. Maar jagen kan ook produkticverhogend werken. Het is in het buitenland vast gesteld dat zodra er op vossen wordt gejaagd, er meer jon gen worden geboren. Een re kel heeft meestal een aantal wijfjes, die niet allemaal zwanger worden. Maar zodra dc stand door de jacht wordl Uitgedund neemt het aantal zwangere wijfjes toe. En die voortplanting kan vol gens de Leidse bioloog Piel Sevenster verrassend snel gaan. "In de Amsterdamse waterleidingduinen heb ik verschillende burchten ge zien met 4 tot 6 jongen". Duidelijk is dat we met hel "vossenprobleem" twee kan ten op kunnen. De biologen bepleiten een beheer op basis van goede onderzoekingen Zodat de vos zijn plaatsje on der de zon kan houden. Daar voor moet tyd en mankracht beschikbaar zijn. In jagers kringen wordt aangedrongen op hervatting van de jacht Dat kan betekenen dat de vos die juist een opleving door maakt, toch weer het haasje wordt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1980 | | pagina 27