„Kraken is niet meer
dan uit de rij komen
en naar voren dringen"
President
Haagse
rechtbank
maakt
overstap
naar de
Raad van
State
ZATERDAG 1 NOVEMBER 1980
EXTRA
PAGINA 19
DEN HAAG - Het briefje
was kort en simpel ge
steld: of hij er eens over
wilde nadenken om een
taak in de Raad van State
te gaan bekleden. Dr.
Ruppert, oud-vice-voor-
zitter van het hoogste
rechtscollege dat ons land
kent, zou een paar dagen
later wel even 'bellen' om
poolshoogte te nemen
Mr. J.H. Blaauw (56), presi
dent van de Haagse recht
bank, aan wie dit schrijf-
seltje was gericht, komt er
open en eerlijk voor uit:
"Ik schrok me werkelijk
wild toen ik die paar regels
had gelezen. Natuurlijk, ik
was compleet verrast.
Want als je president van
de rechtbank in Den Haag
bent, neem je toch aan dat
ditje laatste functie is
De smalle, gladde trouwring glijdt die sombere,
druilerige middag voor de zoveelste keer met speels
gemak over het middelste kootje van de linker ring
vinger. De kort-gedingkamer is schemerig. Pas als
het donker dreigt te worden, ontsteekt de rechter
een lampje. De kamer, op de zevende etage van het
Paleis van Justitie, is eenvoudig ingericht: een lan
ge tafel met drie stoelen aan de ene kant, een ronde,
lage salontafel met vier lederen fauteuils in de ande
re hoek. Aan een zijwand hangt nog altijd het portret
van prinses Juliana. Mr. Blaauw zegt het haast ver
ontschuldigend, dat hier eigenlijk een beeltenis van
koningin Beatrix moet hangen.
Dat spreekt mij zeer aan. Ik
zie hoe die burger tegen de
overheid in bescherming
moet worden genomen, maar
andersom kan het ook wel
eens voorkomen. Altijd heeft
mij dit geïnteresseerd. Toen
ik nog student was al."
De allereerste reactie van de
magistraat toen hij het briefje
van dr. Ruppert onder ogen
kreeg?
De rechter. "Ik riep gelijk 'nee
uit, waar denken ze aan, zei ik
tegen m'n vrouw. Maar Rup
pert gaf me genoeg bedenk
tijd. Pas na een dag of tien
greep hij de telefoon en belde
me op. Ja, dan ga je toch eens
denken. En geleidelijk ga je er
anders tegenaan kijken. Ik
ben eens met minister De
Ruiter (justitie) gaan praten
en met Jan Kan (een broer
van conferencier Wim), een
lid van de Raad van State.
Daarna heb ik de knoop defi
nitief doorgehakt en 'ja' ge
zegd. Bij nader inzien trok dat
werk me toch wel."
In een uiterste poging om dr.
Ruppert van gedachten te
doen veranderen, vroeg mr.
Blaauw het verzoek nog een
jaar of vier in de 'ijskast' te
zetten. "Dan was ik tien jaar
rechtbank-president ge
weest", maakt hij duidelijk.
"Maar Ruppert wilde daar
niks van weten. Letterlijk zei
'ie: we moeten verjongen.
Daar was geen speld tussen te
krijgen."
De overstap die de rechter
maakt is opmerkelijk. Vaak
zijn het politieke figuren die
voor zulke functies worden
gevraagd. Toch is mr. Blaauw
niet de eerste die de stap van
het civiel- naar het staats
recht onderneemt. Twee
'collega's' gingen hem al voor.
"Dit is een nieuwe ontwikke
ling", legt de rechtbank-pre
sident uit. "De Raad van State
gaat steeds meer aan recht
spraak doen. Het aantal zaken
is zo toegenomen, dat het
college wel moet uitbreiden.
Inmiddels zijn er al 26 leden
van de Raad. Je kunt je afvra
gen of dit voldoende is.
Voorlopig denk ik van wel.
Maar de rechtspraak heeft het
zo verschrikkelijk druk, dat
ze zelfs in de vakantiemaan
den doordraait."
KVP
De benoeming van mr. Blaauw
kan ook in het politieke vlak
worden getrokken. De Raad
van State was op zoek naar
een rechter die bovendien lid
van de KVP moest zijn. De
magistraat gaat op de stoel
zitten van mr. Aalberse die
het college verlaat. Waarom
het per se een KVP-er moest
zijn? Mr. Blaauw: "Dat is voor
het adviseren van de wetge
ving. Men wil gewoon weten
uit welke hoek de wind waait.
Adviseren over een nieuwe
wet, is de eerste taak van de
Raad van State. Ieder lid
werkt daaraan mee."
Is de overgang van het civiel-
naar het staatsrecht een niet
al té grote stap?
"Ach", reageert de rechter met
z'n donkere stem en trekt een
glimlach om de lippen, "het
zal even wennen zijn met die
methodes en zo. Maar onder
ling zijn er wel wat vergelij
kingen hoor. Ja, in het straf
recht ben je natuurlijk nü be-
tfcr thuis. Ik ben elf jaar advo
caat geweest en elf jaar rech
ter. Dan zit dat allemaal ge
bakken."
Tóch verwacht mr. Blaauw dat
hem een boeiende tijd bij de
Raad van State te wachten
staat. "De burger die de strijd
aanbindt met de overheid.
Soldaat
In z'n jongensjaren had mr.
Blaauw eigenlijk maar één
droom: hij wilde carrière ma
ken in het leger. "Ik was nogal
sportief', legt hij rustig uit.
"Zat in de jeugdbeweging en
in de jongerenorganisatie van
de KVP. Commando wilde ik
worden, daar kon niemand
me vanaf brengen. Het avon
tuur én het buitenleven trok
ken me geweldig."
Dus ging de jongeheer Blaauw
naar het gymnasium. Koos de
bèta-kant want dat was nodig
als hij naar de Koninklijke
Militaire Academie wilde. Het
examen kwam en Johannes
Hendrikus Blaauw stond
voor de keus. Soldaat wor
den, leek hem, achteraf ge
zien, toch niet zo'n beste keus.
De diensttijd brak aan. En
Blaauw werd, evenals zijn
leeftijdsgenoten, gekeurd.
Dienen was geen punt voor
hem, dat wilde hij best. Maar
de teleurstelling was groot.
Zijn lichting (1944) hoefde
niet onder de wapenen.
Geld om te gaan studeren was
er niet. En een beurs kende
men in die jaren evenmin. Jo-
han Blaauw ging naar Eind
hoven om daar als ambtenaar
de kost te verdienen. In zijn
schaarse vrije uurtjes ging hij
rechten studeren. Twee jaar
hield hij dat vol. Toen had hij
geld voldoende om overdag
de laatste hand aan zijn studie
te leggen.
Een jaar later begon de rechter
in Eindhoven een advocaten
praktijk. Elf jaar hield hij dit
vol. Het gezin verhuisde in
1961 naar Den Bosch waar mr.
Blaauw als rechter was be
noemd. Zeven jaar later werd
hij aangesteld als vice-presi
dent van de rechtbank in
Breda. Het verblijf hier was
kort; slechts twee jaar. Toen
stapte de magistraat over naar
de rechtbank van Roermond
om in 1974 president aan één
van de drie grootste recht
banken in ons land te gaan
werkenDen Haag.
Het einde
En nu naar de Raad van State.
"Ja, dit is wel het einde. Ik
dacht dat ik dit al had bereikt
toen ik als president van de
Haagse rechtbank werd be
noemd., Naar de Raad van
State kun je niet streven.
Zoiets komt gewoon op je af.
En toen ik later nog eens dat
briefje van Ruppert las, dacht
ik bij me zelf, hé, aan het eind
van die loopbaan zit nog een
eind
Eén keer in zijn loopbaan als
president van de Haagse
rechtbank heeft mr. Blaauw
voor een zeer moeilijke be
slissing gestaan. Een verzoek
om in vrijheid te worden ge
steld van de Duitse oorlogs
misdadiger Kotalla, die nog
altijd in de Bredase gevange
nis verblijft, bezorgdehem de
nodige hoofdbrekens. "Daar
heb ik echt dagen over lopen
piekeren hoe ik dat moest
aanpakken. Die man zat al
dertig jaar vast. Dé hamvraag
was of de overheid een le-
Door
Jan
Westerlaken
venslange straf ook werkelijk
ten uitvoer mag brengen. Na
veel denkwerk was ik ervan
overtuigd dat deze man niet
vrij moest komen. Er zouden,
bij vrijlating, zoveel gevoe
lens worden losgeroepen, dat
ik het rechtvaardig vond om
die levenslange straf ook
werkelijk in levenslang om te
zetten. Ja, dat zijn bijzondere
zware beslissingen. Maar de
Hoge Raad heeft mijn uit
spraak bevestigd. Ik stond
dus niet alleen."
Leeft bij de rechter nooit de
angst dat er ooit een verkeerd
vonnis wordt uitgesproken?
"Niet zoveel zaken waarin je
een uitspraak doet gaan er in
hoger beroep. Misschien vijf
procent", denkt mr. Blaauw.
"Dit maakt je verantwoorde
lijkheid als rechter alleen
maar groter. Je beslist in 95
procent definitief. Ja, dat
moet je durven. Maar je leert
zulke dingen beslissen. Ik zit
al dertig jaar in dit werk, dan
is het niet zo moeilijk meer."
Verstand en gevoel
Niet alleen verstand, maar óók
gevoel moeten een belangrijk
woordje meespreken als de
rechter een oordeel velt, vindt
de president. "Als iemand
Mr. JU. Blaauw: "Ik schrok me wild toen ik dat briefje van dr. Ruppert ontving".
I
slechts een nuchtere jurist is,
doet hij het niet goed. Je moet
de noden, behoeften en ver
langens van de individuele
mensen kennen en met elkaar
in overeenstemming bren
gen. Het hangt van je eigen
ontwikkeling af om harmonie
te maken. Dat maakt het
recht. Wanneer je zo te werk
gaat, denk ik, kun je pas
rechtvaardig beslissen."
De kilheid in de huidige sa
menleving ervaart mr.
Blaauw als een nadeel. Een
voorbeeld? "Neem nou eens
een ober die zo maar weg
loopt als je iets wilt bestellen.
Voel je je toch enorm opgela
ten? Komt hij vriendelijk
over, dan ga je nog eens terug
naar die zaak. Zo moet het
ook bij ons zijn. Waarmee ik
natuurlijk niet wil zeggen, dat
iemand steeds maar weer
voor het hekje moet verschij
nen", laat de rechter er gauw
op volgen."
Voel je je als rechter niet erg
De president van de Haagse
rechtbank ontkent dit hard
nekkig. "Je krijgt je oplei
ding", vertelt hij, "en je doet
de nodige ervaring op in de
samenleving. Daarna ben je
wel in staat beslissingen te
nemen in kort gedingen. Je
groeit er gewoon in. Moeite
met het nemen van beslissin
gen heb je niet meer. Belang
rijk is een uitspraak motive
ren. Het is de verantwoording
van een rechter naar het
publiek."
Zwijgen
Praten over gewichtige zaken
doet de rechter nooit thuis.
Achteraf is dit geen punt. Dan
wordt er wel eens een 'boom'
opgezet over een zaak. "Ik
vraag heus wel eens wat ze er
thuis van vinden", geeft mr.
Blaauw toe. "Mijn vrouw en
kinderen (hij heeft er acht)
weten het al. Ze spelen het
spel mee. Maar na een uit
spraak wordt er thuis soms
volop over een zaak gedebat
teerd. Neem ik een vonnis
mee en vraag wat ze ervan
vinden. Eén zoon studeert
rechten, die geef ik wel eens
een uitspraak van mij. M'n
kinderen staan heus wel eens
stil bij die dingen. Dal mag
ook wel als je middelbaar on
derwijs volgt. Echte gehei
men komen thuis niet over
mijn lippen. Zelfs mijn vrouw
vertel ik die niet. En zij vindt
het al vanzelfsprekend."
De laatste tijd heelt mr. Blaauw
zich praktisch alleen bezig
gehouden met uitspraken in
kort gedingen. "Dat is één v5n
de taken van de president",
laat hij weten. Vertelt in één
adem dat het aantal kort ge
dingen enorm is toegenomen
waardoor veel andere taken
moeten worden afgestoten.
Met vier rechters wordt er aan
dit soort zaken gewerkt.
Jf dit werk ook zijn taak wordt
bij de Raad van State, waar hij
op 1 december aan de slag
gaat, weet de rechter niet. Wat
hij precies gaat doen, daar
moet nog over worden ge
praat. Wél denkt de president,
dat dit een deel van zijn werk
zal gaan worden.
Kraken
'Kraken', mr. Blaauw kent het
fenomeen op zijn duimpje. In
veel gevallen besliste hij dat
een woning moest worden
verlaten, in schrijnender za
ken stelde hij zich coulant
op-
"Tja, het is duidelijk dal de wo
ningmarkt is achtergebleven
bij de behoefte" reageert de
rechter. "Na de oorlog zijn er
hele steden gebouwd. Maar
de behoefte is voor een deel
veranderd. Men wil jonger
zelfstandig gaan wonen. Ze
ventien- en achttier\jarigen
willen al een eigen huis. En
veel gaan er samenwonen.
Nee, ik veroordeel dat zeker
niet", voegt mr. Blaauw er
snel aan toe. "Je hebt in zo'n
situatie wél woningen nodig.
Bovendien hebben we veel
vreemdelingen opgenomen.
De mensen die hier legaal
zijn, moeten een goed huis
hebben. Naar ónze maatsta
ven. Dan is er natuurlijk ook
de verkrotting. Zo ontstaat er
een achterstand in de bouw."
Voor mr. Blaauw is het duide
lijk: voor eea woning moet je
in de rij staan. "Kraken is niet
meer dan uit die rjj komen en
naar voren dringen", stelt hij.
"Sommigen doen dat tóch,
zeker als ze in de misère zit
ten. Maar voor mij is de enige
oplossing niet uit de rij ko
men en gewoon op je beurt
wachten. Dat doe je toch ook
als je een spoorkaartje moet
kopen
Mensen die een pand moeien
verlaten zonder meer in de
kou laten staan, kan niet,
vindt de president "Je moet
ze wél een termijn geven. Laat
ze er zelf maar eens op uit
trekken om wat te zoeken. Als
die termijn is verstreken en
het geval is triest, dan vangt
de overheid dit heus wel op.
Kijk, als ik een vrouwtje met
drie kinderen voor me krijg
die door man en vader zijn
verlaten, zeg ik niet van de
ene op de andere dag wegwe
zen. Maar komt er een jongen
van een jaar of achttien met
zijn vriendin van zestien
Hier zwijgt de rechter. Zucht
eens diep en speelt weer met
de trouwring. Vervolgt dan:
"Tja, die gaan er natuurlijk
wel eerder uit Dat is duide
lijk."
Anarcho-krakers
Over het kraakgeweld in Am
sterdam: "Daar doet zich het
verschijnsel voor dat ik anar-
cho-kraken noem." Verdui
delijkt "Die mensen kraken
niet om te helpen, maar om
dat ze tegen de rechtstaat zijn.
Ik ben in dat kraakpand aan
de Prins Hendrikkade ge
weest. Om in een radio-pro
gramma over het kraken te
praten. Maar dat wilden die
krakers helemaal niet. Ze
yüden het louter en alleen
maar over de rechtstaat heb
ben."
Herinnert zich dan ineens een
voorval uit z'n jongensjaren.
Toen 'ie in het oosten woon
de. "Met m'n eigen ogen heb
ik het gezien hoor. Mensen
die de huur niet konden be
talen werden met hun hele
hebben en houden van het
ene op het andere moment op
straat gezet. Of ze nu wel of
geen kinderen hadden: dat
maakte niks uit. Geen geld
om huur te betalen, geen par
don, je ging eruit en de deur
op slot. Konden die mensen
voor de deur een tentje op
trekken. Zoiets kan nu na
tuurlijk niet meer. Dat zou
een grof schandaal zijn. Zulke
zaken vangt de overheid nu
wel op."
De anarcho-krakers, die in de
ogen van mr. Blaauw politiek
bedrijven, mogen niet in de
door hen gekraakte panden
blijven zitten. "Die mensen
moeten eruit", vindt de presi
dent. "De rechtstaat kan dit
niet verdragen. Ik weet het,
voor mij is het eenvoudig dit te
stellen. De burgemeester van
\mr'erdam zit met de vraag
noe. Hij moet het jjiste m -
ment bepalen. Natuurlijk,
achteraf kun je gemakkelijk
zeggen die Groote Keyser had
allang moeten worden ont
ruimd. Maar ja, dat is de
stuurman aan de wal die deze
opmerking maakt.
De gekraakte
Groote Keyser:
"De rechtstaat
kan dit niet
verdragen"