Polen vertrouwt zijn leiders niet Het (on)gelijk van soldaat Van Wingerden Land van zelfspot irritatie, schaarste ZATERDAG 23 AUGUSTUS 1980 PAGINA 29 Soms benaderen de Po len hun eigen armoede met een mengeling van melancholie en zelf spot. Dat leidt tot deze humor: Het eet vegeta risch en heeft duizend benen. Wat is dat?" Antwoord: "Polen die in de rij staan bij een slagerswinkel". De gemiddelde Pool brengt vele jaren van zijn leven in een rij door -er zijn bejaarden die er ten dienste van anderen hun beroep van hebben ge maakt. Waar veel mensen op de been zijn is de volkse hu mor nabij. De Polen zijn er sterk in - de nationale leiders, maar nog vaker de kameraad uit het oosten, Leonid Brezjnjev, consequent met de bijnaam Lojnka aangeduid - zijn vaak onderwerp van de spot. "Partijleider Gierek komt nietsvermoedend langs een slagerswinkel en ziet een lange rij gedisciplineerd wachtende landgenoten voor de deur. Wat staan jullie hier te doen? vraagt hij. Wij wach ten op onze beurt, al urenlang, is het antwoord. Oh, wat erg, reageert Gierek, daar zal ik onmiddellijk wat aan laten doen. Komt er even later een vrachtauto langs, met hon derden stoelen..." Gaan de grappen over de gehate Russen, dan is altijd hun domheid onderwerp. Elke Nederlandse Belgenmop kan zo in het Pools vertaald wor den, zorg er alleen voor dat de Belgische hoofdrolspeler wordt vervangen door een Rus. Aan de Olympische Spelen is deze grap te dan ken: "Brezjnjev komt het sta dion binnen, ziet de Olympi sche vlag en leest hardop voor: oh...oh...oh...oh...oh" Is het ongepast om de huidige situatie in Polen met grapjes te benaderen? Wie de gemid delde Pool kent, weet dat die zelf zich daarmee op de been houdt. Achter de facade gaat bittere ernst schuil. Zeker de oudere Pool, die nog in de oorlog heeft gevochten, voelt zich als de prooi van een ade laar, die door een onbehou wen beer werd bevrijd - en daarna niet meer van die beer is afgekomen. Wie verder in de geschiedenis teruggaat, ziet een land dat voortdurend heen en weer gekaatst werd. Een bloedige historie De Duitsers en de Russen zijn dus gehaat - het zullen je bu- Partijleider Gierek (foto links) en de stakers in de haven stad Gdansk (rechts): de elite te genover de wantrouwende ar beider. blijkt dat er voor haar pnve iets te verdienen valt. Zwarte handel in westerse valuta, vooral dollars. Een Pool ziet in dollarshops begerens waardige produkten liggen, zoals de fameuze Poolse ham, die in de gewone winkel niet te krijgen zijn. Hij moet dus aan dollars zien te komen en benadert daarvoor de wester se toerist, die altijd wel in is voor een handeltje. Diefstal uit bedrijven, die soms tot komische voorvallen leidt. Zoals de Poolse arbeider die onder zijn hoed handig en kele worsten uit de vleesfa- briek had verstopt en bij het verlaten van de fabriek ver strooid, doch beleefd zijn hoed voor de directeur afnam. Uitbarstingen Onder de oppervlakte borrelt de verontwaardiging. De uit barstingen volgen om een wisselend, maar steeds korter wordend aantal jaren. In 1956, het jaar van de opstand in Hongarije, deden zich ook in Polen onlusten voor die met gebruikmaking van tanks de kop in moesten worden ge drukt. Gomoelka kwam als partijleider, binnengehaald als de verlosser. In 1970 moest hij het veld ruimen na op nieuw bloedige rellen, die honderden doden tot gevolg hadden. Gierek volgde hem op. Dat was een man uit het volk, een voormalig mijn werker. Hij kreeg krediet, door enkele populaire, maar niet zulke verstandige maat regelen te nemen: de prijzen van levensmiddelen werden voorjaren bevroren, de lonen gingen wel omhoog. En dat in een land dat economisch al lerminst floreerde. Na een aantal jaren gingen de prijzen toch omhoog en wel zeer drastisch. Het leidde in 1976 tot verzet van arbeiders in sommige delen van Polen, maar nog niet tot een explo sie. Gierek bleef, de haat richtte zich in de eerste plaats tegen premier Jaroszewicz, de boodschapper van het slechte nieuws: de onvermij delijke prijsverhogingen. De impopulaire Jaroszewicz - die ook nog tot nadeel had dat hij fysiek zoveel Russische trekken heeft - moest vorig jaar plaats maken voor Ba- biuch. Eerst mocht hij vorige maand op de televisie probe ren het volk tot inkeer te brengen. Het lukte hem niet, evenmin als vorige week par tijleider Gierek. Elite De Pool heeft weinig vertrou wen in de nationale leiders. De partijbonzen vormen een elite, wie het wel goed gaat en die voortdurend op de televi sie te bezichtigen zijn, ap- plaudiserend voor elkaar. Dziennik, het Poolse jour naal, is een opeenstapeling van de werkelijkheid ver bloemend nieuws. Gierek ziet men van bouwwerk naar bouwwerk snellen en van graanoogst naar graanoogst, om daar trotse verhalen te vertellen over de Poolse pres taties. Jammer alleen dat de burger de voorraden in de winkels alleen maar ziet slin ken. Olie op het vuur was de mededeling tijdens de Olym pische Spelen dat geen land er aan de vooravond van dit evenement zo goed als Polen in was geslaagd om de oos terbuurvan produkten (vlees) te voorzien en dat de Sovjet- buur daar zo trots op was. De mededeling kwam op een moment dat in sommige Poolse steden niet alleen het vlees en de koffie schaars was en de suiker op de bon, maar waspoeder zelfs in het geheel niet te krijgen. Het is vooral de wetenschap, dat vele waren wel in Polen worden geproduceerd, maar er niet te krijgen zijn, die de bevolking mateloos irriteert. De Sovjet-Unie pikt uiter aard haar graantje mee. Niet voor niets werd onlangs in Oost-Polen een trein met vlees die naar Moskou on derweg was, tegengehouden. Ook het westen staat voorin de rij. Er zijn in Polen vlees- fabrieken, waarvan de totale produktie linea recta naar de Verenigde Staten gaat. De plaatselijke bevolking kan vervolgens weer in de rij gaan staan om niet meer dan een varkenskop of een vette knoflookworst te kunnen ko pen, met uitzondering van degenen die in de fabriek werken. Dat Polen zoveel exporteert heeft alles te maken met de belabberde economische si tuatie. Geen land in Oost-Eu ropa waar de geestelijke vrij heid ondanks de bemoei zucht van de Sovjet-Unie zo groot is, geen land ook waar mee het materieel zo slecht is gesteld. Dat heeft voor een deel te maken met de recessie in 't westen der jaren zeven tig. De Polen gokten op de welvaart in de kapitalistische wereld en hoopten op een jaarlijkse groei van de export van industriel;e produkten naar het westen. Zij staken zich diep in de westerse schulden om de industriële produktie zo hoogwaardig mogelijk te maken. De crisis in het westen leidde tot een verminderde vraag naar pro dukten uit het oostblok -en de Polen bleven zitten met hun schuld, die niet met de nationale munt (zloty, spreek uit zwottie) kon worden afbe taald. Daarom ook is niet al leen de Poolse burger, maar ook de Poolse staat tuk op westerse valuta. De staat treedt nauwelijks op tegen de zwarte handel, in de weten schap dat zo de westerse munten in elk geval het land inkomen en blijven. De meest bruuske poging van de over heid om de dollars in handen te krijgen was wellicht de opening van een slagerswin kel in Warschau, waar het vlees slechts tegen betaling van dollars te koop was. Die winkel is dan ook in brand ge stoken. Omvang De stakingen die zich nu in Polen voordoen ageren in de eerste plaats simpelweg tegen het sys teem van lage lonen en hoge prij zen -in welk land leidt dat niet tot onrust en zo mogelijk tot stakin gen? Het is goed om te beseffen dat de Poolse stakingen in die zin niet verschillen van welke sta king in het westen dan ook. Zoals steeds in de afgelopen jaren volgden de immateriële eisen - vrijheid van vakbond, vrijheid van drukpers, pas nadat de sta kingen al bezig waren; de mate riële eisen waren voor die tijd al geformuleerd. Nieuw is de om vang van de stakingen; nog nooit was het verzet zo massaal. Op vallend zijn de reacties of het uit blijven daarvan. De rooms-ka- tholieke kerk, in Polen een mach tige tegenhanger van de staat, negentig procent van de Polen is katholiek, zwijgt, of mompelt hooguit wat. Dit in contrast met de voor de goedeverstaander gloedvolle redevoeringen van de Poolse Paus Johannes Paulus II bij diens bezoek aan zijn geboor teland. De Poolse staat laat dissi denten arresteren, maar gaat het overleg niet uit de weg. Gierek heeft nog steeds een naam op te houden van de man die zijn land het uiterste aan geestelijke vrij heid, dat door de oosterbuur wordt getolereerd, te hebben ge geven. En de Russen? Kunnen zij zich na Afghanistan veroorloven om zich in korte tijd voor de tweede maal de woede van het westen op de hals te halen? Is een herhaling van Praag 1968 te verwachten? Het verschil tussen Tsjechoslo- wakije van toen en Polen van nu is dat de wens tot hervorming niet door de partijtop zelf wordt gepropageerd. Het ligt voor de hand dat de Sovjet-Unie de Pool se zusterpartij zolang mogelijk gelegenheid zal geven om zelf de problemen op te lossen. Zoniet? Een ander verschil met Tsjechoslowakije is dit. Achter zijn gekanker op de samenleving, achter zijn humor, achter zijn melancholie, gaat bij de gemid delde Pool een verpletterende nationale trots schuil. Wie daar aan raakt, kan op verzet tot in het uiterste rekenen. Bovenlaag Zijn de huidige stakingen ui tingen van wrevel tegen het heersende politieke regime in Polen? Ja en nee. Vooropge steld zij dit: de gemiddelde Pool maakt zich drukker om de prijs van het schaarse vlees en andere voedingswaren dan om de vrijheid van menings uiting. Dat geldt zeker voor de jongere generatie, die geen vrijheid van meningsuiting gewend is. In zoverre is het comitevoor sociale zelfverdi- ging KOR niet representatief voor wat er in Polen aan on vrede heerst - het is een in tellectuele bovenlaag. KOR is vooral nuttig voor de wester se pers, dank zij dit comité komen de berichten over sta kingen, over arrestaties naar buiten. De door de staat ge controleerde en gecensureer de Poolse pers zweeg tot voor kort over de stakingen en legt nu de nadruk op de rampzali ge gevolgen daarvan voor de nationale economie. Wel leeft bij de Pool het besef dat de materiele tekortko mingen mede het gevolg zijn van het systeem. Een systeem dat corruptie, zwarte handel, diefstal en non-valeurs op roept: het lijkt wel kapitalis me zei de cynicus. Corruptie tot aan de juffrouw in de staatswinkel toe, die de ge middelde klant zo chagrijnig mogelijk benadert, totdat Voor de krijgsraad te Arnhem heeft op 13 augustus de dienstplichtige Gerard van Wingerden zich moeten ver antwoorden voor zijn weige ring om wacht te lopen bij een opslagplaats voor atoomwapens. Van Winger den is geen tegenstander van de dienstplicht, maar hij wijst het bezit en gebruik van atoomwapens af en vindt de atomaire taken van de krijgsmacht immoreel. Bij de uitvoering van deze taken wil hij niet worden be trokken. „Aangezien de Nederlandse strijdkrachten zijn geplaatst onder de strategische con ceptie van de NAVO, zal er volledig begrip moeten zijn voor de gewetensnood die dit bij individuele militai ren of aanstaande militairen teweeg kan brengen". (Ne derland en het humanitaire oorlogsrecht; uitgave van het Nederlands Instituut voor Vredesvraagstukken van mei 1975). Voor de militair die onover komelijke bezwaren heeft tegen het bezit en gebruik van atcomwapens, staan in beginsel twee wegen open. De eerste is: een beroep doen op de wet gewetensbezwa ren militaire dienst, die sinds de wetswijziging van januari 1979 ook ruimte biedt voor de zogenaamde atoompacifisten om van militaire dienst te worden vrijgesteld. De tweede is: de militaire dienst aanvaarden en staande in de krijgsmacht meewerken aan de ombui ging van het huidige be leid. Wie als atoompacifist kiest voor de tweede weg, wordt mede verantwoordelijk voor en betrokken bij het berei ken van de doelstellingen van de krijgsmacht zoals die worden nagestreefd in het kader van de NAVO-strate- gie van het aangepaste ant woord, waarin atoomwa pens een belangrijke rol spe len. En die verantwoorde lijkheid en betrokkenheid gelden voor alle functies en taken die hem kunnen wor den opgedragen. Het is dan ook onjuist om een onder scheid te maken tussen etisch aanvaardbare (niet- atomaire) taken en etisch onaanvaardbare (atomaire) taken. Mijns inziens heeft het uitvoeren van een wachttaak in Den Haag, bij voorbeeld ter beveiliging van het ministerie van de fensie, geen andere etische waarde dan het wachtlopen bij een opslagplaats voor atoomwapens. Met andere woorden: een atoompacivist die toetreedt tot de krijgs macht kan de afwijzing van het bezit en gebruik van atoomwapens niet als argu ment hanteren om bepaalde taken en functies te weige ren. Van Wingerden had nooit in dienst moeten gaan. Nu weet ik dat er (aanstaande) militairen zijn die het met deze zienswijze niet eens zijn en wel een principieel on derscheid maken tussen atomaire en niet-atomaire taken. krijgsmacht doet er goed aan met deze opvat ting rekening te houden. Zij moet het atoompacifisten die zo denken, mogelijk ma ken zonder gewetensbezwa ren te dienen, bijvoorbeeld door hen te plaatsen op func ties waarin zij niet direct met atoomwapens in aanra king komen. Óm een derge lijk beleid is ook gevraagd door het Nederlands Juris ten Comité voor de Mensen rechten in een brief van 2 april 1980 aan de minister van defensie. Dat beleid is er nog niet. Maar in de praktijk blijkt dat de defensieleiding bereid is om - zij het min of meer stilzwijgend - tege moet te komen aan de ver langens van deze groep van atoompacifisten. Een voor waarde om op deze weg ver der te kunnen gaan, is dat de betrokken atoompacifist, wanneer hij de dienstplicht aanvaardt, zijn opvattingen en wensen met betrekking tot taken en functies, ken baar maakt aan de autoritei ten die verantwoordelijk zijn voor zijn plaatsing. En als Van Wingerden dat, voorafgaande aan zijn wei gering, heeft gedaan, is de verwijzing naar de krijgs raad niet terecht en dient hij te worden vrijgespro ken. De mogelijkheid bestaat ech ter dat Van Wingerden op dit proces heeft aangestuurd, mede om op die manier bij te dragen aan een verandering van het defensiebeleid. Nu kan de krijgsraad zich bij de behandeling van deze zaak. beperken tot een verwijzing naar de consequenties van de aanvaarding van de dienstplicht in een leger met atoomtaken, en Van Winger den op grond daarvan ver oordelen. Dat zou bepaald geen goede zaak zijn. Mijns inziens behoort de krijgs raad ook in te gaan op de mo tieven die aan de weigering ten grondslag liggen, en yich uit te spreken over de vraag of het Nederlandse defensie beleid in overeenstemming is met internationale rechtsnormen en rechtsre gels zoals vastgelegd in on der andere het Genocide- verdrag van 1948 en de reso lutie van de Verenigde Na ties van 28 november 1972 waarin wordt uitgesproken dat het gebruik van atoom wapens in strijd is met het volkerrecht. Van Wingerden vindt dat die overeenstemming er niet is. En meent dat niet hij moet terecht staan, maar de men sen die atoomwapens invoe ren en gebruiken en die de dreiging met massale ver nietiging tot sluitstuk en fundament maken van het veiligheidssysteem. De krijgsraad kan de vraag naar de juistheid van het Nederlandse defensiebeleid niet laten liggen. Een ant woord is nodig, niet alleen om tot een juist oordeel te komen over het gedrag van Van Wingerden, maar ook om duidelijkheid te ver schaffen aan de beleidsin- stanties van de krijgsmacht daar waar het gaat om de middelen en methoden waarmee de defensiedoel stellingen mogen worden nagestreefd, en aan de groep van militairen die worstelt met het vraagstuk van de atoombewapening. Dat antwoord kan belangrijke gevolgen hebben. Immers wanneer de krijgsraad tot de uitspraak komt dat het hui dige defensiebeleid niet in overeenstemming is met het internationale recht, is wij ziging van dat beleid gebo den, mede om massale dienstweigering in de toe komst te voorkomen. Gelet op de hier aan de orde zijnde belangen, lijkt het mij verstandig dat de krijgsraad te Arnhem op 2". HfHf— geen uitspraak doet, maar de behandeling van de zaak- Van Wingerden overdraagt aan een hoger rechtscollege (bijvoorbeeld de Hoge Raad) dat voldoende gezag en des kundigheid hteft om een verantwoordde uitspraak te doen in een problematiek die in Nederland nog steeds veel aandacht heeft.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1980 | | pagina 29