V _.y/. Twm ym fii® Dq§ ote d>§D@<g(I>lfi) ©p dl© (fdxo)© V(§nm U neemt op reis toch ook geen reserve stuur stang mee 0SIAR19B0/VICT0RU V' V /'V De eerste drie dagen mag ik van de oceaan de anderen een flink stuk inhalen. Het weer is schitterend en een goede noordenwind doet de "Victoria" voortja gen over de glinsterende golven. De derde dag maak ik de beste dagafstand zuiver in de richting New port: 156 mijl. Daarna krijgt de zee weer z'n bekende grijze gezicht en begint de wind toe te nemen, lage donkere wolkenflarden voortstuwend. "Victoria" danst wild over de nijdige, nog steile golven, maar toch verliest ze weinig snelheid. 's Nachts, terwijl de wind onheilspellend door het want huist, luister ik benedendeks naar het Franse radiostation Europe 1, dat de posities van alle deelnemers doorgeeft, dankzij de satellietzender die we allemaal aan boord hebben gekregen. Door de posities van de vorige dagen te vergelijken, kon ik zien dat ik elke dag een stukje inloop op mijn concurrenten en dat houdt de wilskracht op peil en maakt dat ik er voortdurend bewust van ben in een race te zijn, ondanks dat er geen zeil aan de horizon te zien is'. En dat is dan ook in mijn ogen de grootste opgave van de OSTAR: hoe de omstandigheden ook zijn, niet opgeven en blijven racen, ook al is er niemand die je moed in kan spreken of iemand die je toejuicht. Ook heb je geen enkel landmerk waaraan je je voort gang kunt meten. Er is alleen maar de horizon, die met je mee schuif t. Toch hoop ik dat te kunnen volhouden. Het weer verslechtert nog steeds tot de windmeter 50 knopen begint aan te geven, oftewel ruim 90 km per uur en dat is windkracht negen. Ik kan het niet over m'n hart verkrijgen om voor de storm weg te lopen en „Victoria" blijft onder diepgereefd grootzeil en stormfok, schuin tegen de brekende zeeën inlopen. Weliswaar langzaam en zo af en toe bijna op haar kop staand, maar in elk geval niet achteruit. Door Henk Jukkema Henk Jukkema: zouthoofd... Twee dagen duurt de storm en als het me even te bar lijkt, dan denk ik maar dat op dit moment de an deren misschien bijgedraaid zullen liggen en dat ik nu m'n winst moet behalen. Ik zit on der de blauwe plekken en de stijve nek, waarmee ik van start was gegaan, bezorgt me veel last. Al m'n zeilbroeken zijn lek, hetgeen aan dek zitten een ijskoude en natte aangelegen heid maakt. Toch wil ik mijn overlevingspak niet aandoen, omdat je daar minder beweeg lijk in bent en ik hot pak als een soort troost achter de hand wil houden voor het geval dat het nog slechter wordt. Beneden- denks valt er weinig anders te doen dan in de kooi liggen. Ko ken is onmogelijk, er valt wei nig te navigeren en de notities in het logboek zijn onleesbare krabbels geworden die over de lijnen dansen. Alles gaat voorbij en langzaam maar zeker kan ik weer meer zeil gaan voeren. De wind pal tegen, dus moet er gelaveerd worden. Voortdurend contro leer ik de koers en bereken met een navigatierekenmachientje in hoeverre ik de slag nog moet aanhouden of overstag gaan. Nauwkeurig getrimde zeilen blijken veel winst op te leveren en het kost me nooit veel moei te om de juiste trim in de gaten te blijven houden. De snel heidsmeter geeft de snelheid zeer nauwkeurig aan zodat elke verstelling van de zeilen direkt zichtbaar wordt. Ik gebruik veel meer de draadjes in de zeilen, die de luchtstroom langs het zeil aangeven, dan de elek tronische windhoekme ters. Mist In de buurt van de Grand Banks ten zuidoosten van New foundland, begint het weer te veranderen. Het is vaker mistig en de wind is minder constant en begint lichter te worden. De mist baart me weinig zorgen omdat het radaralarm goede diensten bewijst en vaak al een kwartier van tevoren begint te piepen, voordat het naderende schip ook maar hoorbaar is. Verder heb ik de marifoon 24 uur per dag standby staan. Zo af en toe vang ik gesprekken van andere deelnemers op met passerende schepen. Zo blijkt, de snelle trimaran, Parisien Li- bereé, zich achter mij te bevin den omdat de schipper na één week varen al niet meer be schikte over zijn zelfstuurin- richting Verder vang ik een bericht op over een omgesla gen jacht waarvan het beman ningslid zich in een red dingsvlot bevindt. Even daarna meldt het solojacht Sea Quest zich met de mededeling dat al z'n vallen zijn doorgesleten en er geen zeil meer gehesen kan worden. De boot wordt naar St. John gesleept. Als je al die be richten hoort en weer naar bui ten kijkt, zie je die zee toch iets anders dan tevoren. Overigens is er op de „Victoria", behalve een kapotte windsterktemeter, tot dusverre nog geen scha de. Er volgen twee dagen van vrijwel totale windstilte. Ik besluit me zo min mogelijk te ergeren en ga in de zon liggen op de ge streken genua die toch niets anders deed dan klapperen. Ik steek een rif in het grootzeil, zodat de bolling eruit is en het zeil nauwelijks klappert. Een lange periode van windstilte met deining kan veel zeilscha- de aanrichten. Zou je alle zeilen strijken, dan gaat het schip zo gruwelijk rollen, dat het leven aan boord vrijwel onmogelijk wordt. Het voordeel van het maken van veel lange tochten over zee, is dat je helemaal in gesteld bent op tegenzittend weer. Het klinkt misschien wat fatalistisch maar ik heb altijd het idee dat elk hoog dagge middelde weer rechtgezet wordt door een dag storm of windstilte. Tijdens de windstille dagen pas seren er drie schepen, zonder dat ze overigens dichtbij ko men. Even nadat ik een tanker, overigens tevergeefs, heb op geroepen, komt een bekende stem door: het is Wolgang Quix! We vertellen hoe het tot dusverre gegaan is en we blij ken na het uitwisselen van po sities ongeveer 60 mijl uit el kaar te liggen. Overigens heeft Wolgang een goede wind, dus hij zal wel snel op me inlopen. Bij mij is de hemel nog wol kenloos en drijven de sinasap- pelschillen nog op dezelfde plek naast de boot als een uur geleden. Walvissen Uiteindelijk begint het toch weer te waaien en verandert de we reld om me heën. Langge- strekte wolkenformaties filte ren het tevoren zo keiharde zonlicht. De wind is nog niet constant, maar we gaan in elk geval weer en de koers is goed. Opeens klinkt er een geweldig geblaas voor de boot en twee grote zwarte ruggen doorbre ken de zeespiegel, zo'n 25 meter voor de boot. Als een haas gooi ik het roer om en passeer twee walvissen op respektabele af stand. Aan de rugvinnen kan ik zien, dat het twee buitruggen zijn, walvissen die zo'n 18 me ter lang kunnen worden. Het briesje voert een smerige lucht aan, buitruggen hebben niet bepaald een frisse adem. Wel iswaar zijn het zeer vredelie vende dieren, maar het lijkt me toch niet verstandig om een- aanvaring met ze te krijgen. Een paar uur later zwemt er nog een langs en de dag daarop een minke, een klein soort vinvis. Er zijn ook meer vogels te zien en er zwemt een grote haai ach ter langs het schip. De dieptemeter geeft aan dat we boven de Grand Banks zitten, waar het water van 2500 meter vrij snel minder dan 80 meter diep wordt, hetgeen overigens aan de golfslag te merken is. We kruisen langs Sable Island, dat midden in de Atlantic ligt, voor de kust van Nova Scotia. De komende dagen zijn mistig, met soms een zicht minder dan 50 meter. Ik had gedacht veel vissersboten in dit gebied te zullen zien, maar het zijn er slechts enkele. Op een avond komt er eentje op me af en pas seert me op gehoorsafstand. Men vraag of ik nog iets nodig heb, waar ik vandaan kom en waar ik heen ga. Het antwoord wekt verbazing, vooral als men hoort, dat ik alleen aan boord ben. De volgende dagen ken merken zich door licht weer en mist. Een groot schip passeert op nog geen honderd meter af stand, terwijl ik alsmaar pro beer ze op te roepen om mijn positie, koers en snelheid door te geven, om een aanvaring te voorkomen. Er komt geen ant woord en het dreunende mon ster schuift voorbij. Het is de Kapitan Georges uit Monrovia, een schip onder een goedkope vlag en dat verklaart een hoop. Koufront Er passeert een koufront en de wind neemt even toe tot wind kracht 8. Het gaat hard en de windstille dagen worden zo weer een beetje goedge maakt. Een paar uur voor ik over de Georges Sholas moet, een serie banken, valt de wind weg. Een zware grijze wolkenmassa hangt, zo lijkt het, vlak boven de mast en „Victoria" rolt amechtig heen en weer op de loden deining. Dan ruist de re gen neer met zo'n geweld dat de golven onder een witte waas van spetters verdwijnen. Blik semflitsen en donderslagen maken de wereld nog spook- achtiger en eens temeer ervaar ik hoe op zee het weer je bezit. Er is geen ontkomen aan. Het treft je in al zijn hevigheid of mildheid. Als de regen voorbij is, vervang ik de genua voor de Bollejan, de wind lijkt dwars in te komen. Hij staat nog geen 5 minuten, of de wind is gedraaid en lijkt nu definitief uit het oos ten te komen. Dus de Bollejan eraf en de dubbele Bollejan er op. Als ik het zeil aan het uit- bomen ben draait de wind weer en moet de genua, die er drie kwartier geleden opstond, weer gehesen worden. Nu blijft de wind uit dezelfde hoek waaien, maar wordt zo krachtig dat de genua verwis seld moet worden voor een ho ge smalle fok. Ondertussen stuiven we over de banken en de rit is behalve erg snel -ook zeer wild vanwege de korte steile golven. Ik klim met veel moeite maar weer in de kooi, want het leven aan boord is weer eens vrijwel onmogelijk. Dat heb je ervan als je wilt ra cen. 's Avonds zakt de wind gelukkig af en de zonsonder gang is fantastisch, 's Nachts zijn er allerlei lichten om de boot en ik moet een keer uit wijken voor twee vissers. Te gen de morgen verschijnt de lichtbundel van Nantucket Shoals lichtschip boven de ho rizon en dat ding zit aan de bo dem van Amerika vast: nog an derhalve dag als de wind mee zit en dan ben ik er! Nu bevindt zich niets meer tus sen de „Victoria" en de finish en we kruisen regelrecht op de eindstreep af. In de loop van de morgen zie ik een klein wit driehoekje aan de horizon voor me: een jacht! Via de BBC had ik twee dagen geleden gehoord dat het enige jacht in de Jester- klasse dat nog voor me lag, Sadler Blue Jacket was, voor zover men dit kon beoordelen omdat er immers nogal wat sa tellietzenders uitgevallen wa ren van andere boten. Die me dedeling had m'n moreel een geweldige duw omhoog gege ven. Hoewel er nog geen enkel detail te zien is, ben ik ervan overtuigd dat het kleine drie hoekje Sadler Blue Jacket moet zijn. Het jacht kruist voor me langs en ik besluit ook over stag te gaan om te zien of we van elkaar weglopen. Ik lijk dichterbij te komen en besluit een tijd niet te kijken om het verschil beter te kunnen zien. Na een uur blijk ik een stuk dichterbij en sneller te zijn dan de ander. Als ik ver genoeg voor hem ben ga ik weer over stag en vaar op een halve mijl achter hem langs en inderdaad, het is Sadler Blue Jacket! De afgelopen dagen had ik re gelmatig geluisterd naar het Amerikaanse weerbericht, dat continu op kanaal 1 of 2 van de marifoon wordt uitgezonden. Dat doet me besluiten door te varen op de nu voorliggende koers omdat de wind midden op de dag zal gaan draaien en mijn koers zeer gunstig wordt ten opzichte van de finish. Heeft Chris Smith op Sadler B. J. dat weerbericht niet ge hoord, dan zal hij ongetwijfeld niet begrijpen, waarom ik voor de nu nog ongunstige slag kies. En inderdaad hij blijft in de zelfde richting doorgaan. Als de wind draait, dan heb ik hem ruimschoots gepakt. Tegen de tijd dat ik lichtelijk begin te wanhopen, draait de wind en vliegen we op de finish af, beter kan het niet. Land Het eerste vaste land dat ik zie is de vuurtoren achter No Man's Land en daarna het licht van de Buzzard, wat gaat het hard! Een paar uur later is Brenton Reef Tower al in zicht en die mar keert de finish, mijn geluk kan niet op! Over de radio heb ik al vernomen dat er reeds twee bo ten in mijn klasse binnen zijn en dat er nog twee voor me lig gen. Toch is dat nauwelijks een teleurstelling, vooral als je 36 uur vertraging hebt gehad. Na precies dertig dagen, achttien uur en twee minuten passeer ik uiterst voldaan de finish, maar liefst twaalf dagen sneller dan* de vorige keer in 1976! Via del radio geef ik mijn aankomsttijd door en men zegt een boot uit te sturen om me binnen te halen. Een half uur later klinkt het ge ronk van een buitenboordmo tor en zwiept er een lichtbundel over het schip. Een wel zeer dierbare stem gilt: „It's him! Oehoe! Henkie!" Kim is aan boord! Dat maakt de aankomst helemaal tot een feest. We heb ben de motorboot maar terug gestuurd en zijn zielsgelukkig met z'n tweeèn Newport inge zeild. Ik ben als vierde in mijn klasse geëindigd. Winnaar werd de Amerikaan Jerry Cartwright in maar liefst 26 dagen, 22 uur en 55 minuten. Sadler Blue Jacket kwam ongeveer een uur en een kwartier na mij over de fi nish. Het heeft niet veel zin om te spe culeren wat de uitslag geweest zou zijn, wanneer ik geen pech gehad zou hebben, omdat we geen van allen onder dezelfde weersomstandigheden varen. Victoria heeft de tocht zonder schade doorstaan en dat is ver geleken bij veel andere boten toch wel een beejte een bijzon derheid. Allereerst zijn er zes tien schepen uitgevallen, waarvan er drie zonken en de bemanning opgepikt werd. Verder moesten een aantal schepen havens aandoen voor reparaties en arriveerden er nog al wat schepen in Newport met schades die uiteen liepen van gebroken masten en zalin- gen, gescheurde zeilen tot los zittende kielen en beschadigde beste stuurlui aan de wal zullen natuurlijk opmerken, dat ik dat onderdeel als re serve bij me had moeten hebben. Mijn antwoord hierop is een vraag: als u met vakantie naar Italiè rijdt, neemt u dan ook een reserve stuurstang mee? scheert het vliegtuig met Dick Rus van de werf aan boord, laag over de „Victo ria", weer op weg naar Ne derland, terwijl ik koers zet naar het westen. Wat was de oorzaak van de sto ring? Voor de start werd het hele apparaat gecontroleerd Enfin, anderhalve dag later de nachtmerrie voorbij t EXTRA PAGINA 25 De uren na de start was ik al lerlei concurrenten in mijn klasse voorbijgelopen, zelfs de latere winnaar Jerry Cartwright in Le First. Moe deloos bel ik naar huis en kan niet vermoeden dat op dat moment een uitgebreide „reddingsactie" begint te lo pen met als resultaat dat ik mij zesendertig uur later weer op zee bevind met een perfekt werkende zelfstuur- inrichting die me niet weer in de steek heeft gelaten, en 99 procent van de gezeilde tijd onvermoeibaar de boot naar Newport stuurt. Na ruim 26 dagen zeilen over de Atlantische Oceaan pas seerde solozeiler Henk Juk kema op 8 juli de finish bij Newport. Het einde van de OSTAR, de solozeilrace over de Atlantische Oceaan. On danks grote problemen bij de start wist Jukkema beslag te leggen op de vierde plaats in zijn klasse. Op deze pagina doet de zeiler zijn verslag. Op 7 juni om precies twee uur Greenwich Mean Time, klinkt boven het geraas van helikopters, vliegtuigen en het geronk van de talloze toeschouwersboten, het startschot voor de Trans-At lantische Solozeilrace, de OSTAR. Negenentachtig jachten kruisen de startlijn op de rede van Plymouth, vastbesloten niet eerder te stoppen dan ruim 5000 km verder in Newport aan de Amerikaanse oostkust. Tien uur later lig ik zwaar aange slagen voor anker op de rede van Penzance met een kapot te zelfstuurinrichting. Twee jaar precieze voorbereiding lijkt voor niets te zijn ge weest, alle geladenheid en wil om voor een goede plaats te vechten is samen met een vitaal onderdeeltje van de zelfstuurinrichting, over boord gespoeld. door de importeur. Ik kreeg een nieuw roer mee en dat heb ik zelf aan de zelfstuur inrichting gemonteerd het geen een eenvoudig klusje is, het apparaat is zo simpel, dat het niet nodig lijkt bij het monteren een handleiding te gebruiken. Bovendien had ik al zo'n slordige 5000 mijl met een dergelijk type gevaren. Toch kun je, als je het niet weet, een montagefout ma ken en dat overkwam mij net. Is het je eenmaal ge beurd, dan doe je het nooit weer fout. Het voert te ver om precies uit te leggen hoe de vork in de steel zit. Wist ik de oorzaak van de storing, dan had ik het apparaat nooit hoeven te demonteren en was ik dat vitale onder deel nooit kwijt geraakt. De beter geweest en dan doemt de volgende mistbank al weer op.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1980 | | pagina 25