"Vrouwen in de horeca keuken" (LDQlt dl© ^©(^©[faggtf©©!]1 Dik seiyfff ©fe Judith Herzberg. ZATERDAG 7 JUNI 1980 PAGINA 33 aan als er ergens iets niet he lemaal klopt Ook hier wordt de situatie dat mannelijke leerlingen op gezette tijden een dag onder vrouwelijke supervisie werken, als ..nor maal"' beschouwd. Met de emancipatiegedachte mag men het hier en daar in de praktijk van de bedrijfstak nog moeilijk hebben, in de opleiding tobben ze er ken nelijk niet (meer) mee. C-niveau Middelbare hotelscholen zijn, behalve in Amsterdam, te vinden in Den Haag, Wage- ningen, Tilburg, Heerlen, Zwolle, Groningen en bin nenkort ook in Apeldoorn. De minimale vooropleiding is la ger beroepsonderwijs met tenminste drie vakken op c- niveau. De vier jaar durende opleiding omvat algemene vakken (vier talen, maat schappijleer, esthetische vorming, aardrijkskunde en toerisme), economische ken nis (calculatie en statistiek, rechts- en wetskennis, com merciële vorming, bedrijfs administratie, bedrijfsreke- nen en bedrijfseconomiez, en de beroepsgerichte vakken als de theorie en de praktijk van het serveren, dranken- kennis. menuleer, grondstof- fenkennis, theorie en praktijk kokennvoedingsleer en scheikunde. Waar komen de meisjes terecht die inmiddels deze, vroeger als „weinig vrouwelijk ge doodverfde opleiding hebben afgemaakt? Harry koken voedingsleer „Een van de doorstromingsmogelijkhe den is verdere studie aan de lerarenopleiding. Een paar meisjes gaan dat doen. Verder is er iemand die hoofd reser veringen van een groot hotel wordt, en enkele meisjes gaan naar het buitenland om daar in de hotellerie praktijk op te doen. Het vak is niet aan grenzen gebonden. Klassieke kook- en serveertechnieken, receptiesystemen, dat is al lemaal internationaal. Naast de horeca zijn er veel randge bieden gekomen. Instellin gen als verzorgingshuizen bijvoorbeeld, waar je de ont wikkeling ziet dat er steeds meer aandacht voor de maal tijden komt. Het arbeidsveld in deze bedrijfstak is erg groot geworden. Maar het meren deel van de afgestudeerden kieft toch wel voor de hotelle- V.l.n.r.Nadja van Steen,Syl via Dol en Anita Reichert. de toekomstige chef-koks in oplei ding bij de Amsterdamse hore- caschool. gereedschap is geen probleem: „Dat wordt nooit van ons verwacht of ge vraagd. En als het toch nodig mocht zijn, vraag je even om assistentie In het restaurant waar uniform geklede leerlingen de gasten ontvangen en de maaltijden serveren in een stijl die je bij na „hoofs zou willen noe men, moet eerstejaars leer ling Ingrid op deze dag een van de twee leidende functies als „hoofd restaurant waar maken. Dat betekent overleg met de keukenchefs over ta felindelingen, de verdeling van de taken in het restau rant, het zorgen voor een soe pel lopende verbinding tus sen restaurant en keuken, het controleren van de afreke ningen. Terwijl ze over haar werk ver telt, volgen haar ogen onafge broken de gang van zaken in het restaurant. Ze zegt: „Ik geloof dat meisjes strenger zijn als ze een dag op een lei dinggevende plaats staan. We letten erg -.orgvuldig op klei nigheden, tillen er zwaarder se, petits pois au beurre, sala de mÜlèe, riz sec; Poires bourdaloue Schermen Achter de schermen blijken twee vrouwelijke „chef koksop deze dag verant woordelijk te zijn voor deze culinaire produkties: Michèle en Jacqueline. Ze vertellen wat zo n ééndaags chef-kok schap, onder meer, inhoudt: het maken van kostenbere keningen, het zorgen voor de benodigde ingrediënten, de verzorging van de menukaar ten, het verdelen van de taken in Üe keuken, controle op het koken door de leerlingen die aan de fornuizen staan, toe zicht op het opruimen en schoonmaken van keuken en apparatuur. Ze kennen de geijkte vooroor delen tegen vrouwen in de horecakeuken, maar merker» daar in de praktijk van deze gemengde opleiding weinig van, al hebben ze wel eens de indruk dat mannelijke leer- lingen soms wat moeite heb ben met het aannemen van opdrachten en adviezen van een vrouw. Het sjouwen met grote pannen of ander zwaar „Vrouwen kwamen vroeger in de horecawereld ei genlijk uitsluitend aan bod in de banen die als ty pisch vrouwelijk werden beschouwd: receptioniste en kamermeisje. Die situatie is duidelijk aan het veranderen. Keuken en bediening in het horecabe drijf zijn niet langer uitsluitend een mannenwereld. Ook op managerposten zie je in deze bedrijfstak de laatste jaren meervrouwen verschijnen", zegt Harry Conijn, directeur van de middelbare horecaschool De Kogge in Amsterdam. Aanleiding tot een gesprek met hem is het feit dat steeds meer meisjes aan de start verschijnen van de „algemeen vormende en beroepsgerichte" opleidingen die in Nederland aan zeven mid delbare horecascholen worden gegeven. Op de hoofdstedelijke school bijvoorbeeld ligt het percentage vrouwelijke leerlingen momenteel op 30, in het nieuwe schooljaar zal dit cijfer de 40 procent naderen. „Op papier" zijn de nog jonge middelbare horecascholen (die als vorm van middelbaar onderwijs nog geen tien jaar bestaan) altijd voor meisjes toegankelijk geweest. „Maar zowel van de kant van de beroepenvoorlichting als vanuit de bedrijven zijn deze be roepsopleidingen lange tijd in de jongenssfeer gehouden. Ouders vonden het vak vaak minder geschikt voor meisjes vanwege de sfeer en de onregelmatige werktijden. Die vooroordelen tegen 4 /M meisjes in dit onderwijs zijn gelukkig aardig aan het slijten, mede dankzij gunstige praktijkervaringen", aldus directeur Co- ijijn. Hij meent trouwens dat deze bedrijfstak een bij uitstek ge schikt terrein is voor het ver der doorbreken van dergelij ke barrières, mede omdat de sector zich in de praktijk zo bijzonder goed leent voor het werken in deeltijdarbeid. Vooral in de horecakeuken heefteen aantal vooroordèlen tegen vrouwen van oudsher een taai leven. Vrouwen zou den niet „creatief' zijn in de kookkunst, ze hebben niet voldoende lichaamskracht om met zware pannen en an dere'apparatuur te sjouwen, ze zouden het gespierde taal gebruik niet kunnen verdra gen dat in horecakeukens nogal eens schijnt te wordën- gebezigd wanneer onder hoogspanning moet worden gewerkt. VoQral de leiding gevende functie van chef-kok is voor vrouwen nog vrijwel ontoegankelijk, met name omdat de vakbroeders in (Je keuken grote moeite zouden hebben met het accepteren en uitvoeren van orders die door een vrouw worden uitge deeld. Protest In Frankrijk heeft een aantal gerenommeerde vrouwelijke chef-koks al een aantal jaren geleden, uit protest tegen de ze situatie op hun vakterrein, een eigen belangenorganisa- tie van vrouwelijke chef-koks opgericht. Al die argumenten vallen, volgens de directeur van De Kogge, inderdaad nog wel eens te beluisteren wan neer in het derde jaar van de opleiding, het stagejaar, ook de meisjesleerlingen hun sta ges moeten gaan lopen in ho recabedrijven. ,Bij de plaatsing van meisjes in ^en keukenstage ontmoeten we nog wel eens protesten van de kant van de bedrijven. Maar die problemen zien we toch steeds minder bij de plaatsing van meisjes. Dat is ook het geval bij het stagelo pen van de meisjesleerlingen in de bediening in de horeca, waar van oudsher toch ook overwegend mannen in meelopen", zegt Conijn. De geijkte argumenten tegen vrouwen in de horecakeuken vindt hij „zo inconsequent als wat": van vrouwen wordt verwacht (om niet te zeggen geëist) dat ze goed kunnen koken, maar zodra ze van kookvaardigheid hun beroep willen maken ontmoeten ze opeens allerlei bezwaren en barriires. De voorbereiding op leidingge vende functies op middelbaar niveau in de horecabedrijf- stak is een van de doelstellin gen van de middelbare oplei ding. Met de praktijk van dat leidinggeven maken de leer lingen kennis in de culinaire praktijkruimte van de school: het (elke dag tussen de mid dag drukbezochte) schoolres- taurant en de aangrenzende restaurantkeuken. In steeds wisselende diensten verzor gen de leerlingen hier het ko ken en serveren, de bardienst, de ontvangst van de gasten, en wat er verder nog bij het gastheer- en gastvrouwschap komt kijken. Op een willekeurige maandag vermeldt het (met de hand ge schreven) eerstejaarsmenu „Oeufs a la russe, pain grille et beurre; Crème a la reine; Foie de veau l'anglaise, mousse de reinettes, carottes, pom- mes duchesse; Bavarois au li queurs". De tweedejaars hebben het gezocht in „Con sommé de concombre; Cro- mesquise aux fruits de mer; Poulets sautées a la hongroi- Door Leens Macaré AMSTERDAM - De Amsterdamse dichteres Judith Herzberg debuteerde in 1963 met de bundel „Zee post". De heren critici waren vol lof. Rein Bloem sprak van „de ontroerendste poëzie van de laatste tijd" en Adriaan Morriën signaleerde „een vermeni- ging van concrete observatie en tastende bezinning, in onze dichtkunst altijd uiterst zeldzaam". In de zeventien jaren die volgden vulde zij slechts enkele bundels. De laatste - „Strijklicht" - verscheen in 1971. In september zal eindelijk weer eens een nieuwe van de persen rollen, „Botshol". Genoemd naar een meertje bjj Amsterdam. Judith Herzberg (45) zoekt niet bepaald de publiciteit. Zij is een dochter van Abel Herz berg, jurist en schrijver. Zijn dochter verlbeft graag en ge regeld in Friesland. „Ik hou van de natuur en de mensen daar. Ik kan niet zeggen De dichteres is niet zo vaak in haar woning bij het Amster damse Vondelpark te vinden. Zij verblijft veel in Israel en is riog maar pas teruggekeerd uit West-Duitsland en Italië, waar zij aanwezig was bij de opnamen van een film over de in Auschwitz omgekomen schilderes Charlotte Salo mon. Zij schreef het scenario van dezè film, die geregis seerd wordt door Frans Weiss. Charlotte Salomon liet meer dan duizend gouaches achter, die een beeld van haar leven en dat van anderen ge ven en bewaard worden in het Joods Historisch Museum in Amsterdam. Ook Frans Weiss raakte onder de indruk van dit werk en een ontmoeting tussen hem en Judith Herz berg leidde tot het maken van de film. Haar werk voor film - en ook voor toneel en televisie - is pas van later datum. Naam maakte zij eerst als dichteres. Judith Herzberg zag zc twintig jaai\geleden haar et ste gedichten afgedrukt Vrij Nederland. Jan Eykel- boom had in dit weekblad de verantwoording voor een dichtrubriek. Elke dichter van wie een vers geplaatst werd kreeg daarvoor 25 gul den. In die tijd een heel be drag. Judith Herzberg had een aantal gedichten ge maakt, die zij ook eens door iemand buiten haar eigen kring beoordeeld wilde zien. Eykelboom was enthousiast en wist haar af te brengen van haar voornemen om onder pseudoniem te publice- De gedichten trokken de aan dacht, zodat zij ook in andere bladen, zoals Tirade, ge plaatst werden. Op een dag belden drie uitgevers om te informeren naar de mogelijk heid van een bundel. De eer ste was Geert van Oorschot, die zij al kende van Tirade en in wiens fonds zij zich thuis- voelde. Zo ontstond bij hem „Zeepost met de eerder ge noemde reacties. In 1968 volgde de bundel „Beemd gras in 1971 „Vliegen -kor te gedichten met eigen illu straties - „Strijklicht en ook nog 27 Liefdesliedjes, ge schreven in opdracht van IKOR-CVK voor een kindei- televisieprogramma over het Hooglied. En straks dus „Botshol Eigenlijk een ge ringe produktie. Judith Herzberg: „Ik schrijf niet zo veel. Het is maar waar je het mee vergelijkt. Ik schrijf als s V ik iets te schrijven -heb. Je kunt er toch niet van leven en ik heb nooit het gevoel gehad dat het moést Het praten over het maken van gedichten gaat Judith Herz berg niet zo gemakkelijk af. Toch verscheen in 1977 bij Bzztoh in Den Haag van haar- hand een boekje met de naam „Het maken van gedichten en het praten daarover Het is een persoonlijk verslag van het leiden van een poëzie workshop in veertien zittin gen. Deze herfst verschijnt een her druk voor ongeveer negen gulden. Judith Herzberg be handelt in deze workshops het werk van de deelnmers als betrof het haar eigen werk. „Ik stel dezelfde vragen. Is het duidelijk? Kan het niet korter? Is het dat wat je zeg gen wilt? „In de workshops ben ik bezig met te kijken of hetgeen wat ze hebben geschreven over eenkomt met wat ze willen. Door door te vragen naar een bedoeling kun je hen helpen om zichzelf beter uit te druk ken, zodat ze minder gauw hun toevlucht nemen tot het cliché, meer bedenken wat ze zelf willen. Een cliché is een vorm van luiheid. Aan het eind van de workshop leveren ze beter werk. Ze zijn ziph er meer bewust van wat je met woorden kunt doen. Er zijn -ook. scholen waar zoiets wordt geleerd, maar in andere scholen worden de clichés er in geramd. Duidelijkheid is belangrijk. Moeilijke dingen kunnen soms niet duidelij ker. Als je maar geen rook gordijnen optrekt, .geen op zettelijke verwarring schept In de workshop wordt niet ge sproken over de achtergron den van deelnemers, bewust niet, want anders bestaat het gevaar van „wegglijden in de persoonlijke problematiek zoals Judith Herzberg dat noemt. De benadering blijft textueel. Toch gebeuil er ook wel iets anders: „Ik ben gek op die workshops. Het is leuk om te zien hoe de mensen opengaan. Wat er in zo n groep gebeurt is interessant. Het ljjkt op wat er zich in je eigen omgeving afspeelt. Het hele leven voltrekt zich in veertien afleveringen. Je leert elkaar op een heel bijzondere manier kennen, de humor, de bereidwilligheid, de gevoe ligheden. Het niveau van de nu gedichten is niet belangrijk. Het verschilt onderling ook enorm. Je kunt door niveaus heenbreken en er tóch over praten". Hoe ontstaat bij Judith Herz berg een gedicht? „Ik heb het idee dat ik iets op wil schrij ven, de neiging om iets vast te leggen in een bepaalde vorm. Meestal zijn het twéé mentale i notities, dingen waarvan ik het verband niet direkt zie. Dat gebeurt pas als ik ze aan- elkaar dicht, als ik aan het werk ga. Je voelt van te voren dat er een verband is. Zo zijn er andere dingen die associa ties oproepen waarvan je niet weet waar ze vandaan komen. Je ziet iemands rug. Je denkt, een aardige rug. Je kunt niet zeggen waarom je dat zo vindt. Dan ga je uitzoeken wat je aanspreekt in de rug en kij ken of de voorkant ei zo uit ziet als je je voorstelde. En als het niet zo is kun je proberen onder woorden te brengen wat je verwachtte. Dingen te formuleren die je nog niet ge formuleerd hebt „Het is een soort improvisatie die je jezelf oplegt. Die ga je uitweiken en je bewaait wat je gebruiken kunt en de rest doe je weg. Het is een beetje uitbeitelen en wegsnijden. Soms lukt het. soms lukt het niet en dan merkt mijn omge ving dat wel. Vooral met de gedichten in opdracht gaan er kilo s papier mee heen. Het komt dan niet uitje zelf, zodat je het onderwerp van alle kan ten moet benaderen". Een andere - derde - soort gedich ten die Judith Herzberg schrijft kunnen gelegen heidsgedichten worden ge noemd. Ze zjjn gebaseerd op een actuele zaak en verschij nen in de krant. Een enkele keer beland zo n gedicht toch ook in een bundel. Je wilt het niet echt weggooien, een bundel is een soort album waarin je dingen be waart". Over de thema s van haar ge dichten wil Judith Herzberg niet spreken. De lezer zal merken dat veelal sprake is van het ontdekker, van halte plaatsen „tussen geboren en verloren raken in", een regel uit een gedicht in de bundel „Strijklicht Morriën stelt in een recensie dat het niet zo zeer gaat om het oplossen van de levensvragen, „als wel om wat zij in ha^r eerst bundel „cartering" noemt: het in kaart brengen en vertrouwd maken van het gebied waarop de dichteres zich bevindt Bij dit alles is „het de stilte cl ie de toon bepaalt zoals zij dit in „Zeepost uitdrukte. In het persoonlijk vaststellen van de waarde van poëzie is het begrip „toon voor Judith Herzberg belangrijk.- „De toon in een gedicht kun je zelf niet bepalen. Een dichter heeft een toon, als die je aan spreekt kun je van hem ook minder goede gedichten ap preciëren. En de gedichten van een ander niet. al zitten ze nog zo knap in elkaar. Dooi die toon wordt er in een ge dicht veel meer verraden en geraden, maar er is geen me thode om die dingen te analy-. seren. Intuïtief kun je ei veel meei uithalen dan je ooit kunt bewijzen. Dat heb je zelf niet in de hand, daar ben je aan overgeleverd. Je kunt een ge dicht ijdel vinden en je kunt niet zeggen waai het in zit. Dat heeft weei met die toon te maken. Er zijn weinig dich ters die ik vertrouw en dat zit in die toon. Om er een paar te noemen, Fritzi Harmsen ten Beek, Vasalis en Bern- lef. Er verstreken negen jaren tus sen de bundels „Strijklicht" en het straks te verschijnen „Botshol Daarvan gaf Ju dith Herzberg zelf al de oor zaak aan. Een andere oorzaak is zeker het ontstaan van an dere literaire werkzaamhe den. In 1971 ging zij werken voor het Instituut voor On derzoek van het Nederlands Theater. Zo ontstonden met de acteurs en regisseur Johan Creter de toneelstukken „De deur stond open" en „Het is geen hond dat later als „Dat het s ochtends ochtend wordt" bewerkt werd voor televisie. Ook schreef zij het spel „Lieve Arthur voor de televisie. Verder maakte zij de scripts voor de films „Rooie Sien" en „Twee vrouwen naar het boek van Harry Mu- lisch. Voor regisseuse Nouchka van Brakcl bewerkte zij „Edith s Diary" van Patricia Highs- mith, terwijl zij verder het link „Mevrouw Katrien" le verde voor een drieluik van Hollandia Film naar verhalen van R. J. Peskens, het pseu doniem van uitgever Van Oorschot. Vorig jaar leverde zij de tekst voor „De val van Ikarus", een muziektheater project van de Theaterschool en het conservatorium te Am sterdam. En niet te vergeten de film over Charlotte Salo- mon. een film waar ze erg nau\f bij betrokken is en die deze herfst in première gaat. Al met al een forse uitbreiding van de weikzaamheden van Judith Herzberg. dedichtei es die gedichten maken iets on bescheidens vindt hebben. „Ik bedoel de nadrukkelijk heid die je aan de dingen ver leent. Het feit dat je ze de moeite waaid vindt om te be- Dat heeft te maken t het ig« r at door je heen laar het blijft slechts jouw bservatie, het vastleggen is •n soort aanmatiging PETER BLOM

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1980 | | pagina 33