voor kind? KOM NOU!" nadelig „Oorloqs- ZATERDAG 18 OKTOBER 1980 EXTRA? PAGINA 25 HARDERWIJK - Het is Leo Schmidt nog steeds een raadsel waarom oorlogsspeel goed in Zweden door de autoriteiten wordt ge boycot. De Harderwij ker zal niet gauw ergens z'n hoofd over breken, maar dat gaat hem nou volledig boven z'n pet. Hij zegt het verbieden van oorlogsspeelgoed zelfs hypocriet te vin den. „Want je kunt niet de imitatie een halt toe roepen en wel de wer kelijkheid laten voort bestaan." Leo Schmidt noemt het klinkklare onzin als zouden kinderen door het spelen met klapperpistooltjes eerder agressief worden. „Kinderen worden pas agressief als ze iets willen hebben en dat niet kunnen krijgen. Juist door een kind een speelgoedwa pen te onthouden, loop je de kans dat het later naar een echt vuurwapen grijpt." Dat die kans allesbehalve denkbeeldig is, zagen we vol gens Schmidt wel in de jaren zestig, toen er een enorme vraag naar elektrische trein tjes was. Onderzoek wees uit dat die treintjes overwegend werden gekocht door vaders, die zelf in hun jeugd zo'n speelgoedtreintje hadden moeten ontberen. Jarenlang hadden zij tevergeefs naar zo'n treintje uitgekeken en aan die verlangens gaven zij toen opeens uiting door er voor hun zoon één te kopen. „Daarom", betoogt Leo Schmidt, „als een kind een klapperpistool wil, geef het hem dan in vredesnaam. Bo vendien kun je hem dan haar fijn uitleggen wat voor rottig heid zo'n ding allemaal te weeg kan brengen. En ook al is zo'n kind een potentiële moordenaar, dan krijg je dat er toch niet uit door hem dat klapperpistool niét te geven. Een agressief kind moet z'n agressie leren uiten en beper ken en kan dat beter met zo'n speelgoedding dan zonder." Stootje Volgens Leo Schmidt behoort een klapperpistool dan ook tot het goede speelgoed. Mits het natuurlijk ordentelijk is en er de nodige zelfwerk zaamheid bij komt kijken. Niet voor niks roepen Leo Schmidt en zijn stichting al jaren dat we ons dure geld niet moeten spenderen aan al die protserige plastic rotzooi. Weg met het bedrieglijke spul. dat weliswaar heel aan lokkelijk in de etalages ligt uitgestald, maar al na één stootje van ellende uit elkaar valt. We moeten terug naar de blokkendoos, vinden Schmidt en de zijnen dan ook. Terug naar de doodgewone en oerdegelijke beukenhou ten blokkendoos. Daarom wekt het wel enige verbazing dat deze Stichting Goed Speelgoed onlangs uit gerekend aan een modern computerspel de prijs van het 'Speelgoed van het jaar' heeft toegekend. Leo Schmidt deelt die verwondering niet. „Zoals je weet", weerlegt hij, „spiegelt speelgoed zich aan de samenleving. We weten allemaal dat die maatschappij vandaag de dag wordt be heerst door de computer. Op scholen worden nu al reken machientjes gebruikt. Een kind moet daarmee overweg kunnen, anders loopt het ach ter. Zeker met het oog op de toekomst. Dus ik vind de be kroning van dat computer spel nog zo gek niet." Blokkendoos „Maar naast dat computerspel", voegt de Harderwijker eraan toe, „moet er natuurlijk wel die blokkendoos zijn. Zo'n blokkendoos heeft honder den mogelijkheden. Een kind leert er allerlei verbanden mee zien. Zo'n doos is heel goed voor zijn ontwikkeling." Hoe goed die blokkendoos ook mag zijn, feit is dat de ver koop ervan allesbehalve ge smeerd loopt. Het menselijk oog bezwijkt er niet voor; men vindt de prijs van zo'n stapeltje hout veelal te duur. Maar men vergeet dat zo'n blokkendoos generaties lang meegaat, dus van het beste hout moet zijn vervaardigd en precies op maat moet zijn ge sneden. Voor een beter heil van ae blokkendoos zou er véél meer reclame moeten worden ge smaakt „Maar", weet Schmidt, „de fabrikanten doen dat niet uit angst dat an dere fabrikanten van blok kendozen daarvan mee profi teren Rotzooi Er is geen artikel zo goed, of een ander kan het goedkoper en dus slechter maken. Zo komt er naar Schmidts overtuiging heel wat spul van inferieure kwaliteit op de speelgoed- markt terecht. En mocht een fabrikant zijn spul niet aan de speelgoedwinkelier kunnen slijten, dan zijn er altijd nog de supermarkten en kruide niers, bij wie hij zijn rotzooi kan dumpen. Maar al te vaak helaas voelt ook de erkende speelgoedhande laar zich genoodzaakt slecht speelgoed in huis te halen. Want ook al zou hij voor een stuk speelgoed geen stuiver op tafel willen leggen, uit commercieel oogpunt slaat hij er toch maar een voor raadje van in, omdat hij nu eenmaal weet dat het publiek nog steeds op het uiterlijk en de prijs van het speelgoed af gaat. „Het is aan het publiek om het goede van het slechte te on derscheiden", stelt Leo Schmidt. De Stichting Goed Speelgoed probeert daarbij te helpen, voornamelijk door het geven van voorlichting. In het begin echter bleek het publiek daar nogal argwa nend tegenover te staan. Men veronderstelde dat de stich ting bezig was propaganda te maken om meer speelgoed aan te schaffen. Verarming Die achterdocht is inmiddels tanende. Effect heeft het werk van de stichting dus wel. „Maar toch", merkt Schmidt op, „vlak je de ge tijden zijn veranderd schatten zij de ontwikkelingsfase van hun kleinkind dikwijls ver keerd in. Zo'n kind krijgt dan speelgoed, waar het niet mee uit de voeten kan. en gaat het (in het ergste geval) slopen. Daar is dat spul te duur voor natuurlijk." Hoelahoep Volgens Schmidt is het daarom van groot belang dat het publiek zijn keuze van speel goed zoveel mogelijk in overleg met de speelgoed handelaar doet. De handelaar zal graag zijn advies geven, want ook hij gaat er van uit dat het publiek beter goed speelgoed kan kopen dan rot zooi. „Er zijn onder speel goedhandelaren nogal wat idealisten", weet Schmidt. Hoe idealistisch Schmidt zelf is, mag blijken uit het enthou siasme waarmee hij verklaart dat oerspelletjes als knikke ren en tollen bij de spelende jeugd nog altijd flink aan slaan. Niet minder opgetogen doet hij kond van de oude ver trouwde hoelahoep. die hier en daar weer in het straat beeld opduikt. Logica Daarentegen baart het de Har derwijker wel zorgen dat de maatschappij alsmaar inge wikkelder wordt en voor het kind steeds moeilijker té be vatten. „Welk kind weet nog hoe moeder de was doet''", vroeg het Groningse be stuurslid drs. Roel de Groot zich een jaar geleden in Trouw af. „Vroeger kon je dat duidelijk zien, maar nu stop je alles in een machine en het komt er schoon uit. De logi ca", concludeerde De Groot heel treffend, „de logica is uit de handeling verdwenen." „De spijker op z'n kop", knikt Leo Schmidt. En daarom, luidt zijn warme aanbeveling, moeten we terug naar de blokkendoos! Droef Droef wordt de ex-speelgoed handelaar ook wanneer hij constateert dat veel ouders zich eenvoudig geen tijd gun nen om met hun kinderen te spelen en bij wijze van af koopsom hun gemakshalve maar een nieuwe auto of pop schenken. Leo Schmidt knikt instem mend. „Ik wil ook niet zeggen dat speelgoed zaligmakend is. Je moet het nut ervan beslist niet overschatten. Maar on derschatting is ook fout." Triest stemt hem de huidige speelgoedmarkt, wanneer hij op de STER-reclame dat spotje aanschouwt van een gammel speelgoedautootje, dat speciaal ontworpen is om te verongelukken. Het ding is bedoeld om er botsinkje mee te spelen. Nou ja, wat heet spelen!! Je laat twee van die vehikels tegen elkaar knallen, ze spatten uiteen en het kind kalefatert ze weer op, opdat zich een volgende poging tot zelfvernietiging kan afspelen. „Maar zulke reclames", schudt Leo Schmidt het hoofd, „daar moet je leren doorheen te kijken." makzucht van het publiek niet uit. Men koopt het liever kant en klaar, dan dat men het zelf maakt. Speelde je vroeger zeeslag op een gewoon ruitjespapiertje, tegenwoor dig koop je speciale voorge drukte zeeslagkaarten in de winkel." Vliegers krek eender. Die lig gen nu te kust en te keur in de verleidelijke etalages, terwijl je vroeger niet beter wist of je flansde zo'n projectiel zelf in elkaar. Leo Schmidt vindt de ze kentering een fikse verar ming. „Het spel van het ma ken is immers ook een spel", zegt hij. Leo Schmidt beklemtoont dat een kind zonder speelgoed een arm kind is. Naar zijn zeggen is dat wetenschappe lijk bewezen. „Een kind moet ruimte hebben om te spelen", vindt de voorzitter van de Stichting Goed Speelgoed. Zeuren Toch gaan binnen diezelfde stichting gans andere gelui den op. Bestuurslid en ortho pedagoog Roel de Groot ver klaarde een jaar geleden in het ochtendblad Trouw dat we eens moeten ophouden met zeuren. „In de Derde We reld hebben kinderen alle ruimte, maar ze sterven er als ratten", sprak de Groningse doctorandus. „Vroeger", mijmert de Harder wijker, „vroeger zag je in Friese boerderijen nog, dat de plinten waren gemaakt van tegels met allerlei afbeeldin gen erop. Een kruipend kind kon daar dan naar kijken en leerde ervan. Maar waar kom je die tegels nu nog tegen? Vroeger speelde een kind toch altijd wat zijn vader van beroep was. Nu weet een kind niet eens wat zijn vader doet Waar de Stichting Goed Speel goed zich al evenzeer om be kommert, is dat kinderen dikwijls speelgoed krijgen waarvoor zij ofte oud zijn ofte jong. Vooral grootouders zit ten er nogal eens naast, zo stelt Schmidt. „Doordat de Leo Schmidt van de Stichting Goed Speelgoed; „We moeten terug naar de blokken doos..." wanneer ze de speel goedwinkel binnen stappen. Bij de aan koop van een stuk speelgoed zouden zij In gedachten hun kind ermee bezig moeten zien. En de speelgoed handelaar moet zich er steeds van bewustzijn, dat hij in feite geen speelgoed verkoopt maar een illusie", al dus Schmidt. En verder mag een kind van hem heus wel cowboytje spelen. Schmidt meent dat in het spelen van pief-paf-poef geen en kel kwaad schuilt. Ook niet voor de verdere ontwikkeling van het kind. De Nederlandse bevol king geeft per jaar een kleine 650 miljoen gul den uit aan speelgoed. Dat is zo'n vijftig gul den per persoon en tien procent meer dan een jaar of tien geleden. Terwijl ons kindertal afneemt, kopen we meer en meer speel goed. Met Sinterklaas in het verschiet, zal dat de komende weken weer blijken. Keus is er dan ook in overvloed. In de speel goedwinkels zijn on dertussen ruim 20.000 verschillende artike len te koop. En wat voor artikelen! Zoals in elke branche blijkt er ook in het speelgoed nogal wat kaf onder het koren te zitten. Om daarin verbetering te brengen is veertien jaar geleden de Stich ting Goed Speelgoed opgericht. Deze stich ting, die zetelt in Lei den, probeert te be werkstelligen dat de fabrikant beter speel goed maakt, de winke lier beter speelgoed verkoopt en de consu ment beter speelgoed koopt. Daartoe reikt de Stich ting Goed Speelgoed jaarlijks prijzen uit voor het beste speel goed. Leo Schmidt <52> uit Harderwijk is voorzitter van de Ex-speelgoedhandelaar Leo Schmidt, die thans overal in den lande voor scholieren en ou- dercomlték lezingen over speelgoed hoidt, vertelt er op deze pagi na over. „Goed speel goed is dat waar een grote mate van zelf werkzaamheid aan te pas komt." ,Het moet geen kijkgoed zijn maar spéélgoed. Dat moeten de ouders ook voor ogen houden stichting en hij stelt dat goed speelgoed van onschatbare waarde is voor de opvoeding en de ontwikkeling van het kind. Maar wat is zoal goed speelgoed?

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1980 | | pagina 25