En u, spaart u al bij de Amro Bank?
DINSDAG 11 NOVEMBER 1980
PAGINA 15
Een door het volk gekozen
mediaraad zou voortaan
moeten bepalen wat
„nieuws" is, zou moeten
beslissen over wat u,
geachte lezer, voortaan
aan informatie in de krant,
via de radio en op de
beeldbuis krijgt voorge
schoteld. En dat zou het
toppunt van democratie
zijn: u kiest immers die
mediaraad zelf, net als de
Tweede Kamer.
Ziedaar, het meest dwaze idee dat
ik ooit heb horen verkondigen.
Het staat in een uitvoerige studie
over de westerse nieuwsmedia en
terrorisme, geschreven door Alex
P. Schmid en Janny de Graaf van
het Centrum voor Onderzoek van
Maatschappelijke Tegenstellin
gen van de Leidse Rijksuniversi
teit. Het is dus niet
een opwelling geboren idee, maar
een conclusie gebaseerd op we
tenschappelijk onderzoek, waar
ook nog het wakend oog van prof.
Kobben, leider van het Centrum,
op heeft gerust.
Dat maakt het zo mogelijk nog
dwazer. Want de eerste vraag, die
je je na het opborrelen van zo'n
idee toch behoort te stellen, is hoe
dat dan moet. En dat is kennelijk
niet gedaan. Daarover staat in die
dikke studie niets.
Laten we zelf eens kijken. Laten we
eens aannemen, dat er zo'n raad
zou worden ingesteld. Die zou
dan dus vergaderen over wat er in
de krant moet en wat niet. Aan de
besluiten van die raad zouden de
redacties zich dan moeten hou
den. Op straffe van wat eigenlijk?
Gevangenisstraf, publikatiever-
bod, beroepsverbod, heropvoe
ding?
In elk geval moet eerst wel even het
grondwetartikel, waarin staat dat
„niemand voorafgaand verlof
nodig heeft om door de drukpers
gedachten en gevoelens te open
baren" worden geschrapt/ Maar
het schrappen van een van de
grondwettelijke vrijheden van
een parlementaire democratie is
voor de wetenschappers Schmid
en De Graaf uiteraard een bij
komstigheid.
Ik neem maar even aan, dat die me
diaraad wel in het openbaar ver
gadert. Hij is door het volk geko
zen en het volk mag dus weten
wat die raad doet, anders is het
niet erg democratisch. Nu zal niet
iedere burger altijd elke vergade
ring kunnen bijwonen. De media
zullen dus over die vergaderin
gen moeten berichten.
Partijvorming
Maar hoe? Bepaalt die raad dat
zelf? Worden het gortdroge no
tulen. Of schrijft de raad journa
listen voor wat er wel en niet over
de raad mag worden geschreven
en uitgezonden? In beide geval
len kunnen de vergaderingen be
ter in het geheim worden gehou
den, lijkt mij. Dat spaart journa
listen veel tijd uit, evenals de
burgers die radio en tv niet meer
zullen aanzetten en de notulen
ongelezen zullen wegwer
pen.
De raad moet echter gekozen wor
den door de bevolking. Er zullen
dus partijen ontstaan, groepen
met tegengestelde meningen
over wat wel en wat niet waard is
om in de krant te komen. Over de
meningen en activiteiten van ook
die partijen in de raad zullen de
media moeten berichten, wil de
burger te weten komen wie hij
kiezen moet. (Overigens zal daar
door de door de meerderheid van
de raad voor publikatie onge
schikt bevonden informatie het
publiek toch weer bereiken, zij
het langs een omweg.)
Daarenboven zullen die partijen in
verkiezingstijd propaganda wil
len maken via de media. Bepaalt
die mediaraad of een commissie
uit die raad dan wat over elke par
tij mag worden gepubliceerd en
wat die partijen over zichzelf mo
gen publiceren? Of heft die raad
zich liever op, als blijkt dat hij nu
op een onoplosbaar probleem is
gestoten.
Het ligt voor de hand, dat de partij
en in de mediaraad sprekend
zullen lijken op de bestaande po
litieke partijen in de Tweede
Kamer en dat ook de krachtsver
houdingen tussen hen weinig
zullen verschillen. Er komt hoog
stens tijdelijk een partij bij, die
meer sport en minder informatie
over de mediaraad in de media
wil. Men zou dus ook de Tweede
Kamer kunnen laten optreden als
mediaraad. En dan ligt de voor
spelling voor de hand: dat wordt
chaos alom.
We hebben het nu alleen nog maar
gehad over de informatie over die
mediaraad (of Tweede Kamer)
zelf. Nog niet dus over het eigen
lijke werk van die raad: het be
slissen wat nieuws is, dat waard is
om door de media te worden ge
publiceerd.
Dat wordt nu beslist door journalis
ten. Niet eenmaal daags, maar
voortdurend. Iedere journalist
beoordeelt voortdurend de
nieuwswaarde van de informatie
die hij verzamelt. Hij kan uren
aan het verzamelen zijn en dan
besluiten toch (nog) maar niet te
publiceren, omdat de nieuws
waarde te gering is. Hij kan het
volgende moment, na het ver
krijgen van een ogenschijnlijk
onbelangrijk stukje informatie,
op zijn besluit terugkomen en
een verhaal aanbieden voor de
voorpagina.
Iedere journalist doet dat op basis
van zijn persoonlijke inzichten
over wat burgers aan informatie
behoren te krijgen, willen zij
volwaardige leden van een de
mocratische gemeenschap kun
nen zijn. En over wat burgers of
groepen burgers interesseert, be
zighoudt, amuseert. Bij al die
verschillen van inzichten blijft
ftiur zilver
voor nieuwe Amro-
spaaraers.
Voor nieuwe Amro-spaarders slechts f 15,-(voor niet-Amro-spaarders f 30,-)
Spaart u nog niet bij de Amro Bank? Dan verschaft
de Amro Bank u nu een goede extra reden om een spaarrekening
te openen: een plaatje van 10 gram gegarandeerd 999,0 fine
silver (de aanduiding voor puur zilver).
Hoe komt u aan zo'n waardevol klei
nood? U opent een spaarrekening bij de
Amro Bank en stort minimaal 50 gulden. Dan
stellen wij u van onze kant in de gelegen
heid het zilveren plaatje te kopen voor het spe-
10 gram fine silver 999,0.
Afmetingen i'/: x 2'/.> cm
Dikte 3 mm
Gegarandeerd
door de Amro Bank met
een genummerd
„certificaat van echtheid".
ciale bedrag van f 15,- (prijs voor niet-Amro-spaarders f30,-).
Voor het zilveren plaatje geldt het devies: zolang de voor
raad strekt. Ontvangt u liever een spaarpremie i.p.v. een plaatje
puur zilver, dan doet de Amro Bank als aanmoedigingspremie
f 7,50 bij uw eerste inleg.
Deze premie is gedurende één maand niet
opvraagbaar Deze unieke aanbieding van de
Amro Bank geldt vanaf 4 november tot en met 5
december. Zorg dus dat u er snel bij bent.
het uitgangspunt voor het jour
nalistieke beroep het recht van de
burgers om geïnformeerd te
worden en niet - zoals de Leidse
onderzoekers gemakzuchtig
stellen - de vraag met welke in
formatie het meeste geld te ver
dienen is.
De beslissing van de informatie
verzamelende journalist wordt
daarna weer getoetst door een
aantal andere journalisten met
eveneens sterk persoonlijke in
zichten. En zo groeit in een orga
nisch verband van eigenwijze in
dividualisten uiteindelijk het be
sluit over het al dan niet publice
ren van informatie en het besluit
de
het
wordt gepubliceerd.
Zo ontstaan, elke dag weer, naar
aard, toon, inhoud en kwaliteit
verschillende informatiepakket
ten met ernstig, belangrijk, ver
strooiend en luchtig nieuws,
commentaren, toelichtingen, be
schouwingen en altijd weer te
veel fouten, die als pakket een be-
roep doen op de aandacht van de
burger. Basis voor de samenstel
ling van elk pakket blijft de da
gelijkse arbeid van journalisten
over de hele wereld, die ambach
telijk nieuwsgierig en belang
stellend staan toe te kijken wat er
in die maatschappij, waartoe zij
behoren, nu weer groeit en bloeit.
En die daarbij het moeilijk te de
finiëren begrip „nieuwswaarde"
hanteren, niet als duimstok, maar
wel als een gevoelsmatige (en ze
ker ook politiek getinte) aandui
ding, die door vakgenoten heel
goed wordt begrepen.
Zo'n proces kan nooit worden
overgenomen door een raad, al
dan niet door het volk gekozen.
Een raad kan ook nooit bepalen
wat „nieuwswaarde" heeft en wat
niet. Het journalistieke selectie
proces kan wel worden beïnvloed
door dwingend opgelegde richt
lijnen door zo'n raad: men krijgt
dan onherroepelijk eenzelfde
„gelijkgeschakelde", eenvormi
ge, onbetrouwbare en monddode
pers als tijdens de Duitse bezet
ting in de Tweede Wereldoorlog,
met daarnaast een illegale pers,
die zich van die richtlijnen niets
aantrekt. Het is overigens moei
lijk voorstelbaar, dat Alex
Schmid en Janny de Graaf dat als
ideaal zouden koesteren.
Het idee van deze twee Leidse on
derzoekers is daarom uitermate
dwaas. En dom: het is duidelijk,
dat noch zij, noch andere weten
schappers van het Leidse Cen
trum voor Onderzoek van Maat
schappelijke Tegenstellingen
ook maar een moment hebben
doorgedacht over wat zij zo we
tenschappelijk gefundeerd
concluderen. Het is bovendien
een ergerlijk staaltje politiek on
benul: zij bevelen onder het mom
van „democratisch" een systeem
aan van censuur, die noch in een
fascistisch, noch in een dictato-
riaal-communistisch systeem
zou misstaan.
Dat siert zo'n universitair instituut
allemaal niet. Zouden ze aan de
Leidse universiteit eigenlijk wel
een beetje in de gaten houden wat
de kwaliteit is van het onderzoek,
waarmee men zich aan dat insti
tuut bezighoudt? Zou men daar
wel enigszins toezien op wat er
namens dat instituut aan dwaas
heden wordt gepubliceerd?
De nieuwswaarde van een dwaas
idee van twee Leidenaren zou te
gering zijn om er veel aandacht
aan te besteden, ware het niet dat
er de laatste tijd weer meer
stemmen opgaan tegen „de
macht van de media". Zo leeft
wat onderhuids de gedachte aan
controle op de media nog altijd in
enkele politieke partijen (met
name de KVP-bloedgroep in het
CDA). En zo deed ook de
Utrechtse hoogleraar Van der
Meiden deze maand op een sym
posium over „Media en maat
schappelijke verantwoordelijk
heid" van de Vrije Universiteit
hoogst twijfelachtige sugges
ties.
Hij pleitte o.a. voor een door de
overheid op te dragen weten
schappelijke studie over de hui
dige wijze van uitoefening van en
controle op persvrijheid en vrij
heid van meningsuiting, de
„mandaten aan de mediamen
sen" en de deelname van het
publiek aan het beheer van de
media. Zijn idee is dat de vrijheid
van meningsuiting van de bur
gers is verengd tot persvrijheid,
oftewel: de vrijheid van enkelen
(journalisten), die de media behe
ren, gaat ten koste van de vrijheid
van meningsuiting van de bur
gers.
Ook hier weer lijkt het allemaal van
zo'n hoog democratisch gehalte
Dat is het niet. Het is op zijn best
heimwee naar een verzuilde sa
menleving. waarin elke rk-krant
een hoge geestelijke als „advi
seur" had en de hoofdredacteur
van Het Vrije Volk door het par
tijcongres werd benoemd. Op
zijn slechtst is het een poging de
media dienstbaar te maken aan
ideologieën.
Volgens prof. Van der Meiden zou
den kerken, maatschappelijke
instellingen en ook de overheid
zich rechtstreeks tot het grote
publiek moeten wenden en niet
via de hun eigen beleid voerende
media. Zo'n dwaze hoogleraar
toch. Het is hem nog niet opge
vallen, dat overheid, maatschap
pelijke instellingen en kerken
zulks al heel lang doen via staats
courant. preekstoel, kerkeblad.
ter beschikking gestelde zendtijd
en de wereld aan drukwerk. Een
eventueel gebrek aan succes
daarmee kan moeilijk geweten
worden aan de wijze, waarop
journalisten hun vrijheid van
meningsuiting vorm geven
KEES WIESE