A.Groenevelt,
vakbonds
bestuurder
in crisistijd
ZATERDAG 18 OKTOBER 1980
UTRECHT - „We zitten economisch in een ver
schrikkelijk diepe put. Je kunt er met je rug naar toe
gaan staan, net doen of die put er niet is, maar één
verkeerd stapje en je lazert er zelf in.
Het wordt elke dag erger. Het wordt elke dag rampzaliger. Wij zien
in onze bedrijfstak geen dag voorbij gaan of er zijn aankondigin
gen van reorganisaties, bedrijfssluitingen, ontslagen. We hebben
net de papierindustrie gehad. Het gaat dan meteen over 700, 800
arbeidsplaatsen. Wat dreigt in de staalindustrie weten we niet.
Maar arbeidstijdverkorting voor 2800 mensen bij Hoogovens
duidt ook niet op iets vrolijks. En dat heeft dan weer uitstralings
effecten op de toeleveringsbedrijven".
Arie Groenevelt, vakbondsbestuurder in crisistijd. De voorzitter
van de Industriebond FNV heeft een stem die geoefend is in het
toespreken van zalen. Boosheid, verontwaardiging en droefheid
wisselen elkaar af. Soms daalt zelfs even een vuist op tafel, alsof
hij een ledenvergadering moet overtuigen. Maar net als een erva
ren acteur verliest hij geen moment zijn beheersing.
Groenevelt is in het nieuws,
omdat hij handhaving en uit
breiding van de werkgele
genheid centraal stelt en
daarvoor koopkracht zbu
willen inleveren. Er zouden
dan waterdichte garanties
moeten komen dat zo'n mati
ging leidt tot meer arbeids
plaatsen. Dezer dagen bleek
dat Groenevelt een minder
heidsstandpunt inneemt bin
nen de FNV. Op een congres
in Den Bosch spraken de
meeste vakbondsbestuurders
zich uit voor koopkracht-
handhaving zonder meer.
Groenevelt: „Ons standpunt is
op veel mensen overgekomen
als een ommezwaai. Dat is
niet zo. We zijn zeker al een
jaar of zes bezig te waarschu
wen dat het helemaal fout
gaat met de industriële wèrk-
gelegenheid. En de indus
triële werkgelegenheid is de
kurk waar we met z'n allen op
drijven. Als die wegvalt, ver
dwijnen we onder water".
„We zakken steeds dieper in het
moeras als we nu niets doen.
Werkgeversvoorzitter Vaa
Veen vindt de industriële
werkgelegenheid alleen maar
van belang voor de rentabili
teit van de ondernemingen.
Ons gaat het om de vraag:
Hebben de mensen straks
nog werk? Hebben we nog
geld voor collectieve voorzie
ningen? Zijn we in staat ons
zelf een beetje boven water
te houden?"
Plan nodig
„Ik geloof niet dat je door mati
ging automatisch nieuwe ar
beidsplaatsen schept. Wat we
willen is een plan. Ik heb het
vergeleken met het Delta
plan. Mensen die niet geloven
in plannen maken, moeten
eens kijken wat er toen is ge
beurd. Zeeland was door die
afschuwelijke ramp in '53 ten
dode opgeschreven. Dat is
ongedaan gemaakt door de
Deltawerken. Nu hebben we
een Deltaplan voor de werk
loosheid nodig. Dan kun je
Noordoost-Groningen red
den, dan kun je Limburg red
den, dan kun je de kop van
Noord-Holland redden. Ja, in
economisch opzicht is de
ramp in Zeeland goed te ver
gelijken met wat zich nu vol
trekt. Alleen vallen er door de
werkloosheid geen doden.
Hoewel... Ik hoor soms ver
halen over mensen die het
helemaal niet meer zien zitten
en dan heel noodlottige din
gen doen".
- Nieuwe investeringen leiden
vaak tot' verlies van werk,
omdat het geld wordt gesto
ken in arbeidsbesparende
technologie
Groenevelt: „Dat weet ik nog zo
net niet. Kijk eens naar de
chips. Als de Nederlandse in
dustrie een beetje bij de tijd
was geweest, had daar best
een leuke werkgelegenheid in
gezeten. Je toeleggen op pro-
dukten waarin chips zijn
verwerkt. Maar het Neder
landse bedrijfsleven mist op
dit punt vrijwel de boot en
laat het over aan de Duitsers,
de Fransen, de Engelsen en
Amerikanen. Pas als die de
markt veroverd hebben,
komt er misschien een Ne
derlandse ondernemer tot de
conclusie dat hij misschien
een graantje zou kunnen
meepikken. We laten op dit
punt verschrikkelijk veel zit
ten. Het is natuurlijk niet
waar dat er alleen maar ar
beidsplaatsen verloren gaan
door de technologie. Er is zeer
hoogwaardige arbeid aan
verbonden. Het is niet zo dat
de computer alleen maar
werkgelegenheid wegvaagt.
Er zijn mensen nodig om ze te
bouwen, te voeden, te pro
grammeren, te onderhouden.
Het is niet alleen maar ver
lies".
Opgewonden stem: „Dat wordt
elke keer maar gezegd door
onheilsprofeten, door doem
denkers. Maar alle technische
ontwikkelingen van de afge
lopen 150 jaar hebben toch
niet bij voortduring arbeids
plaatsen doen verdwij-
U vindt het realistisch te stre
ven naar volledige werkgele-
genneid
„Je moet de beschikbare hoe
veelheid werk met elkaar
verdelen Niet voor niets
hebben we drie jaar geleden
al gepleit voor invoering van
de 35-urige werkweek. We
moeten een discussie aan
gaan met als vraag of het eer
lijk is dat de een 40 uur per
week werkt en de ander op de
keien loopt. Is het dan niet
veel eerlijker iedereen 35 uur
te laten werken?
„Wie betaalt op het ogenblik de
werklozen? Met de wao'ers
mee zijn dat er een kleine
miljoen. Dat kost miljarden.
Geld waar niets tegenover
staat. Je dwingt mensen al
leen hun hand op te houden.
Het verlies wordt al voor een
groot deel gecompenseerd
doordat je minder uitkerin
gen hebt te doen. Veel
problemen kunnen worden
opgelost zonder datje aan ex
tra-financieringsbronnen
hoeft te denken. Bovendien,
de kost gaat voor de baat uit.
In de kapitalistische wereld
toch geen onbekend gegeven.
Misschien kost het nu wat ex
tra om mensen aan het werk
te zetten, maar de maat
schappelijke verliezen zou
den erdoor teruglopen. Zo
krijg je morgen terug, wat je
er vandaag in hebt ge
stopt".
- De Industriebond zegt bereid
te zijn tot matiging. Hoe stelt
u zich de garanties voor ar
beidsplaatsen voor?
„Een goed omschreven Delta
plan. Echt boter bij de vis, net
als indertijd. Toen werd pre
cies gezegd wanneer de eer-
ste-steenlegging in het Ha
ringvliet zou plaatshebben.
En dan gebeurde het ook. Het
kabinet dat we nu hebben,
praat wel over plannen, maar
het heeft tot nu toe niets op
tafel gelegd. Het heeft tot nu
toe nergens een poot verzet
om zelf activiteiten te ont
wikkelen waar het particulier
initiatief het nalaat. Wij zeg
gen al jaren: Als Van Veen en
zijn mensen geen industrie
willen bouwen in Noordoost-
Groningen, waarom doet de
overheid het dan zelf
Van drie kanten
„Nee. Ik denk dat ze van drie
kanten moeten komen. De
overheid moet de plannen
maken en daarvoor financie
ringsbronnen openstellen.
Echt op de toekomst gerichte
investeringen. De werkge
vers moeten bereid zijn hun
schouders eronder te zetten.
Als er een plan is met per
spectief, moet de vakbewe
ging aan haar mensen duide
lijk maken dat het geld kost
wat we met elkaar zullen
moeten opbrengen, in de
vorm van - weet ik veel - be
lastingverhogingen, premie
verhogingen"
- U denkt dat mensen dan wel
bereid zijn tot zo'n mati
ging?
„Ja, natuurlijk. Mensen zijn
toch niet achterlijk. Ze zeg
gen toch geen nee tegen din
gen waar hun eigen toekomst
van afhangt. Het grote
probleem voor de mensen is
dat ze een overheid hebben
waar ze geen geloof aan hech
ten. De boodschap van Van
Agt en de zijnen was: We pra
ten wel, maar we doen
niks"
Slecht beleid
- De Industriebond wil toesla
gen voor vuil, zwaar en on
aangenaam werk. Wordt ma
tiging zo niet ondergraven?
Bijna iedereen valt in die ca
tegorie.
„Dat vind ik onzin. Mijn werk is
niet vuil, niet onaangenaam
en niet zwaar. Ik denk datje in
de industrie heel goed ver
schillen kunt aangeven tus
sen mensen die wel vuil,
warm, stoffig en ongezond
werk verrichten en mensen
die dat niet doen. Neem de
mensen die bij Hoogovens in
de walserijen en gieterijen
staan. Zeer onaangenaam. En
vergelijk dat nou eens met de
omstandigheden van mensen
die in het Shell-laboratorium
werken. De groep waar het
om gaat, is zó aan te wijzen. Ik
zie niet dat extra-toeslagen
voor deze mensen tot een
loongolf zullen leiden".
- Voor welke groepen vindt u
dat de koopkracht behouden
moet blijven?
„Als je het hebt over handha
ving van koopkracht, moetje
het ook hebben over de
koopkracht van de mensen
die hem al kwijt zijn. We heb
ben een miljoen mensen die
zijn uitgeschakeld en daar
door, na kortere of langere
tijd, 20 of 25 procent van hun
inkomen moeten missen. Als
je daar werk voor moet creë
ren, zou dat wel eens ten koste
kunnen gaan van de koop
kracht van mensen die nu nog
100 procent hebben. Daar
moet je niet omheen draaien.
Dat moetje tegen de mensen
durven zeggen. Als je zo'n
Deltaplan gaat uitvoeren,
moeten mensen een stapje te
rug doen om op den duur sa
men de winst te boeken door
behoud van koopkracht. Dat
soort verhalen moetje durven
houden"
- Uw standpunt over matiging
wordt niet gedeeld door ande
re FNV-bonden. Die willen
behoud van koopkracht.
l,Ja, maar daarmee is de discus
sie toch niet beëindigd. De
beslissing wordt pas in de
cember genomen. Het ge
sprek is pas begonnen.
Schelling en Dutman kunnen
nu wel pleiten voor behoud
van koopkracht, maar ik wil
ze over een jaar best de vraag
stellen: En, makker, heb je'
het ook gerealiseerd? Bij wat
nu over ons heen komt, moe
ten we zelf de hand aan het
stuur houden. Anders wordt
het door anderen gepakt en
gaat het een kant uit waarbij
de verliezen bij de werkne
mers terechtkomen".
,Ik denk dat we erg op onze
tellen moeten passen. Je kunt
wel nee zeggen tegen het in
leveren van koopkracht en als
je dat lang genoeg doet, geloof
je dat je het ook nog hebt ge
red. Maar als het kabinet zijn
plannen doorzet, wordt er in
geleverd. Ik wil graag dat de
"Vakbond meepraat over hoe
er ingeleverd moet worden.
Dat we met elkaar weten waar
de centen aan worden be
steed die we samen op tafel
hebben gelegd. Ik ben geen
doemdenker, maar dat er cen
ten op tafel gelegd gaan wor
den, is een realiteit. Want Ne
derland gaat in het grote ge
heel van internationale eco
nomische ontwikkelingen
een periode tegemoet waarin
werkloosheid tot de werke
lijkheid behoort. Nou, dat heb
je te financieren".
„Langzamerhand komen we in
een situatie dat elk gezin in
Nederland wel iets met
werkloosheid heeft te maken.
Ik denk dat je heel lang met
elkaar kunt discussiëren, ook
binnen de vakbond, tot de
i tegen je zeggen: Hé,
stop je dat gesprek
nou eens, wanneer ga je aan je
werk?"
- Het merendeel van de bonden
in de FNV wil niet matigen.
Wordt zo niet rechtstreeks op
een loonstop afgekoerst?
Uiterst fel: „Ja, met deze over
heid wel, want het is de meest
waanzinnige overheid die we
de laatste jaren hebben ge
had. Als dat het enige is wat ze
weten te bedenken, dan zeg
ik: Donder, alsjeblieft op,
overheid! Want, een loonstop,
dat is zo'n gebrek aan fanta
sie..."
Pafliekbeslissingen
„Het ontbreekt ze volstrekt aan
beleid. Ze nemen elke keer
paniekbeslissingen. We moe
ten daar binnen de kortste ke
ren van verschoond zijn. Door
instelling van een loonstop
heb je nog geen middel om
het geld naar je toe te halen en
het op een goede manier te
besteden".
„Een loonstop is een kunstma
tig middel om lonen te dem
pen, zonder datje er ook maar
iets tegenover stelt. Wat ik me
kan voorstellen, is dat je een
financieringsplan nodig hebt
voor zo'n Deltaplan waar wij
voorstander van zijn. Dat je
als staat leningen gaat uit
schrijven, datje wat doet aan
het zwarte-geldcircuit, dat je
de inkomstenbelasting voor
sommige categorieën gaat
opschroeven en voor andere
misschien niet Zo'n financie
ringsplaatje moet er zijn. Met
een loonstop bereik je alleen
maar dat je jezelf de middelen
onthoudt om datgene te fi
nancieren wat je als overheid
zou moeten financieren".
- Hét probleem blijft de finan
ciering van zo'n Deltaplan.
Economisch zitten toe volledig
aan de grond.
„Nee, hoor. We zitten niet aan
de grond. We zitten met een
verkeerd financierings
plaatje. We besteden geld aan
dingen die niet zo besteed
hadden moeten worden.
Aardgasbaten gaan voor een
deel naar multinationale on
dernemingen toe die dat geld
elders gebruiken. Dat had zo
niet opgebouwd mogen wor
den. We hebben het aardgas
veel te goedkoop verkocht.
Meneer Luns, die zo nodig
goede sier moest maken in
het buitenland dat voor hem
achteraf veel te groot bleek te
zijn".
„We geven veel te hoge bedra
gen uit aan mensen die zich
zelf een uitzonderingspositie
hebben weten te verschaffen.
De inkomens voor velen in de
universitaire wereld bijvoor
beeld. Dat heeft toch niets
meer met rechtvaardigheid te
maken. In de politiek, in het
bedrijfsleven, krijgen de
mensen inkomens die ver
buiten de realiteit staan. Het
is veel meer een kwestie van
hoe we het met elkaar verde
len dat structureel te kort
komen".
- U schuift de zwarte Piet hele
maal door naar de over
heid?
„Ik schuif niets door. Ik heb
nogal wat kritiek over me
heen gekregen de afgelopen
maanden. Wij als bond heb
ben onze nek uitgestoken.
Een merkwaardige manier
van zwarte Pieten als je zelf
helemaal met pek wordt be
smeurd".
HEIN DIK
Marijke heeft na haar MAVO een paar jaar als admini
stratief medewerkster bij een bank gewerkt. Wat ze
na haar eindexamen verfoeide, verder leren, is nu
haar grote wens. Ze wil naar de dagopleiding van de
MEAO (ofwel voluit "middelbaar economisch en
administratief onderwijs"). Met haar 19 jaar wil ze
niet meer terugvallen op haar ouders. Ze woont
trouwens ook al een tijdje zelfstandig. "Hoe kan ik
in mijn levensonderhoud voorzien, als ik hele dagen
naar school ga?", was haar vraag aan ons. Dat zou
alles behalve eenvoudig blijken.
We hebben eerst met haar uit
gezocht of ze voor een toelage
van het ministerie van on
derwijs in aanmerking kon
komen. Afhankelijk van de
hoogte van het inkomen van
de ouders betaalt het ministe
rie voor een middelbare be
roepsopleiding als de MEAO
nl. een tegemoetkoming in de
zg. directe studiekosten, in de
reiskosten en in de mogelijke
meerkosten van het uitwo
nend zijn. Overigens is zelfs
de maximale toelage onvol
doende om zelfstandig in je
levensonderhoud te voorzien.
Marijke bleek er helemaal
niet voor in aanmerking te
komen, omdat haar vader te
veel verdiende'. Wèl kon hij
kinderbijslag voor haar krij
gen, voor maximaal drie kin
deren. Maar dan zou hij haar
wel moeten onderhouden en
dat wilde Marijke nu juist
niet. Tenslotte - als altijd
wanneer er iemand klem zit -
kwam nog de vraag aan de or
de of ze een uitkering op
grond van de Algemene Bij
standswet zou kunnen krij
gen.
Weggelopen
Bijstand aan scholieren en stu
denten is een heel problema
tische zaak. Eigenlijk komt
het erop neer, dat in de mees
te gevallen geen bijstand
wordt gegeven. De bijstand is
immers geen verkapte vorm
van studiefinanciering. Wie
bijstand geniet, moet zich in
principe beschikbaar stellen
voor de arbeidsmarkt, tenzij
hij ziek is of de verzorging
heeft van (bijv.) jonge kinde
ren. Op deze regel is eigenlijk
maar één belangrijke uitzon
dering. Als de jongere in
kwestie aan de opleiding is
begonnen, toen hij nog leer
plichtig was, is bijstand wél
mogelijk. Meestal zal zo'n
jongere nog thuis wonen en
zullen zijn ouders in zijn le
vensonderhoud voorzien. De
bijstand komt er dan ook al
leen aan te pas, als zo'n jongen
of meisje van huis is wegge
lopen of gestuurd. De sociale
dienst zal nagaan of de
problemen zo ernstig zijn, dat
terugkeer naar het gezin niet
verantwoord is. Pas als aan
beide voorwaarden is vol
daan, zal de sociale dienst bij
stand verstrekken. Deze bij
stand kan dan weer verhaald
worden op de ouders. Hoe de
sociale diensten moeten han
delen ten opzichte van weg
gelopen mindeijarigen, staat
in richtlijnen van de staatsse
cretaris van CRM van februa
ri jl. Daarin laat zij trouwens
de mogelijkheid open, dat een
jongere in zo'n crisissituatie
ook bijstand krijgt, als hij pas
na het einde van de leerplich
tige leeftijd aan de opleiding
begonnen is. Het moet dan
wel gaan om een opleiding die
behoort tot het zg. secondair
onderwijs; hoger beroeps- en
universitair onderwijs vallen
er dus buiten. De staatssecre
taris noemt zelf het voorbeeld
van een jongere, die na de
MAVO is "doorgestroomd"
naar de HAVO.
Onhaalbaar
Maar "de bijstand" kon Marijke
niet helpen. Ze was niet meer
leerplichtig, van een crisissi
tuatie was bovendien geen
sprake en tenslotte moest ze
nog aan haar opleiding be
ginnen.
Voor Marijke kwam het erop
neer, dat ze haar plannen
moest opgeven. Een dagop
leidingvolgen zat er voor haar
in elk geval niet in. Ze zou ook
de avondopleiding van de
MEAO kunnen volgen. Maar
overdag werken en 's
avonds naar school leek haar
geen haalbare kaart.
Ze zit in hetzelfde schuitje als al
die scholieren en studenten,
die geen geld van hun ouders
willen of kunnen krijgen en
die ook niet in aanmerking
komen voor een (volledige)
studietoelage. Bijstand zal
alleen in heel bijzondere si
tuaties mogelijk zijn.
Ook de mogelijkheden van par
ticuliere studiefondsen en de
fondsen van de overheid, zo
als bijvoorbeeld het Leids
Studiefonds, zijn beperkt tot
"bijzondere gevallen". Be
paalde opleidingen kunnen
ook in de avonduren of op an
dere wijze part-time worden
gevolgd. De leerling kan zo'n
opleiding dan combineren
met een hele of gedeeltelijke
baan. Andere studies maken
het soms mogelijk er een
baantje bij te nemen. Zolang
hij nog geen baantje gevon
den heeft, kan zo'n student of
leerling in principe in aan
merking komen voor een
RWW-uitkenng van de so
ciale dienst. Maar wil hu
daarvoor in aanmerking ko
men. dan zal wel duidelijk
moeten zijn dat hu niet door
zijn studie gehinderd wordt
onmiddellijk werk te aan
vaarden, als dat beschikbaar
is en dat hij ook zijn best doet
werk te vinden.
"Studieloon"
Het voornaamste knelpunt van
het bestaande systeem van
studiefinanciering is het uit
gangspunt, dat de ouders in
principe moeten betalen voor
de studie van hun kind. Als zij
daartoe financieel niet of
slechts ten dele in staat zijn,
kan hun zoon of dochter een
studietoelage krijgen. Kun
nen ze wel betalen, maar wil
len ze niet, dan komt het er
vaak op neer dat zoon of
dochter de studie wel kan
vergeten. Daarbij geldt dan
bovendien nog. dat alleen de
toelagen voor het hoger be
roeps- en universitair onder
wijs voldoende zijn om zelf
standig in je levensonder
houd te kunnen voorzien
(hoewel ook deze toelagen
nog een stuk lager uitkomen
dan de bijstandsnorm).
Het "studieloon" voor elke
scholier/student vanaf een
bepaalde leeftud, bijvoor
beeld 18 jaar. los van inkomen
van zijn ouders, lijkt een aan
trekkelijke, maar in tuden
van bezuiniging waarschijn
lijk te hoog gegrepen oplos
sing.