Briljant boek van een oud-minister mLj Eelco N. van Kleffens, schrandere verdediger van onze neutraliteit en;van kleffens v' ;v.*, L/n ELSEVIERS r PAGINA 11 DEN HAAG - Als zevenjarig Fries knaapje wist Eel co Nicolaas van Kleffens al intuïtief welke kant hij later wilde opgaan, namelijk die „waar je iets kon doen aan internationale verzoening". De Boerenoorlog was aan de gang. Klandestien las hij, dank zij een begrijpende dienstbode, in de keuken de Leeuwarder Courant. Zijn vader had hem dat verboden. Het was geen geschikte lec tuur voor zo'n kind! De details over die oorlog be greep hij natuurlijk niet, maar wel dat de onderhandelaars een eind trachtten te maken aan de gruwelijkheden. Toen vatte bij hem de gedachte post, dat hij later op die ma nier de vrede zou gaan die- Hij noemt het zijn irenische in slag, geërfd van grootvader Van Kleffens. Het is geen principieel pacifisme, dat alle geweld afwijst, maar een vre desgezinde geesteshouding, die alleen gewapend verzet aanvaardt in geval van zelf verdediging. Hij vertelt dit in het zojuist on der de titel „Belevenissen" verschenen eerste deel van zijn memoires, dat gaat over het tijdvak 1894-1940. In puntige, vaak geestige stijl, afgewisseld door tal van anecdotes (onder meer over hoe „Het Straatje van Ver meer" in nationaal bezit kwam), legt hij de grote problemen en hun achter gronden helder uit. Het boek is dan ook een levendig stuk tijdsgeschiedenis van een man die er zelf bij was! "Afschuwelijk" In de periode die hij beschrijft, is hij als ambtenaar bij bui tenlandse zaken - in 1922 be gonnen bij de juridische af deling, in 1929 opgeklommen tot hoofd van de diplomatieke afdeling-een figuur achter de coulissen. Pas begin augustus 1939, vlak voordat de oorlog losbarst, beklimt hij als mi nister van buitenlandse zaken het politieke toneel, g op die taak voorbereid, dat er op dat dramatische moment niemand anders voor deze functie in aanmerking schijnt te komen. Dat kwam ook om dat Van Kleffens altijd par tijloos is geweest en daarom kon zorgen voor de handha ving van het evenwicht in het tweede kabinet-De Geer. In feite vond hij het „afschuwe lijk" om in dit onheilspellen de tijdsgewricht minister te worden, maar toen hij inzag dat er niemand anders was voor die baan en de Koningin hem ook op deze post wilde, zwichtte hij. Toen Van Kleffens pas minister was geworden en zijn auto de Bosbrug in Den Haag had be reikt, zette een agent het ver keer in alle richtingen stop. Hij kwam met een paar grote stappen op Van Kleffens' wa gen af, stak de hand door het open raam en zei: „Ik wens je alle mogelijke geluk". Daar aan voegde hij toe: „En wie ter wereld had dat nou ooit kunnen denken?" Terstond liet hij het verkeer doorgaan. De agent was de schippers zoon Ypke Oosten, met wie Eelco van Kleffens in Hee renveen op de lagere school had gezeten... De auteur onthult weinig nieuws, maar geeft een per soonlijke en briljante samen vatting van de gebeurtenis sen tussen beide wereldoor logen. Het boek vormt niet alleen een welkome geheu gensteun voor Van Kleffens' tijdgenoten, maar vooral ook een onontbeerlijke gids voor de jongere generatie wat het recente verleden betreft, zon der welke het heden moeilijk is te begrijpen. Nostalgie Nostalgisch voor velen is het verhaal van Van Kleffens' jeugd, die zich afspeelt tussen het ouderlijk huis in Heeren veen, waar zijn vader ambte naar van het Openbaar Minis terie bij het kantongerecht was - later werd hij officier van justitie in Groningen - en de gezellige sfeer bij zijn grootouders van moederszij de in Dokkum. Hij legt het verschil uit tussen de fiere, het feodalisme afwij zende Friese volksgeest en het Groningse volkskarakter en hij tracht de smeulende resten van de uit de 15e eeuw dagtekenende Friese onlust gevoelens jegens de Gronin gers historisch te verklaren. Door zijn moeder is hij zelf half-Gronings Groningen was voor zijn gevoel het eer ste „buitenland" waarmee hij kennis maakte... De tengere Eelco had een kwetsbare constitutie, maar hij was taai en wist een tbc- aanval af te slaan (thans is hij een gezonde 85'er en woont met zijn achttien jaar jongere vrouw in een dorpje bij Lis sabon). De meeste takken van sport lagen hem niet, maar hij deed aan schermen en werd een hartstochtelijk zeezeiler. Zeilen, zegt hij, is goed om de besluitvaardigheid te bevor deren! Zijn pad ging bijna steeds over rozen. Het ouderlijk gezin be hoorde tot de notabelen van zijn geboorteplaats, hij kon uitstekend leren - behalve dan wiskunde - en financieel waren er nauwelijks obsta kels. Maar als jong kind ver loor hij zijn moeder en enkele jaren daarna ook zijn stief moeder en nog enkele gelief de familieleden. De Duitse schulden Gezien zijn mentale tegenstel ling was het logisch dat in Leiden de volkenrechtstudie hem het meest aantrok. Na zijn dissertatie over de be trekkingen tussen Nederland en Japan kwam hij bij het in ternationale secretariaat van de pas opgerichte Volken bond. Er volgde nog een korte periode bij Shell in Londen, waarna hij overstapte naar het ministerie van buiten landse zaken in Den Haag. Al dadelijk stormden de grote problemen op hem af. Als griffier van het internationale scheidsgerecht inzake de Duitse herstelbetalingen kreeg hij te maken met de kern van de oorzaak der na oorlogse politieke spannin gen. Vooral door toedoen van Frankrijk hadden de geal lieerden de brandschatting tot oninbare, astronomische bedragen opgevoerd, het eindbedrag in het midden la tend. Voor de Fransen was dit een politiek drukmiddel om Duitsland onder de duim te houden, maar Poincarè, de Franse president, bezat, zo zegt de schrijver, geen enkel begrip voor de economische en financiële (men zou eraan dienen toe te voegen: sociale en politieke) gevolgen. Dank zij de Amerikanen Dawes en Young werd de schulde- nomvang verminderd en de- fintief geregeld. Dawes was een figuur naar Van Kleffens' hart. Hij vergelijkt hem met Jean Monnet, de „vader" van de Europese Gemeenschap, die ook verzet aantekende te gen het Franse gedrag ten op zichte van het nieuwe Duits land met zijn nog zwakke democratie. Het scheidsgerecht droeg bij tot het wegebben van de span ning in West-Europa, maar de wereldcrisis (1929) en daarna Hitier haalden letterlijk en fi guurlijk een streep door de rekening. Het ergste was dat de Duitse militaire leiders (Von Seeckt!) al van 1921 af klandestien door allerlei trucs aan de her bewapening waren begon nen. Later kwamen daar de manipulaties met de mark en een transfermoratorium bij om die bewapening te finan cieren. Van Kleffens behoorde tot het Nederlandse team dat lang te vergeefs had geprobeerd de Duitsers te bewegen hun schulden aan Nederland te betalen. Maar met een drei gement zwichtten ze. Neder land zou de oceaanreus het s.s. Bremen, dat op het punt stond Cherbourg binnen te lopen, aan de ketting laten leggen als de Duitsers bleven weigeren te betalen. Binnen en kwartier was de zaak rond! Van Kleffens is nog herhaalde lijk naar Berlijn gereisd om daar Nederlandse financiële belangen te behartigen. Duitsland was ook toen onze beste klant. Vandaar dat het sinds 1920 over grote Neder landse kredieten kon be schikken, die zelfs tot 1937 zijn verlengd. België Verhelderend is Van Kleffens' diepgaande historische ana lyse van onze verhouding tot België, dat op de vredescon ferentie van Versailles onver hoeds, zonder ons erin te kennen, aanspraken liet gel den op Zeeuws-Vlaanderen en op zuidelijk Limburg, welk verlies van grondgebied op een of andere manier door Duitsland zou dienen te wor den „goedgemaakt". Frank rijk steunde ten behoeve van de eigen veiligheid België, maar Engeland en Amerika stonden achter Nederland, dat een onverbiddelij k „neen" liet horen. Zelfs de grote meerderheid van het •V; door Arnold Lissauer Belgische volk was tegen de ze onverantwoordelijke Bel gische regeringspolitiek ge kant! Van Kleffens' slotsom was, dat België, jaloers tevens omdat wij in 1914 de dans waren ont sprongen, op zoek was naar nieuwe veiligheid, omdat de verplichte, gegarandeerde onzijdigheid, vastgesteld bij de Scheidingsregeling van 1839, onvoldoende was gebleken. Ook het Locarno- verdrag van 1925 kon de Bel gen niet bevredigen. De uit eindelijke oplossing schijnt nu door het NAVO-lidmaat- schap te zijn bereikt. Een scherpe controverse tussen Nederland en België, ook over de Antwerpen-Rijnver- binding en de aftapping van de Maas, behoort thans in een totaal andere Europese situa tie gelukkig tot het verle den. Hitier Het zwakke en verdeelde Wes ten deed niets om Hitier tegen te houden. Tot het moment van de Duitse invasie heeft Van Kleffens, sinds hij op 7 augustus 1939 als minister op het politieke toneel ver- 1894-1940 scheen, onze neutraliteit^ hartstochtelijk verdedigd, en" betoogd dat de historie zon neklaar heeft aangetoond dat, wie zich aan Nederland ver grijpt, ten ondergang is ge doemd. Dat komt door het objectieve feit dat geen grote mogenheid het zich kan ver oorloven ons gebied in andere handen te zien vallen! De letterlijke teksten van de aan de Duitse dreiging gewijde indrukwekkende passages uit Van Kleffens' begrotings redevoeringen zijn in dit boek afgedrukt. Ze zijn ons inziens ook waard een vaste plaats te vinden in onze schoolboeken; niet alleen om hun diepgaan de inhoud, maar ook om hun voortreffelijke stijl. Hij hield deze toespraken op 9 november 1939 in de Tweede Kamer en op 25 januari 1940 in de Eerste. Op beide data scheen, volgens de inlichtin gen waarover de regering be schikte, de Duitse invasie voor de deur te staan. Maar die werd tot tweemaal toe uit gesteld. Ook Van Kleffens' woorden konden een agressor natuur lijk niet tot rede brengen. Maar zijn betoog, waar geen speld tussen te krijgen was, heeft Hitier wel gedwongen tot de liederlijke leugen dat Nederland en België de inval zelf zouden hebben uitgelokt, omdat de geallieerden (toen nog Frankrijk en Engeland) met hun medeweten klaar zouden staan om via beide landen het Ruhrgebied Din- nen te vallen. Iedereen wist dat ze er op dat moment niet toe in staat waren, ook als ze zoiets zouden hebben ge wild. De nazi's geloofden blijkbaar hun eigen propaganda, of de den alsof, want onmiddellijk na de militaire capitulatie (de Nederlandse regering capi tuleerde nooit, mede wegens de overzeese gebiedsdelen) lieten ze door speciale teams de ministeries van buiten landse zaken in Den Haag en Brussel leegroven om mate riaal te vinden dat hun aantij gingen zou dienen te bevesti gen. Dagboek Bij het geroofde was ook een koffertje van de minister, dat hij op zijn vlucht naar Enge land had moeten achterlaten en waarin zijn waardevol dagboek zat, dat gedurende de periode 1 september 1939-10 mei 1940 dagelijks door hem was bijgehouden, zonder daarin iets te verzwij gen. In het koffertje vonden de rovers een papiertje waarop stond dat de invasie 's mor gens vroeg op 10 mei zou los barsten. Het koffertje werd in allerijl naar Berlijn overge bracht met het doel de verra ders te pakken. Het werd ech ter op het Auswartige Amt (ministerie van buitenlandse zaken) door een „goede" Duitser in ontvangst geno men, die het verdonkere maande in de kelders van het gebouw. Later werd het on der de puinhopen bedol ven. V/at er met het koffertje was ge beurd, hoorde Van Kleffens jaren na de oorlog uit de mond van de man die zijn collega's voor nazi-wraak had weten te behoeden. Maar het verlies van het dagboek bete kende wel een zeker hiaat in zijn levensverhaalhoewel dit voor het grootste deel wordt opgevangen door de geschrif ten van prof. dr. L. de Jong, naar welke auteur hij overi gens herhaaldelijk ver wijst. Op de 10e mei presenteerde de Duitse gezant in Den Haag, graaf Von Zech, de leugen voor de inval. Toch drukte Van Kleffens hem bii het af scheid de hand, omdat hij wist dat VN Zech een fatsoen lijk mens was. Hij werd een slachtoffer van de nazi's. Zowel premier De Geer als de opperbevelhebber, generaal Reynders, komen er bij Van Kleffens bekaaid af. De Geer wegens zijn goedgelovigheid jegens Duitsland en ohij n blind was voor buitenlandse aangelegenheden. Voordat Van Kleffens er werk van maakte, kende De Geer zelfs geen enkele gezant en toen hij de Zwitserse ontmoette, hield hij hem voor een Duitser en ging een twistgesprek met hem aan! Ook in Londen beschouwde Van Kleffens de heer De Geer als een hopeloos geval, omdat hij maande dat er nog met de Duitsers viel aan te pappen. „Goddank zijn we hem kwijt!", was zijn reactie toen De Geer naar bezet Neder land terugkeerde. Generaal Reynders geloofde ondanks alle voortekenen niet in een Duitse inval en weigerde loopgraven aan te leggen. Daarom werd hij ont slagen. Van Kleffens had reeds lang te voren onze gezanten in Lon den en Parijs instructies ge zonden (die ook voor hen tot het moment van de invasie geheim bleven) om de hulp van de geallieerden in te roe pen. Ook werd tweederde van onze goudvoorraad in het bui tenland in veiligheid ge bracht. Van Kleffens, diens vrouw en minister Welter van koloniën zijn bij hun vlucht naar En geland omstreeks het midda guur van de 10e mei 1940 op het nippertje aan de dood ontsnapt, zoals de minister in een enkele maanden later in een in Londen uitgegeven boek vermeldt. Het eendek- ker-watervliegtuigje van de marine, waarmee de gevaar lijke overtocht werd gemaakt, was nog maar net van het Scheveningse strand opge stegen of een duikbommen werper van de Luftwaffe ver nietigde een tweede, vlakbij voor anker liggende toestel letje, waarbij de drie beman ningsleden omkwamen. Het vliegtuig van Van Kleffens was tijdens een kanonnade van het afweergeschut met een beschadigde drijver ver trokken. Later leek het, dat ook de benzinetank was ge raakt, want laag scherend over de gladde zee slonk de benzinevoorraad sneller dan normaal. Er moest daarom een noodlanding voor het strand van Brighton worden gemaakt, waar de menigte lag te zonnen alsof er geen oorlog aan de gang was. De inzittenden van de machine werden vriendelijk ontvan gen en nog dezelfde middag gaf Van Kleffens zijn Britse collega Lord Halifax een 00e- getuigeverslag van het begin va de Duitse inval en werd er overlegd over eventuele geal lieerde hulp. Juist omdat Nederland zich niet onder de voet had laten lopen, maar verzet had geboden, versterkte dit het gezag van onze uitgeweken regering in de vrije wereld. Maar omdle capitulatie niet had begrepen, verscheen er al in september 1940 een uitermate verhelde rend boek door Van Kleffens, bevattend diepgaande be schouwingen over de histori sche achtergrond van ons volksbestaan en een adem benemend verslag van de Duitse overrompeling. In het slothoofdstuk betoogt Van Kleffens, dat geen overwel diger de herrijzenis van een vrij Nederland zal kunnen te genhouden. Het boek, „The Rape of the Ne therlands" (de overweldiging van Nederland), dat ook in Amerika uitkwam, beleefde in twee jaar tijd vijf herdruk ken en werd bovendien in de vorm van een artikelenserie in het grote Engelse dagblad The Daily Telegraph afge drukt. Belevenissen, deel 1(1894-1940), door E. N. van Kleffens (uit gave A. W. Sijthoff, 340 p., VRU NEDERLAND VN duikt in de OGEM-ellende aan de hand van een intern rapport van een aantal stafleden van het concern: "De les van Damman". De order voor het Dam man-bouwproject in Saoe- di-Arabië (1.4 miljard) werd ooit in de wacht gesleept door de in middels ontslagen topman Udink, die bij die gelegenheid opmerkte: "Ik zal bewijzen dat Nederland niet zonder mij kan". De conclusie van het rapport is dat OGEM te beperkt van omvang was en een te geringe ervaring bezat om het project aan te kun nen. Het bedrijf had eerst grondig orde op zaken moeten stellen. Omdat het dat niet deed, "moest een onverantwoord deel van de kostbare tijd gestoken worden in territorium-gevechten". Boven dien liet OGEM zich juridisch door de Arabieren een oor aan naaien waardoor "manoeuvres om uitstel van de laatste betalin gen te krijgen" mogelijk werden. Niet alleen Udink krijgt er van langs van VN, ook diens voor ganger Fibbe: "Hij ventte met een zak met centen en kocht elk bedrijf dat hem voor de voeten kwam". Wim Bosboom ("Koning Klant") legt uit waarom hij van de VARA naar de TROS ging. "Er is bij de VARA zoveel weggevallen waar voor niets in de plaats kwam. De vaklieden zijn vervangen door de welzijnssector. Daar kan je na tuurlijk hardstikke goed terecht, alleen: als je weggaat ben je nog geen steek verder". De TROS noemt hij "een arbeidersomroep voor arbeiders" Igor Cornelisse gaat in op de kwes tie: "Tot wanneer was Mao on feilbaar?" Bij Chinese partijfunc tionarissen komt langzaam maar zeker angst voor de vraag: "Va der, wat deed jij onder Mao?" Verder, de ongelijke strijd van de Vietnamese bootvluchtelingen met tyfonen en Thaise zeerovers: "Ze komen met honderd boten en verkrachten de meisjes om beurten"; kraken in Abcoude is wat anders dan in Amsterdam ("Je wordt door het hele dorp uit gekotst") en de serie 'Filmkri tiek" wordt besloten met Jan Blokker die sinds 1968 geen film kritiek meer heeft geschreven. Het kleurkatern gaat over "Mid- den-Amerika, de achtertuin van de V.S.". MAGAZINE Elseviers Magazine liet het Nipo een enquete houden onder 1165 personen om te weten te komen- hoever de Nederlanders in hun inkomen eventueel terug willen gaan. Als het echt nodig is wil een meerderheid, 55 procent, gemid deld vijf procent inleveren. EM concludeert daaruit dat "het Ne derlandse volk begrijpt dat er of fers nodig zijn om onze economie weer gezond te maken". Hooft, "de motor van de Wereld raad van Kerken". "Hij was kop pig, maar in de omgang vaak verlegen". Over de ontruiming van de kraak panden heeft het blad nog een ac tuele reportage: "Spitsuur in Amsterdam". EM vindt dat bur gemeester Polak "een dwaas tijd stip" voor de ingreep uitkoos: "Juist bij het uitgaan van kanto ren en bedrijven", wat de krakers kans gaf van hun ontruiming een laatste grote demonstratie te ma ken. Nogal hoog wordt opgegeven over een "exclusief' interview met Ronald Reagan, maar dat blijkt een glad werkstukje te zijn, waarin de ex-acteur ongeremd zijn gang kan gaan. Het artikel kreeg de treurige kop "Ik zal Amerika redden". "Hoe gek is Jan Foudraine", vraagt de nieuwe EM-redactrice (ex-NRC) Emmy van Overeem zich af. De ex-psychiater ("Wie is van hout...") heet tegenwoordig Swami Deva Amrito en luistert naar een Indiase meester. Een stuk vol zachte pasteltinten. Er blijkt in India gewerkt te worden aan een nieuwe stad en een nieu we mens. Foudraine gaat pas te rug naar Poona "als de vogels in de bomen" hem dat melden. Ook Elsevier bekeek de situatie bij OGEM: "Verlies bekennen kan bij OGEM een winstpunt zijn". De financiële topman L. Koop- mans zegt "OGEM niet kernge zond, maar gezond in de kern". Dit soort woordgrapjes zal ons allen nog eens in het faillissement storten. Verder reportages uit Suriname en Polen. hervormd nederland Prof. HJJ. Leenen. voorzitter van een commissie die onlangs een rapport heeft uitgebracht over de rechten van patiënten, zegt in Hervormd Nederland: "Het is wel een goede zaak als er een stan daardcontract komt waarin de rechten en plichten van de profes sionele hulpverleners en de pa- tienten vastliggen. Als je een tele visie koopt staan die rechten en plichten ook vast. De artsen moe ten er aan wennen dat hun beroep is als alle andere. Er is inderdaad sprake van een vertrouwensrela tie, maar die is niet wezenlijk an ders dan die met een architect". HN sprak met Gerard van Winger- de, de soldaat die weigerde de kernkoppen in legerplaats 't Harde te bewaken en daarvoor terechtstond. "Niet ik moet be straft worden, maar degenen die de kernwapens invoeren". Hans Bergman, een zwaar spasti sche man, woont in het Dorp bij Arnhem, dat ooit via de inzame lingsactie van Mies Bouwman tot stand kwam. Hij schreef er een boek over, "Je hoeft niet altijd te glimlachen". Mies kreeg geen exemplaar. "Nee, zonde van het boek. Ze doet haar werk heel goed, maar als ik bedenk dat ze er zoveel geld voor krijgt en het eigenlijk maar scho ne schijn is..Sinds de opening van het dorp is ze hier niet meer geweest". Vijfendertig jaar geleden vielen atoombommen op Hirosjima en Nagasaki. HN schrijft erover: "Nog steeds is er ondenkbaar lij den voor de 370.000 stralings slachtoffers van deze twee plaat sen. Voor hen houdt de hel nooit meer op". Albert v.d. Heuvel schrijft een arti kel ter gelegenheid van de 80ste veijaardag van dr. W.A. Visser 't de tafel en kijk wat ons dat nou helemaal heeft opgeleverd". Verder in HP: "Suriname, de ge boorte van de tweede republiek" door de Surinaamse journalist en vakbondsman Rudi Kross, "De fatale voorzichtigheid van Ed ward Kennedy" en de serie "Li- chaams-ideologen" wordt beslo ten met "Pakhuis Amerika". Het omslagverhaal van de Haagse Post heeft Helmuth Schmidt tot onderwerp. De bondskanselier blijkt, zodra hij zijn ochtendhu meur heeft overwonnen, een noeste werker te zijn. Arrogantie is hem niet vreemd. De CDU noemde hem al eens "de brutaal ste lummel van de Bondsdag". Hij geniet de faam een "Kri- sen-manager" te zijn. Zijn reali- teits-zin blijkt uit zijn stelregel: "Discussies moeten tot resulta ten leiden, resultaten tot beslis singen en beslissingen tot da den". Met het glas gaat hij sober HP ging eens na of de banken hun taak als financiers van het be drijfsleven nog wel vervullen. De laatste tijd groeit de kritiek dat de heren te risicomijdend zijn, te behoudend. Zelfs minister Van Aardenne, toch geen onbesuisde progressief, wordt het wat te gor tig. Nou, uit de reportage komen de bankiers bepaald niet als wil demannen te voorschijn. "Wy blijven liever buiten schot". Reportage uit Polen: de Britse ver slaggever Michael Dobbs was in Gdansk (Danzig) aanwezig bij de oprichting van de nieuwe Ver enigde Poolse Vakcentrale. "We zitten al dertig jaar met jullie om De Tyd laat zijn licht schijnen over de vraag die in het Tijdschrift voor Sociale Geneeskunde aan de orde is gesteld: zijn de drie RAF-leden Folkerts, Schneider en Wackernagel in de Maastrich ter gevangenis onderworpen ge weest aan isolatiefolter? Ja, zeg gen de vertrouwensartsen; nee, zegt de voormalige gevangenis directeur Brinkhorst. Wie liegt er? De Tijd weet dat ook niet. De splinternieuwe Katholieke On derwijsorganisatie wil zich aan sluiten bij een vakcentrale. De keuze valt op het CNV, want men beoogt "overleg en harmonie". Oud-NKV-er Wim Spit geeft die keus "een bittere smaak in de mond". Twee maanden voor de bondsdag verkiezingen bekijkt De Tijd hoe het er voorstaat met Strauss en de CDU. Conclusie: niet best. De CDU lijkt berustend te wachten op een nederlaag van zijn kop man. waarna zij denkt van hem af te zijn als machtsfactor in de par- ft). RUUD PAAUW

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1980 | | pagina 11