Helmut Schmidt ontwikkelt zich tot alom gerespecteerd staatsman "PPR-kamerlid Jansen bang dat acties stroomgroepen uit de hand lopen Geweld slechte zaak voor anti-kernbeweging" ;ATERDAG 20 SEPTEMBER 1980 PAGINA 27 )EN HAAG (GP0) - Tweede-Kamerlid Leo Jansen (PPR) uit Velp is zeer beslist in zijn afwijzing van de door de Gelderse Stroomgroepen aangekondigde acties in en rond de kerncentrale in Dodewaard. „Min of meer tegen j de verdrukking in hebben we in de afgelopen jaren een ommekeer bereikt in het denken over kernenergie. Er is nu een discussie gaande, die zal uitmonden in een vol strekte afwijzing van de kernenergie in Nederland. Daar twijfel ik niet aan. Ik vrees echter dat de acties van de Gelderse Stroomgroepen op geweld zullen uitlopen. En dat zal de anti-kernenergiebeweging worden aangere kend. Let wel, ik zeg niet dat er van de kant van de Gelder- j se Stroomgroepen geweld zal worden gebruikt, maar als er geweld zal uitbreken, slaat dat ongetwijfeld terug op de groeperingen die tegen het gebruik van kernenergie zijn. Het zal jaren kosten om het verloren terrein dan weer terug te winnen. Als we daar dan nog ooit in zullen slagen. Nee, wat de Gelderse Stroomgroepen nu van plan zijn, zal negatief werken". Leo Jansen is met hart en ziel bij de strijd tegen het gebruik van kernenergie betrokken. In en buiten het parlement laat hij zijn stem daartegen horen. Zijn denkbeelden mogen dan niet al- tijd door een ieder worden ge- i deeld, de wijze waarop hij zijn ar gumenten naar voren brengt, heeft tot nu toe altijd respect af gedwongen, ook bij de voorstan ders van kernenergie. Het is dan ook wel te verklaren dat de Vel- penaar zijn hart vasthoudt als de Gelderse Stroomgroepen bij hun standpunt blijven, dat medio volgende maand de kerncentrale dicht moet. Jansen is ervan overtuigd dat over enkele jaren niet langer kern energie in Nederland zal worden toegepast. „Vanzelfsprekend zal de kans op een ongeval in een kerncentrale belangrijk worden teruggedrongen. Maar een kleine kans zal er altijd blijven. Om dan maar te zwijgen van het giganti sche probleem van het kernafval. Daar zal nog jaren op gestudeerd moeten worden. En zelfs dan zal de oplossing van het afval probleem niet afdoende zijn op- i gelost". ILeo Jansen schetst een uitermate somber toekomstbeeld. Het beeld van de plutoniumecono- mie. „Je moet eens nagaan welk een samenleving er nodig zal zijn om kernenergiecentrales veilig te laten functioneren. Om elke actie van tegenstanders uit te bannen. Er zullen BVD-achtige situaties ontstaan. Een staat in een staat. Want wie maakt uit wie betrouw baar is, wie er kan worden geïn formeerd. Wie maakt uit wie de informaties mag doorgeven?" Jansen wijst in dit verband op de opschudding die recentelijk is ontstaan over de inhoud van het contract dat de Provinciale Zeeuwse Elektriciteits Maat schappij (PZEM) heeft afgesloten met de Franse opwerkingsfa briek Cogéma voor het afval van de kerncentrale in Borssele. Of het parlement in een „pluto- niumeconomie" niet als een overkoepelend vertrouwensor- gaan zal kunnen functioneren? Het PPR-kamerlid: „Dat kan niet. Kernenergie tendeert naar een gesloten systeem. Strikte ge heimhouding zal eerder regel dan uitzondering zijn. Het zal een on aantastbare doelstelling worden, dat kerncentrales ten koste van alles in zo'n maatschappij moe ten blijven functioneren. Met alle nare gevolgen van dien. Want is er al niet eens in de Kamer, door Verbrugh van het GPV, gewezen op de noodzaak van militaire be veiliging van kerncentrales. Het is bizar, maar daarmee stel je als parlement wel een stuk van de ei gen democratie buiten werking. 'En die kant mogen we nooit op gaan". Doorstroming Leo Jansen. Sinds december 1972 maakt hij deel uit van de Tweede- Kamerfractie van de PPR. In sep tember volgend jaar zal hij niet meer in het parlement terugke ren. Hij zou zeker zijn geweest van een hoge plaats op de verkie zingslijst van de radikalen. Toch heeft Jansen vrijwillig voor het vertrek gekozen. Het gebrek aan regelmaat in zijn leven, de nood zaak tot doorstroming binnen een politieke partij - „een absolu te voorwaarde voor het voortbe staan van een partij" - en de toe nemende routine-achtige bena dering van de problemen waar mee hij als kamerlid wordt ge confronteerd, hebben hem tot het besef gebracht dat het na acht. jaar tijd is voor een frissere kijk op de problemen, zoals hij het formuleert. Leo Jansen, die praktisch elke dag met de trein de rit Velp-Den Haag v.v. maakt, is vooral verheugd over de ommekeer in het denken over kernenergie. „Ik zag dat een jaar of zes, zeven geleden zeer somber in. We zaten immers toen midden in de oliecrisis en de voorstanders van kernenergie za ten plotsklaps in zetels. Maar toch hebben we bereikt dat de kritiek op de kerncentrales vrij algemeen is geworden. Ik ben er vooral blij mee dat de PPR daarin een voortrekkersfunctie heeft kunnen vervullen", aldus Leo Jansen, die ervan overtuigd is dat de maatschappelijke discussie zelfs zal uitmonden in een slui ting van de bestaande kerncen trales in Dodewaard en Borsse le. Geven de gewijzigde denkbeelden over de kernenergie de meeste voldoening, hij betreurt het dat we de economische situatie nog steeds niet beheersen, „ondanks alle gepraat over selectieve groei". „In wezen hanteren we nog altijd het oude economische systeem, waarbij de nadruk ligt op financieel-economische as pecten. Natuurlijk, een even wichtige betalingsbalans is van het allergrootste belang, maar minstens even belangrijk zijn die zaken die niet onmiddellijk in geld zijn uit te drukken. Als er in de laatste rapporten van de We tenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid over welvaart wordt gesproken, dan is dat be grip welvaart alleen maar als ma teriële welvaart gedefinieerd. Een soort geloofsgegeven". Meer mankracht „Let wel", vervolgt Leo Jansen, „het gaat er mij niet om terug te keren naar grootmoederstijd. Maar er moet wel wat gebeuren. Kijk maar eens naar de land bouw, waar in een periode van nog geen tien jaar zo'n honderd duizend arbeidsplaatsen verlo ren zijn gegaan. En het zullen er in de komende tien jaar zonder twijfel nog eens honderdduizend worden. Maar wat wil je ook, met die hoge energieprijzen, met die intensivering van het grondge bruik, de schaalvergroting en de toenemende mechanisering". Het is zijn vaste overtuiging dat de zaken ook anders kunnen worden aangepakt. Hij betoogt dat dezelfde opbrengst per hecta re kan worden verkregen, als energie voor mankracht wordt ingewisseld. „Nee, niet door met de kruiwagen te lopen. Onzin. Maar wel met andere produktie- technieken, meer grondbewer king, een gerichte en niet massale ziektebestrijding van gewassen op het veld". De PPR-politicus praat over een nieuwe maatschappij van herstel en hergebruik. Het zal naar zijn mening inderdaad de nodige in spanning vergen om de economie zo in te richten dat er gekozen kan worden tussen nieuwkoop en re paratie. „Bij de herstel-herge- bruik-economie bevoordeel je mankracht boven energie. Op die manier ook leg je de macht weer bij de mensen in plaats van bij het kapitaal. Krijgen mensen echt invloed op zaken, waarover ze praten". Over invloed en macht gesproken. Het parlement kan volgens Leo Jansen veel meer invloed uitoe fenen dan nu het geval is. Hij weigert ervan uit te gaan dat het parlement machteloos is. Maar PPR-kamerlid Leo Jansen: niet terug naar grootmoederstijd het huidige parlement wil die macht niet, is zijn stellige opvat ting. „Dat heeft het bewezen toen een initiatief van Arie van der Hek (economisch expert binnen de fractie van de PvdA-red) en mij om de handel en wandel van de multinationale ondernemin gen eens grondig na te gaan, door CDA en WD zo zeer werd uitge kleed dat er niets meer van over bleef. Op dat soort momenten geef je als parlement macht uit handen". Leo Jansen. Hij zal de campagne van de PPR in de komende ver kiezingen gaan leiden. Het zal aan hem niet liggen als de invloed van de PPR in de komende jaren ge ringer zal wordent „De ideeën werken door. Daar ben ik zeker van. Ik geloof er in: de macht van het idee. Soms merk je dat het geen fixie is. Ook al word je vaak overschreeuwd door de macht van het getal". Helmut Schmidt: .agressief (Van onze correspondent Hans Amesz) BIELEFELD-KASSEL - Op het plein tegenover het raadhuis in Bielefeld wordt geschreeuwd: „Bloemen weg, wij willen Hel mut zien". De Duitse bondskan selier Helmut Schmidt glimlacht en doet op het bordes van het stadhuis een paar stappen voor waarts. Als beloning krijgt hij een daverend applaus van ruim 10.000 mensen, die zich 's mid dags om half vijf hebben verza meld om te horen wat SPD-lijst- trekker en regeringsleider Schmidt aan verkiezingsvuur te bieden heeft. Dat velen Schmidt niet alleen wil len horen, maar ook zien, is teke nend voor de toenemende popu lariteit van de bondskanselier. Zeker, in de nu al ruim zes jaar waarin de 61-jarige Helmut Schmidt de „richtlijnen van de Duitse politiek bepaalt" heeft hij zich ontwikkeld tot een zowel na tionaal als internationaal buiten gewoon gerespecteerd staats man. Hij werd en wordt geprezen om zijn vakkennis, zijn vermogen om snel te analyseren, de moeite die hij neemt om anderen van de juistheid van zijn opvattingen te doordringen. Aan de andere kant werd hem ech ter verweten dat hij uitsluitend geïnteresseerd zou zijn in de da gelijkse politiek, in datgene wat te realiseren is. Daaraan dankt Schmidt ook zijn bijnaam „Der Macher" - degene die het wel zal regelen, een koele technocraat. De laatste tijd lijkt het erop dat de huidige bondskanselier van West-Duitsland niet meer in dat beeld past. De „koude Macher" is niet meer uitsluitend gerespec teerd. Het spontane „Helmut, Helmut"-geroep van zijn partij genoten op verkiezingsbijeen komsten toont aan dat Schmidt ook meer en meer „geliefd" raakt. De Bonner regeringschef weet wat hij zijn toehoorders schuldig is. Hij spreekt overal minstens een uur, hoewel bekend is dat verkie zingsstrijd niet zijn bijzondere voorliefde heeft. Net als de kan didaat-kanselier van de oppositie Strauss is Schmidt een redenaar stalent. Maar in tegenstelling tot Franz Josef kan Helmut zijn temperament controleren. Ook Schmidt wordt af en toe agres sief. Hij noemt Strauss een „Scharfmacher", iemand die nooit wijs zal worden, een man die aan grenzelose zelfoverschat ting lijdt. Die uitspraken volgen echter pas nadat de kanselier de Beierse minister-president heeft geciteerd. Schmidt slaat Strauss met diens ei gen argumenten. Hij herinnert aan de uitspraak van de kandi daat-kanselier dat de Russen nooit Afghanistan zouden zijn binnengevallen als hij, Strauss, kanselier was geweest. Hij her haalt woorden van de CDU-CSU- lijsttrekker dat de Polen Strauss hadden gekozen als ze hadden kunnen kiezen tussen hem en Gierek. En dan dondert Schmidt: „Deze Strauss heeft geen gevoel voor de trots van andere volke ren. Mijn God, wat een zelfover schatting." Buurland Schmidt roept dat er geen enkel buurland is dat niet bezorgd is over een Strauss als leider van de Duitse politiek. In het ijsstadion in Kassei citeert hij gedeelten uit de discussie die op de Neder landse televisie werd gevoerd nadat Brandpunt de in opdracht van de CSU gemaakte anti- Schmidtfilm had vertoond. „In Nederland zei een katholieke te levisiecommentator dat dit leek op nazi-propaganda", aldus Schmidt. Deze passage had hij overigens spontaan in zijn rede ingelast nadat SPD-woordvoer- der Peter Schellschmidt hem de in het Duits vertaalde Brand punt-discussie in de trein van Bielefeld naar Kassei had over handigd. Helmut Schmidt is van mening dat er tijdens de verkiezingscam pagne belangrijker thema's aan de orde moeten komen dan Franz Josef Strauss en zijn gevolg. „Men moet niet alleen tegen een CDU-CSU-regering zijn, maar ook weten waarvoor men is. Vooral vele jongeren hebben er recht op te weten wat er de ko mende jaren gebeurt". Schmidt zegt dan dat het duidelijk is dat er financieel nauwelijks speelruim te is. „Daarom is het des te be langrijker dat we behouden wat we hebben". Hij legt uit waarom de staat zoveel krediet heeft opgenomen. „We hebben miljarden marken gesto ken in het onderwijs, in de sociale woningbouw, in onderzoek en technologie, in het aankopen van olievoorraden. De resultaten daarvan komen pas in de toe komst tot uiting. Wij hebben ge zorgd voor de toekomst, wy heb ben door onze openbare geldpoli tiek tienduizenden arbeidsplaat sen geschapen. En dat zou niet juist zijn? Daardoor zouden wij de Bondsrepubliek aan de rand van een bankroet hebben ge bracht zoals de Union beweert? Afgezien van Frankrijk moet geen enkel land zo weinig rente over opgenomen kredieten be talen als wij", verklaart Schmidt. Vervolgens zegt de bondskanselier dat hij bezorgd is over de vreem delingenhaat in Duitsland. „Ik ben ervoor dat wij buitenlandse collega's beleefd en fair behan delen". En: „Wij hebben, na alles wat er in 1933, '34, '35 is gebeurd de „verdammte Pflicht und Schuldigkeit" (verdomde plicht en schuld red.) iedereen by ons op te nemen die zy n eigen land, of het nu Vietnam, Afghanistan of een andere staat is, om politieke redenen moet verlaten". Hij voegt daaraan toe dat zogenaam de schijn-asielzoekenden of bui tenlanders die in de Bondsre publiek hun binnenlandse ter reur willen voortzetten, in Duitsland echter niets te maken hebben. Schmidt moet niets van commer ciële radio en televisie hebben. Hij zegt angst te hebben voor de tijd dat de vader in de keuken naar het voetballen kijkt, de moeder in de woonkamer naar een liefdesfilm en de zoon in de kelder naar een pornofilm. De kanselier heeft natuurlijk niets tegen voetballen, niets tegen lief desfilms en „porno heb ik niet nodig". Maar hij is tegen te veel televisie, omdat daardoor het fa milieleven wordt verstoord, om dat daardoor niet meer met el kaar wordt gepraat. En dan te be denken, zegt Schmidt, dat de Union op de bres staat voor een zogenaamde gezondere familie- politiek en wël private radio- en televisiestations wil. Na de bijeenkomst in Kassei gaat de speciale verkiezingstrein te rug naar Bonn. De kanselier komt zelf om ongeveer twaalf uur 's nachts naar de restauratiewa gen waar zo'n 25 journalisten zit ten. Hij geeft eerst drie korte tele visie-interviews. Herhaalt met - enigszins andere woorden wat h ij eerder in Bielefeld en Kassei heeft gezegd. Dat de situatie in de wereld nog altijd bijzonder ge vaarlijk is. dat het daarom van le vensbelang is dat de beide grootmachten weer met elkaar spreken, dat de bondsregering het relatief goed gedaan heeft, dat Duitsland in de jaren tachtig niet zal worden geconfronteerd met een diepgaande crisis en dat hij „niet ontevreden" is over de tot nu toe voor zijn partij verlopen verkiezingsstrijd. Daarna maakt de kanselier een kleine rondgang. Hij praat ge noeglijk met journalisten, even als zijn vrouw Loki die hem op zijn verkiezingsreizen vergezelt. Schmidt blyft in de restauratie tot Bonn. Meer dan twee uur. Dat hij niet met journalisten kan op schieten, is in ieder geval op deze^ reis niet bevestigd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1980 | | pagina 27