150 jaar Pruisische musea 3e INTERNATIONALE^ MARATHON van de BOLLENSTREEK P 1 BERLIJNSE EXPOSITIE BIEDT TOP EUROPESE CULTUUR ZATERDAG 23 AUGUSTUS TOEGANG GRATIS! ALBERT WEST "SWEET LAKE CITY JAZZ MEN" HANS VERSNEL PAGINA 18 VARIA DONDERDAG 21 AUGUSTUS 1930 START: 13.00 UUR, NOORDWIJKERHOUT Witte kerkje KEERPUNT: NOORDWIJK Kon. Wilhelminaboulevard FINISH: NOORDWIJKERHOUT Witte kerkje Om 13.30 uur in Noordwijkerhout een optreden van In Noordwijk speelt het orkest Presentatie: Startschot: Gerard Nijboer Winnaar zilveren medaille Moskou '80 Speciale inlichtingen avonden: in Leiden: 's maandags van zeven tot negen uur - Herengracht 4 - tel. 071-130660. in Roelofarendsveen: dinsdags van half acht tot negen uur in "De Fransche Brug". Westeinde 83: tel. 01713-2419. in Katwijk: 's woensdags van half acht tot negen uur in het Jeugdhuis, Voorstraat 72, tel. 01718-12784. Wilt u meer weten? MEAB's nieuwe studiewijzer ligt voor u klaar; vraag 'm gauw aan: telefoon 071-130660. Inlichtingen en inschrijvingen: maandag t/m vrijdag - 9.30-17.30 uur. MEAB - De best bestede avond van de week!! MEAB o.l.v. M.v.d. Horst (Officiële door het IM O erkende Middenstands opleiding). Herengracht 4 - Leiden (vlakbij de pas gerestaureerde Herenbrug). Telefoon 071-130660. In september a.s. beginnen de (avond-)opleidingcn bij de MEAB weer. De start van UW carrière? Of van UW eigen bedrijf? Dat is nu aan u! MEAB zorgt voorde juiste hulp: ervaren leraren, persoonlijke begeleiding en een plezierige sfeer. Mondelinge cursussen voor: Boekhouden - MBA - SPD - A.Ar Middenstand - Verkoop- kunde - Associatie-diploma Bedrijfseconomie - Beroeps- goedcrenvervoer - Steno - Alg. Ontwikkeling - Nederlands - Engels - Frans - Duits - Spaans (spreekvaardigheid -ook overdag- en correspondentie). ONDERWIJS-INSTITUUT MEAB BERLIJN (GPD) - Het eerste openbare Pruisische museum in Berlijn werd op 3 augustus 1830 geopend. In het door de architect Carl Fnedrich Schinkel ontworpen gebouw aan de Lusigarten waren 1200 kunstwerken opgehan gen. Slechts 378 daarvan stamden uit koninklijk bezit. Een bewijs voor hel feit dat de Pruisische cultuurpolitiek zich niet meer wilde richten op 'vorstelijke willekeur' maar op historische en esthe tische gezichtspunten. Geen wonder, want vanaf het begin stond vast dat musea institu ten van onderwijs en weten schap moesten zijn. Na Schinkels Altes Museum zijn nog vele kunsttempels in Berlijn gebouwd. De Neue Na- tionalgalene, het laatste ont werp van de beroemde bouw meester Ludwig Mies van der Rohe, was in 1968 klaar. Inmid dels zijn de plannen gereed voor een omvangrijk complex van musea in Tiergarten. De geschiedenis van de Pruisi sche musea weerspiegelt de ge schiedenis van de Duitse natie. Dat komt goed in het vignet tot uiting dat ontworpen is naar aanleiding van het 150-jarig be staan van de Preussische Mu seen Berlin. Het bestaat uit twee helften. Het linkerdeel toont de zuilengalerij van het Altes Museum van Schinkel, het rechterdeel de fa cade van Van der Rohes Neue Nationalgalerie. Dit jaar is het voor het eerst dat een jubileum van de musea van de vroegere staat Pruisen wordt gevierd in het door een muur gespleten Berlijn. Het Altes Museum lit in de hoofdstad van de Duitse Demo cratische Republiek: Oost-Ber- lijn. De Neue Nationalgalerie bevindt zich in het westelijk deel van de vroegere hoofdstad van het Duitse Rijk. Daar is nu de tentoonstelling '150 Jaar Pruisische Musea' georgani seerd. Het thema luidt: Bilder vom Menschen in der Kunst des Abendlandes (beelden van mensen in de kunst van het avondland). De inrichting van deze exposi tie, die tot 28 september duurt, heeft niet minder dan 3.5 mil joen mark gekost. De catalogus, waaraan elf experts hebben meegewerkt, omvat precies 400 bladzijden. Ruim 300 kostbaar heden uit het bezit van de 14 staatsmusea voor Pruisisch cul tuurbezit worden geflankeerd door bijna 200 in bruikleen ge geven kunstwerken uit de hele wereld. De verzekeringssom bedraagt tussen de 500 en 600 miljoen mark. Zonder overdrij ving kan worden vastgesteld dat de bijeengebrachte schilde rijen, sculpturen en grafiek voor een deel tot de topstukken van de Europese cultuur beho ren. Of het in eerste instantie om een ■k.George Grosz (1893-1959) lil pompeuze supershow gaat. ter meerdere eer en glorie van de organisatoren, of om een geluk te poging het mensbeeld in de kunst vanaf de antieken tot het heden weer te geven, is een vraag waar de Westduitse kunstkritiek het niet helemaal over eens is. Dat de Berlijnse tentoonstelling de mogelijkheid biedt om veelal vertrouwde werken metn ogen te bekijken, lijkt streden. De organisatoren hebben zich tot taak gesteld te tonen hoe - in de dubbele betekenis van het woord - de kunst de mensen heeft gevormd. De algemeen di recteur van de staatsmusea. Stephan Waetzoldt, wil graag antwoord krijgen op de vraag waarom het beeld van de men sen tegenwoordig voornamelijk 'aangetast en vertekend' schijnt. Chronologisch bezien begint de tentoonstelling met beelden uit de klassieke oudheid. De afde ling 'Individu en ideaal' is de eerste van negen ruimten, waarin wordt geprobeerd het alomvattende thema 'Beelden van mensen in de kunst van het avondland' gestalte te geven. Omdat elke afdeling uiteraard alleen maar exemplarisch kan weergeven hoe het mensbeeld in de verschillende perioden van de geschiedenis een rol heeft gespeeld, ontstaat hier en daar de indruk van een verwar rend geheel van museale pre sentatie. Het verband waarin de kunst werken worden getoond is lang niet altijd duidelijk. Maar waar om ook niet als lot uitdrukking moet worden gebracht hoe 'het mensbeeld van de antieken tot de middeleeuwen' was; hoe 'heersers en overheersten' wer den uitgebeeld; hoe 'onder drukking, verzet en utopie' door de eeuwen heen zijn weer gegeven in de kunst; hoe 'beel den van de dood' visueel zijn gemaakt? Na drie inleidende afdelingen is 'Het autonome portret sinds de Renaissance' aan de beurt. Pas gedurende de Renaissance, sinds de 'bevrijding van het in dividu', werd de mens tot cen traal thema in de beeldende kunst. Daarvoor werden men sen bijna uitsluitend afgebeeld als 'acteurs in de christelijke heilsleer'. De sectie 'Het autonome por tret' bevat indrukwekkende werken van Titiaan, Lorenzo Lotto, Rogier van der Weyden, Rembrandt. Rubens, Hals, Du- rer, Holbein, Goya, Beckmann, Picasso, Dali en vele anderen. Het zijn, voor een deel, weerga ven van de sociologische ver houdingen in de verschillende perioden. Terwijl de vrouw bij Rem brandt bijvoorbeeld nog vol bewondering opkijkt naar de man, schildert Edouard Manet al een vrij zelfbewuste naar vo ren blikkende vrouw (In de wintertuin, 1879). In de catalo gus schrijft Regine Timm ech ter dat de houding van Manets vrouw niet kan verhelen dat zij inziet economisch afhankelijk te zijn van de man. De hiërar chie in de familie is uigespro- ken weergegeven door Max Beckmanns 'Familienbild Heinrich George' (1935): een vette potentaat die precies weet waar hij aan toe is, of liever ge zegd waar zijn vrouw, kind en hond niet aan toe zijn. In de afdeling 'beelden van heersers en staatsieportretten' paraderen de hoogheden. Phi lips de Tweede van Spanje, ge schilderd door Titiaan. Goya's psychogram van Ferdinand VII van Spanje, waar de afgebeelde kennelijk zo ontevreden over was dat hij een door zijn vader aan Goya gegeven opdracht voor het maken van een fami lieportret introk. Napoleon ontbreekt natuurlijk niet. In gres schilderde hem in de pose van Zeus. Na de gekroonde hoofden en kerkvorsten wordt het 'leven der standen' onderzocht. Het grootste deel van het materiaal is afkomstig uit het prentenka binet van Berlijn, zoals Durers portret van zijn moeder. De meest indrukwekkende af deling is ongetwijfeld die van 'Onderdrukking, Verzet en Utopie'. Hier wordt de kijker geconfronteerd met de ver schrikkingen van talloze oorlo gen, de waanzin van geweld en fascisme. De grafische cyclus sen van kathe Kollwitz, Otto Dix en Goya maken diepe in druk. Het verzet tegen de on menselijkheid van de maat schappelijke verhoudingen wordt zichtbaar in Henri Dau- miers spotprenten. Tot de belangwekkendste ob jecten van misschien wel de hele tentoonstelling behoren twee schilderijen van George Grosz, die bij elkaar horen, maar nog nooit gemeenschap pelijk zijn geëxposeerd. De uit het Heckscher-museum op Long Island naar Berlijn ge transporteerde allegorie van een maatschappelijke 'Zons verduistering' (het schilderij heet Sonnenfinsternis) is waar schijnlijk het middenstuk van een drieluik, dat nu voor het eerst door het rechterdeel kan worden gecompleteerd: het net als Sonnenfinsternis in 1926 ge schilderde Stutzen der Gesell- schaft (steunpilaren van de maatschappij). George Grosz zelf rekende deze twee werken tot zijn lievelings schilderijen. Hij klaagt de dom heid, de corruptie, de obsceni teit van bepaalde klassen van het Duitsland van de twintiger jaren aan. Militairen, geestelij ken, de beambten die slechts vinden dat zij bevelen moeten opvolgen, de nazi's, zij allen worden door Grosz dodelijk weergegeven. De Utopie komt er nogal be kaaid af. Ferdinand Legers 'Rust' (1948) en Picasso's 'Ont bijt in de natuur' (1961) geVen de utopie van de harmonie tussen mens en natuur weer. De twee laatste afdelingen zijn gewijd aan de zinnelijkheid en de dood. De boog van de 'meta foren der zinnelijkheid' spant zich vanaf het door Lucas Gra- nach de Oudere omstreeks 1530 geschilderde 'Venus en Amor' via Courbets schilderij van een lesbische liefde 'De slaap' tot aan Richard Lindners themati sering van de vrouw, haar ver houding tot de maatschappij en haar rol als seksueel sym bool. De dood. De Zwitserse kunste naar Ferdinand Hodler had naar aanleiding van zijn 60e verjaardag op 14 maart 1913 van de Franse regering het offi cierskruis van eer gekregen. Omstreeks deze tijd leerde hij Valentine Gode-Darel kennen, een Francaise, midden dertig. gescheiden en zo arm dat zij zich als model aanbood. Hodler raakte zeer van deze vrouw ge fascineerd en ontbrandde in een vurige liefde. Eind 1913 kwam vast te staan dat Valentine Godé-Darel kan ker had. Zij ging naar een kli niek in Lausanne en daar be zocht Hodler haar dagelijks. Hij maakte schetsen van haar le vensstrijd, schilderde haar li chamelijk verval. In 1976 zijn die beelden voor het eerst ver toond. In Berlijn is nu te zien hoe het proces van een onge neeslijke ziekte, waarschijnlijk zelden aangrijpender in beeld is gebracht dan door Ferinand Hodler zonder illusies, vertwij feld. Op de jubileumtentoonstelling in Berlijn wordt vanaf de m meren torso van een jongeling in de vijfde eeuw voor Christus tot aan de dodenmaskers van Adulf Rainer in 1979 getoond hoe het mensbeeld in de kunst van het avondland is veranderd. Camilla Blechen noemt de ex positie in de Frankfurter All- gemeine een fascinerende ba lans van de mogelijkheden van het menselijk bestaan. Het be zwaar blijft echter dat die mo gelijkheden zo staren stilstaand in hun tijd zijn weergege- HANS AMESZ

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1980 | | pagina 18