Vrouw van buitenlandse werknemer heeft het lastig in Nederland Alleen zijn is grootste struikelblok Grootste wens samen met man en kinderen leven in Turkije WOENSDAG 13 AUGUSTUS 1980 EXTRA PAGINA 19 Door Guillaume Spiering UTRECHT - Hoeveel buitenlandse werknemers er momenteel in Nederland verblijven is zelfs niet bij benadering te zeggen. Ook niet hoeveel van hen na verloop van tijd vrouw en kinderen hebben laten overkomen, de zogenaamde gezinshereniging. Vast staat wel, dat die vrouwen het knap lastig hebben in ons land. Door allerlei omstandigheden geraken zij in een isolement, dat onzekerheid en geestelijke spanningen met zich mee brengt. De man gaat wer ken en heeft zijn besognes met landgenoten; de kinderen gaan naar school en vinden mede op die manier hun speelkameraadjes. De vrouw blijft al leen achter tussen vier muren, verstoken van aan spraak, begrip en kennis van ons land. Cemile Aksak-Kucukgozlu: De 34-jarige mevrouw Oz- den Kutluer-Yalim is ad- viseuze in en coördinatrice van gezinsvraagstukken van de Stichting Neder lands Centrum Buiten landers (NCB) in Utrecht. Ze kwam in oktober 1973 van Turkije naar Neder land om aan het Institute of Social Studies in Den Haag een studie over ont wikkelingshulp in al haar facetten te volgen. Na die driejarige studie zou ze naar de universiteit in het Engelse Sussex gaan om een doctoraal studie over dat onderwerp te volgen. Dat kwam er niet van. Ze bleef in Nederland „hangen", werkte bij diverse welzijnsin- stellingen voor buitenlandse werknemers en trouwde met een landgenoot die opbouwwerker is en radioprogramma's voor Tur ken maakt. Sinds februari van dit jaar werkt ze bij het NCB. Daar naast geeft ze in vormingscentra les aan Turkse meisjes over het wel en wee van de Nederlandse samenleving. Uitzondering Met deze "carrière" vormt ze een duidelijke uitzondering in verge lijking met de meeste vrouwen van het platteland van de landen, waaruit wij de buitenlandse werknemers betrekken. „Bijna alle buitenlandse werkne mers komen van het platteland. Ze zijn werkloos geworden als gevolg van een economisch-, in dustrialisatie- of mechanisatie- proces. Veel van hen trekken naar de grote steden, maar daar is geen werk voor allemaal. In die landen zijn geen sociale voorzie ningen, waardoor de gezinnen van degenen die uit de boot val len op de grens van het be staansminimum leven. Op een gegeven moment valt de be slissing, dat de man naar het bui tenland zal gaan om daar geld te verdienen. „Bijna allen zijn ven plan zo'n drie a vier jaar in het buitenland te blijven. Die periode wordt steeds met een jaar ver lengd tot zes a zeven jaar. Als puntje bij paaltje komt beslist de man, dat hij niet teruggaat naar het moederland, maar dat vrouw en kinderen naar het gastland moeten komen', „Daarvoor zijn twee redenen. Een economische: bij terugkeer zou hij weer werkloos zijn. Het potje dat hij in het buitenland heeft ge kweekt wordt niet of nauwelijks aangevuld, zodat het na verloop van tijd opnieuw leeg is. En een politieke: in het buitenland heb ben de kinderen meer kans op goed onderwijs en een goede ge zondheid. Zijn landgenoten, die niet in het buitenland werken, zien hem als een succesvol per soon, die weet wat het betekent om verantwoordelijkheid voor een gezin te dragen''. De meeste vrouwen willen in het thuisland blijven en voelen niets voor een gezinshereniging in het buitenland. „Onder protest leg gen ze zich neer bij de beslissing van de man, omdat ze uiteindelijk inzien, dat het met name voor de kinderen beter is. Maar op het vliegveld van het gastland staan ze al meteen midden in de problemen. Ze zijn analfabeet en komen hier zonder enige voorbe reiding. Daaraan zou iets moeten worden gedaan. Maar door „De regeringen van de thuislanden piekeren er niet over om tijd en geld ter beschikking te stellen om de vrouwen voor te bereiden op een verblijf in het buitenland. Als desalniettemin iets zou kunnen worden gedaan aan die voorbe reiding, zou dat een groot voor deel zijn. Nu blijft de vrouw in het gastland thuis zitten. Ze durft niet anders omdat alles, maar dan ook letterlijk alles, anders is. Er is niets wat haar bekend voorkomt. De zestien regionale stichtingen werken met name daar aan. Eerst wordt geprobeerd om de vrouw via een individuele benadering over een drempel heen te krijgen, daarna worden in groepsverband naai- en taalcursussen gegeven en worden de vrouwen voorge licht over het reilen en zeilen van de samenleving in het gast land". Heimwee Uit de praktijk is gebleken dat de taal het grootste probleem is voor de vrouwen van buitenlandse werknemers. „De Nederlandse taal is er één die moeilijk is te le ren. Omdat zij geen contacten heeft, heeft de buitenlandse vrouw heimwee. Ze mist de steun van de haar vertrouwde omge ving. Daardoor voelt zé zich on zeker. Dat gevoel wordt nog eens versterkt doordat de functie en de rol van vrouw in de samenle ving van het gastland heel anders „Alles wat ze voor het functioneren als vrouw en moeder in het thuisland heeft geleerd, kan ze in het gastland niet gebruiken. De man is veel verder; die was al een aantal jaren in het gastland. En de kinderen passen zich gemakke lijk aan. Zo raakt de vrouw in een isolement. Dat leidt er toe, dat het contact tussen haar en haar man en kinderen minder wordt. Die kan ze niet meer bijbenen, omdat die een steeds groter wordende voorsprong op haar hebben". Ook het Nederlandse klimaat heeft een nadelige invloed op de vrouw. „En dat slaat niet alleen op de kleding, het voedsel en de voedselbereiding, maar ook op het zich niet lekker voelen door de vochtigheidsgraad van het klimaat. Soms leidt dat tot pij nen. De vrouw van een buiten- In Amersfoort houdt de Werkgroep Buitenlandse Werknemers zich bezig met het wel en wee (met de nadruk op wee) van de buiten landse vrouwen. De 39-jarige voorzitter Fransje van Schaik- Van Schijndel en de even oude contactvrouw Karin Reineke- Nilson ervaren de gewenning aan de nieuwe gezinssituatie als het grootste probleem van de vrou wen van buitenlandse werkne- „De aan- en inpassing aan en in het andere gezinsmodel is een moei lijk probleem, waar slechts ge deeltelijk overheen is te komen. De man is het thuisland al een aantal jaren ontgroeid. Hij wordt gezien als de weldoener, de man die het heeft gemaakt. Dat beeld moet worden hersteld. Daarbij komt, dat de negatieve dingen over Nederland pas hier ter spra ke komen. Je ziet dan ook, dat veel vrouwen met de kinderen te ruggaan naar het thuisland. Soms voor de verzorging van opa en oma, maar meestal uit heim- „Na verloop van tijd komen ze toch weer terug naar het gastland, omdat ze de man en het vader- element in de opvoeding missen en omdat de situatie in het thuis land ook niet al te rooskleurig is. Het thuisland wordt nu eenmaal altijd geidealiseerd als je in het gastland bent en andersom". Ook zij zien het alleen thuis zijn van de vrouw als een groot psychisch struikelblok. „Van de eerste dag af staat ze er alleen voor in het gastland. Ze moet of kan niet an ders dan binnen blijven. Dat is weliswaar een voortzetting van het patroon in het thuisland, maar de varianten zijn volstrekt anders of ze zijn er helemaal niet", „Ze probeert zich aan te passen. landse werknemer staat onder constante druk. Ze is alleen thuis, ze voelt zich onzeker, ze heeft heimwee, ze weet niet hoe ze zich moet opstellen in de samenleving van het gastland en ze wordt ge discrimineerd'. „Er blijft een afstand, omdat de oorspronkelijke bewoners van het gastland deze vrouwen niet kennen. Ze zijn inderdaad anders en dus worden ze ook behandeld als anderen. Het is voor die vrou wen ontzettend moeilijk zich thuis te voelen in het gastland, omdat ze geen gelijke rechten hebben". Deze hele situatie leidt tot zoge naamde psychosomatische klachten. „Vaak stuurt een arts deze vrouwen door naar een maatschappelijk werkster. Dat begrijpen ze ook weer niet. Ze hebben pijn en dus vinden ze dat ze een arts nodig hebben. Psy chiatrische hulp bieden is erg moeilijk in verband'met de ui terst gebrekkige communicatie mogelijkheden. Onvoldoende Er wordt in Nederland wel het één en ander gedaan aan een positie verbetering van de vrouw van de buitenlandse werknemer, maar volgens mevrouw Kutluer is dat volstrekt onvoldoende. „Het be langrijkste is, dat de Nederlandse samenleving zich meer aanpast dan tot nu het geval is. De bui tenlanders doen er alles aan om zich aan te passen, maar ze stui ten op een muur van verzet. Er bestaat nog steeds een vooroor deel als zou de aanwezigheid van buitenlandse werknemers de werkloosheid onder de Neder landse werknemers vergroten. Dat is absoluut niet juist. Er zijn in Nederland bedrijven die niet kunnen voortbestaan als de bui tenlandse werknemers er de brui maar is daarbij zeer afhankelijk van de man. Om zich te kunnen handhaven zeggen ze op een ge geven moment tegen zichzelf: ik moet wel wat doen. Naaien is een wezenlijk deel van hun leven. Dus begint het met een hand werkje en als ze een stapje verder gaan zitten ze bij ons op de naai cursus. Dat leidt er gelukkig vaak toe dat ze ook taalles gaan ne- Die naai- en taalcursussen zien zij als een aantrekkelijke gelegen heid om de buitenlandse vrou wen ook op andere terreinen wegwijs te maken. Die gelegen heid kan alleen niet te baat wor den genomen. „De verleiding is erg groot om tijdens de naai- en taalcursussen te praten over poli tiek en te doen aan seksuele voorlichting. Je hebt daarvoor de goede groep: meisjes en vrouwen van 16 tot zo'n 35 jaar. Dat is nou net de groep waarmee je uitste kend zou kunnen praten over de mogelijkheden tot anti-concept ie. Maar dat kan en mag absoluut niet gebeuren." „Dan zou het vertrouwen van de den beschaamd. Ervaringen uit andere plaatsen hebben geleerd, dat daarvan grote problemen kunnen komen. We moeten een oplossing zien te vinden om dat toch te doen. Wellicht, dat het kan door een persoonlijke benade ring of een benadering per gezin. Maar ook dan zou het uitermate voorzichtig moeten gebeu- Zwangerschap Een hoofdstuk apart is de zwanger schap van de vrouw van de bui tenlandse werknemer. Als de vrouw van het thuisland naar het gastland komt, is ze meestal bin nen zeer korte tijd zwanger. Dan De 31-jarige mevrouw Cemile Ak sak-Kucukgozlu uit Harderwijk past lang niet helemaal in het beeld, dat door anderen van vrouwen van buitenlandse werknemers wordt geschetst. De man heeft zich al aangepastde kinderen leren zich snel handhaven i blijft thuis en ziet alle problemen op'zich afkomen. aan geven. Waarom krijgen de buitenlanders niet gewoon meer kansen en mogelijkheden?" Een tweede punt is een verkleining van de afstand tussen Nederlan ders en buiteplanders. „Wij doen onze uiterste best de buitenlan ders zo goed mogelijk voor te lichten over Nederland Het is dan toch logisch, dat Nederlan ders ook worden voorgelicht over de thuislanden van de buiten landse werknemers en hun vrouw? Dat gebrek aan voorlich ting aan Nederlanders bespeuren wij dagelijks. Bijna iedere bui tenlandse werknemer of diens vrouw wordt naar ons doorge stuurd. .Maar wij kunnen niet al les. Sommige dingen kunnen we inderdaad beter, maar we kun nen en hoeven niet alles te doen. Nederlandse instellingen moeten een deel van ons werk overne men. Als je als gastland wilt inte greren, dan moet dat gastland daarmee ook daadwerkelijk be zig zijn". Mevrouw Kutluer denkt daarbij met name aan de aanstelling van een buitenlandse maatschappe lijk werkster en een tolk door di verse Nederlandse instellingen. „Dan zijn de buitenlandse werk nemers en hun gezinnen minder afhankelijk van ons en kan ieder een zijn eigen werk doen. Alle groeperingen apart houden is geen manier om de mensen nader tot elkaar te brengen. Daarbij komt dat wij ons nu te veel bezig houden met het werk dat in feite ligt op het terrein van een zieken huis of een huisvestingsbu- beginnen voor haar ook de vra gen. Moet ik alleen bevallen? Helpt de buurvrouw mij? Kan ik hier gehurkt bevallen? Daarnaast voelt ze heel sterk het gemis aan emotionele bindingen met fami lieleden, die in het thuisland juist bij zwangerschap en bevalling zo sterk zijn. Je krijgt psychosoma tische klachten, die zich vaak ui ten in de vorm van hyperventila tie. De vrouw komt in een stress situatie terecht Het is van groot belang, dat er be geleiding komt tijdens de zwan gerschap om naar de bevalling toe te werken. De bevalling vindt in verband met de hygiene en hulp bijna altijd plaats in een kraamkliniek. De vrouw mist daar overigens wel de sfeer, die in het thuisland rond een bevalling zweeft. Met de geboorte van het kind zijn de spanningen niet weg. De vrouw blijft psychisch nog een poosje labiel. Alle buitenlandse vrouwen, die in het gastland gaan werken, doen dat puur om het geld. „De man en vrouw hebben een groot gezin te onderhouden. Een buitenlands gezin telt gemiddeld vijf kinde ren. Die inkomsten van de vrouw zijn nodig om de eindjes aan el kaar te kunnen knopen In som mige gevallen geldt bovendien, dat ze ook wel een beetje willen hebben van de luxe, die ze in het gastland zien. Een buitenlandse vrouw werkt altijd bij vrouwen. Dat is een brokje bescherming, omdat ze erg kwetsbaar is en zich ook zo voelt door de onbekend heid met de gewoonten en de taal van het gastland Jonge dochters van buitenlandse werknemers proberen om een heel andere reden werk te vinden in het gastland. Dat is om een omgekeerde gezinshereniging te bewerkstellingen. Als zij werkt en een woonvergunning heeft, gaat ze naar het thuisland om te trouwen, meestal met de jonge man aan wie ze is uitgehuwelijkt. Bijna altijd is hij werkloos en heeft hij geen schijn van kans het gastland blijvend binnen te ko men om zich bij zijn aanstaande vrouw te voegen. Maar als zij op het moment van zijn aankomst in het gastland beschikt over een aanbod van werk voor twaalf maanden en over een woonver gunning of een garantie daartoe, krijgt hij een verblijfsvergun ning. Dan is hij in elk geval in het gastland en gaat hij op zoek naar een baan, vooral met het oog op een mogelijke zwangerschap van zijn vrouw. Deze ontwikkeling neemt hand over hand toe. De ouders van het meisje stimuleren het in verband "met de totstandkoming van een groot gezin. Bovendien wordt door haar werk de bruidschat ho- ger. Stroomversnelling Er is nog een categorie jonge vrou wen, die een stempel drukt op de samenleving van buitenlanders in het gastland. Dat zijn de wat oudere dochters van buitenland se werknemers, die in het gast land zijn geboren. „Omdat zij in het gastland zijn geboren en ge togen hebben zij geen problemen met de in de ogen van hun ouders stroomversnelling, waarin het westen verkeert. Zij zijn als het ware verwesterd en het oosterse is voor hen niet herkenbaar. Het is de generatie, die zich in het gastland ontwikkelten ontplooit. Zij discrimineren ten opzichte van hun landgenoten veel harder dan de oorspronkelijke bewoners van het gastland. Zij gaan veel verder in hun oordelen en voor oordelen, die overigens meestal slaan op futiliteiten, zo in de trant van: Trut, waarom loop je dan ook met zo'n sjaaltje om je hoofd? Dan vraagje toch om moeilijkhe den! Op dat niveau beweegt die nieuwe generatie zich, terwijl de wezenlijke zaken, die tot de problemen bij de oudere vrou wen leiden, niet of nauwelijks aan bod komen. De Amersfoortse werkgroep heeft als doelstelling mensen, die in een vreemde cultuur terecht ko men wegwijs maken en hen wij zen op hun rechten en plichten om zo hun deelname aan de Ne derlandse samenleving enigszins te vergemakkelijken. „Onze doelstelling wordt niet door alle buitenlanders opgepakt. We streven vooral naar sociaal con tact tussen vrouwen. We verge lijken onze rechten en plichten niet met die in het thuisland. We wijzen alleen op de rechten en plichten hier". „Jongere vrouwen zien ons en ons werk wel een beetje als compen satie voor het gemis aan het thuisland. Maar vrouwen van zo'n 35 jaar af laten zich niet of nauwelijks door ons benaderen. Het is ontzettend moeilijk om die groep te bereiken. Als een rode draad door ons werk loopt het gegeven, dat wij deze vrouwen accepteren, dat we weten dat ze er zijn, dat ze erbij horen en dat we ze respecteren. Je kunt niet uitgaan van: Dat maak ik wel even. Dan kom je absoluut be drogen uit. Je moet ervan uit gaan. dat er geen resultaat zal worden behaald; dan lukt het het beste. De buitenlandse vrouwen reageren positief op ons en ons werk. Maar voor die reactie is het erg belangrijk hoe de houding, de opstell ing en de werkwijze van de vrijwilligsters zijn". Sinds een half jaar zit ze op naai les. „Dat moet ik gewoon leren. Ik moet zo veel mogelijk onze ei gen kleren maken, want alles nieuw kopen is veel te duur. Ik vind het helemaal niet leuk om tijdens de naailes met Neder landse vrouwen over politiek te praten. Dat heeft ook weinig zin, want ik heb geen stemrecht in Nederland. Ik praat wel eens met Turkse vrouwen over alge mene politiek, maar dat is heel iets anders. Seksuele voorlich ting door Nederlandse vrouwen zie ik ook niet zitten. In Turkije geven we elkaar ook geen sek suele voorlichting. Waarom zou het hier dan wel moeten? Dat is een zaak tussen moeder en doch ter of tussen vader en zoon. Be halve dat kun je er ook boeken over lezen. Dan blijft het toch een zaak van jezelf. Werken in Nederland zou ik wel leuk vin den, maar mijn man vindt het beter dat ik thuis ben". Familie Haar oudste kind is in een zieken huis in Turkije geboren, de jong ste twee kinderen thuis in Har derwijk. „Dat vond ik wel moei lijk met de jongste twee. De fa milie was er niet bij en dat is toch wel heel anders dan wij in Turkije gewend zijn. Ik'mis mijn familie heel erg. Daarom zou ik graag terug willen. Maar mijn man werkt hier. Voor hem ben ik zeven jaar geleden ook naar Ne derland gekomen. Maar het is af en toe wel mqeilijk om hier te wonen en te leven. Ik doe heel erg mijn best om de mensen te begrijpen. Als dat niet lukt of ze begrijpen mij niet word ik ze nuwachtig en onzeker. Dan krijg ik meestal hoofdpijn. Ziek ben ik in Nederland nog nooit ge weest". De taal is niet meer haar grootste probleem. Het zijn nu de kinde ren, die haar grote zorgen baren. „Ze zitten hier op school en worden volgens Nederlandse begrippen grootgebracht. In mijn ogen zijn het Turken, maar de praktijk wijst anders uit. Soms begrijp ik niet wat ze be doelen en moet ik een ander vra gen het aan me uit te leggen. De afstand tussen hen en mij wordt steeds groter. De oudste w il niet eens met vakantie naar Turkije. Toch kan het niet te lang meer duren totdat we teruggaan. Dat is voor de kinderen, omdat het, hoe langer ze hier blijven, steeds moeilijker wordt voor hen om terug te gaan naar Turkije en daar een toekomst op te bon- „Mijn grootste wens is om samen met mijn man en kinderen in Turkije te leven en te wonen. Ik moet gewoon in mijn moeder land wonen. Het zal hooguit nog een of twee jaren duren en dan ga ik voor de kinderen terug naar Turkije. Desnoods zonder mijn man. Die komt dan maar later. Maar als hij niet ook naar ons moederland gaat, blijf ik hier. Voor mezelf, maar vooral voor de kinderen zou ik dat een groot probleem vinden. Volgens mij kunnen ze, omdat het uit eindelijk toch Turken zijn, daar een beterè toekomst opbouwen dan hier." Haar man kwam in maart 1969 van Turkije naar Nederland. In 1970 vertoefde ze gedurende acht maanden in ons land. In september 1973 kwam ze defini tief naar Nederland. „Ik heb het in het begin best wel moeilijk gehad. Ik begreep niets en ik verstond niemand. Maar dat was voor mij geen reden om al leen thuis bij de pakken te gaan neerzitten. Ik heb in die tijd ont zettend veel gew andeld en ik be zocht veel winkels. De contacten met Nederlandse vrouwen ont stonden toen eigenlijk een beetje vanzelf. Zo goed en zo kwaad als dat ging maakte ik een praatje met Nederlandse vrouwen. Ik nodigde ze uit bij mij thuis te komen om de Turkse keuken te leren kennen. Zij invi teerden mij dan w eer om te ko men kijken hoe zij het eten klaarmaakten. Daardoor ging het praten en verstaan steeds beter".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1980 | | pagina 19