A w@irdHf ®ffülnfD®<g(iljfë§ WPWOlSlrötf o o o ZATERDAG 26 APRIL 1980 PAGINA 39 Anders wordt het echter als een driejarig prinsje tijdens de doop van zijn broertje met au tootjes speelt en er zelfs één probeert te slijten aan de eer biedwaardige dominee Kater. Dan groeit zo'n prinsje plotsklaps op voor galg en rad en moet het leren zich te be heersen en zich te gedragen naar het principe van adel die verplicht. En dan wordt ach ter dat gedrag de teugelloze hand van vader en moeder gezien, die hun kinderen véél te véél verwennen en in alles hun zin geven. Menige briefschrijver zal zich die eigen reactie niet meer herinnerd hebben, toen hij in de krant las dat prins Claus tijdens het bezoek aan Au stralië meedeelde dat de drie zonen het helemaal niet erg vinden als pa en ma weg zijn, want dat ze dan tenminste hun gang kunnen gaan. In menige huiskamer zal toen de verzuchting zijn geslaakt „Wat enig toch, het zijn net échte kinderen", daarbij ge makshalve vergetend dat het dan met die teugelloze leiding ook wel mee zal vallen. In 1975 zei prins Claus in een televisie-interview dat hij voorlopig alleen maar pro beerde gelukkige kinderen van zijn zoons te maken. „Ik geloof dat je kleine kinderen bijzonder behoedzaam moet bejegenen en ze, ook wat de opvoeding aangaat, niet kunt overvoeren. We proberen ze niet erg te belasten met alle mogelijke problemen waar wij mee bezig zijn. Ik geloof dat je al die problemen later op een gezonde stok beter kunt inplanten, dan wanneer je nu al begint die kinderen te voeren met alle mogelijke problemen waar ze niets ven begrijpen. En waar ze mis schien gewoon neuroses aan overhouden, met als resultaat dat ze ook op hun twaalfde jaar kalmerende middelen moeten slikken. Dat wil ik ze ker voorkomen". Realistisch Prins Claus zei dat hij wel pro beerde zijn kinderen zo realis tisch mogelijk op te voeden, iets wat niet altijd even ge makkelijk is, omdat ze. on gewild. al iets en iemand zijn. „Je staat voor moeilijke be slissingen soms. Wat is in het belang van de kinderen, hoe ver kun je gaan. En het is uit eindelijk ook een belang van iedereen, eigenlijk". Hoe moeizaam wikkend en we gend Beatrix en Claus hun kinderen ook proberen op te voeden, Jan Publiek weet het altijd beter. Het is prachtig als de prinsjes „gewoon" doen, maar er wordt wel geëist dat ze zich vorstelijk gedragen. En in dat beeld past zeker niet het gooien van sneeuwballen naar fotografen. Van de kin deren wordt iets onmogelijks verwacht gewone kinderen zonder kuren te blijven onder ongewone belangstelling. In 1969 zei een kinderpsycho loog over Alexander het vol gende: „Hij krijgt geen schijn van kans een normaal leven te leiden Hfj ia als een broei kaskind uit Aldous Huxley's „Heerlijke Nieuwe Wereld". Nog voordat hij geboren werd voorbestemd voor een vrese lijk moeilijke taak. Het is alsof iets hem optilt in een fles en zegt kijk eens Alexander, dat is de wereld, daar, buiten het glas. Die wereld zal je nooit zien, want je komt nooit je fles uit, je mag tegen het glas tik ken, maar je blijft alleen. In ruil daarvoor krijg je niets, namelijk het constitutioneel koningschap". ,Wie tot het constitutioneel ko ningschap wordt veroor deeld, krijgt levenslang zon der dat hij iets gedaan heeft. En dat is een straf. Een kind dat nooit poep mag zeggen, dat alles foutloos moet doen, dat niet spieken mag op school, geen lange haren mag dragen en marihuana roken. Een kind dat niet mag ont sporen, dat geen menselijke relaties mag zoeken, nooit normaal benaderd zal wor den, een kind dat fossiel moet zijn en dat in een tijd waar van alles gebeurt zo'n kind is een koningskind. Zoekt hij een gewoon meisje uit dan liggen de voyeurs in zijn tuin en blaat de adel. Prins Willem- Alexander kan misschien op groeien tot een genie, wie weet, maar hij krijgt amper de kans om het waar te ma ken". „Anti-humaan" Prof. W. Nagel, een overtuigd republikein, noemde het con stitutioneel koningschap vo rige week „anti-humaan". Hij noemde het voorbeeld van de goede bakker die wegens zijn kwaliteit een adellijke titel krijgt, die van vader op zoon zal overgaan mét de bepaling evenwel dat de kinderen en kinds-kindcren ook de bak kerij moeten gaan overne men. „Dan zal ik één ding ver tellen, dan krijgen onze ach terkleinkinderen verdomd slecht brood op den duur. Het is inhumaan voor die bakker, het is inhumaan voor de Oranjes", riep professor Na gel uit. Zanger in een beatband, weg en waterbouwkundige, zee- of brandweerman. Alexan der, en ook zijn broertjes, kunnen het wel vergeten. Een zinnige bijdrage aan maat schappelijke discussies leve ren ligt ook wat moeilijk, want dat kan, om met vader Claus te spreken, ,Je status als lid van het koninklijk huis in gevaar brengen". Het vrije leventje is afgelopen, zo ongeveer kenschetste prinses Beatrix vorige week de over vier dagen ten einde lopende periode als kroon prinses. En zelfs in die vrij heid mochten Alexander, Fri- so en Constantijn geen sneeuwballen gooien of propjes schieten naar de pers. „Oprotten" roepen, of .Jullie zijn allemaal gek" was na tuurlijk helemaal uit den bo ze. De kinderen zullen nu nog meer gaan merken wat het is een koningskind te zijn. Le ven in een glazen huis met het uiterst deskundig, na lange studie pedagogiek in opvoe ding geschoolde Nederlandse volk voor de ramen. Dan bood de gouden kooi van Wilhel- mina, hoe verstikkend ook, toch meer privacy. Door Rian Kuppenveld 'lil is ons prinsje nog zo klein, toch zal hij straks eens koning zijn. Deze versregels dichtte een anoniem gebleven Nederlander enkele dagen na de geboorte van Willem-Alexander. Dertien jaar wordt het prinsje morgen. Over vier dagen komt de hem toegedichte baan weer een stapje dichterbij. Kroonprins wordt hij dan en hij neemt, zon der er om gevraagd te hebben, de titel over die zijn moeder Beatrix op haar tiende erfde. Brandweerman, piloot en zee man, als kleine jongen heeft Alexander het allemaal willen worden. Een bezoek aan de Technische Hogeschool in Delft resulteerde in het vaste voornemen later weg- en wa terbouwkunde te gaan stude ren. Verre landen met zelf ontworpen bruggen gaan ver rijken, leek Alexander op dat moment de ideale baan. Een brug zolang als de Brie- nenoord en een weg op ijzingwekkend smalle palen, onder zijn leiding gebouwd, moeten hem toen voor ogen hebben gestaan. Studie De studie zal de nieuwbakken kroonprins misschien wel kunnen gaan volgen, als die tenminste te combineren valt met alle staatsrecht en socio logie (nodig om inzicht te krijgen in het functioneren van de Nederlandse maat schappij) die in het hoofd van een tot de kroon geboren jon gen moeten worden ge stampt. Die baan kan hij so wieso wel vergeten. Stel je voor dat een van die bruggen van Alexander zou instorten, of dat er een weg van zijn hand door een natuurgebied zou gaan lopen, dat zou een rel geven. En rellen rond per sonen van koninklijke bloede moeten zoveel mogelijk wor den vermeden. Geen wegenbouw dus voor Alexander. Bruggenbouwer, dat mag, ja moet hij zelfs wor den. Een brug slaan tussen de „verschillende geledingen van ons volk", dat is de taak die hem wacht. Een kroon prins als bindmiddel, als symbool van nationale een heid. Voor zijn broertjes Johan-Friso en Constantijn gaat, hoewel misschien in mindere mate, hetzelfde op. Maar ook voor hen geldt: geen banen die mogelijk kunnen leiden tot conflicten. „Het moeten dus wel schertsbanen zijn", zei de vroegere hoofdredacteur van NRC-Handelsblad, mr. J. L. Heldring, enkele maanden geleden in een interview. En bij zo'n schertsbaan denkt de gemiddelde Nederlander ze ker niet aan het beroep dat een aantal kinderen enkele ja ren geleden verzon voor de drie zoons van prins Claus:, zanger in een beatband. Verbieden „Ik zou niet weten wie hun dat moet verbieden", antwoord de de prins, hoewel aarzelend, enigszins optimistisch op dit jeugdige voorstel. De prins weet het misschien niet, maar de gemiddelde Nederlander wél en goed ook. Hij, de man in de straat, die met zijn vlag getje, zijn hoedje en zijn toe ter ons vorstenhuis op de been houdt, zal het de zoons van koningin Beatrix verbie den. En ten strengste ook. „Prinsjes kunnen niet vroeg genoeg in het openbaar ko men, mits zij een zorgvuldige opvoeding krijgen, gericht op het waarmaken van „nobles se oblige" (adel verplicht). Dat betekent leren je altijd te beheersen, rustig en be schaafd op te treden en vooral niet populair doen". Dit schreef een „bezorgde" leze res in juni 1978 aan de Tele graaf. Niet de populaire beat- zanger uithangen dus, en vooral niet „oprotten" roepen naar de in het vakantieoord verzamelde pers. Want daar draaide het allemaal om, toen in 1978. Do onwel voeglijke taal die Alexander in het Ierse plaatsje Sneem uitsloeg, deed het volk de schrik om het hart slaan. Een brief: „Als deze prinsen niet op hun gedrag wordt gewe zen, wordt het een stel verve lende, eigengereide ventjes. De manier waarop zij zich te genover anderen gedragen, heeft niets meer met opvoe ding te maken". Willeyn-Alexander: over vier dagen kroonprins. meid zwanger maken of iets anders verschrikkelijks uit halen, zoals oud-NRC-hoofd- redacteur Heldring zei. De ouders zullen er verdriet over hebben maar „het is al lemaal goed en wel in families als de uwe en de mijne, maar in het koninklijk huis wordt het een probleem. Ik ben bang dat er over tien jaar de grootste moeilijkheden zul len komen, dat de leden van het koninklijk huis, los van hun goede wil, over de tong zullen gaan. Dat het een punt van polarisatie wordt". Publiek Heldring sprak in de toekomst, de ouders van de jonge kroonprins hebben dat over de tong gaan al aan den lijve kunnen ondervinden. Niet zij bepalen de opvoeding, maar het Nederlandse publiek, als de Oranje-aanhang haar zin krijgt. En dan kunnen gestu deerde heren en dames wel zeggen dat Nederland niets maar dan ook niets met de opvoeding van prinsjes te maken heeft en dat al die in menging ook nog bijzonder slecht voor de kinderen is ook, daar heeft de vaderlan derdie Oranje een „warm hart toedraagt" weinig of niets mee te maken. Integendeel, zorg over de Oranjes is een onderdeel van de liefde voor het vaderland. „Prins Bernhard heeft ons land door jarenlang voortreffelijk ambassadeurschap een grote naam bezorgd; dat goede werk moet niet teniet worden gedaan door slechte publici teit in de wereldpers en door foto's van fotografen-pesten de prinsjes met hun uitbun dig lachende moeders op de achtergrond", zo klaagde een bezorgde briefschrijver in het inmiddels beruchte jaar 1978. Prins Claus kan hels worden om dit soort uitlatingen, maar haalt dan vervolgens berus tend de schouders op. Het is de tol die voor het koninklijk bloed betaald moet worden. De reactie van de prins is er ook één van „laat het maar komen, er iets aan veranderen kan ik toch niet". Want wat was er nu helemaal aan de hand in Ierland, niets, alleen: er waren veel te veel fotogra fen. De verwachte club van zes of zeven oude getrouwen, was uitgegroeid tot een batte rij van meer dan twintig foto grafen die dwars door elkaar verschillende bevelen naar de prinsjes riepen over de stand die zij moesten aannemen. Dus de prinsjes wisten het niet meer en werden recalci trant en dan helpt er geen lie ve moeder of vader meer Reactie De reactie van het kroonprin selijk paar op Sneem was be grijpelijk, al verfoeide Oranje- minnend Nederland hem: de deur ging nog verder op slot. Nog minder dan voorheen werden de prinsjes in het openbaar los gelaten en nog korter duurden de verplichte foto-sessies. Er is van de drie prinsjes dan ook weinig of niets bekend. Alexander zit nu in de eerste klas van het Baarns Lyceum, en slaat daar wel eens iemand een bloed neus, waarbij hij zelf twee blauwe ogen oploopt. Dat al thans is de geromantiseerde versie van een kort persbe richt waarin een vechtpartij op het schoolplein werd ver meld. Erkende Oranje-schrijvers - met vaak goede ingang in de koninklijke kringen (van de familie zullen ze het niet ho ren) - typeren Willem- Alexander als een „dromerig kind", maar ook als een jon gen die weet wat hij wil. Uit de schaarse persoonsbe schrijvingen kunnen we ook nog halen dat Alexander dol is op tekenen, timmeren en techniek. Johan-Friso en Constantijn zit ten nog op de lagere Nieuwe Baarnse School. Friso schijnt een „vrolijke ondeugd" te zijn, als we de Oranje-kroni- keurs mogen geloven, zijn jongste broertje heeft een „evenwichtig" karakter. Ver der is Friso er eentje die alles aandurft en daarbii weieens Prins Constantijn. iets te grote risico's neemt. Constantijn houdt van mooie dingen en dat heeft-ie, vol gens de biografen, geërfd van zijn oud-oom prins Aschwin, naar wie Constantijn geluk kig ook vernoemd is, zodat alles weer precies in elkaar past. Maar al die vertederende eigenschappen van de prins jes ten spijt: moeder Beatrix „mag wel gauw het roer om gooien en veel strenger gaan optreden". Al die via de kranten gespuide pedagogische raadgevingen tonen een gebrek aan zelfbe heersing aan. Zelfbeheersing waar de Utrechtse hoogleraar in de pedagogiek, algemene didactiek en ontwikkelings psychologie, prof. dr. M. J. Langeveld, al voor pleitte toen Alexander nog maar tweeëneenhalf jaar oud Zelfbeheersing Jn het weekblad Margriet zei hij toen: „De kans is groot dat Willem-Alexander weer meer mogelijkheden heeft vooreen gewone jeugd zoals iedereen, maar dat hangt voor een groot gedeelte van onze zelfbeheer sing en discipline af. Nog te weinig gunnen we de ko ninklijke familie het recht van iédere Nederlandse fa milie: de vrijheid om mense lijke fouten te maken. De gro te moeilijkheid bij de opvoe ding van opgroeiende ko ningskinderen ligt niet zozeer in hun omgeving, maar juist daarbuiten, in het verstik kende gebrek aan vrij heid". De professor noemde de immer aanwezige rechercheur met name. Ook anderen hebben er in de loop van die dertien jaar op gewezen dat door die man in die onopvallende grijze re genjas de kinderen van Oranje al snel gaan beseffen dat zij iets bijzonders zijn. Over de politieman roept Oranje-verzamelend Neder land dat dat toch zo zielig is. dat het toch zo jammer is, dat de kinderen niet als gewone kinderen naar school kunnen gaan. Nederland sloot geschokt de rijen. Ons ver over de grenzen bekende gezond economisch gevoel kwam ook in de kvves- tie-Alexander al snel om de hoek kijken. Een andere brief: „Te vrezen valt dat de Nederlandse belastingbetaler met het optreden van de drie prinsen slechts een topje van de ijsberg heeft mogen aan schouwen. In milde bewoor dingen: manifestaties van moderne opvoeding". Een koningshuis, oké, en we steu nen het van harte, maar zij le ven van ónze centen en wij zullen dan ook wel bepalen hoe ver ze kunnen gaan. Bedeesd Het resultaat was een half jaar later te zien. Een uiterst be deesde Alexander stond met zijn hele twaalf jaar in een keurige blauwe blazer, het dé filé ter gelegenheid van oma's zeventigste verjaardag gade te slaan. De enige beweging die hij zich op het bordes ver oorloofde, was het in toom houden van zijn neefje Ber nardo die telkens van de trappen dreigde te vallen. Het propjesschieten, dat een jaar terug de gemoederen in be weging had gebracht, was er niet meer bij. Willem- Alexander deed wat er van hem verwacht wordt: hij glimlachte volautomatisch als er een lens in zijn richting werd gedraaid. „Een kind in een glazen huis", zo typeerde ds. Kater de posi tie van Willem-Alexander bij diens doop. Een kind van vlees en bloed dat moet wor den opgevoed tot een sym bool, een koning zonder fou ten, maar een koning die toch „gewoon" menselijk moet blijven. De dominee zag de bui al hangen toen het kjnd nog maar vier maanden oud was. „Niemand is zo onvrij als iemand die in een paleis of koninklijk kasteel geboren wordt". Want „het volk" be paalt wat „gewoon mense lijk" inhoudt. En dat ligt voor een prinsje héél anders dan voor de eigen kinderen. Die mogen aan de drugs gaan, een

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1980 | | pagina 39