Reusachtige
Koos van de
Wende wil
geen meelij
maar wel een
Door Sjak Jansen
DEN HAAG - Stinkend jaloers is hij op mensen als
Ben Cramer, Ronnie Tober en Lee Towers. Niet
vanwege hun stem, oh nee dat interesseert Koos van
de Wende geen lor, maar vanwege de op maat ge
sneden kostuums, die deze heren om hun lijf heb
ben. Kostuums die helemaal pas zitten, waarin geen
plooitje valt te bespeuren.
„Echt hoor", zegt de 37-jarige Hagenaar, „zoiets prikt mij enorm. Ik
zou ook wel een mooie combinatie willen dragen. Dolgraag zelfs.
Een mooie rode blazer of zo op een mooie lichte broek. Felle
kleuren houd ik van. Maar helaas...."
„Je weet dat ik al m'n kleren moet laten maken en dan verval je
vanzelf in die uniekleuren. Die verrekte neutrale kleuren. Kijk
maar naar wat ik draag: het is altijd grijs, donker blauw of bruin.
Daarom snak ik zo naar een harde kleur. Fel geel of zo. Dus niet
om op te vallen, laten we dat even duidelijk stellen. Opvallen doe
ik trouwens al genoeg, dacht ik."
Opvallen doet Koos van de Wende zeker. Dat hij groot zou zijn, wist
ik, maar zó schrikbarend groot.... Lengte: 2.08 meter, taille: weet
hij zo gauw niet, erg veel centimeters in elk geval. Gewicht valt
nog mee: 139 kilo.
KOLENSCHOPPEN
Z'n handen lijken wel kolenschoppen. Z'n voeten zijn al niet klei
ner: schoenmaat 57 was mij ingefluisterd. „Wat zegje? Maat 57?",
vraagt Van de Wende verontwaardigd. „Hoe komen ze daar nou
bij. Maat 57 bestaat niet eens. Ik draag orthopedische schoenen.
De grootte daarvan wordt per centimenter gemeten. Maar hoe
veel centimeter de mijne zijn.,., dat weet ik niet. Zou ik even
moeten meten."
Bereidwillig haalt hij een duimstok uit de gereedschapskist en legt
die vervolgens naast z'n voet. Hij komt uit op 41 centimeter. Zijn
schoenen hebben dan ook veel weg van die van Pipo, alleen lijkt
de clown er lang niet zo gemakkelijk mee uit de voeten te kunnen
als Van de Wende.
BEKAAID
Toch zijn die voeten niet iets om de draak mee te steken. Aller
minst! Gezegend ben je als je zulke voeten hebt! Voor een paar
gewone zwarte schoenen is Van de Wende gauw duizend gulden
kwijt. Die laat hij bij een orthopedische kliniek maken. Z'n huis
arts schrijft dat voor, omdat er anders gevaar bestaat voor door
gezakte voeten en rugpijn.
Van dè Wende heeft dus een verwijskaart en daarmee automatisch
het geluk dat het ziekenfonds één paar schoenen per jaar ver
goedt. Hoewel geluk??? „Je verslijt in een jaar natuurlijk meer
dan één paar schoenen", zegt Van de Wende. „Daarom vind ik dat
ik er met één paar van het ziekenfonds nogal bekaaid afkom."
„Enkel dat ene paar. Verder krijg ik niks vergoed. Geen truien,
geen broeken, geen overhemdenniks. Enkel dat ene paar. En
als je weet wat voor kapitalen die speciaal gemaakte kleren kos
ten! Daarom ben ik jaren terug eens bij de belastinginspecteur
wezen vragen of ik een gedeelte van die kosten mocht aftrekken
van de belasting. Maar niks hoor. Kon ik mooi vergeten!"
ALLE MATEN
Waar de Hagenaar ook zo woest om kan worden zijn herenconfec
tiezaken die domweg adverteren dat ze herenkleding in alle ma
ten verkopen. Hoeveel keer Van de Wende daaraan z'n neus wel
niet heeft gestoten? Tientallen malen. Telkens weer een desillu
sie. Hij werd het spuugzat allemaal.
„Als ik zo'n advertentie zag, kreeg ik weer hoop. Ging ik er meteen
op af. Dan kwam ik daar en zei ik: 'Kom maar op met je pak!' Nou,
dan zag je die verkoper schrikken en begon hij heel voorzichtig
terug te krabbelen."
„Dat heb ik niet alleen in Den Haag meegemaakt hoor, maar overal.
Eindhoven, Utrecbt, heel Nederland ben ik ervoor afgereisd.
Maar iets wijzer geworden? Welnee!"
„Weetje wat het is, ook met die grote kostuums. Als zo'n jasje op
m'n schouders past, reiken de mouwen slechts tot m'n ellebogen.
En als m'n armen er helemaal in kunnen, zit het om m'n middel
weer te krap."
De meeste lange mensen zijn immers smal, weet Van der Wende.
En de meeste brede mensen zijn weer niet zo lang. „Zo vis ik
steeds achter het net. En laat ik me eindelijk eens voor veel geld
1400) een pak aanmeten, dan zit het na een tijdje weer niet jofel.
Gaat de broek slobberen."
Wat fijne, passende kleding be
treft is Van de Wende dus
mooi in de aap gelogeerd. Zo
kleeft er een hele rits nadelen
aan zijn buitensporige groot
te. Maar er zijn ook weer
voordelen, zij het bitter wei
nig. „Met kasten en zo kun je
overal gemakkelijk bij. En
met een optocht kun je alles
zien", reageert de Hagenaar
ietwat laconiek. „Met een
'voetbalwedstrijd, waar ik dus
nooit heen ga, ook. Maar
daarmee houdt het wel op."
Japie
Uit de losse hand opper ik er
nog enkele: nooit last van ru
ziezoekend gespuis, veel geld
verdienen met optredens in
reclamefilmpjes zoals Japie
van dat Zweedse wittebrood.
Van de Wende: „Dan moet je
wel benaderd worden na
tuurlijk. In principe sta ik
daar beslist niet afwijzend te
genover. Wat extra geld kan
ik best gebruiken met die du
re kleding van me. Maar ze
zullen wel fiks over de brug
moeten komen. Ik zit immers
niet op die firma's te wachten,
ik heb die lui niet per sé no
dig."
Nog een voordeel, misschien.
Je zakken vullen in de vecht
sport, zoals Mohammed Ali?
Van de Wende is even stil. Zegt
dan: „Wel leuk ja. Maar dan
moetje wel mogen sporten en
dat mag ik niet van de dokto-
Grapjes
Afwijking
Waarmee we subiet zijn terug
gekeerd in de realiteit. Van de
Wende's reusachtige postuur
is niet iets om lollig over te
doen. Integendeel, het is een
ziekte. Liever gezegd een af
wijking. Een ernstige afwij
king in het menselijk li
chaam, die alles met hormo
nen heeft uit te staan.
In 1957 is Van de Wende in het
Academisch Ziekenhuis te
Leiden geopereerd. Toen is
zijn groei stopgezet. Zou dat
niet zijn gebeurd, dan had hij
thans niet meer geleefd. Dan
was hij. het klinkt luguber,,
doodgegroeid.
Sedert die operatie staat Van de
Wende onder strenge medi
sche controle en slikt hij een
bepaald medicijn, dat hij z'n
leven lang zal moeten blijven
innemen en dat als bijwer
king heeft dat wonden bij
hem niet zo snel genezen. Van
de Wende wil er niet zielig
over doen. Hij heeft er mee le
ren leven, zegt hij. Zoals hij in
de loop der jaren met zoveel
dingen leerde leven.
Reacties van mensen bijvoor
beeld. Zoals 's zaterdags in de
supermarkt, wanneer hij daar
met zijn vrouw boodschap
pen doet. Hij: „Staan er van
achter je te
En eenmaal bij de
kassa gekomen, hebben ze de
moed verzameld om je op de
schouder te tikken. Zo gaat
dat altijd."
„Vragen ze: 'Meneer, mag ik u
wat vragen'. Meestal kap ik
dat meteen af met:'Nee me
vrouw'. Want ze beginnen
meteen over je lengte te zani
ken."
„Of ze gaan achter je rug grapjes
over je maken. Ach, dan kan
ik me wel omdraaien en roe
pen: 'Dames, had u het over
mij'. Dan staan zij immers
voor schut en niet ik. Maar
wat schiet ik daar mee op?
Die dames laten op zo'n mo
ment gewoon blijken geen
opvoeding te hebben genoten
en daar leg ik me dan maar bij
Toen ging het allemaal nog
fair met de vuist. Maar nu. Als
je de verhalen in de krant
moet geloven, staan ze bij het
minste of geringste al met een
schietijzer klaar en kun je een
blauwe boon krijgen."
Auto
De ruige periode als uitsmijter
ligt intussen een heel eind
achter Van de Wende. Te
genwoordig is hij een door
snee-huisvader, die om acht
uur naar kantoor gaat en om
vijf uur thuis komt
Naar kantoor gaat Van de Wen
de overigens met de tram. Au
to rijdt hij niet, doodeenvou
dig omdat hij er niet in kan.
Zelfs in de grotere wagens
komt de Hagenaar nog met
z'n knieën tegen het stuur.
Op kantoor is zijn afwijkende
postuur nooit een probleem
geweest en draait Van de
Wende gewoon mee als ieder
ander. „Ik heb zelden of nooit
problemen met andere men
sen. Watje zegt over dat boe
maneffect, wat ik zou heb
ben.... misschien blijft men
daardoor wel op een afstand.
Kan zijn!"
Meisjes
„Maar weet je wat het is", zegt
Van de Wende, ,je wordt ge
vormd door de personen om
je heen en daar wapen je je
tegen. Ik probeer de mensen
altijd zo vriendelijk mogelijk
te benaderen. Probeer ik al
tijd al."
In z'n jeugd heeft de Hagenaar
dan ook nooit verlegen geze
ten om vrienden, zij het dat er
veel kaf onder het koren zat.
„Natuurlijk waren er gasten
die me alleen mee uit vroegen
om m'n postuur. Dachten ze
keet te kunnen trappen en ik
zou dan de klappen wel op
vangen."
„Wanneer er dergelijke bedoe
lingen in het spel waren, had
ik dat echter gauw genoeg
door. Hetzelfde met meisjes.
Ik kan niet zeggen dat ik
problemen heb gehad met ze
te krijgen. Maar ook bij hen
wist ik heel gauw of het me
nens was of niet."
Komedie
„Met komedie spelen zijn ze bij
mij aan het verkeerde adres.
Dat doorzie ik meteen", ver
klaart Van der Wende. In de
loop der jaren zegt hij heel
wat mensenkennis te hebben
opgedaan. „Ik heb ook ge
merkt dat er voor mijn per
soon twee soorten nieuwsgie
righeid bestaan. Belangstel
lende en sarcastische. Merk ik
dat het dat laatste is, dan krij
gen ze van'mij de wind van
Zijn Obelix-achtige gestalte
wekt uiteraard de nodige
nieuwsgierigheid. Het roept
allerlei gewone en ongewone
vragen op als: hoe moet dat
nou op reis? („In hotels kan ik
niet slapen nee, die bedden
zijn veel te klein voor mij");
aarzelt hij niet om naar Madu-
rodam te gaan? („Helemaal
niet, ik heb maling aan ieder
een") en wat eèn grote trouw
ring? („Weken heeft het ge
duurd, voordat ik een goud
smid bereid vond zo'n grote
ring als deze te maken").
Rare vragen
Zo worden er wekelijks heel
wat rare vragen op de Haagse
ambtenaar afgevuurd. En
ontmoet hij heel dikwijls ver
baasde blikken. Maar Van de
Wende maalt er niet meer om.
„Als ik daar niet tegen be
stand zou zijn, kruip ik in een
kast en kom ik er nooit meer
uit.
„Je leert er mee te leven", zegt
hij nog eens. „Net zo goed als
ik geleerd heb waar dan ook
uit te kijken, dat ik m'n hoofd
niet stoot. Maar inderdaad,
het is niet altijd even gemak
kelijk nee. Met kleren ia tu l
hopeloos. Maar gelukkig zijn
er nog andere dingen in het
leven."
Ik leg het notitieblok terzijde en
kijk omhoog. Van de Wende
(lnnkt z n koffie uit.
Lijfwacht
Middenin het gesprek zei hij
niks te voelen voor een dik
betaalde baan als lijfwacht
van Frank Smatra of Hans
Wiegel.
„Niks voor mij", sprak de Ha
genaar. Geen wonder ook.
Want hoe reusachtig zijn per
soon ook is, dat ding wat
daarbinnen al kloppend de
hele zaak op gang houdt is,
wat ik u brom, piep- en
piepklein.
Zoutzak
Van de Wende is het gezeur wel
gewend. De flauwe grapjes
ook. Is het koud boven, me
neer? Mag ik uw schoenen le
nen, want ik ga zondag varen?
De Hagenaar is daar allang
overheen.
Vroeger, ja vroeger zou hij daar
nog kwaad om zijn geworden.
Maar dan spreken we van de
tijd dut hij nog op school zat.
Dat leeftijdgenootjes hem wel
eens op rtraat nafloten. Dat
dorsten ze uitsluitend wan-
want waren ze in hun uppie,
dan sloegen ze op de vlucht
voor hem.
„Kinderen zijn hard voor el
kaar", zegt Van der Wende.
„Eén keertje m m'n jeugd heb
ik me niet kunnen beheersen
en iemand een klap gegeven
Maar die knaap zakte ook
prompt als een zoutzak in el
kaar. Ik ben daar toen zo van
geschrokken, dat ik sinds
dien m'n handen thuishoud."
Uitsmijter
Vanaf die tijd telt Van de Wende
eerst tot tien en als dat niet
helpt tot twintig en zonodig
nog tot dertig. Wanneer een
groepje opgeschoten jonge
ren hem uitjouwt, doet Van
de Wende of hij doof is.
„Soms heb ik het wel, dat ik
het niet kan zetten. Dat ik me
het liefst zou willen afreage
ren. Maar dan houd ik me wij
selijk in."
.Weetje. Stel dat wij ruzie krij
gen en ik jou een tik geef. dan
heb ik gewonnen. Jij gaat het
ziekenhuis in maar wat dan?
Dan krijg ik de politie aan de
deur en ben ik uiteindelijk
toch de verliezer. Begrijp je.
Daarom heb ik in m'n jeugd
jaren al besloten uitsluitend
met woorden te vechten. En
dat gaat me goed af, moet ik
.Vechten is niks voor mij. Ze
ker niet op de manier waarop
het vandaag de dag gebeurt.
Joh, een blauwe maandag
ben ik uitsmijter geweest.