Briljant boek van een oud-minister
mLj
Eelco N. van Kleffens, schrandere verdediger van onze neutraliteit
en;van kleffens
v'
;v.*,
L/n
ELSEVIERS
r
PAGINA 11
DEN HAAG - Als zevenjarig Fries knaapje wist Eel
co Nicolaas van Kleffens al intuïtief welke kant hij
later wilde opgaan, namelijk die „waar je iets kon
doen aan internationale verzoening".
De Boerenoorlog was aan de
gang. Klandestien las hij,
dank zij een begrijpende
dienstbode, in de keuken de
Leeuwarder Courant. Zijn
vader had hem dat verboden.
Het was geen geschikte lec
tuur voor zo'n kind!
De details over die oorlog be
greep hij natuurlijk niet, maar
wel dat de onderhandelaars
een eind trachtten te maken
aan de gruwelijkheden. Toen
vatte bij hem de gedachte
post, dat hij later op die ma
nier de vrede zou gaan die-
Hij noemt het zijn irenische in
slag, geërfd van grootvader
Van Kleffens. Het is geen
principieel pacifisme, dat alle
geweld afwijst, maar een vre
desgezinde geesteshouding,
die alleen gewapend verzet
aanvaardt in geval van zelf
verdediging.
Hij vertelt dit in het zojuist on
der de titel „Belevenissen"
verschenen eerste deel van
zijn memoires, dat gaat over
het tijdvak 1894-1940.
In puntige, vaak geestige stijl,
afgewisseld door tal van
anecdotes (onder meer over
hoe „Het Straatje van Ver
meer" in nationaal bezit
kwam), legt hij de grote
problemen en hun achter
gronden helder uit. Het boek
is dan ook een levendig stuk
tijdsgeschiedenis van een
man die er zelf bij was!
"Afschuwelijk"
In de periode die hij beschrijft,
is hij als ambtenaar bij bui
tenlandse zaken - in 1922 be
gonnen bij de juridische af
deling, in 1929 opgeklommen
tot hoofd van de diplomatieke
afdeling-een figuur achter de
coulissen. Pas begin augustus
1939, vlak voordat de oorlog
losbarst, beklimt hij als mi
nister van buitenlandse zaken
het politieke toneel,
g op die taak voorbereid, dat er
op dat dramatische moment
niemand anders voor deze
functie in aanmerking schijnt
te komen. Dat kwam ook om
dat Van Kleffens altijd par
tijloos is geweest en daarom
kon zorgen voor de handha
ving van het evenwicht in het
tweede kabinet-De Geer.
In feite vond hij het „afschuwe
lijk" om in dit onheilspellen
de tijdsgewricht minister te
worden, maar toen hij inzag
dat er niemand anders was
voor die baan en de Koningin
hem ook op deze post wilde,
zwichtte hij.
Toen Van Kleffens pas minister
was geworden en zijn auto de
Bosbrug in Den Haag had be
reikt, zette een agent het ver
keer in alle richtingen stop.
Hij kwam met een paar grote
stappen op Van Kleffens' wa
gen af, stak de hand door het
open raam en zei: „Ik wens je
alle mogelijke geluk". Daar
aan voegde hij toe: „En wie
ter wereld had dat nou ooit
kunnen denken?" Terstond
liet hij het verkeer doorgaan.
De agent was de schippers
zoon Ypke Oosten, met wie
Eelco van Kleffens in Hee
renveen op de lagere school
had gezeten...
De auteur onthult weinig
nieuws, maar geeft een per
soonlijke en briljante samen
vatting van de gebeurtenis
sen tussen beide wereldoor
logen. Het boek vormt niet
alleen een welkome geheu
gensteun voor Van Kleffens'
tijdgenoten, maar vooral ook
een onontbeerlijke gids voor
de jongere generatie wat het
recente verleden betreft, zon
der welke het heden moeilijk
is te begrijpen.
Nostalgie
Nostalgisch voor velen is het
verhaal van Van Kleffens'
jeugd, die zich afspeelt tussen
het ouderlijk huis in Heeren
veen, waar zijn vader ambte
naar van het Openbaar Minis
terie bij het kantongerecht
was - later werd hij officier
van justitie in Groningen - en
de gezellige sfeer bij zijn
grootouders van moederszij
de in Dokkum.
Hij legt het verschil uit tussen
de fiere, het feodalisme afwij
zende Friese volksgeest en
het Groningse volkskarakter
en hij tracht de smeulende
resten van de uit de 15e eeuw
dagtekenende Friese onlust
gevoelens jegens de Gronin
gers historisch te verklaren.
Door zijn moeder is hij zelf
half-Gronings Groningen
was voor zijn gevoel het eer
ste „buitenland" waarmee hij
kennis maakte...
De tengere Eelco had een
kwetsbare constitutie, maar
hij was taai en wist een tbc-
aanval af te slaan (thans is hij
een gezonde 85'er en woont
met zijn achttien jaar jongere
vrouw in een dorpje bij Lis
sabon). De meeste takken van
sport lagen hem niet, maar hij
deed aan schermen en werd
een hartstochtelijk zeezeiler.
Zeilen, zegt hij, is goed om de
besluitvaardigheid te bevor
deren!
Zijn pad ging bijna steeds over
rozen. Het ouderlijk gezin be
hoorde tot de notabelen van
zijn geboorteplaats, hij kon
uitstekend leren - behalve
dan wiskunde - en financieel
waren er nauwelijks obsta
kels. Maar als jong kind ver
loor hij zijn moeder en enkele
jaren daarna ook zijn stief
moeder en nog enkele gelief
de familieleden.
De Duitse schulden
Gezien zijn mentale tegenstel
ling was het logisch dat in
Leiden de volkenrechtstudie
hem het meest aantrok. Na
zijn dissertatie over de be
trekkingen tussen Nederland
en Japan kwam hij bij het in
ternationale secretariaat van
de pas opgerichte Volken
bond. Er volgde nog een korte
periode bij Shell in Londen,
waarna hij overstapte naar
het ministerie van buiten
landse zaken in Den
Haag.
Al dadelijk stormden de grote
problemen op hem af. Als
griffier van het internationale
scheidsgerecht inzake de
Duitse herstelbetalingen
kreeg hij te maken met de
kern van de oorzaak der na
oorlogse politieke spannin
gen.
Vooral door toedoen van
Frankrijk hadden de geal
lieerden de brandschatting
tot oninbare, astronomische
bedragen opgevoerd, het
eindbedrag in het midden la
tend. Voor de Fransen was dit
een politiek drukmiddel om
Duitsland onder de duim te
houden, maar Poincarè, de
Franse president, bezat, zo
zegt de schrijver, geen enkel
begrip voor de economische
en financiële (men zou eraan
dienen toe te voegen: sociale
en politieke) gevolgen.
Dank zij de Amerikanen Dawes
en Young werd de schulde-
nomvang verminderd en de-
fintief geregeld. Dawes was
een figuur naar Van Kleffens'
hart. Hij vergelijkt hem met
Jean Monnet, de „vader" van
de Europese Gemeenschap,
die ook verzet aantekende te
gen het Franse gedrag ten op
zichte van het nieuwe Duits
land met zijn nog zwakke
democratie.
Het scheidsgerecht droeg bij tot
het wegebben van de span
ning in West-Europa, maar de
wereldcrisis (1929) en daarna
Hitier haalden letterlijk en fi
guurlijk een streep door de
rekening.
Het ergste was dat de Duitse
militaire leiders (Von Seeckt!)
al van 1921 af klandestien
door allerlei trucs aan de her
bewapening waren begon
nen. Later kwamen daar de
manipulaties met de mark en
een transfermoratorium bij
om die bewapening te finan
cieren.
Van Kleffens behoorde tot het
Nederlandse team dat lang te
vergeefs had geprobeerd de
Duitsers te bewegen hun
schulden aan Nederland te
betalen. Maar met een drei
gement zwichtten ze. Neder
land zou de oceaanreus het
s.s. Bremen, dat op het punt
stond Cherbourg binnen te
lopen, aan de ketting laten
leggen als de Duitsers bleven
weigeren te betalen. Binnen
en kwartier was de zaak
rond!
Van Kleffens is nog herhaalde
lijk naar Berlijn gereisd om
daar Nederlandse financiële
belangen te behartigen.
Duitsland was ook toen onze
beste klant. Vandaar dat het
sinds 1920 over grote Neder
landse kredieten kon be
schikken, die zelfs tot 1937
zijn verlengd.
België
Verhelderend is Van Kleffens'
diepgaande historische ana
lyse van onze verhouding tot
België, dat op de vredescon
ferentie van Versailles onver
hoeds, zonder ons erin te
kennen, aanspraken liet gel
den op Zeeuws-Vlaanderen
en op zuidelijk Limburg,
welk verlies van grondgebied
op een of andere manier door
Duitsland zou dienen te wor
den „goedgemaakt". Frank
rijk steunde ten behoeve van
de eigen veiligheid België,
maar Engeland en Amerika
stonden achter Nederland,
dat een onverbiddelij k
„neen" liet horen. Zelfs de
grote meerderheid van het
•V;
door
Arnold Lissauer
Belgische volk was tegen de
ze onverantwoordelijke Bel
gische regeringspolitiek ge
kant!
Van Kleffens' slotsom was, dat
België, jaloers tevens omdat
wij in 1914 de dans waren ont
sprongen, op zoek was naar
nieuwe veiligheid, omdat de
verplichte, gegarandeerde
onzijdigheid, vastgesteld bij
de Scheidingsregeling van
1839, onvoldoende was
gebleken. Ook het Locarno-
verdrag van 1925 kon de Bel
gen niet bevredigen. De uit
eindelijke oplossing schijnt
nu door het NAVO-lidmaat-
schap te zijn bereikt.
Een scherpe controverse tussen
Nederland en België, ook
over de Antwerpen-Rijnver-
binding en de aftapping van
de Maas, behoort thans in een
totaal andere Europese situa
tie gelukkig tot het verle
den.
Hitier
Het zwakke en verdeelde Wes
ten deed niets om Hitier tegen
te houden. Tot het moment
van de Duitse invasie heeft
Van Kleffens, sinds hij op 7
augustus 1939 als minister op
het politieke toneel ver-
1894-1940
scheen, onze neutraliteit^
hartstochtelijk verdedigd, en"
betoogd dat de historie zon
neklaar heeft aangetoond dat,
wie zich aan Nederland ver
grijpt, ten ondergang is ge
doemd. Dat komt door het
objectieve feit dat geen grote
mogenheid het zich kan ver
oorloven ons gebied in andere
handen te zien vallen!
De letterlijke teksten van de aan
de Duitse dreiging gewijde
indrukwekkende passages
uit Van Kleffens' begrotings
redevoeringen zijn in dit boek
afgedrukt. Ze zijn ons inziens
ook waard een vaste plaats te
vinden in onze schoolboeken;
niet alleen om hun diepgaan
de inhoud, maar ook om hun
voortreffelijke stijl.
Hij hield deze toespraken op 9
november 1939 in de Tweede
Kamer en op 25 januari 1940
in de Eerste. Op beide data
scheen, volgens de inlichtin
gen waarover de regering be
schikte, de Duitse invasie
voor de deur te staan. Maar
die werd tot tweemaal toe uit
gesteld.
Ook Van Kleffens' woorden
konden een agressor natuur
lijk niet tot rede brengen.
Maar zijn betoog, waar geen
speld tussen te krijgen was,
heeft Hitier wel gedwongen
tot de liederlijke leugen dat
Nederland en België de inval
zelf zouden hebben uitgelokt,
omdat de geallieerden (toen
nog Frankrijk en Engeland)
met hun medeweten klaar
zouden staan om via beide
landen het Ruhrgebied Din-
nen te vallen. Iedereen wist
dat ze er op dat moment niet
toe in staat waren, ook als ze
zoiets zouden hebben ge
wild.
De nazi's geloofden blijkbaar
hun eigen propaganda, of de
den alsof, want onmiddellijk
na de militaire capitulatie (de
Nederlandse regering capi
tuleerde nooit, mede wegens
de overzeese gebiedsdelen)
lieten ze door speciale teams
de ministeries van buiten
landse zaken in Den Haag en
Brussel leegroven om mate
riaal te vinden dat hun aantij
gingen zou dienen te bevesti
gen.
Dagboek
Bij het geroofde was ook een
koffertje van de minister, dat
hij op zijn vlucht naar Enge
land had moeten achterlaten
en waarin zijn waardevol
dagboek zat, dat gedurende
de periode 1 september
1939-10 mei 1940 dagelijks
door hem was bijgehouden,
zonder daarin iets te verzwij
gen.
In het koffertje vonden de
rovers een papiertje waarop
stond dat de invasie 's mor
gens vroeg op 10 mei zou los
barsten. Het koffertje werd in
allerijl naar Berlijn overge
bracht met het doel de verra
ders te pakken. Het werd ech
ter op het Auswartige Amt
(ministerie van buitenlandse
zaken) door een „goede"
Duitser in ontvangst geno
men, die het verdonkere
maande in de kelders van het
gebouw. Later werd het on
der de puinhopen bedol
ven.
V/at er met het koffertje was ge
beurd, hoorde Van Kleffens
jaren na de oorlog uit de
mond van de man die zijn
collega's voor nazi-wraak had
weten te behoeden. Maar het
verlies van het dagboek bete
kende wel een zeker hiaat in
zijn levensverhaalhoewel dit
voor het grootste deel wordt
opgevangen door de geschrif
ten van prof. dr. L. de Jong,
naar welke auteur hij overi
gens herhaaldelijk ver
wijst.
Op de 10e mei presenteerde de
Duitse gezant in Den Haag,
graaf Von Zech, de leugen
voor de inval. Toch drukte
Van Kleffens hem bii het af
scheid de hand, omdat hij
wist dat VN Zech een fatsoen
lijk mens was. Hij werd een
slachtoffer van de nazi's.
Zowel premier De Geer als de
opperbevelhebber, generaal
Reynders, komen er bij Van
Kleffens bekaaid af. De Geer
wegens zijn goedgelovigheid
jegens Duitsland en ohij n
blind was voor buitenlandse
aangelegenheden. Voordat
Van Kleffens er werk van
maakte, kende De Geer zelfs
geen enkele gezant en toen hij
de Zwitserse ontmoette, hield
hij hem voor een Duitser en
ging een twistgesprek met
hem aan!
Ook in Londen beschouwde
Van Kleffens de heer De Geer
als een hopeloos geval, omdat
hij maande dat er nog met de
Duitsers viel aan te pappen.
„Goddank zijn we hem
kwijt!", was zijn reactie toen
De Geer naar bezet Neder
land terugkeerde.
Generaal Reynders geloofde
ondanks alle voortekenen
niet in een Duitse inval en
weigerde loopgraven aan te
leggen. Daarom werd hij ont
slagen.
Van Kleffens had reeds lang te
voren onze gezanten in Lon
den en Parijs instructies ge
zonden (die ook voor hen tot
het moment van de invasie
geheim bleven) om de hulp
van de geallieerden in te roe
pen. Ook werd tweederde van
onze goudvoorraad in het bui
tenland in veiligheid ge
bracht.
Van Kleffens, diens vrouw en
minister Welter van koloniën
zijn bij hun vlucht naar En
geland omstreeks het midda
guur van de 10e mei 1940 op
het nippertje aan de dood
ontsnapt, zoals de minister in
een enkele maanden later in
een in Londen uitgegeven
boek vermeldt. Het eendek-
ker-watervliegtuigje van de
marine, waarmee de gevaar
lijke overtocht werd gemaakt,
was nog maar net van het
Scheveningse strand opge
stegen of een duikbommen
werper van de Luftwaffe ver
nietigde een tweede, vlakbij
voor anker liggende toestel
letje, waarbij de drie beman
ningsleden omkwamen.
Het vliegtuig van Van Kleffens
was tijdens een kanonnade
van het afweergeschut met
een beschadigde drijver ver
trokken. Later leek het, dat
ook de benzinetank was ge
raakt, want laag scherend
over de gladde zee slonk de
benzinevoorraad sneller dan
normaal. Er moest daarom
een noodlanding voor het
strand van Brighton worden
gemaakt, waar de menigte lag
te zonnen alsof er geen oorlog
aan de gang was.
De inzittenden van de machine
werden vriendelijk ontvan
gen en nog dezelfde middag
gaf Van Kleffens zijn Britse
collega Lord Halifax een 00e-
getuigeverslag van het begin
va de Duitse inval en werd er
overlegd over eventuele geal
lieerde hulp.
Juist omdat Nederland zich niet
onder de voet had laten lopen,
maar verzet had geboden,
versterkte dit het gezag van
onze uitgeweken regering in
de vrije wereld. Maar omdle
capitulatie niet had begrepen,
verscheen er al in september
1940 een uitermate verhelde
rend boek door Van Kleffens,
bevattend diepgaande be
schouwingen over de histori
sche achtergrond van ons
volksbestaan en een adem
benemend verslag van de
Duitse overrompeling. In het
slothoofdstuk betoogt Van
Kleffens, dat geen overwel
diger de herrijzenis van een
vrij Nederland zal kunnen te
genhouden.
Het boek, „The Rape of the Ne
therlands" (de overweldiging
van Nederland), dat ook in
Amerika uitkwam, beleefde
in twee jaar tijd vijf herdruk
ken en werd bovendien in de
vorm van een artikelenserie
in het grote Engelse dagblad
The Daily Telegraph afge
drukt.
Belevenissen, deel 1(1894-1940),
door E. N. van Kleffens (uit
gave A. W. Sijthoff, 340 p.,
VRU NEDERLAND
VN duikt in de OGEM-ellende aan
de hand van een intern rapport
van een aantal stafleden van het
concern: "De les van Damman".
De order voor het Dam
man-bouwproject in Saoe-
di-Arabië (1.4 miljard) werd ooit
in de wacht gesleept door de in
middels ontslagen topman
Udink, die bij die gelegenheid
opmerkte: "Ik zal bewijzen dat
Nederland niet zonder mij kan".
De conclusie van het rapport is dat
OGEM te beperkt van omvang
was en een te geringe ervaring
bezat om het project aan te kun
nen. Het bedrijf had eerst grondig
orde op zaken moeten stellen.
Omdat het dat niet deed, "moest
een onverantwoord deel van de
kostbare tijd gestoken worden in
territorium-gevechten". Boven
dien liet OGEM zich juridisch
door de Arabieren een oor aan
naaien waardoor "manoeuvres
om uitstel van de laatste betalin
gen te krijgen" mogelijk werden.
Niet alleen Udink krijgt er van
langs van VN, ook diens voor
ganger Fibbe: "Hij ventte met
een zak met centen en kocht elk
bedrijf dat hem voor de voeten
kwam".
Wim Bosboom ("Koning Klant")
legt uit waarom hij van de VARA
naar de TROS ging. "Er is bij de
VARA zoveel weggevallen waar
voor niets in de plaats kwam. De
vaklieden zijn vervangen door de
welzijnssector. Daar kan je na
tuurlijk hardstikke goed terecht,
alleen: als je weggaat ben je nog
geen steek verder". De TROS
noemt hij "een arbeidersomroep
voor arbeiders"
Igor Cornelisse gaat in op de kwes
tie: "Tot wanneer was Mao on
feilbaar?" Bij Chinese partijfunc
tionarissen komt langzaam maar
zeker angst voor de vraag: "Va
der, wat deed jij onder Mao?"
Verder, de ongelijke strijd van de
Vietnamese bootvluchtelingen
met tyfonen en Thaise zeerovers:
"Ze komen met honderd boten
en verkrachten de meisjes om
beurten"; kraken in Abcoude is
wat anders dan in Amsterdam
("Je wordt door het hele dorp uit
gekotst") en de serie 'Filmkri
tiek" wordt besloten met Jan
Blokker die sinds 1968 geen film
kritiek meer heeft geschreven.
Het kleurkatern gaat over "Mid-
den-Amerika, de achtertuin van
de V.S.".
MAGAZINE
Elseviers Magazine liet het Nipo
een enquete houden onder 1165
personen om te weten te komen-
hoever de Nederlanders in hun
inkomen eventueel terug willen
gaan. Als het echt nodig is wil een
meerderheid, 55 procent, gemid
deld vijf procent inleveren. EM
concludeert daaruit dat "het Ne
derlandse volk begrijpt dat er of
fers nodig zijn om onze economie
weer gezond te maken".
Hooft, "de motor van de Wereld
raad van Kerken". "Hij was kop
pig, maar in de omgang vaak
verlegen".
Over de ontruiming van de kraak
panden heeft het blad nog een ac
tuele reportage: "Spitsuur in
Amsterdam". EM vindt dat bur
gemeester Polak "een dwaas tijd
stip" voor de ingreep uitkoos:
"Juist bij het uitgaan van kanto
ren en bedrijven", wat de krakers
kans gaf van hun ontruiming een
laatste grote demonstratie te ma
ken.
Nogal hoog wordt opgegeven over
een "exclusief' interview met
Ronald Reagan, maar dat blijkt
een glad werkstukje te zijn,
waarin de ex-acteur ongeremd
zijn gang kan gaan. Het artikel
kreeg de treurige kop "Ik zal
Amerika redden".
"Hoe gek is Jan Foudraine", vraagt
de nieuwe EM-redactrice
(ex-NRC) Emmy van Overeem
zich af. De ex-psychiater ("Wie is
van hout...") heet tegenwoordig
Swami Deva Amrito en luistert
naar een Indiase meester. Een
stuk vol zachte pasteltinten. Er
blijkt in India gewerkt te worden
aan een nieuwe stad en een nieu
we mens. Foudraine gaat pas te
rug naar Poona "als de vogels in
de bomen" hem dat melden.
Ook Elsevier bekeek de situatie bij
OGEM: "Verlies bekennen kan
bij OGEM een winstpunt zijn".
De financiële topman L. Koop-
mans zegt "OGEM niet kernge
zond, maar gezond in de kern".
Dit soort woordgrapjes zal ons
allen nog eens in het faillissement
storten.
Verder reportages uit Suriname en
Polen.
hervormd
nederland
Prof. HJJ. Leenen. voorzitter van
een commissie die onlangs een
rapport heeft uitgebracht over de
rechten van patiënten, zegt in
Hervormd Nederland: "Het is wel
een goede zaak als er een stan
daardcontract komt waarin de
rechten en plichten van de profes
sionele hulpverleners en de pa-
tienten vastliggen. Als je een tele
visie koopt staan die rechten en
plichten ook vast. De artsen moe
ten er aan wennen dat hun beroep
is als alle andere. Er is inderdaad
sprake van een vertrouwensrela
tie, maar die is niet wezenlijk an
ders dan die met een architect".
HN sprak met Gerard van Winger-
de, de soldaat die weigerde de
kernkoppen in legerplaats 't
Harde te bewaken en daarvoor
terechtstond. "Niet ik moet be
straft worden, maar degenen die
de kernwapens invoeren".
Hans Bergman, een zwaar spasti
sche man, woont in het Dorp bij
Arnhem, dat ooit via de inzame
lingsactie van Mies Bouwman tot
stand kwam. Hij schreef er een
boek over, "Je hoeft niet altijd te
glimlachen". Mies kreeg geen
exemplaar.
"Nee, zonde van het boek. Ze doet
haar werk heel goed, maar als ik
bedenk dat ze er zoveel geld voor
krijgt en het eigenlijk maar scho
ne schijn is..Sinds de opening
van het dorp is ze hier niet meer
geweest".
Vijfendertig jaar geleden vielen
atoombommen op Hirosjima en
Nagasaki. HN schrijft erover:
"Nog steeds is er ondenkbaar lij
den voor de 370.000 stralings
slachtoffers van deze twee plaat
sen. Voor hen houdt de hel nooit
meer op".
Albert v.d. Heuvel schrijft een arti
kel ter gelegenheid van de 80ste
veijaardag van dr. W.A. Visser 't
de tafel en kijk wat ons dat nou
helemaal heeft opgeleverd".
Verder in HP: "Suriname, de ge
boorte van de tweede republiek"
door de Surinaamse journalist en
vakbondsman Rudi Kross, "De
fatale voorzichtigheid van Ed
ward Kennedy" en de serie "Li-
chaams-ideologen" wordt beslo
ten met "Pakhuis Amerika".
Het omslagverhaal van de Haagse
Post heeft Helmuth Schmidt tot
onderwerp. De bondskanselier
blijkt, zodra hij zijn ochtendhu
meur heeft overwonnen, een
noeste werker te zijn. Arrogantie
is hem niet vreemd. De CDU
noemde hem al eens "de brutaal
ste lummel van de Bondsdag".
Hij geniet de faam een "Kri-
sen-manager" te zijn. Zijn reali-
teits-zin blijkt uit zijn stelregel:
"Discussies moeten tot resulta
ten leiden, resultaten tot beslis
singen en beslissingen tot da
den". Met het glas gaat hij sober
HP ging eens na of de banken hun
taak als financiers van het be
drijfsleven nog wel vervullen. De
laatste tijd groeit de kritiek dat de
heren te risicomijdend zijn, te
behoudend. Zelfs minister Van
Aardenne, toch geen onbesuisde
progressief, wordt het wat te gor
tig. Nou, uit de reportage komen
de bankiers bepaald niet als wil
demannen te voorschijn. "Wy
blijven liever buiten schot".
Reportage uit Polen: de Britse ver
slaggever Michael Dobbs was in
Gdansk (Danzig) aanwezig bij de
oprichting van de nieuwe Ver
enigde Poolse Vakcentrale. "We
zitten al dertig jaar met jullie om
De Tyd laat zijn licht schijnen over
de vraag die in het Tijdschrift
voor Sociale Geneeskunde aan
de orde is gesteld: zijn de drie
RAF-leden Folkerts, Schneider
en Wackernagel in de Maastrich
ter gevangenis onderworpen ge
weest aan isolatiefolter? Ja, zeg
gen de vertrouwensartsen; nee,
zegt de voormalige gevangenis
directeur Brinkhorst. Wie liegt
er? De Tijd weet dat ook niet.
De splinternieuwe Katholieke On
derwijsorganisatie wil zich aan
sluiten bij een vakcentrale. De
keuze valt op het CNV, want men
beoogt "overleg en harmonie".
Oud-NKV-er Wim Spit geeft die
keus "een bittere smaak in de
mond".
Twee maanden voor de bondsdag
verkiezingen bekijkt De Tijd hoe
het er voorstaat met Strauss en de
CDU. Conclusie: niet best. De
CDU lijkt berustend te wachten
op een nederlaag van zijn kop
man. waarna zij denkt van hem af
te zijn als machtsfactor in de par-
ft).
RUUD PAAUW