'Pure willekeur maar ze zullen bloeden' VDglbcêxi^lP fefdxald1 ®ffltfWofefë(lfin)<§)) v<§)ln) tLD0tf<g)(l>§l]®1?(t(n) ®infDdl<§l1? GddJ '"-ft® §tfo[Pw®§ Door Sjak Jansen Het is even stil, nadat Dries van den Berg haarfijn heeft uitgelegd waarom hij zich door de Deventer marktmeesters voelt ge pakt. De standwerkende palingboer uit Harderwijk laat z'n woorden even bezin ken, lijkt het. Maar dan slaat hij met de vuist op tafel en roept halfhoog boven de voorbijrazende trein uit: „Als ik van de ge- meentè Deventer m'n gelijk niet krijg, lok ik een proefproces uit. Ja, dan maar een AROB-procedure (een beroep tegen een overheidsbesluit). Die duurt wel lang, maar wat kan mij dat schelen. Nu zal ik het on derste uit de kan hebben ook. Ze zullen bloeden." Met ,ze" bedoelt de 24-jarige palingboer de marktmeesters van Deventer, met wie hij het al een kleine twee maanden aan de stok heeft. Hij ligt met hen overhoop omdat zij hem van de Deventer markt heb ben uitgesloten wegens „on eerlijke concurrentie." Dat scheelt hem nu één derde deel van zijn omzet. En hij heeft zich de kwestie dusdanig aangetrokken, dat hij er ziek van is geworden. Weken ben ik half verlamd geweest. Dat is het ergste van alles. Nu loop ik nog steeds bij de dokter." Dries, die als afgestudeerd on derwijzer in werkelijkheid heel rap van de tongriem is gesneden, zou niet altijd zijn mondje weten te roeren en daarom zijn plaats op de De venter weekmarkt zijn kwijt geraakt. Dries trekt er een be dremmeld gezicht bij. En zegt ietwat gelaten dat we hier een zaakje oprakelen, dat groen ziet van vriendjespolitiek en stinkt naar rotte vis. „De De venter marktmeesters meten met twee maten", verklaart hij. Excuses Wat is er nu allemaal loos? Vol gens de Deventer markt meester Seger M. Klunk heeft Dries van den Berg zijn plicht als standwerker verscheidene keren verzaakt. Als stand werker behoor je onafgebro ken je babbels af te ratelen, want daarmee onderscheid je je van de zogeheten „stille kramers" op de markt. Klunk nu: „Ondanks herhaalde waarschuwingen is de heer Van den Berg toch blijven werken als een stille kramer. Op momenten dat het minder druk was, onderbrak hij zijn spraakwaterval en ging „stil" verkopen. Dat is een vorm van oneerlijke concurrentie jegens de vaste kramers. Im mers, de standwerkers krij gen de beste plaats van de hele markt." Dries nu geeft toe enkele keren- tegen die regels gezondigd te hebben. Daarvoor heeft hij de marktmeesters Klunk en Roeterdink ook zijn excuses aangeboden. „Maar", werpt hij tegen, „als ik 's morgens om een uur of tien mijn waar len voor slechts vijf gulden, terwijl ik wist dat bij hen de makreel een rijksdaalder het stuk kostte. Of ik gaf enkele makrelen zo maar weg. Nou, dan had ik die visboeren mooi te grazen. Zag je ze met het schuim op de bek weer naar hun eigen kraam teruggaan." Maar daarmee zagen die visboe ren wel hun vermoeden ge sterkt, dat Dries bezig was hun klanten in te pikken. Dries echter gelooft daar niks van. „Mensen die bij mij een makreel of paling kopen, zijn dat tevoren helemaal niet van plan. Zij komen op mijn ver haal af. Aan de hand van de aannemelijkheid daarvan be sluiten zij al dan niet een vis te kopen." Hollandse Nieuwe Dries kon toen nog amper goed doen bij de visboeren op de markt Maar helemaal ver- bruidde hij het bij hen toen hij op zijn eigen cabareteske wij ze de visboeren hun vet gaf. omdat zij Deense haring aan de man brachten onder het mom van „Hollandse Nieu- .f>at kun je toch met maken", roept de Harderwijker ver ontwaardigd. .Sinds 1977 wordt er geen Hollandse ha ring meer gevangennou dan belazer je de kluit toch wan neer je die Deense haring als Hollandse Nieuwe gaat ver kopen?" „Dus ik heb het winkelend publiek gezegd van: „Laat je toch niks wijsmaken! Hol landse niéuwe bestaat niet!" Nou ja. die visboeren kregen daar lucht van Entoen kwam dat hrle verhaal eer van die jongen stoot ons het brood uit de mond ik sou de pi n- kapot maken, enfin je weet wel Zo begon het gelazer opnieuw." Apotheose „En later kreeg ik ook nog eens op mijn brood dat ik te hard werkte. Dat ik teveel toehoorders om me heen ver zamelde. En dat daardoor de straat verstopt raakte, zodat er niemand meer bij de ande re kramen kon komen." „Zo hebben ze steeds gepro beerd mij een voet dwars te zetten. En nu ben ik voorlopig van de Deventer markt uitge sloten. Uit pure willekeur, dat kun je niet duidelijk genoeg stellen. Moet je nagaan! Ik was daar een attractie. Als apotheose van het hele marktgebeuren, kwamen de mensen bij mij een vifesie ko pen. Precies zoals vroeger de markt was." „En dan mag men zeggen dat ik me niet volledig aan de regels hield. Maar als je je helemaal aan de regels moet houden, kun je als standwerker wel inpakken. Je moet overal je vriendjes hebben zitten, an ders kom je nergens tussen. Ja. wie het dichts bij het vuur zit, warmt zich het best." Trammelant .Maar ik durf fe wedden", stelt Dries van den Berg tot besluit. ..dat als ik die Klunk teivren stiekem tienduizend gulden in z'n handen had geduwd, ik geen enkele trammelant zou hebben gehad. Nu kan ik elke morgen het gemeentehuis in Deventer bellen of mijn brief al m behandeling is genomen. Ze worden doodziek van me. Maar dat kan me niks schelen. Ik zal nu het onderste uit de kan hebben ook!" En ten slotte marktmeester Klunk fijntjes „Tienduizend gulden''?? Zo" Zei Van den Berg dat'' Hhmmm. Klinkt niet gek...." Stilte... Dan. aan zienlijk serieuzer „Meneer, laat u toch niks wgsmaken9" heb uitgepakt en er zijn nog amper mensen op de markt, dan kan men toch niet van mij gaan verlangen dat ik direct begin te schreeuwen." Broodnijd De andere standwerkers doen dat ook niet, zegt hij. „Ik: heb foto's die aantonen dat ook zij stil verkopen. Maar bij hen zien die marktmeesters dat door de vingers. Als je ze maar genoeg toestopt. Dat gaat al lemaal onder tafel. Moet je maar eens opletten met wat voor pakketten etenswaren die marktmeesters telkens naar huis gaan." Marktmeester Klunk gevraagd naar diens ivederwoord. en kennelijk bedoelt hij het gek scherend: ..We hebben noor die etenswaren zelfs speciale au to's gekocht." Maar intussen is Dries van den Berg ervan overtuigd dat de aloude broodnijd hem hier parten speelt. Hij: „Ik wil niet opscheppen, maar mede door mijn brede algemene ont wikkeling, ben ik gewoon een succesvol standwerker Ik heb ook verscheidene con coursen gewonnen." Cachet Als hij standwerkt, doet-ie dat ten eerste in klederdracht. Dat geeft wat meer cachet, meent hij. „Verder maak ik veel werk van de presentatie van mijn kraam en waar. En voorts geef ik op een cabare teske wijze mijn visie op de actualiteit. Bijvoorbeeld over de melkprijzenoorlog of de vaderlandse politiek. Dat gaat erin als koek. Dan deel ik aan alle partijen beurtelings een sneer uit. Uiteraard trekt dat drommen toehoorders /Zodoende heb ik me die zater dagen in Deventer gewoon kleurenblind staan verkopen. Dat steekt natuurlijk. De vas te visboeren zijn toen bij de marktmeester gaan klagen en toen is men op zoek gegaan naa r een stok om m ij weg te jagen." Marktmeester Klunk: „Van den Berg moet niet zeuren. Hij wil gewoon van twee walletjes eten en dat kunnen wij niet goedkeuren. Als hij op de markt zou staan met een arti kel dat verder niemand zou verkopen, zouden we heus niet zo streng zijn, maar nu dat met vis wel het geval is, kunnen wij niet anders." Gestapo Klunk zegt Van den Berg ook herhaaldelijk te hebben ge waarschuwd. Echter zonder resultaat. Toen zelfs een laat ste waarschuwing niets uit haalde („Enkele medewer kers van onze dienst hebben dat onafhankelijk van elkaar geconstateerd"), volgde de uitsluiting voor de markt. Dries van den Berg spreekt hier van jereinste Gestapo-prak- tijken. „Ik ben door niet-geu- niformeerde mensen van de markt-- en havendienst be spied. Nou vraag ik je? Wat zijn dat voor methoden?" Wat de hele situatie volgens de Harderwijker heeft doen es caleren, is dat hij op de De venter markt het publiek nauwkeurig op de hoogte placht te-stellen van de brief wisseling met Klunk en de zijnen. „In diezelfde cabare teske trant heb ik er in het openbaar mijn commentaar op geleverd. Heb ik op een heel eerlijke manier. Kunk op de korrel genoemen. Daarna zal ik wel olie in het vuur heb ben gegooid". Makreel Daarbij kwam, volgens Dries, dat de andere visboeren op de markt hem ook al in de gaten begonnen te houden „En daar kan ik niet tegen he Dus wat deed ik? Ik ging ze op stang jagen. In hun bijzijn verkocht ik bijvoorbeeld aan een oud vrouwtje zes makre ZATERDAG 8 NOVEMBER 1980

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1980 | | pagina 19