Karper is een
vindingrijke
krachtpatser
1
VIS
sport
ZATERDAG 23 AUGUSTUS 1980
EXTRA
PAGINA 33
MOSKOU - Een van de meest opvallende verschijnse
len voor bezoekers van de Sowjet-Unie is het grote
aantal vrouwen dat aan het werk is in vrijwel elke
sector waarmee men te maken krijgt. Bij de douane, in
de trein, in restaurants, men ziet ze de straat schoon
maken en op steigers hun bouwvakverplichtingen
vervullen, ze zijn alomtegenwoordig in allerlei func
ties in hotels, schijnen een monopolie te hebben op de
bewaking van musea en bevolken in groten getale de
bureaus van allerlei instanties waarmee men in de
Söwjet-bureaucratie onvermijdelijk te maken
krijgt.
Het is een voortdurende demon
stratie van de gelijkgerech
tigdheid van de vrouw die bij
de grondwet geregeld is. Van
waar dan de schaarse feminis
tische geluiden en verschijn
selen die men de laatste tijd kan
waarnemen in deze staat waar
de werkende vrouw de meer
derheid (51 procent) van de
werkende bevolking uitmaakt?
Typerend voor de onvrede van
een aantal vrouwen is de op
merking van een Russische so
ciologe in het weekblad Litte-
ratoernaja Gazjeta. dat de
vrouw in de Sowjet-Unie wel
iswaar het recht op werk heeft
gekregen maar daarmee blijk
baar tegelijkertijd het recht op
vrije tijd heeft verloren.
Dat klinkt wat somber, maar wie
wat langer rondloopt in de
Russische maatschappij, die
krijgt voortdurend een en de
zelfde klacht te horen, namelijk
dat de Russische gemaal bitter
weinig uitvoert in het huishou
den en vooral de werkende
vrouw daarmee belast wordt
met een uitzonderlijk lange
werkdag. „Hij doet reuze zijn
best thuis, hij zet zelf de televi
sie aan", is een wrange mep die
niettemin de werkelijkheid
zeer nabij komt wanneer men
dat tenminste vergelijkt met de
verhalen die men zoal hoort en
die de ronde doen.
Slechts een minderheid van de
mannen is bereid om thuis de
handen uit de mouwen te ste
ken om zijn werkende echtge
note te ontlasten bij de verzor
ging van het huishouden en de
opvoeding van de kinderen.
Dat betekent een grote belas
ting voor een werkende vrouw
met (vaak) een kind. Werkda
gen van veertien uur en meer,
te weinig slaap, gebrekkige fa
ciliteiten om de kinderen bui
tenshuis onder te brengen en-
of om het huishouden te ver
lichten en te krappe woningen.
Een fikse lijst van klachten die
duidelijk maakt, dat het
grondwettelijke recht op werk
van de vrouw in het Russische
arbeidersparadijs niet automa
tisch een tevreden staatsburger
maakt.
Er zijn vrijwel geen sectoren in
het maatschappelijke leven in
de Sowjet-Unie waar de vrouw
niet meedoet in het arbeids
proces, ofschoon onlangs juist
besloten is de lijst van „gevaar
lijke" beroepen van 90 uit te
breiden tot 460, hetgeen vol
gens de officiële opgaven bete
kent dat ongeveer vijf procent
van alle beroepen voor de
vrouwen gesloten is. In de
overblijvende 95 procent is zij
uitgebreid vertegenwoordigd.
In sommige sectoren vormen
de vrouwen zelfs een massale
meerderheid, bijvoorbeeld in
de medische verzorging, waar
zij 70 procent van alle werken
den uitmaken.
In het onderwijs is dat vrouwelij
ke percentage zelfs 80 procent,
maar het aantal vrouwelijke
schoolhoofden bijvoorbeeld is
maar 21 procent. Hier komt een
belangrijk aspect om de hoek
kijken, namelijk de grote ver
tegenwoordiging van de vrouw
in het arbeidsproces maar haar
betrekkelijk geringe mogelijk
heden om in dat arbeidsproces
de top te bereiken. Daarvoor
zijn enkele factoren aan te wij
den. De eerder genoemde extra
belasting bijvoorbeeld voor de
vrouw, die er na haar werk en
de verzorging van huishouden
en kind(eren) nauwelijks meer
toekomt om zich achter stu
diemateriaal te zetten. En bij
scholing of extra studie is bijna
altijd een conditio sine qua non
voor het hogerop komen in de
Sowjet-maatschappij.
Daarnaast oefenen vele vrouwen
hun beroep vaak uit als aan
vulling voor de verdiensten van
de man, aangezien het gemid
delde maandloon niet van dien
aard is dat men daarvan op
merkelijk goed kan léven. Ook
in zo'n geval ontbreekt ge
woonlijk de motivering om dan
in het beroep dat dient als, eco
nomische aanvulling van de
huishoudbeurs, te proberen
hogerop te komen. Verder is de
Sowjet-maatschappij een
mannenmaatschappij, on
danks het feit dat de dames de
meerderheid van de werkende
bevolking uitmaken. Wel van
de werkende bevolking, maar
niet van de bevolking die het
voor het zeggen heeft.
Degenen die het voor het zeggen
hebben, vindt men in de eerste
plaats in de almachtige en
alomtegenwoordige commu
nistische partij van de Sowjet-
Unie (CPSU) Op een bevolking
van 265 miljoen zielen telt de
partij ruim 10 miljoen leden,
dat is 6,5 procent van de totale
bevolking. Ongeveer 25 pro-
cent van het aantal partijleden
bestaat uit vrouwen. Het hoog
ste bestuursorgaan van de par
tij is officieel het centrale comi
té van de partij. Dat telt 426 le
den en kandidaat-leden onder
wie 17 vrouwen, minder dan
vier procent dus.
De werkelijke macht binnen de
partij vindt men in de ver
schillende secretariaten van
het centrale comité en in het
politbureau. Hier vindt men
geen enkele vrouw. „Maar dat
is bij jullie ook zo", is het com
mentaar wanneer men op deze
cijfers wijst. Dat is wel waar,
maar de discrepantie ten na
dele van de vrouw is in de
Sowjet-Unie groter omdat de
vrouwen een veel groter deel
van de werkende bevolking le
veren dan in het Westen. Bo
vendien bestaat er in de door
mannen bestuurde en geregu
leerde Sowjet-maatschappij
geen mogenjKneid voor de
vrouwen om georganiseerd aan
te dringen op betere voorzie
ningen, gelijkere kansen voor
hogere functies en voor meer
aandacht in het algemeen voor
specifieke vrouwenproblemen
Dat leidde in Leningrad tot de
eerste georganiseerde feminis
tische activiteit en de uitgave
van een almanak over „Vrou
wen in Rusland". Na het ver
schijnen van de eerste uitgave
met documentaire en literaire
bedragen over de positie van de
vrouw in de Russische maat
schappij. werd de geheime po
litie (KGB) actief. Er werden
huiszoekingen verricht, ver
schillende vrouwen die onder
hun eigen naam aan de alma
nak hadden bijgedragen wer
den verhoord en ze kregen de
waarschuwing te horen dat de
uitgave van een volgend
pamflet tot arrestaties zou lei
den.
Toen de Olympische Spelen net
aan de gang waren, werden drie
vrouwelijke activisten het land
uitgezet, Natalia Malachows-
kaja, Tatjana Mamanowa en
Tatjana Goritschewa. De da
mes hadden het te bont ge
maakt volgens de autoriteiten,
niet alleen met hun feministi
sche publikaties (er was een
tweede almanak gevolgd) maar
ook met hun oproep aan de
Russische mannen om massaal
te weigeren om in Afghanistan
te vechten. De kritische instel
ling van de feministen ten op
zichte van de autoriteiten bleek
ook al uit de plaats van uitgifte
van de almanak, namelijk „Sint
Petersburg" zoals Leningrad in
de tsjaristische tijd heette
voordat de stad werd herdoopt
naar de stichter van de Sowjet-
staat.
Nu zijn de Kremlin-machtheb-
bers de laatste jaren wel wat
gewend aan oppositionele ge
luiden die bijvoorbeeld in de
tijd van Stalin absoluut on
denkbaar geweest zouden zijn.
Waarom dan zo snel ingegre
pen en zo radicaal drie actieve
feministen over de grens gezet?
„Een typische mannenreactie;
een demonstratie van de ner
vositeit van de nog almachtige
man in de Sowjet-maatschap
pij die voor de helft draait op de
werkkracht van de vrouw", al
dus een westerse diplomate die
het niet onmogelijk achtte, dat
de ontevreden Sowjet-burge-
ressen de autoriteiten de ko
mendejaren veel meer kopzor
gen zal bereiden dan de paar
(intellectuele) oppositionelen
die het niet eens zijn met het
Kremlin-bewind.
Nu verschillen de klachten van
de Russische vrouwen niet zo
veel met die van vele westerse
vrouwen in het algemeen en
werkende vrouwen in het bij
zonder, zo zullen diverse lezers
misschien opmerken. Dat
klopt, maar dat is volgens
sommige feministische activis
ten in de Russische maat
schappij juist extra verwerpe
lijk omdat de revolutie van 1917
de bevrijding van alle burgers
zou bewerkstelligen en dus ook
van alle burgeressen. Maar die
zijn in de Sowjet-Unie juist de
„slavinnen van de slaven" ge
worden. volgens Natalia Mala-
chowskaja, die na haar uitwij
zing tevergeefs geprobeerd
heeft om de VN-vrouwencon-
ferentie in Kopenhagen wat
nauwkeuriger in te lichten over
de positie van de vrouw in de
Sowjet-maatschappij.
.Haar bewering dat de Russische
vrouw viermaal zo zwaar belast
wordt als de man, kan men met
een grote korrel zout nemen.
Maar een feit is wel, dat de si
tuatie van de Russische vrouw
wel ver verwijderd is van de
idealen die de eerste Sowjet-
feminste. Alexandra Kollontai,
voor ogen stonden. Zij ijverde
actief voor de communistische
machtsomwentehng en daarna
voor een gelijkgerechtigde po
sitie van de vrouw, maar moest
al gauw ontdekken dat de re
volutie mannenwerk was en zal
blijven. Zij werd al spoedig af
geschoven naar de buitenland
se dienst van de nieuwe
staat.
Kollontai pleitte voor gelijke po-
bevrijding van de vrouw uit de
kluisters van het huwelijk, voor
gelijke beroepskansen en mo
gelijkheden. Een pleidooi dat
ook een vrijer seksueel verkeer
inhield, zonder daar de hoofd
zaak van te maken. Inderdaad
werden huwelijks- en schei
dingsprocedures vlak na de re
voluties sterk vereenvoudigd,
maar in het begin van de jaren
dertig werd dat weer ongedaan
gemaakt en werden bovendien
de oude tsjaristische wetten te
gen homoseksualiteit weer in
gevoerd. Voor sommigen was
dit herstel van de oude tsjaristi
sche puriteinse filosofie een
duidelijke erkenning van de
mislukking van de revolu
tie.
„De socialistische maatschappij
verzekert niet alleen de gelijk
heid van de vrouw op maat
schappelijk, economisch en
politiek gebied, maar huldigt
haar ook als moeder", aldus het
s taatspers bureau Tass enkele
weken geleden. De vrouw als
broedmachine is wel heel wat
anders dan Kollontai zich heeft
voorgesteld en waarnaar de
feministen uit Leningrad stre-
KOEN CORVER
Om te voorspellen dat je
tijdens een visdag een
voorn aan de haak zal
slaan hoefje als sportvis
ser geen waarzegster met
kristallen bol te raadple
gen. Ook de vangst van
een blei is zo'n alledaag
se gebeurtenis dat je er
met een grote, mate van
winstkans wedden
schappen op kunt afslui
ten. Riskanter wordt het
al om te beweren dat de
vangst in elk geval ook
een brasem deel zal uit
maken.
Maar het getuigt van een zekere
roekeloosheid om a^n de voor
avond van een visdag te bewe
ren dat je ervan overtuigd bent
de volgende dag een karper te
zullen vangen. Want karper is
niet alleen een vis, die je pas de
baas bent wanneer hij in het
schepnet zit, het is ook een heel
onberekenbare vis. De ene dag
legt hij een grote bijtlust aan de
dag en nauwelijks vierentwin
tig uur later geeft hij op dezelf
de plek niet thuis.
Daarom en om nog een handvol
andere redenen is het voor
spellen van een karpervangst
een hachelijke zaak. Algemeen
wordt aangenomen - en in veel
karperboeken ook beweerd -
dat de karper de grootste activi
teit aan de dag legt wanneer de
temperatuur stijgt. Wanneer de
zon nog aan de hemel staat, de
thermometer oploopt en de
weergoden zich van hun beste
kant laten zien.
Toch zijn er van die dagen waar
op alle factoren ten gunste van
een goede karpervangst lijken
uit te pakken en deze vissoort
toch verstek laat gaan. Een an
dere misvatting die in henge
laarskringen bestaat is dat de
karper die blijk van zijn aanwe
zigheid geeft op de visstek ook
te vangen is. Maar meer dan
eens heb ik in de afgelopen ja
ren meegemaakt dat de ene
grote karper na de andere zich
aan de oppervlakte vertoonde.
Zich soms met een sierlijke
buiteling boven de waterspie
gel vertoonde, maar een aan
trekkelijk gepresenteerde
aardappel op de haak onbe-
de-
P-
Er zijn ook van die dagen waarop
de karper duidelijk op zoek
lijkt naar voedsel. Zijn gewroet
in en langs de bodem wordt aan
de oppervlakte verraden door
de aanwezigheid van trosjes
kleine belletjes, die van plaats
tot plaats verspringen en
nauwkeurig de plek markeren
waar de karper zich op dat
ogenblik moet bevinden. Het is
een goed teken. Dat zeker.
Toch zijn ook die overduidelij
ke blijken van een karper op
voedseltocht geen absolute
garantie voor een vangst.
Plotseling
Tegenover deze gunstige voorte
kenen staan ook de visdagen,
die de karpervisser geen enkel
vertrouwen geven.
De wind blaast stevig uit
uiteenlopende richtingen, de
regen valt gestadig uit een grij
ze hemel. En op het waterop
pervlak is geen belletje te be
kennen dat de aanwezigheid
van welke vis dan ook kan sig
naleren. En toch is de karper er
dan plotseling. Onverwacht
verheft de pen zich uit het wa
ter om vervolgens met een flin
ke snelheid uit het zicht te ver
dwijnen.
Vissen op karper is geen sport
voor onrustige naturen. Uit het
bovenstaande zal u al duidelijk
zijn dat er veel geduld voor no
dig is. Dat iemand veel zitvlees
moet hebben. Een karpervisser
moet erop voorbereid zijn soms
hele visdagen vergeefs te moe
ten wachten op die ene verras
sende aanbeet, die alle uren
\ttu%
wachten in één klap doet verge
ten. Want een karper aan de lijn
verschaft de visser een dosis
sport, die in de hengelarij zijn
weerga niet kent. De tomeloze
kracht, waarmee hij zich uit de
voeten maakt, wanneer de vis
zich gehaakt weet. De explosie
van energie waarmee henge
laar en materiaal op de proef
worden gesteld. De vinding
rijkheid waarmee hij alsnog
probeert het contact met de
sportvisser te verbreken. Het
zijn de typische karaktertrek
jes van de karper.
De eigenzinnigheid van de kar
per wordt nog eens onder
streept door zijn bizarre voor
keur voor bepaalde plaatsen.
Van een zekere logica op dit
punt is geen sprake. Karper tref
je bijvoorbeeld aan in smerige
grachten en singels. Plaatsen
waar je geen vis zou verwach
ten. Temidden van lozingspun-
ten, zwemmend tussen roestige
fietsen en afgedankte matras
sen scharrelt hij z'n kostje bij
elkaar. Erg kieskeurig lijkt de
karper dus niet te zijn, wanneer
hij zijn leefmilieu uitzoekt.
Opvallend is wel dat de karper'op
die plekken meestal niet in al te
beste conditie verkeert. Met de
bijtlust valt het over het alge
meen wel mee. En ook aan zijn
schubbenpak is meestal niets
bijzonders op te merken. Vaak
zijn ze op die plekken beter
vangbaar dan op uitgestrekter
en beter ogender water. Maar
met hun strijdlust is het over
het algemeen droevig gesteld.
Natuurlijk, ze bieden de henge
laar meer sport dan de gemid
delde brasem. Ook de kans op
verspelen is aanwezig (al was
het alleen door de aanwezige
obstakels onder water), maar
verder lijken ze "èerder op
amechtige heertjes in hun na
dagen, dan op hun krachtige
soortgenoten in een gezondere
omgeving.
Voor vindplaatsen van karper op
plassen, meren en poelen zijn
wel een paar vuistregels te ge
ven. Maar ook hier geldt dat de
wegen en de voorkeuren van de
karper ondoorgrondelijk zijn.
Al is het over het algemeen zo
dat hij een voorliefde heeft voor
een omgeving met waterplan
ten. Rietkragen, waterlelievel
den, zijn plaatsen waar de kar
per graag rondstruint op zoek
naar voedsel.
De beste vangplaatsen liggen
meestal in de ondiepere gedeel
ten van een plas of meer. Zo tot
anderhalf a twee meter. Is er
weinig begroeiing in of langs
het water - en dat geldt meestal
ook voor bredere kanalen en
vaarten met een intensieve
scheepvaart - dan zoekt de
karper zijn leefruimte in het
bijzonder in de buurt van be
schoeiingen. meerpalen, kaden
en bruggen. Hier wordt de kar
per meestal in de diepere ge
deelten aangetroffen.
Ik had het met u over de vinding
rijkheid van de karper. Dat
geldt zeker voor de vis, die ge
haakt is en werkelijk alles in
het werk stelt om uit de buurt
van het schepnet te blijven. Of
de keuze van het leefmilieu
daarmee te maken heeft, het
lijkt me wat ver gaan. Een feit is
wel dat de karper vaak gebruik
wenst te maken van de hem ter
plaatse geboden ontsnap-
pingsmogelijkheden.
t,r zijn al neel wat sportvissers die
dat door schade en schande
hebben moeten leren. Bootvis
sers worden nogal eens gecon
fronteerd met het fenomeen
van de plotseling terugkerende
karper. De vis kiest - als hij is
vastgeslagen - m eerste instan
tie voor de ruimte. Hij neemt
vaak tientallen meters lijn van
de werpmolen in enkele secon
den tijd. Dan valt de lijn plotse
ling slap. Het is alsof de haak
niet goed gezet was en de vis is
losgeschoten.
Vaker wordt die slapvallende lijn
veroorzaakt door het feit dat de
karper is teruggekeerd naar de
plek waar hij werd vastgesla
gen. Niet zelden blijkt hij onder
de boot te zijn doorgezwom
men en heeft hij de lijn om een
van de steekstokken heen-
gevlochten. In zo n geval komt
het op heel snel handelen aan.
Want anders staat u enkele se
conden later met een hengel in
de hand. waaraan slechts een
stukje lijn in de wind wappert.
Doelwit
Rietkragen en watcrlelicveldcn
zijn ook vaak het doelwit van
een gehaakte karper. Al tijdens
de eerste run probeert de kar
per vaak deze beschutte plek
ken te bereiken. Zwemmend
tussen de stelen en de wortels
van de waterplanten beproeft
hij de sterkte van de lijn. Voor
de hengelaar betekent een kar
per op weg naar of tussen de
planten vaak een actie onder
het motto "buigen of barsten".
Karpervissers die bij bruggen
en meerpalen hun hengel uit
gooien weten vaak al bij voor
baat welke pijler of welke
meerpaal een gehaakte karper
op het oog heeft bij een vlucht
poging. Daarom is het zaak zo
te manoeuvreren dat de karper
zijn zelfgekozen bestemming
nooit bereikt.
Het geeft nog eens overduidelijk
aan dat het drillen van een kar
per beslist geen- eenvoudige
zaak is, en dat er tussen vast
slaan en landen van een karper
nog een wereld van emoties
kan liggen. Een veelgemaakte
fout van beginnende karper
vissers is dat ze met de dril te
veel haast hebben en vaak in
een te vroeg stadium menen
dat de karper al njp is voor het
schepnet
Alle hoop op de vangst van een
Hink exemplaar wordt nogal
de bodem in geslagen
neer de vis al dicht in de
buurt van het schepnet is. Met
een onverwachte klap van de
staart slaagt de vis er dan toch
nog in zijn vrijheid te behou
den. Dat de periode vlak voor
de landing van de vis een kri
tisch tijdstip is. hangt onder
meer samen met de vrij korte
lijnafstand tussen molen en vis
en de meestal niet-ideale stand
van de hengel, waardoor het la
ten werken van de slip wordt
bemoeilijkt en er gemakkelij
ker draadbreuk kan optreden.
Optimaal
Breng daarom de karper pas bin
nen het bereik van uw schepnet
bent dat de vis is moegestre
den. Om de stand van de hengel
zo optimaal mogelijk te laten
zijn ook in de laatste fase van de
dril is een schepnet met een
lange steel een voorwaarde.
Overigens ook het net moet een
flinke afmeting hebben. En al
tijd aan denken nooit naar een
vis scheppen en rummer aan de
steel een net met een vis uit het
water tillen Want zelfs in dat
stadium is het nog mogelyk een
karper te verspelen.