Kleding met een Engels karakter Minder kostuums verkocht in 1979 Mannenmode zomer '81 de Avant- garde....? Alleen voor JEANS EN PANTALONS IN DE LIFT Door Henrjette v.d. Hoeven De standaard man op z'n best MAANDAG 18 AUGUSTUS 1980 Een duidelijk Engelse inslag, vooral wat de stoffen aangaat, heeft de mannenmode voor de komende zomer. Ruiten en strepen, ook hele grote en forse, gaan het straatbeeld be heersen. Daar tegenover staat dat de stoffen een stuk fij ner zijn geworden. Nieuw is het gebruik van stoffen met een linnenachtige structuur, die nu deze ook kreukher- stellend kunnen worden gemaakt, opnieuw een kans krijgen. Grijs en grijsblauw zijn de belang- tuumontwerpers. De schouders rijkste kleuren terwijl ook beige zijn recht soms iets verbreed en en zandkleur goed zijn vertegen- opgevuld. De revers verbreden woordigd. Voor de echte durvers zich iets. De jasjes worden iets ge- is er de zwart-wit combinatie, die tailleerd en hebben een normale vooral in de ruiten, heel opval-lengte waardoor zij- en achters- lend is. plitten weer een kans krijgen. De pantalons hebben nog altijd geen K0St.UUm bandplooien - dat blijft gereser- veerd voor de meer "avant-gar- Elegant, zonder veel overdrijving, de"-kleding. De voetwijdte zit dat is het trefwoord van de kos- tussen de 46 en 50 cm en een smalle omslag is niet ongebrui kelijk. Deze uiterst modieuze combinatie is van Van Gils (Roosendaal) Een klein ceintuurtje in de rug (boven) en een ticket-pocket (on der) Blazer Een belangrijk onderdeel van de mannengarderobe vormt nog steèds de blazer. Dit onuitroeiba re kledingstuk is er in mokka bruin, flessegroen en marine blauw. De zakken zijn opgestikt en een fantasie-embleem versiert de borstzak. Wie een dagje voor een avant-gardeman wil door gaan hoeft daarbij alleen maar een fris geruite madras-broek te kopen en een strakspannend mouwloos shirt. Jassen De jassen zijn komend seizoen ruimer maar recht gesneden en vallen een handbreedte onder de knie. De echte modieuze zijn hooggesloten en hebben een ceintuur in de taille. De sportieve hebben grote opgestikte zakken en een drukknoopsluiting. Ook half lange jasjes met een wat in genomen taille zijn er volop voor de sportieve man. Hemden De smalle boorden zijn nu in alle collecties wel doorgevoerd en vandaar dat de puntkraag weer voorzichtig terrein probeert te rug te winnen. Voor de jeugdige overhemddragers is er natuurlijk het button-downshirt, ook als onderdeel van de preppy-look. Die preppy-look is de opvolger van de Amerikaanse college-stijl, die vooral in de damesmode op gang heeft gemaakt. Er is echter ook een mannen-variant. Wit is weer een belangrijke kleur, sa- de modebewuste Een kostuum uit de collectie van Pierre Gardin men met zilvergrijs, zalm- en zachtrose en de aquakleuren. Wie liever geen overhemd aantrekt en rondloopt in een poloshirt kan daai^een zelfde vest bij kopen; hij kan zich ook een fijne schipper strui met boothals aanschaffen of een mouwloos shirt (waar dan wel een stropdas op wordt gedra gen). In de vrije tijds en sportkleding is voor de komende zomer vooral gewerkt met synthetische stof fen. Er zijn a-symetrische blou- sons van gelakte stof, montycoats en anoraks. Voor de avant-garde man zijn er verschillende panta lon-vormen: ruime aangeplooide of aangerimpelde modellen, Amerikaanse slacks (grote rui ten); jodhpurs (soort rijbroeken) en baggy-jeans. Voor de vrije tijd wordt ook de bermuda gepropa geerd. AMSTERDAM - Het lijkt altijd net of mode voor mannen minder be langrijk is dan voor vrouwen. Iedereen zal tenminste één naam van een mode-ontwer per kunnen noemen, en bijna zeker zal dat een ontwerper van vrou wenkleding zijn. Nie mand zal bij de naam Giorgio Armani denken aan een herenmode ontwerper. En toch zit ten er heel wat bekwa me ontwerpers achter tekentafels om de nieuwe mannenmode voor het komend sei zoen op papier te zetten. Op de Amsterdamse Herenmo- debeurs, die eind augustus voor de 35ste keer wordt ge houden, komen zo'n 300 col lecties aan bod van Neder landse, Duitse, Belgische, Franse, Italiaanse en Spaanse fabrikanten. Wie daarbij be denkt dat de Amsterdamse beurs, die dit jaar het 30-jarig bestaan viert, de derde beurs op Europese vaste land is - achter Parijs en Keulen - realiseert zich dan pas wat er omgaat in herenkleding. De veranderingen in de heren mode zijn echter bijna nooit spectaculair - zoals bij de vrouwen de komst van mini, hotpants en midi - en daarom krijgt die sector wat minder aandacht. Maar daarom is het modieuze aspect bij mannenkleding niet minder belangrijk. Er zijn tijden geweest dat be kende mannen fungeerde als "trendsetter" Lord Raglan is daarvan een voorbeeld. De ruime mouw die hij ooit in een jas liet zetten is nooit meer uit het modebeeld ver dwenen. De raglan-mouw is een geheel eigen leven gaan leiden en is ook niet gereser veerd gebleven voor man nenkleding. Nog zo'n voor beeld is de dichter Byron. Wie rond 1830 zijn das niet a la By ron kon strikken, telde niet mee in het wereldje van mo dieuze manpen. Vergeten we ook niet de prins van Wales, die zijn stijl van kleden al gauw gecopieerd zag door vele tijdgenoten. Dat de laat ste knoop van het vest niet gesloten behoorde te zijn is een van zijn erfenissen ge weest. Gewoon haast bij het aankleden, meer niet. Het mode-aspect is in de heren sector, zeker door de consu menten zelf sterk verwaar loosd. Je leest het zelfs in boeken: ze kunnen na 25 jaar hun trouwpak nog net aan.Dat zijn dan wel boe ken maar toch geeft het iets weer van de sfeer waarin dc mannenmode lange tijd heeft gezeten. De laatste jaren is daar een duidelijke verande ring in gekomen. Die zette in bij de jeugd. De jongens lieten zich niet meer in traditionele grijze broek en blauwe blazer, of nog erger het verkleinde herenkostuum hijsen. Er moest een spijkerbroek met t-shirt komen. Van die cate gorie is een deel inmiddels opgegroeid tot de groep mo dieuze mannen, een deel is na die eerste rebellie terecht ge komen in de categorie "stan daardmannen" en een enke- leing mag zich tot de "avant- garde" rekenen. Op de totale mannelijke bevol king van Nederland rekent het herenmodeinstituut na melijk 50% standaard, 40% modieus en 10% avant-garde. Naar leeftijd is die groep niet in te delen. Het is een kwestie van mentaliteit zegt het he- renmodeipstituut. Het zal er natuurlijk ook een beetje vanaf hangen hoeveel je kunt besteden. Wie niet elk dub beltje hoeft om te keren zal wat eerder geneigd zijn zich een modieuze uitmonstering aan te schaffen "voor erbij" dan iemand die met passen en meten de maand rond komt. Hij zal kiezen voor een mis schien niet eens zoveel goed koper maar wel een voor vrywel alle gelegenheden passend kledingstuk. De ge middelde consument geeft namelijk per jaar 750 - aan kleding uit. Daarbij de aante kening dat kwaliteit toch wat meer meespreekt dan enkele jaren geleden. Vanuit de he- renkleding-industrie dan ook geen al te sombere geluiden voor de toekomst. De omzet is, ondanks de prijsverhogin gen toegenomen. Wat details uit die verkoopsector: de jeansverkoop steeg in 1979 tot 6.5 miljoen stuks en de pan talonverkoop bedroeg 5.8 miljoen stuks. Dit ging ten koste van het kostuum waar van er maar 2.5 miljoen wer den verkocht en tegenstelling tot 1978 toen dat getal nog 2.7 mifjoen was. Het overhemd kreeg afgelopen jaar concur rent van het t-shirt, poloshirt en sweatshirt vandaar dat de verkoop bleef steken op 6.2 miljoen stuks. De voorzitter van de vereniging Herenmodebeurs De Vries toonde zich ondanks de eco nomische teruggang niet pes simistisch. "De confectie-in- dustrie in Nederland heeft toekomst. Ook een Neder lands confectiebedrijf kan goed draaien als het mana gement maar 100% is. Dat ons bedrijfsleven te lijden heeft van goedkope importen is la rie (2/3 van de kleding komt uit het buitenland, terwijl we 1/5 van onze totale produktie exporteren, red). De consu ment moet ook goedkope tex tiel kunnen blijven kopen". Wel pleitte De Vries voor ex port-subsidies aan confectie- fabrikanten. Ik! O* Giorgio Armani

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1980 | | pagina 16