"Niets inhameren,
dan sla je
kinderen plat"
'Niet uitgaan van panklare recepten
An Rutgers van der Loeff:
TONKE DRAGT:
WOENSDAG 1 OKTOBER 1980
Fantasie of werkelijk
heid? Daar draait het
in de jeugdliteratuur
om. Waren een aantal
jaren geleden verhalen
in fantasie- en sprook
jesvorm erg populair,
nu breekt in kinder
boeken de werkelijk
heidszin door. Zo min
mogelijk wordt ver
huld, taboes worden
doorbroken. Welke
factoren spelen daar
bij een rol?
Twee schrijfsters van
formaat, de „realisti
sche" An Rutgers van
der Loeff en de
„sprookjesachtige"
Tonke Dragt, geven
hun mening over de
ontwikkeling van het
kinderboek en over de
relatie tussen fantasie
en werkelijkheid.
Inhaken op de grote
problemen uit onze
samenleving of het op
roepen van prachtige
ridders op een paard
achten beide auteurs
niet bepalend voor de
kwaliteit van een kin
derboek. Het gaat er
om dat elke schrijver
het kind als een vol
waardig wezen bena
dert, dat rustig gecon
fronteerd kan worden
met de realiteit van het
dagelijkse bestaan en
de mensen met hun
goede en kwade eigen
schappen. En of de
vorm waarin het ver
haal wordt verpakt
realistisch of fantasie
vol is, doet er niet zo
gek veel toe.
Het allerbelangrijkste
van een boek is de
kern. Daar gaat het om,
aldus beide auteurs.
Aan kinderen de keus
tussen goedkope lol
lies die lekker snel
wegsabbelen, of een
wat duurdere tover
bal, die misschien met
wat meer moeite
wordt gegeten, maar
de prachtigste kleuren
en een lekkere na
smaak geeft.
HUIZEN - „Veel kinderboeken zijn 'lekker', prullig en gemakkelijk. Banale roomtaarten
meteen weeïge nasmaak. Schrijvers die kinderen knollen voor citroenen verkopen. Zelf
ben ik altijd van mening geweest dat kinderen recht hebben op volwaardige en eerlijke
boeken".
„Toen ik vlak na de oorlog met schrijven begon, was er een klein groepje auteurs, dat mijn
ideeën deelde, zoals Miep Diekmann, Annie M. G. Schmidt en Gertie Evenhuis. Schrij
vers die de kinderen niet meer met een kluitje in het riet wilden sturen".
„Dat werd ons niet altijd in dank afgenomen. Jarenlang heb ik kritiek gehad, omdat ik in
mijn boeken de realiteit en de problemen in onze maatschappij niet probeerde te verdoe
zelen. En dat werd tot voor kort niet of nauwelijks geaccepteerd."
"Zo kwamen er protesten toen ik
schreef over een verwaarloosd
kind in een volksbuurt, van wie
de moeder altijd de hort op was,
en over een zelfmoord. Dat kon
helemaal niet! In kinderboeken
hoorden geen problemen thuis.
Verhalen voor kinderen moesten
gezapig, vertrouwd en heel ge
ruststellend zijn. Tegen die men
taliteit heb ik altijd gevoch
ten".
„Ook mijn woordkeus viel niet al
tijd in de smaak. Men vond de taal
in mijn boeken soms te realis
tisch of te grof. Een woord als
'hartstikke', dat ieder kind te pas
en te onpas gebruikt, mocht ik
eerst niet in een leesboekje voor
de lagere school gebruiken. Miep
Diekmann heeft dezelfde erva
ring. Ook zij heeft veel kritiek ge
kregen op haar onverbloemde
taalgebruik. Tegenwoordig hoor
je daar natuurlijk geen mens
meer over klagen"
„Veel taboes in kinderboeken zijn
gelukkig verdwenen. Verhalen
waarin de werkelijkheid sterk
naar voren komt met problemen
als seksualiteit, doodgaan, echt
scheiding, zijn heel normaal.
Maar de neiging bestaat om de
problemen te overdrijven. Dan
worden de verhalen te gefor
ceerd. Je moet goed weten watje
doet als schrijver. Een kinder
boek is een instrument dat grote
invloed kan uitoefenen. Je mag er
niets mee inhameren, dan sla je
alleen maar plat. Daar moeten au
teurs erg voor oppassen. Ik geloof
wel dat er meer behoefte is aan
realistische boeken, en dat
schrijvers dus aan een vraag vol
doen".
„Zelf heb ik van begin af aan reële
gegevens als uitgangspunt ge
nomen. Men vergeet wel eens dat
de werkelijkheid zoveel onwaar
schijnlijke en boeiende dingen
biedt om over te schrijven. Ik kan
verschrikkelijk nieuwsgierig ra
ken door een krantebericht, een
gebeurtenis of een persoon"
„Voor ik een verhaal schrijf, wil ik
altijd eerst zoveel mogelijk in
formatie over het onderwerp ver
zamelen. Dat betekent lezen, rei
zen en met mensen praten. Ont
zettend leuk, omdat je er zelf iets
van opsteekt. Ik leer er veel van.
Dat is ook de reden waarom mijn
verhalen zich afspelen in onge
wone situaties. Want een logeer
partijtje of theedrinken bij een
vriendinnetje vind ik niet inte
ressant genoeg om over te schrij
ven. Ik moet zelf door een onder
werp geboeid raken en er plezier
„Je schrijft zoals je gevoel dat in
geeft. Pas toen ik al jaren schieef,
ben ik het hoe, wat en waarom
van mijn schrijven op een rijtje
gaan zetten. Want als je net be
gint, ben je nog niet zo bewust
bezig. Je denkt nog niet aan rich
tingen of principes. Naar aanlei
ding van een lezing ben ik daar
over gaan nadenken. Ik stelde
mezelf bijvoorbeeld de vraag
waarom ik op deze bepaalde ma
nier schreef en niet anders. En of
het niet beter was mijn verhalen
nog meer aan te passen, om nog
meer kinderen te kunnen berei
ken".
„Want ik weet best dat ik schrijf
vooreen bepaalde elite. Kinderen
die wakker zijn, interesse tonen
voor de wereld om zich heen en
verder kijken dan hun neus lang
is. Ik wil een beroep doen op hun
verbeeldingskracht, ze aanzetten
tot zelfstandig denken, zodat ze
leren inzien hoe betrekkelijk en
klein hun veilige, vertrouwde
wereldje is"
An Rutgers van der Loeff: "lk schrijf geen kinderboeken
behoefte het contact met mijn
medemens te versterken. Dat
weerspiegelt zich ook in mijn
boeken. In een groot aantal ver
halen plaats ik kinderen en vol
wassenen voor moeilijkheden die
alleen opgelost kunnen worden
door samenwerking en over
leg"
te weinig contact
„Het
ontzettend belangrijk als
>r elkaar begrip kun-
opbrengen. Zelf heb ik de
„Hoe mensen in een noodsituatie
ten opzichte van elkaar reageren,
is een proces dat mij steeds heeft
beziggehouden. De kern van het
menszijn in alle menselijke uitin
gen en allerlei situaties is voor mij
heel wezenlijk en essentieel. Dat
zoek ik voor mezelf en voor de
kinderen voor wie ik schrijf. Een
gegeven dat ieder mens kent en
herkent, wie of wat hij ook is. Als
vorm kies ik de realiteit, omdat ik
daar het meest i
ben".
„Je kunt ook uitgaan van fantasie
of van een sprookje. Want niet
alle fantasie- en sprookjesverha-
len zijn geleuter. Er zijn grootse
sprookjes, die het wezenlijke van
de mens en de menselijke eigen
schappen duidelijk maken.
Schitterende verhalen, die ik ze
ker niet zou willen verwerpen.
Goede sprookjes zijn de moeite
waard, en wie deze verhalen als
„Mensen zijn zo verschillend. Ieder
van ons zoekt de kern van zijn
bestaan op eigen manier. De
boodschap van een goed verhaal
komt vaak op hetzelfde neer, ook
al kan de verpakking of de bena
deringswijze verschillen. Een
kind moet zelf kiezen wat hem
het meest aanspreekt" de fanta-
sievorm of de realistische bena
dering. Essentieel is de grondge
dachte van een boek, die bepaalt
de kwaliteit".
„Een slecht boek schrijven, is zo
gemakkelijk. Kinderen verslin
den veel te veel van dat banale
leesvoer, met de smaak van een
goedkope lolly. Een snoepje dat
even lekker is, maar een leeg ge
voel achterlaat. Boeken zoals de
Kluitmanpockets of de Witte Ra
ven-serie. Goedkope limona
deflesjes, waar driftig uit wordt
gelurkt. Lekker makkelijke ver
halen, waar je niet bij na hoeft te
denken. Gemakzucht van de
schrijver, maar ook van de ouders
en het kind dat ze leest".
„Kinderen worden nog zo vaak on
derschat Volwassenen verkijken
zich op hun vermogen tot begrip
en aanvoelen van emoties. Kin
deren zijn het waard zo volwaar
dig mogelijk behandeld te wor
den. Vooral voor hen is het be
langrijk alles zuiver en duidelijk
op papier te zetten. Dat betekent
honderden malen schrappen,
schiften en kiezen, tot het meest
essentiële overblijft".
„Evengoed blijf ik me afvragen of
ik niet nog eenvoudiger en dui
delijker kan schrijven. Eigenlijk
niet. Dat zou ten koste gaan van
de genuanceerdheid en betrek
kelijkheid in een verhaal".
„Na 35 jaar vechten voor het goede
kinderboek is de koek op. Ik
schrijf geen kinderboeken meer.
Ten eerste heb ik tegenwoordig
te weinig contact met kinderen.
En daarnaast ben ik er duidelijk
te oud voor geworden. Zeventig
jaar is niet niks".
„Ik heb nu het gevoel dat ik moet
stoppen en me met andere din
gen moet bezighouden. Onder
tussen blijft het natuurlijk plezie
rig dat mijn boeken steeds wor
den herdrukt".
MARGOT KLOMPMAKER
DEN HAAG - „Toen ik als schrijfster in de jaren '60 debu
teerde, was het „in" om realistisch of humoristisch te
schrijven, zoals Miep Diekmann, An Rutgers van der
Loeff en Annie M. G. Schmidt. Het commentaar van uit
gevers op mijn werk was: aardig geschreven, maar
sprookjes zijn jammer genoeg uit de tijd. Miep Diekmann
heeft me toen enorm gestimuleerd om toch door te gaan.
Zij kijkt, als een van de weinige mensen, niet naar welk
onderwerp in de mode is, maar beoordeelt je oprechtheid
en kwaliteit als schrijver. Kort samengevat: schrijf je goed
of slecht. Want het gaat niet om watje schrijft, maar hoe je
het brengt..."
„Helaas heb je ook wat boeken be
treft de nodige trends. 'Meegaan
met je tijd'. Schrijven over wat 'in
de mode' is. Ik heb daar nooit aan
mee willen doen, omdat ik veel te
eigenwijs was en mijn eigen zin
deed. Met al die trends is het net
stuivertje wisselen: een tijd lang
is een bepaalde manier van
schrijven erg populair om ver
volgens weer verdrongen te wor
den door een heel andere opvat
ting".
,Er is een moment geweest dat ik
dacht: nou zijn we er. Omstreeks
1970 kwamen sprookjes en fanta
sieverhalen opeens in de belang
stelling. Paul Biegel met zijn
sprookjesachtige verhalen kreeg
steeds meer lezers en aan de an
dere kant had je het realisme van
An Rutgers van der Loeff en Miep
Diekmann. Beide richtingen
werden geaccepteerd".
.Maar nu is het weer een en al rea
lisme wat de klok slaat. Begrijp
me niet verkeerd: het is best wel
goed als er over abortus en dood
gaan wordt geschreven, omdat
die problemen nu eenmaal be
staan. Maar de balans slaat mo
menteel op een verschrikkelijke
manier door. In wezen gaat het
om goed of slecht schrijven, zoals
ik al zei. Dat is het belangrijkste.
En wat gebeurt er"?
,Ons commerciële uitgeversbestel
dwingt jonge, debuterende
schrijvers over bepaalde zaken te
schrijven, omdat die onderwer
pen goed in de markt liggen! En
wie bepaalt die onderwerpen?
Mensen rond de 30, de uitgevers
zelf. Niet de kinderen. O, nee! Ik
krijg juist heel veel positieve
reacties van jonge mensen op
mijn verhalen".
,De mode om realistisch te schrij
ven wordt gepropageerd door
oudere mensen. Het tragische is
dat veel schrijvers op zo'n trend
gaan inhaken. Want dan verkoop
je, dan verdien je. Behalve als ze
net zo eigenwijs zijn als ik. Maar
ik kan me die eigenzinnigheid
veroorloven, want mijn verhalen
verkopen goed. Ik kan het jonge
schrijvers dan ook niet kwalijk
nemen als ze inhaken op de hui
dige realistische trend".
.Maar modeschrijven kan gauw
leiden tot slecht en oppervlakkig
schrijven. Annie M. G. Schmidt
heeft dat meegaan met bepaalde
trends eens haarfijn beschreven
(in De druiven zijn zoet)".
'Van het grootste deel van onze
kinderlectuur krijgt men de in
druk dat het uit onmacht is ge
schreven. Uit onmacht, door he
ir Tonke Dragt "De balans slaat nu op een verschrikkelijke manier door
ren en dames die niet kunnen
schrijven en zuchten: nou vooruit,
een kinderboek dan maar.dat zal
ik wel kunnen In zeer sterke mate
gaal dat op bij bakvisboekenHet
recept is zo gemakkelijk: een n iet
mooi. maar wei aantrekkelijk
meisje, vlotte, toffe kreten, senti
ment en tranen, idealen, talent of
roeping en liefde (een Vreselijke
Strijd tussen Roeping en Liefde,
totdat aan het eind Peter en Maps
tegenover elkaar staan. Peter
zegt ernstig: Maps, mijn Mapse
kind Meng deze bestanddelen
goed dooreen, doe ze in een ketel
tje. roer ze meteen lepelt je. o. wat
zal dat lekker zijn. Heel wal
vrouwelijke tieners vinden het
,Zo'n recept is natuurlijk op van
alles toepasbaar. Alleen de ingre
diënten dienen te worden aange
past. Op een gegeven moment
kwamen fantasieverhalen en
sprookjes in de belangstelling.
Hiervoor luidde het recept neem
een prins, neem een prinses, een
tovenaar, een kasteel en liefde.
Stop dat in een keteltje, roer dat
met een lepeltje enz. Nu is het re
cept weer vernieuwd: neem een
echtscheiding, een meisje alleen,
een onecht kind, en het taboe van
de dood. En dan maar roe-
,Het punt is dat het er helemaal niet
toe doet of je realistisch schrijft of
sprookjesachtig. Als het maar op
recht en vanuitje hart is geschre
ven. Niet met behulp van een
panklaar recept".
,Ik weet door mijn contacten met
jonge schrijvers precies wat er
gaande is in de uitgeverswereld.
Sprookjes mogen niet meer. want
het moet realistisch zijn. Ik be
grijp dat niet goed. Toen ik tij
dens de oorlog in een Japans
concentratiekamp gevangen zat
ontvluchtte ik de ellende door te
fantaseren. Tegenwoordig kan
dat niet meer. Je mag volgens
sommigen je problemen niet
ontvluchten. En dat terwyl veel
mensen, jong en oud, daar best
behoefte aan hebben Waarom is
fantaseren vluchten? Je hebt dat
fantasievermogen toch niet voor
niets gekregen"'''
.Bovendien liggen sprookjes en
realiteit dichter bij elkaar dan
men denkt. Sprookjes zijn zo
realistisch als het maar kan.
Sprookjes zijn het leven zelf. Al
leen zijn een heleboel realistische
elementen door volwassenen ge-
kuisd weergegeven of gewoon
weggelaten. Neem nu de vrou
wenemancipatie. Er zijn genoeg
mns|«s in sprookjes verhalen dM
zelfstandig, op eigen houtje een
man veroveren. Ook seksualiteit
is geen taboe. Met elkaar naar bed
gaan is in de oude. oorspronkelij
ke versies van sprookjes he»-l
normaal; daarin wordt niets ver
zwegen. Sprookjes niet realis
tisch? Kom nou!"
„In sprookjes komen steeds de
zelfde begrippen weer terug:
goed en kwaad, mooi en lelijk,
haat en liefde. Begrippen, die el
ke generatie mensen steeds op
nieuw herkent. Elementen die
deel uitmaken van het leven. Dat
spreekt de mensen aan. Net zoals
de zwart-wit-moraal in sprookjes
heel goed bij kinderen pest Want
ook jonge mensen zijn keihard:
slecht is slecht, goed is goed. Er is
geen tussenweg mogelijk. Ik ge
loof dan ook niet in de arme, tere
kinderziel. Gruwelijke dingen in
sprookjes vinden volwassenen
vervelend, kinderen niet".
„Trouwens, wat is realisme? Zuiver
realisme bestaat niet. Kijk maar
eens in de spiegel: dan zie je er
heel anders uit. Het idiote is. dat
er niet een werkelijkheid bestaat.
De beste boeken zijn de verhalen
die actueel blijven doordat ze
gaan over het leven zelf. Elemen
ten die deel uitmaken van de kern
van het leven verouderen niet,
ook al kan de context wel uit de
tijd raken".
„Mijn eigen schrijverscredo is mis
schien je eigen weg gaan. als je
voelt dat het nodig is Ook al kom
je in conflict met de maatschap
pij Afgaan op je eigen intuïtie
Mijn verhalen zijn vaak ook onaf.
er is geen duidelijk slot. Ik vind
dat het zo hoort. Het leven is im
mers ook niet af en volmaakt? Als
ik alles al van te voren wist. had ik
net zo goed op myn bed kunnen
blijven liggen in plaats van te
schrijven".
„Jij noemt mijn boeken raadsel
achtig en mysterieus Maar het
leven is toch een groot mysterie?
Ik snap er tenminste geen donder