Wie hoogbegaafd is, kan laag vallen 'Enkele leraren hielpen mij, anderen vonden mij een uitslover' Hoogbegaafden willen één ding en dat is vrij zijn ZATERDAG 11 OKTOBER 1980 PAGINA 19 LEIDEN - Hij heeft een krante- wijk gelopen, in een super markt gewerkt en is zelfs één keer blijven zitten. Deze zaken voert Maarten Ruys aan om zichzelf heel normaal te vinden. En dat is hij eigen lijk ook. In een groep studen ten van zijn eigen leeftijd valt hij beslist niet op, of het moet door zijn vlammende rode haar zijn. Toch deed hij iets wat niet in het vermogen ligt van de meeste scholieren. In vijf atheneum zittend - met in feite nog an derhalfjaar voor de boeg - be sloot Maarten staatsexamen te doen. En hij slaagde daar voor het afgelopen jaar ook met een prachtige cijferlijst. Als buitenstaanders het woord 'begaafd' laten vallen, wil hij het liefst heel hard gaan gil len. Bolleboos, hoogbegaafde of professor, vindt hij geen ti tels die bij hem passen. "Op de lagere school deed ik het niet zo geweldig. Een gewone leerling. Na de zesde klas kwam ik op het gymnasium terecht. Talen lagen me niet zo en daarom maakte ik er ook geen huiswerk voor. Met goed opletten in de les haalde ik voor de rest van de vakken ruim voldoende. Ik vond het allemaal veel te schools gaan Thuis leerde ik gigantisch veel sneller. In de klas moest je steeds rekening houden met het niveau en de kennis van andere mensen. Ik was niet eens blij met goede punten. Het werd op den duur een prestigezaak. Mensen die een hoger cijfer haalden dan ik, kwamen op zo'n moment bij me staan en zeiden:"Oh, heb je maar een zeven". Ik ging ook niet met mensen van school om. Ik had vrienden van bui ten de school die mij begrepen Op een gegeven moment zag ik er ook geen nut meer in om op tijd te komen. Dat brak mij' samen met de desinteresse voor Grieks en Latijn op. Ik bleef zitten in de derde en ben toen overgezwaaid naar het atheneum" Staatsexamen k koos het volledige beta-pak- ket.daar heb je het meest aan Ja en toen ging het verschrik kelijk makkelijk. Als ik wist wat er kwam in de les ging ik de krant lezen. In antwoorden geven en vragen stellen had ik helemaal geen zin meer. Ik vond het zelfs te stom om iets op papier te zetten. Heb ik trouwens nooit gedaan. Sommige leraren pikten dat niet en stuurden me de klas uit. Zij richten zich op de middenmoot. De sterken en zwakken vallen af. Inmiddels was ik voor mezelf een beetje economie gaan studeren. En toen kwam bij mij de gedach ten op:"Hoe kom ik zo snel mogelijk van die school af?" Een aardige leraar gaf mij het advies om voor het staats examen te gaan werken. Dat heb ik met mijn ouders over legd en zij gingen er ook mee akkoord. Vanaf kerst ben ik op eigen houtje gaan wer ken" Uitslover 'De eerste weken volgde ik nog lessen op school, want voor hetzelfde geld mislukt zoiets grandioos. Onder de lessen werkte ik wel voor het exa men. Proefwerken deed ik gewoon mee. Enkele leraren hielpen mij en anderen von den mij een uitslover. Klasge noten keken tegen mij op of hadden een hekel aan me Eind juni en begin juli moest ik het schriftelijk en mondeling doen. Erg zeker was ik niet. Voor natuurkunde en schei kunde, dacht ik, moet het wel erg toevallig zijn als ik iets wat ik weet van die giganti sche hoeveelheid examenstof net op het examen tref. Toen ik eenmaal bezig was ging het toch goed. Jade cijfers wa ren wel aardig te "Op een school met een meer in dividueel gericht systeem was ik gelukkiger geweest. Je hebt niet zoveel last van klasgeno ten en ook de dwang van de leraar is minder. LEIDEN - Wie heeft er in die onbekommerde jeugd nooit eens van gedroomd de knapste van de klas te zijn? Vooral als je na uren ploeteren niet verder was gekomen dan een mager viertje. En je vader je, terwijl de lepels op de soep borden nog narinkelden van zijn woedende vuistslag op tafel, toevoegde dat het met jou nog eens slecht af zou lopen als je zo doorging. Ik heb dan wel maling gehad aan het schoolse systeem, maar daarmee heb ik mij te gelijkertijd buiten de school gemeenschap geplaatst. Ik denk datje toch wel vrij sterk moet zijn om je op deze ma nier te handhaven. Ik ben erg zelfstandig opgevoed. Kijk naar de studenten, de helft valt af op de universiteit. Er is niemand die hen met een stok achterna zit als ze niet leren Met de tentamens e vallen ze door de mand" Economie 'Na lang aarzelen heb ik voor de studie economie gekozen. Ik heb er veel over gelezen en dit vak heeft ook wel mijn in teresse. Ik was bang dat als ik voor een echt b-vak zoals na tuurkunde of wiskunde zou kiezen, ik veel te eenzijdig ge richt zou worden. En op den duur met oogkleppen op zou zitten om niets meer om mij heen te zien. En dat wil ik juist vermijden Of ik deze studie ook in een ver sneld tempo zal gaan doen moet ik nog bekijken. Eerst moet ik welen of het nuttig is om elk college te volgen. Mis schien dat ik met aantekenin gen nan een anderen het boek een heel eind kom, maar voor hetzelfde geld ga ik op die r grandioos de mist in Ik weet het niet, ik geloof dat ik ook nog van het letten utti ge nieten. Studeren en goede punten halen is niet alles.. LEIDEN - De scholen zijn weer begonnen. We kennen ze allemaal, de kleine problemen die zich daar voordoen. Te laat komen, geen huiswerk maken, vette onvoldoendes, noem maar op. Met de hefstvakantie in het vooruitzicht zijn ze echter snel vergeten. Toch zullen sommige scholieren met moeilijkheden blijven zitten, die ze nauwelijks kwijt kunnen. Zo'n groep in het scholierenbestaan is bijvoorbeeld de groep hoogbegaafden. Iedereen denkt, dat dit bij uitstek de gelukkige leerlingen zijn, want zij halen toch tienen. Ook aan tienen kleven bezwaren. Het huidige schoolsysteem houdt in feite te weinig rekening met deze tot nu toe vrij onbekende probleemgroep. In dit artikel wordt hier nader op ingegaan. Wat zou je gelukkig: zijn als je een beetje meer 'koppie-koppie' had. Maar is dat allemaal wel zo? Is die school voor hoogbe gaafde kinderen nu echt zo'n pa radijs? In de praktijk blijkt dit beeld niet helemaal te kloppen. Voor kinderen die moeilijk leren worden allerlei voorzieningen ge troffen, het onderwijstempo wordt aangepast, ze krijgen meei aandacht enz. De hoogbegaafde moet het echter allemaal zelf zien uit te knobbelen. ■Leerkrachten weten vaak niet hoe ze met deze kinderen om moeten gaan. Ze worden, omdat ze niet worden begrepen, aggressief be naderd of heten eigenwijze be tweters. Reeds op jeugdige leef tijd is de kans om gefrustreerd te raken veel groter dan normaal. Fnuikend is ook dat de hoogbe gaafde niet genoeg prikkels krijgt, Immers, zijn vragen wor den als hinderlijk ervaren en pas sen veelal niet in de onderwijssi tuaties. Het ritme van de klas mag niet worden verstoord. Velen voelen zich onbegrepen en bouwen op eigen houtje een soort encyclopedische kennis op. Ze kijken naar onderwijsprogram ma's voor middelbare scholieren en volwassenen en denken dan dat ze alles begrijpen maar dat doen ze in wezen niet. Ze kunnen namelijk die feiten nergens in passen. Ook zijn er hoogbegaafden die zich niet zo gemakkelijk laten ont dekken. Zij gedragen zich heel stil en doen hun best niet op te vallen tussen hun klasgenoten. Zij onderdrukken en vechten zo eigenlijk meer tegen hun be gaafdheid dan dat zij deze ont wikkelen. Dit kan er toe leiden dat het kind zijn talenten laat lig gen, er niet mee woekert en he lemaal geen zin meer heeft in school. Begaafheidsniveau Met deze groep krijgt het Instituut voor Begaafdheidsonderzoek in Oegstegeest onder meer te ma ken. Dit researchinstituut, dat al zo'n dertig jaar bestaat, houdt zich bezig met begaafdheidson derzoek en toepassingen van de resultaten daarvan in het onder wijs. Direkteur N.J. de Groot:"Er is een bepaalde samenhang tussen be gaafdheid en onderwijs en dan doel ik met name op de cijfers. Wij hebben op een aantal scholen het begaafdheidsniveau vergele ken met de gemiddelde school cijfers van een aantal hoofdvak ken. Het begaafdheidsniveau van de grote middengroep (50 tot 60% van de schoolbevolking) komt overeen met de behaalde cijfers. Bij een hoog begaafdheidsniveau nemen statistisch gezien de schoolprestaties af. Iemand met een hoog begaafd heidsniveau is erg individualis tisch. Hij denkt onafhankelijk, heeft een eigen denkpatroon ontwikkeld en zal niet gauw iets aanvaarden. Het onderwijs is klassikaal en in zo'n klimaat ge dijt een hoogbegaafde niet best. Echte hoogbegaafden mislukken dikwijls op school. Al heel vroeg, op de lagere school. Een klein stukje levensloop is makkelijk te schetsen. Ze moeten gedwongen naar het be roepsonderwijs. Na twee jaar lo pen ze weg. Werken. Hun baas geeft ze niet genoeg zelfstandig heid. Op een kwaaie dag komen ze in zo'n positie terecht dat hun vrienden iets worden in de maat schappij en zij niet. De maat schappij krijgt daarvan de schuld. Er ontwikkelt zich een rancune. Dit kan leiden tot op standig maar in extreme gevallen ook crimineel gedrag". Vrijheid "Hoogbegaafden kenmerken zich doordat ze iedere vorm van be geleiding weigeren. En dat is lo gisch, want het zijn individualis ten. Ze willen één ding en dat is vrij zijn. Ons instituut kent heel wat hoog- begaafden. Ze komen wel eens langs, niet voor hulp hoor. Daar zijn ze te eigengereid voor, en ik kan ze de hulp overigens ook niet geven. Ze willen alleen maar dat hun eigenschappen worden er kend. Je kunt oplossingen aan dragen tot en met, maar niets zullen ze aannemen. Een hoogbegaafde doet er een paar jaar langer over om iets te worden in de maatschappij. Op zijn veer tigste ontdekt hij de maatschap pij. dat is voor hem dan iets nieuws. Ze zijn bijvoorbeeld ook best in staat een vereniging te stichten, maar zodra het iets is geworden, gaan ze weg. Of ze hangen de dictator uit en denken dat zij het alleen weten. Een hoogbegaafde kun je nooit van gen. We hebben daar veel erva ring mee" Ouders "Wat de ouders thuis kunnen doen is een klimaat scheDDen waar het kind zich prettig voelt. Eigenlijk kun je niet veel anders doen. Het is moeilijk een advies te geven. In ieder geval het kind niet laten merken dat hij anders is dan an dere kinderen, maar hem wel de mogelijkheid geven zijn gedach ten te ontwikkelen. Je kunt de ouders er ook op wijzen dat ze het kind in ieder geval de erkenning moet geven die het verdient. Al tijd zijn het dezelfde problemen. Het is een groep die niet normaal door het onderwijs gaat. Er zijn onderwijskundige middelen die dit probleem enigszins kunnen ondervangen. De factor 'tijd' moet worden afgeschaft. In vijf tig minuten tien wiskundesom- men maken is voor een hoogbe gaafde ondoenlijk. Terwijl hij dat in die vijftig minuten best zou klaarspelen hoor. Hierbij moeten ze hem niet limiteren. Individu eel onderwijs kan ook helpen. Deze mensen komen het beste tot hun recht als ze zich in een 'vrij' leerklimaat kunnen ontwikke len. Intelligentiequotiënt Een definitie van hoogbegaafdheid is niet precies te geven. Elk hoogbegaafd kind heeft zo zijn eigen kenmerken. Lange tijd spoorde men hoogbegaafden op met behulp van intelligentietests. Men ging van de veronderstelling uit dat zeer begaafd gelijk stond met een hoog IQ. In ons land neemt men vaak als on derste grens wel een IQ van 130. Voleens dit criterium kan men dan zeker twee van de honderd kinderen tot de begaafden reke nen. Intussen is het inzicht door gebroken dat ook cerativiteit en de manier van denken een be langrijke rol spelen. Het begaafdheidsonderzoek van psycholoog De Groot rich zich voornamelijk op deze laatste as pecten. Op een IQ-test heeft hij het niet zo begrepen. De Groot: "Een IQ-onderzoek is al lemaal heel aardig, maar de duur zaamheid van gegevens is be trekkelijk gering. Omstandighe den zoals nervositeit en spannin gen beinvloeden een IQ-test da nig. En een telg uit een omge vormd milieu zal steeds lager scoren dan een kind dat uit een sterk vormend, zo je wilt, intel lectueel milieu komt. Je hebt mensen met een zeer hoge vor ming en een betrekkelijk matige begaafdheid. Ook het omgekeer de komt voor". Juiste aanpak? Over de juiste aanpak van hoogbe gaafden bestaat overigens geen overeenstemming. Er is een aan tal mogelijkheden voorhanden Het kind slaat een of meer klas sen over. De vraag kan dan wor den gesteld of het kind emotio neel gezien nog wel bij zijn klas genoten past. Als begaafde kin deren les krijgen in speciale klas sen op scholen; isoleren zij zich dan niet teveel van de maat schappij, waarin zij na hun oplei ding toch als normale burgers moeten functioneren? Worden zij geen elitaire wijsneuzen? Onderzoeken uit Engeland. Rus land en de Verenigde Staten hebben uitgewezen dat het :n ie der geval wenselijk is dat dez? kinderen naast het gewone les programma verrijkings-of ver diepingsprogramma's volgen. Bij verrijking behandelen zij onder werpen die naast de op school aangeboden thema's liggen Bij verdieping gaan zij dieper op de stof in dan hun minder begaafde klasgenoten. Tot nu toe is er in ons land weinig gedaan aan echt onderzoek. Sinds anderhalf jaar bestaat er een stichting die zich wil inzetten voor opvang en hulpverlening aan dergelijke kinderen. Deze BINET-stichting hoopt in sa menwerking met onder meer on derwijskundige instituten snel de achterstand weg te werken die ten opzichte van andere landen op dit gebied bestaat Binet-stichting De Haagse psychologe mevrouw J.JA. Rebel, tevens direkteur van de Binet-stichting, vindt het jammer dat men in Nederland zo langzaam tot het inzicht is geko men dat niet alleen zwakbegaaf- den speciale aandacht nodig hebben maar ook hoogbegaaf den. Uit een onderzoek is geble ken, zo vertelt mevrouw Rebel, dat van de grote hoeveelheid hoogbegaafden er desondanks maar zes procent een academi sche opleiding volgt, zestien pro cent het tot het hoger beroepson derwijs brengt en de rest niet bo ven het gemiddelde niveau uit komt. "Dat ligt voornamelijk aan de maatschappelijke problemen die zich voordoen. Als je minder begaafd bent, fluitje maar op je vingers en er staat een psychiater klaar. Kom je als hoogbegaafde in de problemen dan ontmoet je vaak nauwelijks een serieuze be nadering" De Binet-stichting heeft echter tot nu toe door gebrek aan financiële middelen maar weinig kunnen doen. Op een grote conferentie vorig jaar juli over de problemen van hoogbegaafden schitterde ons land door afwezigheid. Het is te hopen dat voor de volgen de bijeenkomst, die in 1981 in Mexico plaatsvindt, een grotere belangstelling van Nederlandse zijde bestaat. Het is immers noodzakelijk de hoeveelheid kennis over deze problematiek in ons land te vergroten wil de Bi- net-stichting haar doelstellingen kunnen verwezenlijken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1980 | | pagina 19