Computer-invasie verandert
kantoor- en bedrijfsleven
Schuren: niet bepaald
het leukste karweitje
FOTO VAN
EEN DIA
'Hoogeschoolwerk' op
de gemakkelijke toer
Zitschuim
heeft het
eeuwige
leven niet
WOENSDAG 1 OKTOBER 1980
Voor het bedrijfsleven en de mensen van de kantoren is het erg
belangrijk om te zien welke ontwikkelingen - grotendeels on
der invloed van de elektronica - er voor de deur staan. Een
goede gelegenheid om het kantoor-van-de-toekomst of om
nieuwe apparaten te zien is de Efficiencybeurs in de Amster
damse RAI. Hij wordt gehouden van 13 tot en met 22 oktober,
dagelijks van 10.00 tot 17.00 uur. Op zaterdag en zondag is de
beurs gesloten, maar maandag 20 en dinsdag 21 oktober is de
beurs ook 's avonds open tussen 19.00 en 22.00 uur. De toegangs
prijs bedraagt f 8,50.
In 1954 schatte men in Amerika dat
misschien maar 50 grote bedrij
ven voldoende werk voor een
computer zouden hebben. Pas
dan zou zo'n investering rendabel
te maken zijn. Het is heel anders
gelopen. In nog geen 25 jaar zijn
er drie technologische revoluties
geweest. Werkte de eerste gene
ratie computers met radiobuizen
en relais, de tweede was voorzien
van transistors met andere on
derdelen gemonteerd op plastic
plaatjes, nadat de zogenaamde
„gedrukte bedrading" was uitge
vonden. De derde generatie, die
van nu, bracht de „chip", het
dunne schijfje silicium waarop
honderden of soms duizenden
transistors zijn samenge
perst.
Door
Hugó van der Heem
Om een beeld te krijgen van deze
„(r)evolutie" moet men zich even
voorstellen dat in de vorige eeuw
bijvoorbeeld binnen 25 jaar de
stoommachine, de elektrische
motor en de verbrandingsmotor
zouden zijn ontwikkeld, op grote
schaal geproduceerd en prak
tisch toegepast. In werkelijkheid
heeft dit proces ongeveer een
eeuw geduurd. Toen pas kon bij
na iedereen een auto kopen. En
dat terwijl na 25 jaar de eerste
kleine (personal) computers al
voor gebruik in huis aan te schaf
fen zijn. De prijs komt daarbij
ongeveer overeen met die van
een kleurentelevisietoestel.
Computers zijn de laatste jaren niet
alleen zoveel goedkoper gewor
den dat zij zelfs in de huiskamer
zijn doorgedrongen, maar ze
kunnen ook veel meer. Dank zij
de chiptechnologie zijn de appa
raten veel kleiner geworden,
handiger in gebruik, hebben zij
meer toepassingen gekregen en
zijn zij tenslotte in het algemeen
betrouwbaarder en veelzijdiger
dan mechanische toestellen die
tot nu toe werden gebruikt.
Een fraai voorbeeld is het kasregis
ter, vroeger niet meer dan een
geldla met een schrijfblok erop.
Later kwamen er mechaniekjes
bij waardoor de kassa prijzen kon
aangeven. Met de introductie van
de kassabonnen kwam ook een
soort interne registratie op gang.
Met kopieën van de kassabonnen
op een rol lagen de inkomsten en
uitgaven meteen vast.
Geheugenkassa
Het huidige elektronische kasre
gister onthoudt alles. Een druk
op de knop aan het eind van de
dag en de kas is kloppend. De to
taalaanslag kan ook nog via (tele
foonlijnen doorgegeven worden
aan een centrale computer. De
opbrengst, omzet kan dan van
kassa tot kassa of van filiaal tot
filiaal worden vergeleken. Ook
kan direct worden nagegaan
welke artikelen veel verkocht
zijn, zodat de voorraad op peil
kan worden gebracht. Er zijn
zelfs kassa's die weten wat er over
de toonbank gaat. Door een mag
netische-, streepjes- of gaatjesco
de te lezen, die op de verkochte
artikelen is aangebracht, kent de
kassa-met-chips het verkochte
artikel en de prijs.
In de kantoren viel natuurlijk ook
erg veel te automatiseren. Niet in
Een pocketmemo. 't Kleinste dicteerapparaat dat met gemak in de binnenzak past.
het minst omdat de mens zo feil
baar is. Tel maar eens een lange
reeks getallen op zonder hulp van
een machine. Het aantal fouten is,
vooral op een off-day, groot. Juist
daarom zijn de rekenmachientjes
zo handig. Maar de nieuwste kan
toorhulp voor de secretaresse en
haar baas heet tekstverwer
ker.
Ideale schrijfmachine
Het is de ideale schrijfmachine, die
zonder problemen foutloos ty
pewerk levert, een brief einde
loos kan herhalen, maar toch de
persoonlijke noot niet uitsluit.
Ook hier weer een aantal chips
dat zoveel mogelijkheden aan de
tekstverwerker meegeeft dat de
schrijfmachine op slag is verou
derd.
De tekstverwerker is eigenlijk een
kleine computer. Hij heeft een
toetsenbord, dat precies zo mak
kelijk typt als dat van de nieuw
ste elektrische schrijfmachine.
Alleen maakt hij geen herrie.
Want inplaats van de tikkende
hamertjes of het schrijvende
bolletje verschijnt de getypte
tekst op een tv-schermpje. Daar
ziet de tekst er net zo uit als later
het typewerk (of zetwerk bij een
drukïcer) op papier moet komen.
Alleen geeft de computer de mo
gelijkheid eindeloos met de tekst
te spelen, fouten eruit te halen, de
regels even lang te maken, de
rechter en linker kantlijn te ver
stellen en andere lettersoorten te
kiezen zonder dat er ook maar
een keer het correctielint of de
flacon aan te pas komt.
Foutloos
Pas als de tekst helemaal mooi en
foutloos is op het scherm kan hij
met een vingerbeweging getypt
worden door een computerprin-
ter, die zoiets ongeveer twintig
keer zo snel als een zeer gerouti
neerde typiste doet. Maar dan wel
foutloos, want het origineel is
perfect gemaakt. Met nog een
vingerbeweging kan men in en
kele seconden de tekst van de
perfecte brief opslaan op een
magnetisch bandje of plaatje. De
volgende keer is dan in enkele se
conden dezelfde brief weer op te
roepen. Dan hoeft er bijvoor
beeld alleen een andere klant-
naam te worden ingevuld en in 30
seconden is de tweede perfecte
brief klaar.
Natuurlijk zijn er tekstverwerkers
die er een sport van maken om
zelf ook nog de adressen te tik
ken. Dan kan diezelfde, nog
steeds perfecte brief, automa
tisch naar honderd of duizend
mensen worden geschreven. En,
afhankelijk van een niet afge
drukte code, kan de ene brief be
ginnen met „Beste zo-en-zo" en
eindigen met „hartelijke groe
ten", terwijl weer andere brieven
beginnen met „Mijne heren" en
eindigen met „hoogachtend".
Maar vele andere mogelijkheden
zijn ook denkbaar dat hangt er
vanaf hoe goed de tekstverwer
ker is.
Een broertje van de tekstverwerker
is teletekst. Het is een nieuw
soort telex, die ook een tekstver
werker in zich heeft. Terwijl het
telexgedeelte inkomende (inter
nationale) berichten gewoon
doorgeeft, kan men op een
scherm nieuwe berichten conci
piëren. Pas als het bericht fout-
Van alle houtbewerkings
technieken is het (meestal
laatste) onderdeel, het
schuren, wel het minst
plezierige karweitje. Van
daar dat er voor elektrisch
schuurgereedschap onder
doe-het-zelvers altijd zo'n
grote belangstelling heeft
bestaan. Een vlakschuur-
machine (eventueel als
hulpstuk op de boorma
chine), een bandschuur-
machine (thans ook in
kleinere, niet te dure uit
voeringen verkrijgbaar),
dat is allemaal welkom ge
reedschap voor mensen
die er een hekel aan heb
ben om veel tijd te spende
ren aan handschuurwerk,
wat trouwens nogal ver
moeiend kan zijn pok.
Toch kan lang niet al het schuur-
werk machinaal gedaan worden.
Sommige plaatsen van het object
zijn voor een machine onbereik
baar. En zo is het fijn opschuren
van bijvoorbeeld een gefineerd
oppervlak dat blank moet wor
den afgelakt eigenlijk geen kar
weitje voor een vlakschuurma-
chine omdat die niet in de rich
ting van de houtnerf kan werken.
De heel kleine "kringetjes" die
door de excentrische werking
van de schuurzool ontstaan, blij
ven na het lakken soms hinder
lijk zichtbaar.
Handwerk blijft
Het handwerk op schuurgebied is
dus toch nooit helemaal te ver
vangen, een gelukje voor de
schuurpapierfabrikanten. Om
vlakken goed met de hand te
kunnen schuren is de aloude
schuurkurk eigenlijk een onmis
baar hulpje. Door de iets verende
werking van het kurk wordt het
schuurpapier beter aangedrukt
en heeft men meer „vat" op het
materiaal. Wanneer kantjes,
hoekjes e.d. Worden geschuurd,
is echter een houten klosje als
„drager" voor een stukje schuur
papier beter dan een kurk.
De keuze van het juiste schuurpa
pier is belangrijk. Een vrij ruw
oppervlak moet eerst met een vrij
grove korrel worden bewerkt,
daarna met middel en ten slotte
met fijn. Een oppervlak dat blank
wordt afgelakt of gebeitst, heeft
een laatste bewerking nodig met
een heel fijne korrel. Harde hout
soorten laten zich fraaier schuren
dan zachte; vochtig hout schuurt
moeilijk. Maak er een gewoonte
van om regelmatig het schuurstof
weg te borstelen; als het gaat
„koeken" op het schuurpapier,
worden „moeten" in het houtop
pervlak getrokken.
Schuurstaal
Als vervanger voor schuurpapier is
nog niet zo lang geleden het zo
genaamde schuurstaal bedacht.
Het heeft tegenover het papier
het voordeel dat het niet verslijt,
althans in slechts zeer langzaam
tempo. De zool van een schuur
staal bestaat uit een dun blad van
gehard speciaalstaal, dat zodanig
is uitgeëtst dat er duizenden klei
ne, heel scherpe puntjes op het
staal ontstonden. Wat bij schuur
papier onmogelijk is, kan bij het
schuurstaal wèl: de puntjes zijn
allemaal exact even hoog en ze
hebben één scherptepuntje. De
korrels van schuurpapier zijn,
onder een microscoop gezien, in
feite kleine „rotsblokjes" die in
grootte verschillen.
Het blad van een schuurstaal loopt
niet gauw vol; maar als het nodig
is kan het gemakkelijk worden
schoongeborsteld. Schuurstalen
zijn in verschillende korrelgroot
ten verkrijgbaar (van 45 tot 165
punten per vierkante centimeter,
en dat is dan exact hetgeen van de
korrelaanduiding op schuurpa
pier ook niet gezegd kan wor
den).
De stalen werken zowel op vlakken
als voor kanten en hoeken even
lekker. Alleen kan men er beter
geen verf mee schuren; daarbij
loopt het blad gemeen vol en is
daarna lastig te reinigen.
vaak tijdrovend werkje
Een kleurvergroting van een ge
slaagde dia kunt u zelf maken.
Dat is weer eens wat anders dan
dia's maken, al dan niet zelf in-
ramen en daarna tonen. Als u de
ontwikkelingen van de laatste ja
ren volgt, weet u dat u thuis, he
lemaal zelf en dan nog niet eens in
de „donkere kamer", uitstekende
kleurvergrotingen kunt maken,
uitgaande van een dia.
Kort samengevat is de werkwijze
als volgt: met een vergrotingsap
paraat waarin uw kleurendia of
-negatiefje zit, belicht u geduren
de een aantal seconden een vel
kleurvergrotingspapier. „Pa
pier" mag je tegenwoordig ei
genlijk niet meer zeggen, omdat
er nogal wat plastic in is ver
werkt, met als voordeel dat het
materiaal veel sneller droog en
klaar is. Na het belichten moet
het papier in een trommel wor
den gedaan die veel lijkt op een
grote ontwikkeltank voor films.
Bij de papiertrommel is echter
een speciale voorziening voor het
in- en uitgieten van de benodigde
vloeistoffen gemaakt en op die
manier kan er geen licht de
trommel binnendringen.
Bij het hele ontwikkelproces dat nu
volgt en dat ongeveer een kwar
tier duurt is het aan te bevelen om
zoveel mogelijk de juiste tijden
aan te houden en ervoor te zorgen
dat de juiste temperatuur blijft
gehandhaafd. Maar het wordt u
wel gemakkelijk gemaakt met
overzichtelijke gebruiksaanwij
zingen. Een fabrikant heeft zeli's
een cassettebandje gemaakt met
een gesproken handleiding,
compleet met het geluid van in-
Zwaluwstaarten
Van e
i kwartier een goede foto
en uitgieten van chemicaliën en
gezellige muziekjes tussendoor.
U kunt dus een fotovergroting
maken van een dia, maar óók van
een kleurennegatief. De werk
wijzen verschillen vanzelfspre
kend. Er zijn diverse boeken en
boekjes over dit onderwerp.
Foto's op textiel
Vilt u een fotografische afbeelding
op een lampekap. kussenover
trek, boekomslag, als „schilderij"
en wat dies meer zij? Het kan al
lemaal met fotolinnen, dat pre
cies zoals fotografisch papier
verwerkt kan worden. Er zijn
heel wat aardige effecten moge
lijk.
Titeldia's
Het laatste restje van een ontwik
kelde diafilm is pikzwart. Met een
schaar, mesje, paperclip of iets
dergelijks kunt u er toch nog wat
mee doen. Titels maken bijvoor
beeld voor het begin en eind van
uw diaserie. Maar ook tekenin
getjes, al of niet met tekstballon
netjes voor een soort stripver
haal. Ook een blank stukje film is
heel bruikbaar en dat is elk be
ginstuk van een ontwikkelde ne
gatieffilm (voor foto's). Zo'n hel
der stukje film kunt u met een
speciale viltstift of met glasverf
beschilderen, waarbij fantasti
sche kleureffecten mogelijk zijn
Ook op deze manier kunt u titel
dia's maken.
De aloude zwaluwstaartverbin-
ding, vroeger toen arbeidstijd
nog niet zo zwaar meetelde door
geduldige schrijnwerkers met de
hand uitgestoken, heeft nog altijd
de voorliefde van puur hobbyis-
tische houtbewerkers.
Er zijn vele andere, ook zeer sterke
houtverbindingen die de doe-het-
zelver heel wat gemakkelijker
kan maken. Vandaar dat er nog
maar heel weinig „gezwaluw
staart" wordt. Toch is er wel weer
een groeiende belangstelling
voor waar te nemen. De oorzaak
daarvan is' het toenemend ge
bruik van massief vure- en gre-
nehout.
Vuren en grenen planken van forse
dikte (verlij md tot gave, fa
brieksmatig geschuurde delen)
worden weer door diverse leve
ranciers in de handel ge
bracht.
OiYi daarvan nu bijvoorbeeld een
kastje, een lade of iets dergelijks
te bouwen, is een houtverbin
dingstechniek vereist die bij
voorkeur spijkers, schroeven of
andere storende materialen uit
sluit.
Een van de, ook uit decoratieve
overwegingen meest aantrekke
lijke verbindingstechnieken is
dan wel de zwaluwstaart, waarbij
twee onderdelen die haaks op el
kaar gemonteerd zijn met kegel
vormige „tandjes" precies in el
kaar gri jpen. Een beetje houtiijm
is voldoende om een zeer sterke
verbinding te maken.
Nu is het echter een heel lastig kar
wei om die zwaluwstaartprofiel-
tjes allemaal met de hand uit te
steken. Uiterst precies werd dat
alleen een heel geroutineerde
amateur-houtbewerker tot een
goed einde brengt.
Een iets eenvoudiger variant op de
zwaluwstaart is de zgn. tandver-
binding, waarbij de profieltjes
niet kegelvormig maar recht zijn.
Met wat handigheid (en wanneer
men een goede cirkelzaagmachi
ne bezit) is zo'n tandverbinding
nog wel te maken.
Voor beide verbindingstypes be
staat echter ook een handig hulp
apparaat. Daarmee is een zwa
luwstaart- of tandverbinding in
korte tijd gemaakt, perfect pas
send. Dit zwaluwstaarthulpstuk
past op de boormachine en er kan
naar wens een conische frees
voor de zwaluwstaart of een rech
te „vingerfrees" voor de tandver
binding in gespannen wor
den.
Het tweede deel van het apparaat
wordt samen met het hout op de
werktafel geklemd en via de in
dat deel aanwezige sleuven freest
men, met de boormachine in de
hand, feilloos de profielen in bei
de delen hout. Wie eenmaal met
dit gereedschap (van Wol fc ra ft)
gewerkt heeft, krijgt er beslist
plezier in Voor ongeveer 83 is
het in vele dhz- en gereedschap-
penwinkels te koop.
Telekopiëren
Een andere techniek, die dank zy
de chip ontstellend geëvolueerd
is, betreft het kopiëren. Kopieer
apparaten zijn zo snel geworden
en leveren daarbij zulke nette af
drukken, dat er al snel sprake is
van een soort huisdrukkerij. 't
Nieuwste zijn de telekopieerders.
Het zijn toestellen, uitgerust met
nog meer chips, die razendsnel
een afdruk leveren van een brief
of memo die via de telefoonlijn
van elders binnenkomt.
Ook de dicteerapparatuur is tot mi
nimale afmetingen terugge
bracht. Op een heel klein bandje
(kleiner dan de com pactcassette)
spreekt men boodschappen, ver
slagen of brieven in, die met bijna
net zo'n klein toestel op kantoor
weer kunnen worden uitgele-
Chips zitten ook in de moderne te
lefoons, die zelf nummers kun
nen kiezen, totdat de verbinding
tot stand komt. Jammer is het ai-
leen dat vele vindingen op dit ge
bied niet door de PTT zijn goed
gekeurd waardoor men op kan
toor niet de modernste appara
tuur kan toepassen. Bij inter
coms is men vrij te kiezen wat
men wil. Intercoms hebben nog
maar enkele draadjes nodig, in
plaats van dikke bundels kabel,
om vele posten door een heel
kantoor te kunnen verbinden. Er
kunnen veel meer gesprekken
tegelijk worden gevoerd en in te
genstelling tot de telefoon heeft
men zijn handen vrij als men
spreekt.
Al vele jaren geleden is in de
plaats van de „ouderwetse"
stoffering op springveren in
zitmeubels, het schuimmate-
riaal verschenen. Eerst kwam
het schuimrubber, daarna het
zgn. polyetherschuim. Beide
hebben wel iets van elkaar
weg, alleen zit in de aard van
het basismateriaal een groot
verschil. Het echte schuim
rubber is een latexprodukt,
polyetherschuim is een
kunststof. Ze hebben wel met
elkaar gemeen dat de massa
door het inpersen van lucht
ontelbare kleine luchtbel
letjes heeft, die de materialen
hun zachtheid en veerkracht
geven.
In de dagelijkse praktijk wor
den beide produkten vaak
met elkaar verward. Polye
therschuim wordt zonder
blikken of blozen ook
„schuimrubber" genoemd.
Het wordt overigens tegen
woordig veel minder toege
past dan polyetherschuim;
die eerste schuimnaam is ge
woon blijven hangen...
Uit de klachten die soms over
schuimmaterialen voor stof
fering worden geuit, blijkt dat
men er nagenoeg dezelfde
kwaliteiten van verwacht als
van de vroegere springvere-
nonderbouw in stoelen, fau
teuils, bankstellen enz. Dat is
niet helemaal redelijk. De
schuimprodukten kwamen
op de markt als gemakkelijke
en betrekkelijk goedkope
vervangers voor de springve
ren die bij reparatie heel wat
problemen plegen op te leve
ren en die dan ook voor de
doe-het-zelver niet zo'n aan
trekkelijk object vormen. Al
dat gedoe met singelband
spannen, veren bevestigen,
veren spannen, voering aan
brengen enz. werd ineens
helemaal overbodig toen een
„zachte zit" eenvoudig kon
worden verwezenlijkt door
een stuk schuimmateriaal. op
maat gesneden, te gebrui
ken.
Dat gemak (en de besparing aan
kosten) heeft uiteraard zijn
consequenties. Schuimmate
riaal gaat niet zo lang mee als
een goed gemaakte springve-
renconstructie van goede
kwaliteit. Men moet ervan
uitgaan dat schuimrubber
een „standtyd" van een jaar of
tien heeft; polyetherschuim
gaat 5 a 6 jaar mee. Hun le
venseinde is niet aan dezelfde
ziekte te wijten. Schuimrub
ber is onderhevig aan verou
dering. waardoor het als het
ware gaat verpulveren. Polye
therschuim wordt „moe": de
veerkracht vermindert gaan
deweg en het blyft op de lan
ge duur in elkaar geplet. Ver
vanging is meestal niet zo'n
lastige zaak, voor iemand met
een beetje handigheid best
zelf te doen.