Gent biedt compleet overzicht 'Kunst in Europa na '68' ZATERDAG 26 JULI 1980 EXTRA PAGINA 17 GENT - Terugblikken op de jaren zeventig is zo langzamerhand een bekend verschijnsel binnen de internationale tentoonstellingen van beel dende kunst. De Biënnale in Venetië en de Lon- dense expositie "Pier and Ocean" (op het mo ment in het Kröller-Müller Museum in Otterlo te bezichtigen) geven daarvan een voorbeeld, zoals ook de expositie "Kunst in Europa na "68" in Gent. Een verheugend gegeven want het is nu mogelijk om in betrekkelijk nabij gelegen oor den een compleet over- en inzicht te krijgen van de beeldende kunst van gisteren en vandaag, uit binnen en buitenland. Alle exposities kan men tot eind augustus bezoeken. Een opvallend kunstwerk van de Nederlandse kunstenaar Ger van Elk kunst, in feite doet dat er niet zo veel toe. Het gaat uiteindelijk om het kunstwerk zelf. In elk geval hebben ze wel allemaal bijgedra gen aan het verleggen en verrui men van de grenzen van beel- dende-kunstmiddelen, waarbij de houding van de kunstenaar ten opzichte van zijn 'Umwelt' een zeer bepaleqde faktor is. Het meest direkt komt dit naar voren in de maatschappijkritische kunst van de Engelsman Victor Burgin, met zijn beklemmende fotoseries, en de Duitser Hans Haacke die een bijtende aan klacht tegen Philips heeft vorm gegeven in een blauw triptiek, staande in een kapei van de kloosteromgang. Een kapitalis tisch altaarstuk. Destructie Een ander voorbeeld waarbij het bewustzijn wordt aangewakkerd dat ook het heden een onvermij delijke culturele destructie te gemoet gaat, zoals ook de ar cheologische ruïnes sporen zijn van een cultuurverleden, levert het 'Domus Aurea' van het echt paar Poirier. In een donkere krocht van de abdij zijn een aan tal macabere, zwarte maquettes te vinden, een reconstructie van Door Jurriaan van Kranendonk Nero's paleis aangevuld met ei gen utopiën en inventies, een my- tisch verleden en onze eigen toe komst. In het museum ligt er van de Poiriers een grote zuil, omge vallen en in stukken, in eigentijd se materialen gemaakt. Archeo logie van het heden. Braco Dimi trijevic uit Joegoslavië reageert tegen de mythevorming in de kunst en relativeert geschiedenis en kunstgeschiedenis. Voor de ingang van het museum hangt een superfoto van Dimitrijevic (waarom Breznjev wel en ik niet?) en binnen in het museum een rij portretbustes van Leonar do da Vinci, Dieter Koch, Al- brecht Dürer e.a. Waarom zou Dürer wel in de belangstelling mogen staan en een onbekende kunstenaar als Koch niet, is de vraag die Dimitrijevic hiermee duidelijk opwerpt. Rotzooi De land-art-kunst is vertegen woordigd in een Slate Line' van Richard Long, uit de natuur ge haalde leisteen en in een lange rechthoek (of lijn) neergelegd, een eenvoudige struktuur uit de zo complexe natuur, en tevens een spanning gevend tussen de plasticiteit van het materiaal zelf en de strakke geometrische vorm waarin het gedwongen is. Het ligt er in een gang van de abdij bij zonder natuurlijk bij. De andere land-art-vertegenwoordiger, To ny Cragg, verzamelt materiaal uit de steedse natuur, afval, rotzooi, stoffen die niet verweren, en componeert dit materiaal tot sculpturen. In een zaal van het museum staat een gigantisch rechthoekig sculptuur, een sta- pelstruktuur van allerhande af- valmateriaal en voorwerpen. In de abdij kreeg ook hij een gang tot zijn beschikking en creëerde er een grondcompositie van sig- naalgekleurde afvalmaterialen (rood, geel, blauw, groen, oranje). Elke kleurvorm heeft zijn refe rent aan de muur hangen. Op de ze wijze ontstaat er een ruimte bepaald door rotzooi met een ze ker esthetisch gezicht. Een onge hoorde prestatie. Arte Povera De kunstenaars van deze richting die rond 1968 in Italië een einde maakten aan het eenzijdig ge bruik van de esthetica en zich in spanden om cultuur weer met de natuur te verenigen, omdat daar de oorsprong van alle tekens zijn te vinden, zijn het best vertegen woordigd in Gent. Mario Merz, Giulio Paolini, Yannis Kounellis, Gilberto Zorio en Luciano Fabro. In een van de kloosteromgangen staan dertien butagasflessen op een rij. vuur spuwend, vernieti gend, maar tegelijk voor een zin derend licht en natuurlijke warmte zorgend. Dit voor de suppoosten minder aantrekke lijk kunstwerk van Yannis Kou nellis, vuur kan ook stinken, heeft zijn tegenhanger in het mu seum. In een lege witte zaal is in een hoek een stapel stenen te zien. waarboven een schilders palet en de roetneerslae van een oud vuur. Een symbolisch offer van de schilderkunst, wat nog versterkt wordt door de esthetiek van de omringende ruimte. Eveneens zeer esthetisch van vorm en met een tragische in houd is het werk "Bacinelle" van Luciano Fabro. Een lange tafel met een wit kleed, waarop een aantal glazen schalen staan ge vuld met water. In de schalen drijven glazen, organisch ge vormde, brokstukken waarin namen zijn gegraveerd van figu ren als Giordano Bruno, Olympe de Gouges, mensen die vanwege hun vooruitstrevende ideeën ge weld werden aangedaan. In een ruimte van de abdij staat een iglo van Merz, een ribvorm bespan nen met dun gaas waarin een tekst van Ezra Pound, gevat in neon, is gehangen. Voor Merz is de iglo een organisch bouwsel, de meest elementaire en eenvoudig bewoonbare driedimensionele struktuur. In het museum staat een recent bouwsel. Lange bam boestokken in kleibonken gesto ken (het fundament) aan de bo venkant met elkaar verbonden door papieren stroken die be schilderd zijn met rode diervor men. Een anthropologisch lam pionmonument, wat elk moment in elkaar kan zakken, of toch niet? Jan Dibbets Dit zijn dan slechts enige voorbeel den van wat men in Gent zou kunnen gaan zien. Er is nog veel Democratisch Dat leverde 28 kunstenaars op (Marcel Broodthaers en Gerry Schum zijn overleden in respec tievelijk 1976 en 1973) langs de mocratische weg gekozen, geheel in de sfeer van 1968. Wie door wie is gekozen blijft een 'democra tisch' geheim. De 28 kunstenaars werden verzocht naast een ouder kunstwerk een meer recent kunstwerk te plaatsen, en hoewel een groot aantal zich hier niet aan heeft gehouden, doet deze wijze van inrichten recht aan de flexi biliteit van de geschiedenis en geeft zij tevens inzicht in de ont wikkeling van de desbetreffende kunstenaar, ook al is dat aan een tweetal kunstwerken niet altijd makkelijk te doen. Volledig heidshalve moet worden opge merkt dat in Gent geen plaats kregen de bijna op rozen zittende new wave van 'jonge Italianen' (van 12 december tot 13 januari in het Stedelijk van Amsterdam te zien), de Duitse expressionisten of allerlei varianten binnen de realistische kunst. Men heeft in Gent afstand willen doen van dit soort 'vormrichtingen'. Voor het harmonisch geheel van deze ex positie was het ook niet nodig geweest deze richtingep er bij te betrekken. Binnen het getoonde zijn er weliswaar verschillende tendenzen aan te wijzen, zoals land art, arte povera en concept Gent, in tegenstelling tot de Vene- tiaanse en Londense exposities, toont alleen kunst uit Europa, waarbij 1968 als oriëntatiepunt werd gekozen, omdat de vele maatschappelijke veranderingen ook hun weerslag hebben gehad op de beeldende kunst. Hoezeer de Amerikaanse kunst ook in vloed heeft uitgeoefend op Euro pa in de jaren zestig, na 1968 ont wikkelt de Europese kunst zich tot op een zelfstandig niveau naast de Amerikaanse, en het zijn voorbeelden van deze ontwikke ling die in Gent een plaats kre gen. Deze beperking heeft geleid tot een bijzonder overzichtelijk geheel. Daarbij is men in Gent uitgegaan van het kunstwerk en de ruimte waarin het moest wor den geëxposeerd, zodat er geen chronologische indeling van tijd en stromingen is gemaakt. Dat dit de overzichtelijkheid in het ge heel niet schaadt is op deze expo sitie aan alle kanten merkbaar. De middeleeuwse St. Pietersab dij, met zijn ruime omgangen, nissen, zalen en crypte, waar een deel van de kunstwerken zijn geëxposeerd, draagt op treffende wijze daartoe bij. Het andere deel bevindt zich in het Museum voor Hedendaagse Kunst waar een even grote zorgvuldigheid is be tracht bij de plaatsing van de kunstwerken. De samenstellers van de expositie, onder leiding van Jan Hoet (directeur van het Museum voor Hedendaagse kunst), mochten elk een lijst op maken van favoriete kunste naars, waarvan er uiteindelijk vijftien werden verkozen. Deze vijftien kunstenaars mochten op hun beurt nog één kunstenaar toevoegen. cineast Gerry Schum. Evenals Marcel Broodthaers kon Schum alleen in retrospectief belicht worden. De tentoonstelling van Schum, die eerder in het Stede lijk in Amsterdam en in Boymans in Rotterdam te zien was, werd in haar geheel overgenomen. Zo ai- les bij elkaar genomen geeft deze expositie bijzonder veel aanlei ding om naar Gent te<gaan. Zel den weid er zo*n prachtig over zicht van hedendaagse kunst georganiseerd. Openingstijden: Sint Pietersab dij, centrum voor kunst en cul tuur, Si. Pietersplein, van 10 tot 12.30 en van 14 tot IK uur; Mu seum voor Hedendaagse Kunst, ii.nit ip.irk, wtm i" t11Eeam 14 tot 17 uur. Tot 31 augustus. Slate Line' van Richard Long in de oude St. Pieters abdij meer. De reusachtige zeppelin van Panamarenko. geheel op geblazen; "Gewirtschaftswerte" een economisch-culturele zaal van Joseph Beuys; de eindeloze streepjesaccenten van Daniel Buren; de nog eindelozer getal len wereld van Hanne Darboven; en de helemaal eindeloze notities \an de Engelse groep Art and Language. Uit Nederland zijn aanwezig Jan Dibbets. Ger van Elk en Stanley Brouwn; uit En geland de muzikale groep "The Red Crayola", de beeldhouwer Barry Flanagan. Gilbert and George, uit Frankrijk Christian Bolstanski en Jean-Luc Vil- mouth, beiden met een verras sende presentatie, uit Duitsland Hans Peter Feldmann. Imi Knoebel en de reeds overleden

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1980 | | pagina 17