„Inbrakoloog' Huges: bijna alle panden in Nederland staan wagen wijd open... Jodium voor Bob den Uyl ,lk heb geen naam'aangrijpend verhaal ZATERDAG 10 MEI 1980 EXTRA PAGINA 27 Door jos Bouten BAARN - Nederland is nog steeds een paradijs voor inbrekers. Jaarlijks stijgt het aantal diefstallen met braak met sprongen. In 1977 lwaren het 'nog maar' 120.000 inbraken, in 1978 5000 meer, vorig jaar 130.000 en voor 1980 zijn de verwachtingen hoogst somber. Er wordt wat afgestolen in ons lieve landje! De omzet van de heren inbrekers loopt in de honderden miljoenen. Het gemak waarmee men het mijn en dijn laat samenvallen is verbijsterend. Vrachtwagens met aanhang verdwijnen spoorloos terwijl de chauffeur in het nabijgelegen café een gezellig babbel tje maakt Specialisten in het jatten van auto's stropen continu stad en land af, 'antiekverzamelaars' zetten de bestelwagen voor de deur van de villa, die voor enige tijd onbewoond is, plezier vaartuigen vervallen tot verdrietbootjes, omdat het gapwezen alles wat los en vast zit vakkundig heeft gesloopt. Als het nou bleef bij het stelen van waardevolle goederen was het al erg genoeg, maar het kwaad van de inbraak zit hem vooral in de chaos, die de snaaiers en graaiers veroorzaken. Clubbestuurders krijgen grijze haren van de puinhoop, waarin de kantine regelma tig verandert. Wijs geworden uit ervaring worden alle waarde volle goederen achter slot en grendel gezet, waarna de penning meester de kas mee naar huis neemt. Als de kraak daardoor geen buit oplevert, wordt er rotzooi gemaakt, zodat de nachtelijke actie toch 'bevredigend' kan worden afgesloten. Gemeentebestuurders klagen regelmatig over de vernielingen in openbare gebouwen. Vooral scholen moeten het ontgelden. Kinderspel In de werkkamer van ing. L. P. H. Huges, voorlichter van het technisch bureau ter bevordering van schadepreventie (TBBS) in Baarn hangt een fraaie poster. Daarop verdwijnt een antieke, gemaskerde inbreker met een welgevulde zak over de schouder op kousevoeten in de maanlichte nacht. De moderne kraker, ziet er vergeleken bij deze, in beroepskleding gehulde schurk, maar gewoontjes uit. Hij onderscheidt zich in niets van de brave bur ger, die zich gemakkelijk laat pakken door de geraffineerde cri mineel anno '80. Een eenvoudige schroevedraaier is vaak vol doende voor een geruisloze entree. Daarna is het kinderspel. Even bureaulaatjes omkeren, kas ten leeghalen, leuke dingetjes in de zak steken en wegwe zen. Een gemiddelde inbraak kost f2500. De grootste na righeid wordt veroorzaakt door de schade, die de dief aan het interieur toebrengt. Dagelijks melden de kranten activiteiten van inbrekers, maar al die verhalen hebben nauwelijks effect op de be veiliging van huis en haard. „Negenennegentig procent van de gebouwen in Nederland staat wagenwijd open", zegt inbrakoloog Huges. „Binnen acht seconden is de dief bin nen en slaat zijn slag". Nu heeft het TBBS uitgevonden, dat de misdaad weliswaar niet is uit te bannen, maar toch aanzienlijk kan worden ingetoomd. Men kan het veel criminelen zo lastig maken, dat ze van sjachrijn eerlijk werk gaan zoeken. Wat moet er dan gebeuren? Om te beginnen moet een door sneewoning, een gemakkelij ke prooi voor iedere inbreker, minder kwetsbaar worden gemaakt. Dat hoeft echt geen tonnen te kosten. Huges: „Men moet er steeds aan denken, dat de inbreker in tijdnood is. Hoe moeilijker het voor hem is om in en uit huis te komen hoe minder hij ervoor voelt om het risico te nemen. Voorts moet men be denken dat het merendeel van de inbrekers met een voudig materiaal werkt". „Ze hebben geen zin- in een in gewikkeld avontuur met spe ciaal gereedschap. Het kost veel teveel moeite de werking van ingewikkelde apparaten te doorgronden en bovendien gaat met het gebruik van moeilijk materiaal teveel tijd heen. Ten slotte is de inbreker uiteraard bang om op heter daad te worden betrapt. Van daar zijn afschuw om geluid te veroorzaken. Hij heeft ook de pest aan verlichting". Ondeskundigheid - En natuurlijk aan alarmin stallaties. „Welnee. Al die bellen en toe ters maken hoogstens de poli tie gek, de inbreker gaat er niet zo gauw meer van op de loop. De elektronische bevei liging leek in de jaren zestig dé oplossing. Duizenden panden zijn ermee volge stopt. Geen dief zou ooit meer een poging durven wagen om binnen te komen. Vergeet het „Door de ondeskundigheid waarmee de apparatuur is aangebracht zit niet de crimi neel maar de politie met de brokken. Bijna 97 procent van de alarmsignalen zijn vals. Stel je dat eens voor. On telbare malen is Hermandad in stormtempo tevergeefs uitgerukt. Met als resultaat, dat het gegeven alarm aan ef fect enorm heeft inge boet" Risicometer Dus geen alarminstallatie? Zo radicaal wil het TBBS ook weer niet zijn. Het mag best als het maar past in een zorg vuldig opgemaakt beveili gingsplan. Nu heeft het bu reau in de 10 jaar van zijn be staan een indrukwekkende reeks adviezen opgesteld. Het probleem kan zo gek niet zijn of het TBBS heeft er wel een oplossing voor. In de dikke stapel informatiemateriaal springt de slimme risicome ter meteen in het oog. Met zo n ding kun je zelf bepalen welke veiligheidsmaatrege len moeten worden genomen om je bezittingen voor insluipers te vrijwaren. De werking van de risicometer is gebaseerd op vier gege vens: 1. de aard van het ge bouw (woningen, school, ma gazijn etc.); 2. de ligging ervan (in de bebouwde kom, op het industrieterrein, buiten de stad etc.; 3. zijn aantrekke lijkheid (zitten er kostbare spullen in zoals juwelen, bontmantels etc. of niet) en 4. de waarde van het kostbare interieur. Elk van de vier on derdelen wordt met een cijfer gewaardeerd. Hoe hoger het totaal aantal punten, hoe meer er moet worden gedaan aan de beveiliging van het pand. Stel dat het gaat om een maga zijn van een groothandel in radio- en televisie-apparatuur in een bewoond gebouwen complex. Stel verder, dat dit magazijn is gelegen op het in dustrieterrein buiten de be bouwde kom en de opgesla gen goederen zo'n f550.000 waard zijn. Met de risicome ter in de hand kan de eigenaar in een oogwenk berekenen, dat hij met een extra schuif op de achterdeur zijn eigendom lang niet voldoende heeft af geschermd. De meter zet zijn bezit met 34 punten in de hoogste beveili gingsklasse (28 punten en ho ger). Let op wat men allemaal moet doen wil hij zijn zaakjes voor elkaar hebben. Hij moet in elk geval zorgen voor: a. een goed sleutelbeheer en voldoende beveiligingsver lichting; b een goede staat van onderhoud van het hang en sluitwerk. Aanvullende af sluitbare vergrendelingen en doelmatige glaslatconstruc ties. Doelmatige deurbladen, inbraakwerend glaé; I. een inbraaksignaleringssys teem (met optimale sabota- gevrijheid) met ruimtelijk werkende detectoren (bij voorbeeld radar), alarmering uitbreiden met stil alarm en aansluiting op de meldka- Voorkomen Ga er maar aanstaan. Het is in dit geval ook beter, dat de ei genaar zijn armen over elkaar houdt. Een belletje naar het TBBS en hij krijgt een lijst van erkende installateurs, die conform de hoogste eisen dit karwei voor hem kunnen kla ren. Er zijn er bij, die 's mor gens arriveren in hun bestel auto en 's avonds een in- braakvrije fabriek achterla ten. Ze maken een beveili gingsplan en voeren het daarna zelf ook uit. - Dat is allemaal mooi, maar hoe hou je een stel vandalen 's nachts uit een school of een buurthuis? Daar is toch geen kruid tegen gewassen. Huges: „Er is geen garantie te geven in die zin, dat nooit meer zal worden ingebroken. Maar wel valt veel narigheid te voorkomen. Het opbergen van kostbare zaken op een centraal punt en het aanbren gen van mechanische en elek tronische beveiligingen helpt al veel. Maar dat gebeurt niet! Veel gemeentebesturen kla gen nu wel steen en been over vernielingen in scholen en clubhuizen maar ze verzui men wel op de begroting een behoorlijk budget op te voe ren, waarmee je die gebou wen voor aanranding kunt behoeden". „Nee, met een paar honderd gulden kom je niet klaar. Men moet zich wel realiseren, dat beneden de f 3000 niets valt te doen". - Wat moetje doen om je huis te beveiligen? Huges: „Een paar tips kan ik wel geven. Als die worden opgevolgd heb je veel kans dat de inbreker zich iets an ders uitzoekt. Wie zijn huis verlaat moet goed controle ren of alle ramen en deuren zijn gesloten. Laat altijd een lamp branden (maar niet in de gang). Als men op reis gaat is het niet verstandig briefje op te hangen voor de melk- of groenteman". „Geef waardevolle voorwerpen in bewaring bij de bank. Zorg voor goede sloten en leg nooit een sleutel onder de mat of in de brievenbus. De inbrekers kennen deze plaatsjes allang. Als het dan toch een keer fout gaat, kunt u bij het opsporen van de gestolen waar erg be hulpzaam zijn door een lijst met gedetailleerde beschrij ving van de gestolen goede ren te overhandigen". Fietsen - Tegen diefstal van fietsen heeft ook het TBBS geen re medie. Huges: „Het is inderdaad zo, dat het jatten van fietsen zo'n omvang heeft aangenomen, met name in grote steden, dat ze haast niet meer zijn te ver zekeren. De cijfers liegen er niet om. Per jaar worden er naar schatting 200.000 gesto len. De beste remedie tegen fïetsdiefstal is nog altijd een goed slot". Volgens het TBBS is het geen verspilde moeite om toch eens bij de politie navraag te doen als je fiets is gekaapt. Lang niet altijd zijn profes sionele dieven aan het werk. Dikwijls wordt een fiets even 'geleend', omdat het zo ge makkelijk is om hem mee te nemen. Vooral op plaatsen waar veel fietsen staan komt 'lenen' veel voor. Niet op slot Naast fietsen staan ook auto's hoog genoteerd op de lijst van dieven en inbrekers. Vaak hoeft de dief geen enkele moëite te doen, omdat de ei genaar domweg heeft verge ten de portier op slot te doen. Elk jaar worden er in Neder land meer dan 10.000 gesto len, waarvan enige duizenden nooit meer worden terugge vonden. Men vraagt erom, want 10 procent van de ge parkeerde auto's is niet afge sloten. De echte autopikkers hebben zich verenigd in ben den, die de courante model len uiterst geraffineerd van hun rechtmatige eigenaar loskoppelen. En toch kan men zich ook wapenen tegen de kunstjes van deze gehaai de jongens. Bij sommige vei ligheidssystemen is het zelfs mogelijk een zogenaamde positieveranderingsmelder aan te sluiten, waarmee men kan voorkomen dat de auto op een dolly of zelfs in zijn ge heel in een verhuiswagen wordt gesleept. Beveiligen kost geld. Een wo ning afdoende barricaderen tegen loslopend tuig is nog wel te bekostigen, maar een bedrijf na werktijd voor man en muis afsluiten kan oplo-' pen tot pittige bedragen. Dat wij een reislustige natie zijn, is al eeuwen lang bekend. Niet al leen bij allerhande an- dersgekleurde en on christelijke volkjes in noord, zuid, oost en west die specerijroof en slavernij overleefden. Ook in eigen land heb ben geschriften van on ze schuitjesvarende en globetrottende landge noten sinds de 17e eeuw gretig aftrek gevonden. Sterke verhalen over een on voorstelbaar buitenland, No va Zembla, Amerika, diverse Indië's, China e.a. "Realisti sche verslagen van schippers die bij voorkeur Bontekoe heetten werden afgewisseld met satirische en utopische boek- en plaatwerken in de 18e eeuw. Nog in het begin der 19e eeuw verrukte Willem Bilderdijk zijn poldergenoten met leerzaamheden over een bezoek aan de maan, om van de door Prikkebeen en Kom- rij genoten walvis- en Tur- kenreis maar te zwijgen. Maar al in de 19e eeuw voltrekt zich een grappige ontwikke ling. Nederland stelt behalve wat broze dijken en drassig grasland weinig meer voor. We rusten op onze winstge vende Indische lauweren en beperken onze reislust tot een bezoekje aan de Grotten van Han. We kleumen behaaglijk bij huis, haard en Heere en zijn onaangenaam verrast als uitheemsen als Fransozen en Duitschers onuitgenodigd bij ons een bezoekje afleggen. De hele Nederlandse literatuur getuigt van deze opmerkelij ke omwenteling: van "Oost en West" tot "Thuis Best". De vaderlandse letterkunde van de naoorlogse decennia toont hetzelfde beeld; men wil er wel uit, maar durft niet zo goed. Akkoord, Bertus Aafjes dwong wel ontzag af met een kwieke trimpartij richting Rome, Ewald Vanvugt beschreef - gehuld in hasjnevels - Turkije en omstreken, Cremer Junior dolde met de vrouwtjes tot diep in Frankrijk; maar laten we wél wezen, hebben hun versjes, verhaaltjes, roman netjes, fraaie literatuur opge leverd? Een retorische vraag. Geen leesbare, in elk geval. Toch blijft het reisbloed stro men waar het beslist niet heen kan. Een hardnekkige "li teraire reiziger die, ondanks gebleken nationaal onvermo gen, zijn vleugels blijft uit slaan is Bob den Uyl. Voor zichtigheidshalve blijft hij dicht bij de kust, i.e. Europa, en verpakt hij zijn buiten landse belevenissen in een angstige ironie. Zijn trouwe lezer inmiddels kijkt verstard van ontzag toe hoe de waag hals de slordig gelijmde vleu gels uitslaat en van een kie- zelgrote klip naar onderen dondert. Ooit (Vogels kijken, 1963) be perkte Den Uyl zich succes vol tot meer fantasierijke avontuurtjes, werd nader hand brutaler, waagde spron getjes verderweg, kwam te recht in heuse buitenlandjes en is sindsdien hinkende. In zijn nieuwe reisverhalenbun- del De bloedende trein is van genezing sprake, m.n. door het uitstekende en fantasti sche "terror-titelverhaal: een magisch-realistische vertel ling over een meneer die via een verdachte reisorganisatie een met sex en bloed over- saust treintripje maakt. Pri ma! Een terugkeer tot een niet-werkelijkheid die we - sedert Bordewijk, Belcampo en zelfs Bomans - node ge mist hebben. Een veelbelovend begin, dit eerste verhaal. Maar niemand is van de ene op de ander dag om te scholen, en met de ove rige 108 bladzijden gaat het dan ook prompt weer mis. Zeldzaam vermoeidende en antilacherige beschrijvingen van treurige ervaringen in Frankrijk: "Al dat soort ver wondingen had ik trouwens al tijdens mijn val in een flits voor ogen gehad, ook de mo gelijke gevolgen ervan. In die ene seconde was ik al bezig geweest pijncentra aan Fran se dokters te wijzen en te om schrijven. Maar nadat ik naar het dichtstbijzijnde dorp was gestrompeld, af en toe een opluchting brengend ge kreun uitstotend, daar in een apotheek een verbanddoos had gekocht en me in de toi letruimte van een restaurant had afgewassen, de sneetjes had geplakt waar dat zin had, bleek ik op een pijnlijke knie na niets mankeren." (p. 63) Even leukig krukt hij rond in Spanje, Wenen. Marseille, Ni ce, de casino's van Monte Carlo en (verstandig) Valken burg, om te besluiten met een reeksje schrijfsels vol privé- lol .ik was zelfs high.") Over "De grote klap", een ongelooflijk onbeholpen en al duizendmaal geplagieerd SF- verhaaltje tussendoor, zwijg ik liever. Uit weerzin, niet uit piéteit. Laat ik maar afsluiten, deur op de knip. Weer een leuke bun del verhalen van Bob den Uyl vol joligheid en woordjes over de grens. Het is de auteur he laas maar één keer gelukt waarneembaar boven zijn kiezelsteen uit te stijgen, een kort moment, vrijuit flappe ren... en dan, helaas: verwon- dirgen, pijncentra, gekreun, apotheek en verbanddoos, sneetjes schaafwonden. Misschien redt de patiënt nog. Met een Kilo pleisters, zuster, en graag een vat jo dium. Bob den Uyl, De bloedende trein. Uitg. Querido, Amster dam 1980, 23,50. Als mensen zichzelf voor sol daatjes inruilen, is dat om te lachen, maar ook om te huilen. Geen munitie, soldij, wel een pet op hun kop, zo'n soort hoge hoed heeft een goochelaar op. Elke slagboom: een wacht slagboom één: is voor vrij slagboom twee: etensrij achter drie: kar met lijk weer één buiten bereik. Dit is een gedicht van de Tsje chische Dagmar Hilerova, gemaakt tijdens haar gevan genschap in he concentra tiekamp Terezin (Theresien stadt). Gedurende de Tweede W.O. be vonden zich in dit kamp tallo ze Tsjechische kunstenaars die temidden van alle gru weldaden de kinderen in Te rezin in aanraking wilden brengen met verschillende vormen van kunst, zoals schrijven, schilderen, muziek en toneel. Een van die kinde ren was de 15-jarige Dagmar Hilerova, die zou uitgroeien tot een bekend kinderdichte res uit Terezin. Alleen deze gedichten, waarin ze haar gevoelens kon uiten en haar liefde voor een jongen in het kamp, stelden haar in staat alles te overleven. Schrijfster Miep Diekmann heeft het verhaal van Dagmar met behulp van een tolk te boek gesteld, geschreven rond Dagmars gedichten. Het resultaat "Ik heb geen naam" is een aangrijpend verhaal, waarin Miep Diek mann de gevoelens van de jonge Dagmar centraal stelt in een schrijnende sfeerteke ning. De 15-jarige Dagmar is net ver liefd geworden op Bubi, als ze Oorlogsboeken voor de jeugd R Door Margot 1 VkAVU, Klomp 1 ft maker op transport wordt gesteld naar Terezin. Temidden van alle chaos en ellende ontmoet ze Jiri, haar grote liefde. Al leen die liefde geeft haar de kracht het kamp te overleven, zelfs wanneer Jiri van haar gescheiden wordt. Na de bevrijding ziet Dagmar Jiri en Bubi terug, en moet dan de keus van haar leven maken. "Ik heb geen naam" beschrijft de gevoelens en emoties die doen denken aan het verhaal van Anne Frank. De Illustraties van Ralph Prins, eveneens tijdens de oorlog in Terezin, passen he lemaal in de sfeer van het ver haal'. Voor oudere kinderen, uitg. Leopold, prijs f 19,90. Ook "De dag dat Tommy drie werd" is ontstaan in Terezin. Bedrich Fritta was een van de Tsjechische kunstenaars, die in de tekenkamer van het kamp noodgedwongen voor de Duitsers bouwplannen ontwierp. In het geheim maakte Fritta voor zijn zoon tje Tommy een prentenboek voor Tommy's derde verjaar dag. Tekeningen van Tommy in het kamp. maar ook van de buitenwereld, die Tommy nog nauwelijks gezien had. Fritta schetste een beeld van een vrije wereld waarin zijn zoon kon opgroeien zonder honger en ellende. Hij ver stopte het schetsboek in de muur van zijn barak. Alleen Tommy heeft het concentra tiekamp overleefd, en is via vrienden van zijn vader in het bezit gekomen van diens prentenboek. Mies Bouhuys maakte op basis van Thomas (Tommy) Fritta's levensgeschiedenis het ver haal rond de tekeningen, ge schreven in de vorm van een gesprek tussen een kind en een volwassene over hetgeen op de tekeningen te zien is. Daarom is het verhaal heel toegankelijk voor jonge kin deren. De tekeningen zijn in hun eenvoud sprekend en treffend. Voor jonge kinderen om voor te lezen, of om zelf te lezen vanaf 8 jaar, uitg. Omniboek, prijs f 19,90. In "Carry's kleine oorlog" speelt het oorlogsgebeuren van '40-'45 slechts een onder geschikte rol Bombardementen op Londen leiden tot evacuatie van een groot aantal kinderen. Carry en haar broertje Nick komen terecht in een mijnwerkers- dorp in Wales en worden "in gekwartierd by Evans en zijn zuster Lou. Me neer Evans blijkt een on vriendelijke man te zijn, die zijn zuster tiranniseert. Veel liever zouden Carry en Nick. net als hun vriendje Al- bert, bij Hepzibah willen wo nen, de vriendelijke en een beetje mysterieuze vrouw in het huis bij het Druïdenbos. Schrijfster Nina Bawden is heel knap in het oproepen van spanning en geheimzinnige sfeer. De magische kracht die uitgaat van Hepzibah ("a wise woman"), haar huis in het bos oefenen een sterke invloed uit op Carry, en wanneer allee niet naar haar wens verloopt wordt zij gedreven tot het af roepen van een doem over Hcpzibah's huis. Schuldgevoelens bestormen haar. wanneer Carry vanuit de trein vlammen uit het bos ziet opstijgen. Dertig jaar la ter keert ze met haar kinderen terug naar de Druïdenval- lei Sterke punten van "Carry's kleine oorlog" zijn de dialo gen, de knappe karakterteke ning van Carry en Nick, en vooral de sfeer die van het verhaal uitgaat. Uitg. Querido, prijs f 15,90.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1980 | | pagina 27