EXTRA
PAGINA 31
r~
De in Arnhem woon
achtige acteur Paul
Meyer is dit jaar vijf
tig jaar toneelspeler.
Op zeer jeugdige
leeftijd sloot hij zich
al aan bij een ama
teurvereniging en
toen hij vijftien was,
werd hij per ongeluk
beroeps. ,,Mijn
vriend woonde in
Nijmegen vlak bij
eert bakker. Het was
alsof daar iedere dag
bij het leven werd
gevochten. Dat bleek
het toneelgezelschap
van Johan Steenber
gen te zijn dat daar
aan het repeteren
was. Toen ik dat had
ontdekt, vroeg ik of
ik mee mocht doen
en voor vijf gulden
per voorstelling heb
ik samen met de gro
te Paul Steenbergen
allerlei draken (spek
takelstukken) ge
speeld". Via de
schouwburgtent van
Piet Vink heeft
Meyer een eigen ge
zelschap opge
richt.
„Ik zong daarin een
solo die een Duitser
hoorde. Hij nam me
mee naar Düsseldorf
waar ik vier jaar bij
een operettegezel
schap heb gezon
gen". In het orkest
van dat gezelschap
speelde ook een jood
die al snel een goede
vriend van Meyer
werd.
„Toen Hitler in op
komst was, werd mij
verboden nog langer
op te treden. In m'n
jeugdige overmoed
heb ik daar ernstig
tegen geprotesteerd
met als gevolg dat ik
het land werd uitge
gooid. Maar ik zag
kans m'n vriend mee
te nemen. Enkele ja
ren geleden is hij een
natuurlijke dood ge
storven", zegt Paul
Meyer. „Dus niet in
de gaskamer..."
Hij heeft vele tiental
len uiteenlopende
rollen gespeeld bij de
Haagse- en Neder
landse Comedie, sa
men met de grootste
acteurs en actrices.
Zijn landelijke be
kendheid is enorm
toegenomen na rol
len in: Hollands Glo
rie, Pommetje Hor
lepiep, Swiebertje,
Dirk van Haversker-
ke. Alleen op de We
reld en stukken van
Guy de Maupassant
(onder meer Het Le
gaat).
Op 65-jarige leeftijd
heeft Paul Meyer be
sloten na een ernsti
ge ziekte het wat
kalmer aan te gaan
doen en samen met
z'n vrouw in de cara
van veel van de we
reld te gaan genieten.
Toch staan er nog wel
grote rollen op sta
pel: in een Duitse
speelfilm, een
NCRV-produktie en
als alles goed gaat in
een grote documen
taire over de zee
sleepvaart.
ARNHEM - De afstand
tussen de vakantiebe
stemming van de Arn
hemse acteur Paul
Meyer en zijn huisarts is
net groot genoeg om op
één dag te kunnen wor
den afgelegd. Hij gaat
bewust met de caravan
naar een dorpje in
Luxemburg.
De uiterst sympathieke
toneelspeler heeft moei
lijke tijden achter de rug.
Onlangs moest hij tij
dens zijn vakantie in
Salzburg hals over kop
terugkeren naar Arnhem
in verband met een dik-
kedarmontsteking.
Daarnaast heeft hij veel
last van hernia en doet
zijn hart het, zoals hij
zegt, niet zo jofel.
Regelmatig steekt astmatische
bronchitis de kop op. "Vandaar
dat ik zoveel rook, tot grote er
gernis van mijn arts", merkt
Paul Meyer op. "Maar hij heeft
weer een ansichtkaartje ge
stuurd, dus is het weer goed".
Redenen genoeg voor de jubile
rende acteur om geen grote to
neelrollen meer te accepteren.
„Ik kan best veertig pagina's
per nacht leren, maar het vergt
geestelijk en lichamelijk te
veel. Ik wil niet het risico lopen
vandaag of morgen in een hou
ten jas te zitten..."
Paul Meyer woont met zijn vrouw
in een rustige Arnhemse flat,
ver verwijderd van de wereld
van glitter en glamour. In de
gang hangt een foto aan de
muur waarop de acteur samen
met zijn favoriete regisseur Jan
Keja staat afgebeeld.
Een unieke foto, want in de hele
woning is verder niets te vin
den wat erop duidt dat hier een
populaire Nederlander woont.
Foto's deelt hij aan kinderen uit
en zelfs de prijs die hem ooit is
toegekend, heeft geen plaats in
de flat gekregen. „Ach", zegt de
acteur verontschuldigend, „die
ben ik vergeten op te halen. Ik
haal hem ook niet meer want
prijzen kunnen me niets sche
len". De enige prijs die hem in
teresseert is de waardering van
het publiek.
„De bekendheid kan me geen
laars schelen. Of je nu bakker,
kruidenier of acteur bent. je
moet alles zo goed mogelijk
proberen te doèn. En je bent
blij als je daarmee je brood
kunt verdienen. Als je lol in je
vak hebt, is het vak goed voor
jou. In wezen is alles precies
hetzelfde. Maar ik houd van to
neel en kan me goed voorstel
len dat een bakker van zijn
bakkerij houdt".
„Kijk, een goede rol geeft vol
doening maar ga in Jezusnaam
niet zeggen dat ik kunstenaar
ben". Als Paul Meyer na een
voorstelling de deur van een
schouwburg achter zich dicht
doet, is hij acteur af. „Dan ben
ik in mijn eigen leven. En ik leef
in de gelukkige omstandigheid
dat mijn vrouw geen verstand
heeft van toneel. Thuis wordt er
dus niet over het theater ge
sproken".
IJdelheid
De Arnhemmer is één van de
weinige acteurs die alleen de
artiesteningang van de theaters
kent. „Ik ga nooit naar de
schouwburg om een voorstel
ling te zien. Mijn collega's die
dat wel doen, gaan om gezien te
worden en om uiting te geven
aan hun kunstgevoelens... Hij
erkent dat een acteur of actrice
in wezen ijdel is. „Een acteur
barst van de ijdelheid. Ik echter
niet en daarom ben ik ook zo
kwaad op veel collega's die
denken dat een maatschappij
zonder hen niet kan bestaan.
Hoe jonger ze zijn, hoe meer
kapsones ze tegenwoordig
hebben. Er lopen er hier in
Arnhem enkele rond die nog te
slecht zijn om bijvoorbeeld
vuilnisman te spelen. Er zijn
ook ervaren collega's die zich
het vuur uit de sloffen lopen om
in de krant te komen".
Paul Meyer is bescheiden, wil ab
soluut niet op de voorgrond
treden en heelt eigenlijk nooit
moeilijkheden met regisseurs
of directies. Er is één directeur
die hem kwaad heeft weten te
krijgen. De toenmalige direc
teur van de Arnhemse toneel
het Amsterdamse Rozen
grachttheater gespeeld, anders
was ik een alcoholist gewor
den". Samen met onder andere
Willy Alberti heeft Meyer dat
stuk regelmatig met eigen im
provisaties opgevoerd. „Opeen
gegeven moment was het
Kerstmis in het jongerente-
huis. De pater hield een preek
en dan was het mijn grootste
liefhebberij op het sentiment
van het Jordaanse publiek te
spelen. Ik veranderde steeds de
preek en zag na vijf minuten de
eerste zakdoeken al tevoor
schijn komen. Na afloop ston
den de Jordaanse vrouwen met
hun mannen op de pater te
wachten om samen met hem
een neut in het café op de hoek
te gaan drinken. Elke avond
kwam ik stomdronken
thuis..."
Dezelfde alcoholische drank
vloeide ook rijkelijk in zijn tijd
bij de Nederlandse Comedie.
Hij heeft daar onder meer éen
van zijn favoriete rollen ge
speeld in de Rinocéros (drie-
hoornige neushoorn). „Toen
directeur Guus Oster mij ver
zocht bij zijn gezelschap te ko
men. vroeg ik hem met klem
mij niet in die verdomde „Gijs-
brecht van Amstel" te zetten
want ik heb de pest aan Von
del". De directeur was echter
niet te vermurwen want vol
gens hem was er maar één stem
geschikt om Diederick van
Haarlem te vertolken.
Viezerik
„Mijn stem", verklaart Paul
Meyer. „Natuurlijk heb ik die
rol gespeeld, maar ik heb Die
derick van 't begin af de „Vieze
rik van Haarlem" genoemd".
Aan het begin van de voorstel
ling moest hij een scène van
ruim tien minuten spelen. „Ik
was er gelukkig dus snel klaar
mee", zegt hij lachend.
Maar op zijn verjaardag moesten
ze ook een middagvoorstelling
spelen. Na die matinee ging
Meyer naar zijn stamkroeg
waar hij iedereen kende. Hij
vroeg een borrel en kreeg die
evenals de volgende van het
huis aangeboden. „Nou. nou",
zei ik, is er soms iemand jarig?
Ja. jij, zei de kastelein. In al
mijn onschuld was ik mijn ei
gen verjaardag vergeten.
„Dat is toen fiks uit de hand gelo
pen Want ik kreeg voortdu
rend borrels aangeboden en gaf
ze terug. Om half zeven was ik
stomdronken en in een taxi ben
ik naar het theater gereden.
Inmiddels was ik een klein
beetje bijgekomen maar ik kon
niet normaal praten en wist niet
meer waar het stuk over ging.
Normaal duurde mijn act dus
ruim tien minuten en zei ik pas
aan het eind: vaart voort gij
broeders en steekt het klooster
aan. Ik dacht: Jezus hier komt
niets van terecht. Laat ik maar
met het slot beginnen. Ik kwam
op, zei de bewuste zin en ben
direct naar achteren gewag
geld".
De acteurs achter de coulissen
hadden niet in de gaten dat
Paul Meyer zijn aandeel van
tien minuten had terugge
bracht tot nog geen minuut en
niemand was op tijd aanwezig
op het toneel xMaar door snel
ingrijpen van de toneelmeester
is het allemaal goed afgelo
pen.
Meyer heeft eigenlijk nooit last
van zenuwen gehad maar toen
hij de directeur van een kor-
miscircus speelde, voelde hij
zich toch niet erg lekker. „Ook
al wilde ik oorspronkelijk
veearts worden, ik was een
beetje bang van paarden. Ik zei
tegen de regisseur, je zoekt me
een hele makke knol uit anders
verdom ik het. Nou, ik zou het
"paard" van Sinterklaas krij
gen. Helaas overleed de
schimmel vlak voor de opna
men. En toen kwamen ze me
met een paard aanzetten! Ik zei
direct: je kan me doodvallen
maar daar ga ik niet naast staan.
Zijn leidster heelt hem toen in
bedwang gehouden. Ik moest
hem over zijn kont aaien en zijn
staart optillen. Zelden heb ik
last van plankenkoorts maar
toen stond ik te beven als een
oud wijf'.
Paul Meyer is ruim twee uur on
afgebroken aan het woord ge
weest. Zelfs onze consumpties
staan nog onaangeroerd op ta
fel. Hij steekt nog eens een si
garet op en vervolgt zijn relaas.
Al snel wordt duidelijk dat hij
bij voorkeur een rol speelt die
recht tegen zyn natuur in
druist. „Ik ga door voor een
gemoedelijk en vredelievend
persoon. Maar ik geniet als ik
de rol van de schurk mag spe
len die iedereen doodslaat
Paul Meyer staat op en gaat zijn
caravan pakken. In de lift vra
gen we of hij de oudste acteur
van Nederland is. Hij denkt
even na en zegt dan ..ik denk
het zo langzamerhand wel want
de laatste tijd zijn er snel achter
elkaar een aantal gegaan.
BEN ME VAN HELDEN
gende rollen erg slecht ge
speeld want ik was belazerd.
Toen heb ik me voorgenomen
nooit meer vast met een gezel
schap te werken en ben free
lance geworden".
Zwarte bladzijde
De Arnhemse Theater-periode
was een zeer zwarte bladzijde
in het loven van de bootsman
uit Hollands Glorie. „Ik heb nu
nog spijt als alle haren op mijn
hoofd dat ik de Nederlandse
Comedie heb verlaten. Maar",
vult hij direct aan. „dat lag niet
aan het gezelschap maar uit
sluitend aan de waardeloze lei
ding. Gelukkig is het er nu ver
anderd want aan Jacques
Luyer heeft Theater een uitste
kend leider".
Zelfs de enthousiaste inzet van de
rasechte acteur had onder het
conflict te lijden. „Normaal ben
ik een half uur voor de repetitie
begint aanwezig. Meestal kom
ik dan met gekende rol, want
dat vind ik leuk. Maar in die
drie gewraakte Arnhemse jaren
ging ik liever naar de kroeg dan
naar het theater. Als het even
kon. drukte ik me voor de repe
titie".
Ondanks alle perikelen bleef
Meyer Gelderland trouw om
dat hij het hier erg naar zijn zin
heelt en in een wip in Duitsland
is. „En", vult hij lachend aan.
„omdat een misdadiger altijd
teruggaat naar de plaats van de
misdaad". Paul Meyer woont
op nog geen steenworp afstand
van zijn geboorteplaats Velp.
Alleen de snelweg naar Duits
land scheidt hem van zijn ge
boortegrond.
Hij heeft rollen gespeeld in stuk
ken die door de bekende to
neelschrijvers zijn geschreven.
„Maar", zegt hij uit de grond
van z'n hart. „de leukste rol da-
ik heb gespeeld was Moppie
Leutermans in Pommetje
Horlepiep. Dat is zo verdomd
leuk. Het kost geen inspanning,
heeft geen allure, is direct en
pretentieloos".
„Kinderen kijken wel of je het
goed kunt maar niet of het
kunst is. Ze zijn bijzonder kri
tisch en weten verdomd goed
of je er met de pet naar gooit".
Er verschijnt een glimlach op
zijn karakteristieke gezicht en
trots zegt Paul Meyer: „Met
nieuwjaarsdag belden hier drie
meisjes aan die een groot pak
bij zich droegen. Ze kwamen
Moppie Leutermans nieuwjaar
wensen en hadden zelf het café
uit Pommetje Horlepiep nage-
knutseld. Dan is het toch de
moeite waard zo'p. rol te spe
len". Niet alleen op de televisie
maar ook op straat is Paul
Meyer caféhouder. „Hè Mop
pie". zegt de acteur lachend.
„Als de kinderen dat roepen,
vind ik het leuk maar zeggen
volwassenen dat. dan krijg ik er
een beroerte van".
Alcohol
De mooiste rol die hij ooit heeft
gespeeld is Shylock in „De
koopman van Venetië". „In het
begin heb ik steevast die rol
geweigerd omdat er een legen
de aan vastzit", verklaart hij.
„De enige acteur die die rol
speelde was de oude Louis
Bouwmeester. Om tegen een
legende te spelen is erg moei
lijk. want je wordt direct ver
geleken. Op een gegeven mo
ment hoorde hij dat Paul
Steenbergen bij de Haagse
Comedie „Shylock" ging spe-
Dat was voor hem het sein ook in
de huid van de jood te kruipen.
Gevolg: Paul Meyer speelde in
het Amsterdamse Centraal-
theateren Paul Steenbergen in
de Amsterdamse Schouwburg
op één avond tegelijkertijd
Shylock. Een recensent heeft
voor de pauze de ene Paul en na
de pauze de andere Paul beke
ken en de reacties van het
publiek genoteerd. „Toen heb
ik met vlag en wimpel van Paul
Steenbergen gewonnen met
die rol". Zegt hij er direct ach
teraan: „Paul Steenbergen is
een groter acteur dan ik. Maar
het heeft me wel iets ge
daan".
Een andere rol die hij niet licht zal
vergeten is die van de pater in
„Jongen stad". „Gelukkig heb
ik dat stuk maar zes weken in
groep Theater heeft hem. zoals
hij zelf zegt, ronduit bela
zerd.
De Gelderse acteur speelde bij de
Nederlandse Comedie waar hij
het enorm naar zijn zin had.
„Tijdens het Holland Festival
kwam die directeur, Ben Groe-
nier, elke dag aan mijn kop zeu
ren. Hij wilde mij naar Theater
halen. Nu was het mijn harte-
wens de rol van Falstaff in de
„Vrolijke Vrouwen van Wind
sor" te spelen. Als ik bij Theater
die rol zou krijgen, verhuisde ik
naar Arnhem".
De eerste stukken die Meyer bij
Theater speelde, sloegen noch
bij hem noch bij het publiek
aan. „Toen stond „Queen Eli
zabeth" op het programma,
waarin ik een toneelspeler zou
spelen". Hij steekt de zoveelste
sigaret op en gaat er eens extra
voor zitten.
„En nu komt de grap. Op een ge
geven moment is er een scène
waarin de koningin mij vraagt
of ik een stuk uil Falstaff wil
spelen. Dat korte stukje was
mijn aandeel in Queen Eliza
beth". Maar de directeur had
nog meer voor Paul Meyer in
petto. Twee jaar later had .hij
nog steeds niets over Falstaff
gehoord en hij besloot Ben
Groenier eens aan zijn jas te
trekken. „Toen had hij de bru
taliteit te zeggen dat ik Falstaff
in Queen Elizabeth had ge
speeld. Ik ben daar zeer kwaad
over geworden en heb de vol