Boodschappen doen met rieten mandje N, Eeatrix in haar Leidse studententijd un, U U PAGINA 40 EXTRA ZATERDAG 26 APRIL 1980 LEIDEN - De contacten tussen het Oranjehuis en Leiden zijn zeer talrijk geweest, in het bijzonder met de Leidse universiteit. Die werd gesticht door een voorvader van de huidige vorstin; Willem de Zwij ger. Talrijk zijn de namen van leden van het Oranjehuis, die nauw bij de historie J og maandenlang heeft het kopje waaruit prinses Beatrix in haar Leidse studententijd in een Leids café koffie dronk op een ereplaats bij de bar gestaan. Het was voor deze kastelein een eer om iemand van koninklijke bloede aan de toog te hebben ge had. De verhalen die daarover in Leiden de ronde doen, zijn le gio. Als je al dat gepraat zou moeten geloven, dan zou de aan staande vorstin zo vaak in de Leidse cafés hebben rondge doold, dat er voor haar studie nog maar weinig tijd over bleef. Dit is volgens monarchisten „kwaadsprekerij", want, ver telt de toenmalige rector-ma- ginificus van de Leidse uni versiteit Beatrix was „een uitblinkster": „Ware de prinses een gewone studente, dan zou haar naam worden doorgegeven aan het ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen als een studente met bijzon dere intelligentie". De prinses heeft zeker hard ge werkt in haar studietijd, zegt pedel (een bediende Van de universteit die onder andere de examens regelt) D. W. Spierenburg van de Leidse universiteit. Hij werkte in de tijd dat Beatrix in de Sleutel stad studeerde bij de Leidse universiteit en kwam daarbij regelmatig met de prinses in contact. Kroon Vrijdag 7 juli 1961 zette Beatrix de kroon op haar studie door met succes het doctoraal examen rechten vrije studie richting af te leggen. Toen de kroonprinses in 1956 haar studie in Leiden begon, lag het in de bedoeling dat ze maar een aantal college's zou gaan volgen. Die colleges zouden haar van pas moeten komen als ze haar moeder is opgevolgd. Dit liep anders, want na verloop van tijd gaf Beatrix toch de voorkeur aan een „normale" studie in de rechtsgeleerd heid in de vrije studierich ting. Deze studie was volgens de toenmalige rector-magni- van de Leidse universiteit verbonden zijn: graaf Jus- tinus van Nassau, die in 1576 als student werd in geschreven, prins Maurits die korte tijd in de Sleutel stad studeerde, de graven Hendrik Casimir en Wil lem Frederik, die op 14- en 13-jarige leeftijd al als stu dent hun intrede in Leiden deden, prins Willem III in de tweede helft van de ze ventiende eeuw, erfprins Willem Frederik in de tweede helft van de acht tiende eeuw, prins Frede rik in 1814, erfprins, later koning Willem III in 1834, prins Alexander I in 1835, prins Willem (oudste zoon van koning Willem III) in 1856, prins Alexander II in 1870 (die zeer intensief aan ficus „allerminst een oplei ding, die speciaal in het leven is geroepen voor koninklijke studenten, doch zij bestaat reeds sedert de vaststelling van het zogenaamde Acade misch Statuut, dat wil zeggen ruim veertig jaar". Het examen werd afgenomen door de hoogleraren Rijpper- da Wierdsma, Van Panhuys en Polak. Het vond plaats in de kamer van de faculteit der rechtsgeleerdheid. In het bij zijn van koningin Juliana en haar dochters Irene en Ma- griet zei prof. Polak in zijn hoedanigheid van decaan van de faculteit, dat de faculteit „met genoegen" had besloten Beatrix te bevorderen tot doctorandus in de rechtsge leerdheid. Prinses Beatrix is daarmee de eerste Neder landse vorstin met een vol tooide academische oplei ding. Opschudding Vlak voor de feestelijke gebeur tenis, waaraan een handteke ning van Beatrix in het zoge naamde zweetkamertje nog herinnert, was er bij de wo ning van de prinses aan het Rapenburg 45 de nodige op schudding ontstaan toen bleek dat een groot aantal fo tografen koningin Juliana stond op te wachten. „De bedoeling was", zo weet pedel Spierenburg zich te herinneren, „dat de fotogra fen pas na het examen foto's mochten maken. Ze was enorm boos toen bleek dat er toch fotografen voor het be gin van de plechtigheid aan wezig waren". Koningin Juliana zou toen ver ontwaardigd hebben uitge roepen: „Ik ben hier als moe der, niet als vorstin". Overigens kregen de Leidse journalisten na afloop van de plechtigheid van Beatrix een pluim op de hoed. „Zij heb ben het haar mogelijk ge maakt een studente onder de studenten te zijn", aldus een woordvoerster van de prinses toen. „En een studente onder de stu denten is ze echt geweest", zegt Spierenburg. „Het was het studentenleven deel nam), koningin Wilhelmi- na die in 1925 het eredoc toraat verwierf, koningin Juliana die in 1927 als stu dente werd ingeschreven en tenslotte Beatrix, die als eerste van de reeks de studie op normale wijze heeft gevolgd en met een doctoraal examen be kroonde. Door Thijs Jansen Twee Leidse plaatjes van de toe komstige vorstinBeide genomen op RapenburgFoto links: Vóór num mer 45 .haar studieadres in de Sleu telstad; foto rechts: met haar moe der op een zonnig Rapenburg?ia haar bevordering tot doctorandus in de rechtsgeleerdheid. wel een andere tijd met ande re meisjes dan nu, maar ze heeft hier hard gewerkt. Al denken veel mensen dat dat niet zo is. Ze heeft heel serieus gestudeerd en ze is ook wel voor een aantal vakken afge gaan. Ze is trouwens de eerste van de familie die een acade mische opleiding heeft afge rond". Niet anders Spierenburg over die tijd: „Ik kan niet zeggen dat ze on vriendelijk was. Ze kon wel eens uit haar slof schieten als ze haar zin niet kreeg, maar met een paar krachttermen dreef ze die doorgaans toch wel door. Ze was niet anders dan anderen in het studen tenleven van die tijd". Volgens Spierenburg reageerde de prinses altijd heel spon taan en vriendelijk. „Zo kwam ik op een keer ergens binnenlopen en zag daar ie mand zitten. Ik zei: Zo zit je daar nog alleen. Ze draaide zich om en toen zag ik dat zij het was". „Het was natuurlijk geen aan spreektitel, wat ik tegen haar zei. We hadden opdracht ge kregen haar met hoogheid aan te spreken. Ik heb het één keer geprobeerd, maar het is me nooit gelukt". „Ze ging gewoon boodschap pen doen in de stad. Ze droeg daarbij een rieten mandje. Ze deed heel gewoon. Zc was echt wel vriendelijk. Niet dat je zou zeggen, wat een ver wend kind". Beatrix is volgens Spierenburg haar Leidse studententijd nog niet vergeten. „Regelma tig informeert ze nog naar het wel en wee van de universi teit. Samen met haar man. Het zijn vriendelijke men- Prinses Beatrix woonde in haar Leidse tijd in een statig pand aan het Rapenburg „op ka mers". Daarbij kwamen nogal wat veiligheidsaspecten om d'; hoek kijken. Het pand zelf had geen achteruitgang. Via de buren moest de kroon prinses in geval van nood een goed neenkomen zoeken. In Leiden doet nog steeds een verhaal de ronde dat Beatrix op haar kamer een grote doos bonbons had staan, waaruit ze herhaaldelijk een greep deed. De cabaretier Paul van Vliet is iemand die dat zou kunnen bevestigen, want hij kwam in zijn studententijd wel eens bij de prinses op be zoek. Hij wilde hierop desge vraagd geen antwoord geven. Via zijn secretaresse liet hij weten niets over die tijd te willen vertellen. „Er waren ook altijd recher cheurs in de buurt van de prinses", zegt Spierenburg. „Ze had er altijd het grootste plezier in om ze kwijt te ra ken. Dat lukte haar vrij aar dig. Ze hield ook van hardrij den met de auto door de stad". Over het algemeen is haar stu die in Leiden vrij normaal verlopen. „Fr werd in de stad nooit vervelend gedaan. Bea trix heeft zich altijd vrij kun nen bewegen. Ook prinses Margiet, die in leiden heeft gestudeerd, heef: hier geen noemenswaardige proble men gehad. Die zag je trou wens nooit. Ze heeft overi gens haar studie in Leiden niet afgerond met een exa men". „Pieter van Vollenhoven heeft ook nog in Leiden gestu deerd. Hij was één van de aar digste kerels die ik uit de stu dententijd ken", zegt Spie renburg. „Je had soms echte corpsballen die erg vervelend waren, zoals een jonkheer die nog minister is geweest. Van Vollenhoven niet. Die men sen hebben dat niet no dig". „Het zijn allemaal zulke nor male mensen. Als ik bijvoor beeld de koningin meemaak, is ze altijd een tikkeltje verle gen, ontwapenend. Ze kijkt je soms aan en vraagt, waar moet ik zitten? Ik liet tijdens het honderdste lustrum var. de Leidse universiteit in iy75 voor de koningin uit toen ik haar tegen de vrouw van de voorzitter van het college van bestuur van de Leidse uni versiteit hoorde zeggen: Heeft u ook zo'n hekel aan schrijden?" AMSTERDAM - Rob Stolk zegt over de koninklijke familie: „Het zijn in alle opzichten nog dezelfde boeven die het altijd al geweest zijn, die lui. Ik zag laatst een gesprek met Bern- hard op de televisie in een wildpark ergens in Afrika. Hij zat met een camera en een geweer in zo'n jeep. De inter viewer vroeg waarvoor hij dat geweer had. Bernhard zei: „Om me in geval van nood te verdedigen". Toen vertelde de prins dat hij het onlangs had gebruikt om een paar stropers, die hij in het park betrapte, onder schot te hou den en op te brengen. Dus hij jaagt niet op dieren, maar op mensen. Vroeger werd in de adellijke bossen ook op arme stropers gejaagd die op geen andere manier een stukje vlees in de pan konden krij gen". Rob Stolk is als provoleider be trokken geweest bij de acties tegen het huwelijk van prin ses Beatrix met Claus von Amsbeig. Hij heeft nu een drukkerijtje in Amsterdam. Hij geeft ook een historisch tijdschrift uit, met een paar vrienden, „De tand des tijds" waarin de koninklijke familie op de voet wordt gevolgd „Ik heb wel zin om zelf iets leuks, iets origineels te doen met de troonswisseling, maar ik heb er nog geen idee van wat. Ik verwacht wel dat er wat toestanden van zullen komen. Amsterdam is een le vendige stad en er zijn na tuurlijk altijd mensen die hun tegenzin vorm willen geven. Maar hoe? Ik zie het niet als mijn taak om bonje te schop pen of tegen te houden. Het Handelsblad-pand - tegen over de Nieuwe kerk waar Beatrix beëdigd zal worden - is gekraakt, van daaruit zou men acties kunnen onderne men. Maar alles zal van tevo ren wel zorgvuldig worden uitgekamd en afgezet. En bo vendien zal de beëdiging vast heel snel en efficiënt worden afgehandeld. Het nieuwe ko ninklijke paar zal heus geen rondrit in de Gouden Koets door Amsterdam maken. Tenslotte zit ook de meerder- heid van het volk thuis bij de buis om het gebeuren te vol gen. Ach, het is tenslotte slechts een onbelangrijke eruptie van het koning schap". „Op mij komt die plotselinge aankondiging van Juliana's abdicatie een beetje over als een coup: men heeft geen tijd om zich te bezinnen. Alle kranten staan vol met „zo'n lieve, wijze vrouw", politici r Ex-provoleider Rob Stolk. hebben er op dezelfde manier de mond van vol. Ik neem het de politici hoogst kwalijk dat ze er zo makkelijk over doen. Ze denken allemaal dat het koningschap onbenullig en onbelangrijk is. Ze zeggen dat de koninklijke macht gere duceerd is tot bijna niets, maar mij overtuigt dat niet. Wie houdt zo'n koning of ko ningin tegen wanneer die iets ondemocratisch in de zin heelt? Ik kan me nauwelijks voorstellen dat iemand een ploeg marechaussees bij el kaar krijgt om Beatrix te zeg gen dat zij zich minder met allerlei zaken moet bemoeien. Wie kan er tegen de koning op? Als de monarch op een gegeven moment een kwar tiertje zendtijd vraagt, dan kan een Van Agt wel zeggen: „Ik ben het er niet mee eens", maar dan kan hij dat mooi niet tegen houden". „Ik heb niet zoveel tegen op ieder van die mensen van die fami lie, maar ik vind dit gewoon een waanzinnige situatie. Er felijke opvolging van openba re machten is belachelijk, uil de tijd, en strijdig met de de mocratie. Er moet om zo'r functie openlijk gewedijverd worden, op grond van inzich ten en ideeën. De beste mo narch heeft geen ambitie, is gespeend van elk politiek en bestuurlijk talent, is liefst wereldvreemd. Een domme, lieve man of vrouw die zich gewillig op de vingers laat tikken wanneer hij of zij bui ten het potje piest. De laatste generaties hadden we steeds dat soort volstrekt willoze fi guren. Iedereen kan makke lijk over het koningschap doen, omdat het steeds slap pelingen waren". „Maar krijg je er nou een die er zin in heeft, die er wat mee wil, die zegt „nou ja, ik heb me er een hoop moeite voor moe ten getroosten, en ze laten ons nou eenmaal op deze plek zit ten, nou dan wil ik er ook wat mee doen", dan heb je de poppen aan het dansen. Zo'n iemand lijkt Beatrix wel te zijn. Zij heeft door haar hu welijk kenbaar gemaakt dat zij haar privéleven op geen enkele manier ondergeschikt wil maken aan het staatsbe lang. Zij volgde niet de tradi tie van haar moeder en grootmoeder die zich in de keuze van hun echtgenoot lie ten leiden. Door het huwelijk, ondanks alle raadgevingen om dat niet te doen, in Am sterdam te laten plaatsvin den, liet zij nadrukkelijk zien dat zij niet zo'n volgzaam ty petje is. Als zij op essentiële punten haar poot stijf houdt, wie weerhoudt haar dan? Tot nu toe niemand". „Uit alles datje over haar hoort en van haar merkt, blijkt dat zij zich heeft voorbereid op een ambitieus, persoonlijk koningschap. Zij zal niet te vreden zijn zoals de Zweedse koning, met een koningschap louter voor de sier lintjes doorknippen en uitreiken. Als de figuur die op de troon zit de maatstaf is voor wat het koningschap voorstelt, dan kan het niet gevaarlijker dan met Beatrix: een intelligente, ambitieuze, krachtige vrouw! De regels van het spel worden door zoveel mensen met voe ten getreden. Waarom zou zij daarop een uitzondering vormen? Zij zal zoeken naar de grenzen van de -ontplooi ing van haar invloed, zoals ie der ambitieus mens in zijn be- roep doet. Waarom begint zij aan zo'n baan? Zij wil zich la ten gelden. Daarom gaat ze ook in Den Haag zitten. Daar kunnen de mensen af en aan rijden, en niet alleen met ver zoeken om een brug te ope- „En die nieuwe hofhouding die zo bedrijfsmatig wordt opge zet. Die lui worden echt niet alleen aangenomen om uit nodigingen voor galadiners te aanvaarden of af te wijzen! Nee, als ze zich niet in het zelfde onbenul hult als haar moeder, en daar ziet het niet naar uit, dan is de boot aan. Ik beschouw het koningschap dan ook als een kwestie van tijd". „Maar aan de andere kant* zoals de monarchie de afgelopen generaties heeft gefunctio neerd, is het een belediging van het gezonde verstand en dat vindt volgens mij Beatrix zelf ook. Daarom zal ze er waarschijnlijk meer inhoud aan geven. Misschien heeft dat wel een uitwerking ten goede. Ik stel me voor dat er in de komende jaren genoeg situaties zullen zijn waarin een koningin meer macht aan zich kan trekken. Eigenlijk heeft de monarchie weer ero- te toekomstmogelijkheden". SCARLET PAASMAN

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1980 | | pagina 40