„Ik kan mij het verzet tegen de emancipatie goed indenken" Lotty Schreurs, vrouw in topfunctie bij Wagon-Lits Oleander in de zomer lekker buiten DEN HAAG - „Het CDA is niet frustrerender dan andere partijen wat emancipatie be treft". Mevrouw E. Sleijser-Tegelaar, directeur van de Lohmanstichting, het weten schappelijk bureau van de CHU, heeft daar uitgesproken ideeën over. „Wij kunnen altijd nog een beroep doen op algemene waarheden in de bijbel". - Maar met de bijbel is emancipatie tot nog toe meer bestreden dan verdedigd. Mevrouw Sleijser: „Dat is mis schien wel zo. Maar wat ik bij voorbeeld aanhaal, is het bijbel voorschrift dat we allemaal moe ten woekeren met onze talenten. En dat Jezus ook iedere vrouw vraagt: „Wat heb je gedaan met je hersens? Wat heb je gedaan met je handen?" Steeds zachter pra tend: „En dan zegt ze.„: afgewas- Het wetenschappelijk bureau heeft een bescheiden onderkomen in een rommelige, kale kamer aan de Haagse Wassenaarseweg. Be langrijkste troost: uitzicht in het dicht gebladerte van een kastan jeboom en, voor wie daar gevoe lig voor is, een portret van Loh- Mevrouw Sleijser „Gisteravond viel Lohman bij mij van de muur. Ik was met pensioenwetgeving bezig. Zou dat een slecht voorte ken zijn?" Ze gaat in feministisch paars ge kleed; het strijdbaar karakter van haar uiterlijk wordt wat afge zwakt door de correcte vouw in de jersey broek. Draagt de hoor- nenbril van de zakenvrouw. Ging op haar 17e, direct na de hbs, aan het werk. Noemt zich self-made. Zat in het bankwezen, in het za kenleven, de journalistiek en ten slotte de politiek. Krijgt nog steeds brieven met de aanhef „Geachte heer". Reageert daar consequent op. Bestookt een hotel, dat adverteert met „Waar mijnheer zich thuis en mevrouw zich uit voelt", met te rechtwijzingen. En bracht Hoog- Cutharijne op andere gedachten nadat het in advertenties schreef, dat heren er zo goed konden ver gaderen, en hun vrouwen er zo prettig konden winkelen. Noemt dat „kleine emancipatie". Gezin Haar partij, of althans: het CDA, heeft de formulering „Het gezin is een onmisbare pijler van onze samenleving" laten vatten. Nu staat er in het „programma van uitgangspunten" dat huwelijk en gezin van bijzondere betekenis zijn. En: „Andere duurzame sa menlevingsvormen, waarin be trokkenen de verantwoordelijk heid voor elkaar aanvaarden, hebben aanspraak op met het ge zin vergelijkbare rechten en plichten". Als ik haar de nieuwe zinsnede door de telefoon voorlees, klinkt ze opgelucht: „Dat is dus goed gegaan". Ze is net terug van vakantie, en had de definitieve tekst nog niet gezien. CHU-voormannen hebben nogal wat moeite met de nieuwe for mulering. Gerard van Leijen- horst. vice-voorzitter van de CD A-Tweede-Kamerfractie, schrijft in het CH-weekblad De Nederlander, dat het huwelijk "ondergewaardeerd gaat worden. En partijvoorzitter L. van Leeu wen haast zich tegenover de pers te verklaren, dat dit „geen gelijk stelling van homofiele samenle vingsvormen betekent, en dat het slechts om een „opening" naar homofiele paren" gaat. Mevrouw Sleijser: „Ik vind het hu welijk nog niet zo slecht, al wordt dat vaak zo uitgelegd als je voor gelijkwaardige rechten voor an dere samenlevingsvormen pleit. Maar het gaat erom dat die onge rechtvaardigde voordelen voor gezinnen worden rechtgetrok ken. In Alphen, waar ik woon, kan een alleenstaande wel wo nen, maar dan moet 'ie wel ze venhonderd gulden in de maand neertellen". Ze ziet het huwelijk, vooral het kerkelijk, als een manier voor twee mensen om hun goede wil kenbaar te maken om hun relatie te laten voortduren. „Ja, natuur lijk kan dat ook bij ongehuwd samenlevenden, zoals ook bij homofielen. Ik vind trouwens dat ook twee homofielen een zegen in de kerk op hun verbintenis moe ten kunnen vragen". Bedacht zamer: „Nee, ik zie niet in waar om dat niet mag". Vrouwenberaad De belangrijkste aanzet tot de wen ding in de „gezinsvisie" van het CDA werd gegeven door het CDA-vrouwenberaad. Dit publi ceerde ongeveer een jaar geleden het discussiestuk „Het gezin: samenleven in verantwoorde lijkheid". Aanvankelijk betrek kelijk onopgemerkt gebleven, wordt het boekje nu in brede CDA-vrouwenkring en op andere vrouwenbijeenkomsten bedis cussieerd. Behale over gezinspo litiek, handelt het onder meer over emancipatie en het kost winnerschap. Het sijpelt lang zaam maar zeker door naar de CDA-top. Mevrouw Sleijser was adviseur van de werkgroep die het boekje schreef. Was betrokken bij de amendering van de „gezinspara- graaP' van het CDA-programma, en schrijft menig tegenstuk op ar tikelen van partijgenoten die niet met de emancipatielijn meewil- len. Ook homofielen zouden een zegen in de kerk op hun verbiiltenis moeten kunnen vragen „Het gezinsrapport wordt nog veel te weinig door mannen bediscus sieerd". vindt ze. Dat bleek maar al te duidelijk op een algemene bestuursvergadering die begin juni over huwelijk en gezin in Utrecht werd gehouden. CDA- voorzitter Piet Steenkamp bleek het spoor flink bijster, en ver zuchtte: „Wat is er eigenlijk aan de hand". Een provinciaal bestuurder kwam tot de conclusie dat vrouwen el kaar discrimineren, en noemde het voorbeeld van gehuwde kleu terleidsters die ongehuwde kleu terleidsters op de arbeidsmarkt beconcurreren. Mevrouw Sleijser: „Ach ja, wat op zo'n algemene bestuursvergaderi ng naar voren wordt gebracht is waanzin, maar het is gelukkig niet representatief voor de partij. Maar tegen structurele verande ringen in de taken tussen man nen en vrouwen sluit je in alle partijen op verzet. Voornamelijk van middenklasse-mannen op middelbare leeftijd. Omdat hun wereld... ineenstort... nee, dat is te veel gezegd. Omdat hun basis wordt aangetast, hun thuisfront verandert". Iemand thuis „Ik kan me dat werkelijk goed in denken: mijn man is sinds enige tijd gepensioneerd. Nu merk ik pas hoe gemakkelijk het is om iemand thuis te hebben. Hij haalt even het vlees, hij maakt de soep, zorgt dat de wasmachine gerepa reerd wordt; ga zo maar door. Maar ook hij zei na een jaar: ik ga wat doen; die muren vliegen me aan. Precies zoals je dat van huis- hoort". Behoudend? - Volgens verschillende onderzoe ken zijn vrouwen - ook wat emancipatie betreft - behouden der dan mannen. Wat is uw in druk? Mevrouw Sleijser: „In de spreek beurten voor vrouwenorganisa ties is mij hun reactie honderd procent meegevallen. De mees ten waren het helemaal eens met de emancipatiegedachte van het gezinsrapport. Een kleine groep heeft theologische bezwaren. Ik probeer trouwens toch vaak te genstanders van de angst afhel pen dat ze van hun geloof zouden vallen als ze zich achter onze op vattingen zouden scharen". „Ik heb veel reacties gekregen in de trant van: ik denk al zo lang na, maar ik dacht dat het niet mocht". Het is logisch dat vrouwen zich in opinie-onder- zoeken behoudend voordoen, als geen uitweg uit hun situatie „Maar er blijft ook bij vrouwen wel veel verzet. Voornamelijk bij de laagstbetaalden, en verder bij wat ik de „Unicef-vrouwen" noem: de huisvrouw met een goed ver dienende echtgenoot en in een leuk huis woont, hockeyt, ten nist, en iets aan liefdadigheid doet. En die dat zo wil houden. Die groep heb ik vergeefs gepro beerd te emanciperen". - Binnen de CHU? Mevrouw Sleijser: „Nee, vooral in mijn woonplaats, in Alphen. Binnen de CHU heb ik weinig last van ze, ze blijven gewoon thuis". „Maar de vrouwen uit de toplaag willen wel: die willen uit hun gouden kooi. Burgemeesters vrouwen bijvoorbeeld, die zeg gen: ik ben ermee gestopt het gra tis verlengstuk van mijn man te zijn". De CDA-vrouwen gaan langzaam maar zeker door. Een eerste suc cesje - de „gezinsparagraaf" in het programma - is binnen. Het volgende onderwerp op het pro gramma is „individualiser ing". Mevrouw Sleijser: „Daar rust een taboe op in CDA-kring. Wordt ge zien als een wens van kille egoistjes. Maar voor mij betekent individualisering: een vrouw is ook een mens". MAANDAG 21 JULI 1980 De oleander komt oorspronkelijk uit de landen rondom de Mid dellandse Zee, waar ze op zonni ge maar wel vochtige plaatsen tot enorme struiken uitgroeien. De leerachtige, lancetvormige bla deren en de takken zijn erg giftig voor mens en dier, zodat u daar (vooral met het oog op kleine kinderen) terdege rekening mee moet houden. De mooie bloemen verschijnen in tuilen aan het eind van de stengel, de hele zomer door. Er zijn diverse soorten, met enkele of gevulde bloemen in wit, roze, rood en zelfs gestreept. De oleander wordt in ons land meestal in kuipen gekweekt en kan dan uitgroeien tot een forse plant. Verzorging Reeds vroeg in het voorjaar kan de oleander naar buiten, omdat de plant wel wat kou kan doorstaan en enorm gesteld is op frisse lucht. Zoek buiten een zo warm en zonnig mogelijk plekje voor haar, waar ze zich op haar best voelt. Wel moet u haar dan zeer rijkelijk voorzien van lauwwarm water en ervoor zorgen dat de potkluit niet uitdroogt. Iedere twee weken voeden met kamer- plantenmest of gedroogde koe mest. In de winter maakt de plant op een koele, lichte standplaats een rustperiode door. Daarbij hoeft u maar weinig water te geven en kunt u het voeden helemaal ach terwege laten. Jonge planten kunt u in het voor jaar eventueel verpotten, maar als de planten in grote kuipen staan, zal verpotten niet zo vaak meer nodig zijn. U kunt dan meestal volstaan met het verver sen van de bovenlaag en een goe de bemesting. Als de plant te groot wordt of ze wordt van onde ren helemaal kaal, dan kunt u in de herfst terugsnoeien. Ze zal dan weer nieuwe, jonge uitlopers maken. Stekken De plant is heel eenvoudig te stek ken, door in het vooijaar scheut- stekken te nemen van zo'n cen timeter of zeven, liefst zonder bloemknop. De stekjes willen in een flesje met water heel gemak kelijk wortelen en kunnen daar na in potjes met aarde opgepot worden. Het beste kunt u aan de gewone potgrond wat klei toe voegen, dat wordt door de olean der erg op prijs gesteld. Een bericht voor het eerst is een vrouw benoemd in de topleiding van Wagon-Lits Nederland, de Nederlandse vestiging van de ruim honderd jaar oude Com pagnie Internationale des Wa gon-Lits et du Tourisme. De vrouw achter dit bericht: Lotty Schreurs, sinds het begin van dit jaar „hoofd exploitatie treinbe drijf' van Wagon-Lits Nederland. Na enige aarzeling is ze toch wel bereid tot een gesprek over haar werk binnen een onderneming, waar ze opgeklommen is tot een functie op een niveau dat tot dus ver niet door vrouwen werd be reikt. In haar werkkamer van ouderwets- royale afmetingen, gelegen aan de stadszijde op de tweede ver dieping van het Centraal Station in Amsterdam, zitten we binnen enkele minuten verdiept in een stapel prachtige antieke foto's uit de historie van het WL-treinbe- drijf, de oudste sector van de maatschappij, die daarnaast ook actief is op de terreinen van ho- tellerie, toerisme en restauratie. Interieurfoto's uit 1900 van een salonrijtuig van de Trans Siberië Express: stijlmeubelen, een vleugelpiano, damastgordijnen, dikke tapijten. Plaatjes van over dadig gestoffeerde slaapcoupes zoals ze rond de eeuwwisseling meereden in de slaap- en restau- ratietreinen die grote Europese steden met elkaar verbonden. De tijd van „gewreven koper, maho niehout, gebrandschilderde ra men" zoals de geschiedschrijving van Wagon-Lits vermeldt. „In die gloriejaren van de maat schappij was het beste niet goed genoeg, het mooiste niet mooi genoeg. Tot de Eerste Wereld oorlog was alles super-de luxe. Daarna is de aanpak veranderd. Er kwam een breder publiek, het toerisme begon al op te komen", zegt Lotty Schreurs. In dat luxe decor van destijds reisden hoog geplaatste figuren door heel Eu ropa, vandaag stappen jaarlijks drie miljoen reizigers alleen al in de slaap-, lig- en restauratiewa gens in ruim twintig Europese landen. Met „de verzorging van de mens" in dat hedendaagse reisbeeld heeft haar werk alles te maken. In de functie „hoofd exploitatie trein- bedrijf' komen alle draden sa men van de verzorging van de slaap-, lig- en restauratiewagens die vanuit Nederland naar inter nationale bestemmingen ver trekken. Daarnaast verzorgt het treinbedrijf ook de consumpties op de binnenlandse treinen van de Nederlandse Spoorwe gen. Contact met de baan Lotty Schreurs omschrijft haar werk bij voorkeur als een con- tactfunctie, waaronder een aantal diensvcrlenendc* afdelingen res sorteert, die echter ieder voor Lotty Schreurs zich zeer zelfstandig opereren. Ze zegt: „Het is helemaal niet zo dat ik hier hele dagen beslissingen zit te nemen. Alles gaat in voortdu rend overleg met de mensen van de praktijk in het treinbedrijf. Dat contact met de baan, en ui teraard bedoelen wij in dit vak dan de spoorbaan, is onmisbaar. Anders ga je zweven, dingen be denken die in de praktijk hele maal niet Kunnen, in een beleids team bespreken we tweemaal per maand de lopende zaken. Daar naast is er veel overleg met de Nederlandse Spoorwegen, waar wij een schakel in de dienstverle ning zijn. Samen met ander men- sen heb ik, bijvoorbeeld, een ad viserende stem in de inrichting van restauraties en keukens in nieuw materieel". Ze vindt haar werk wel vergelijk baar met een topfunctie in het ho- telbedrijf, met dit grote verschil dat ze in haar functie in het trein bedrijf de mensen die het uitvoe rende werk doen niet om zich heen heeft. Nog afgezien van het feit dat een rijdende trein een heel ander werkterrein is dan een stilstaand restaurant of hotel. In feite heeft ze dus de supervisie over het op gang houden van een stuk dienstverlening dat in het dagelijks leven voor haar groten deels onzichtbaar blijft. Daar vallen onder meer, „voedsel, dranken plus inkoop" onder, de bevoorrading van de zogenaam de minibars die door de binnen landse treinen rijden, de verzor ging in extra treinen met gezel schappen die ten aanzien van de consumpties nogal uiteenlopen de wensen kunnen hebben: van de simpele koffie-met-cake tot en met een volledig diner of koud buffet. Een ander onderdeel is het zoge naamd klein onderhoud door een technische dienst van de slaap wagens naar het buitenland. Lot ty Schreurs: „Wat dat betreft is in het hoogseizoen het station Den Bosch voor ons het punt waar verschrikkelijk veel omgaat. Van daaruit vertrekken alle autos- laaptreinen en in hetzelfde tempo komen de terugkerende treinen er binnen. Van de gigantische or ganisatie die daar dan in bewe ging is om die treinen kant en klaar op tijd aan de perrons te krijgen, hebben de reizigers waarschijnlijk geen flauw idee. De wagens moeten schoonge maakt, de bedden opgemaakt, het linnengoed verschoond. Per trein moeten er voorbereide maaltijden, ontbijtplateaus en dranken voor een kleine zeven honderd mensen aan boord wor den genomen. Als in dat geweldi ge werktempo een steek valt doordat er, bijvoorbeeld, een paar duizend lakens te kort zijn, moet je van hieruit zo'n commu nicatiestoornis wel zo snel moge lijk zien op te lossen". Iets teweeg brengen Een aantal jaren geleden stapte Lotty Schreurs uit het onderwijs (haar oorspronkelijke vak) om een paar jaar als reisleidster door Italië en Griekenland te gaan rei zen. Ze zegt dat ze van de ervarin gen in beide beroepen nog steeds plezier heeft in haar huidige func tie: „Ook van die in het onder wijs. Daar heb ik leren organise ren. plannen, dingen oplossen door ze eerst in logische volgorde te zetten". Toen ze bij Wagon-Lits in dienst kwam begon ze met reclame-ac tiviteiten, kreeg vervolgens de kans om een opleidingspro gramma op te zetten, en was daarna gedurende driejaar hoofd opleidingen. Terugkijkend ziet ze die vorige functies als een soort stage voor de post die ze nu heeft in de topleiding van een bedrijf dat nog altijd als „een mannen wereld" mag worden be schouwd, maar waar ze (naar haar eigen gevoel) al in haar vorige functies werd geaccepteerd als „een vrouw die iets teweeg brengt en iets wil veranderen". Ze wil daar wel bij zeggen dat ze voor dat streven altijd aan alle kanten de ruimte heeft gekregen: „Als ik met goed gemotiveerde plannen of ideeën voor de dag kwam, zei men: doe het Niettemin heeft ze het gevoel dat er veel realiteit zit in de stelling dat een vrouw op een vooruitgescho ven post grotere prestaties moet leveren dan de man in een verge lijkbare functie. Lotty Schreurs: „Een man krijgt zo'n positie, een vrouw moet die positie waarma ken. Om dat te kunnen moet je wel ambitieus zijn. Ja, dat ben ik ongetwijfeld, maar ik ben me dat eigenlijk pas gaan realiseren na dat iemand anders dat eens tegen me zei. Vroeger vond ik het een vies woord. Naderhand heb ik bij mezelf ontdekt dat ik wel dege lijk ambitieus ben. Daarnaast is het voor een vrouw toch ook een kwestie van op zeker ogenblik bewust een keuze maken in het leven: kiezen voor een beroep. En naderhand voor het blijven wer ken aan je eigen ontwikkeling, als je tenminste wilt houden wat je bereikt hebt".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1980 | | pagina 6