5KECTWEEK het kassucces M©w®©w Yfe§©irBl^®®§©ifiidl®®llC®^ I©© Co-produktie strop grafische industrie WOENSDAG 16 APRIL 1980 EXTRA PAGINA 35 Door Fred Raadman (§l(ö)ln) BLOEMENDAAL - Vroeger, toen de uitgeverij nog een deftig vak was, viel het minder op, maar sinds de pandjesjas werd uitgetrokken en de beitel in de ho ge drempel werd gezet, is goed te merken, dat wij een schrijflustig volkje zijn. Het wemelt hier van de oprechte amateurs, die romans aan hun toetsenbord ontworstelen en daarmee - nu de gêne gemakkelij ker is te overwinnen - een niet gering deel van de werktijd van de uitgevers en hun redacteuren opei sen. Vooral bedrijven met een reputatie op het gebied van streek- en familieromans raken af en toe bijna ondergesneeuwd door de manuscripten van beginnende auteurs. Mevrouw Hens Gottmer, directrice van uitgeverij J. H. Gottmer, kan daarvan meepraten. „Gewoonlijk zijn het oudere mensen met een zekere mate van levenservaring, waarmee zij iets willen doen. Alle inzendingen Worden serieus behandeld, maar er is heel weinig bij, dat voor ons uitgeefbaar is. Eén manuscript per jaar, soms enkele meer". Dat geldt vanzelfsprekend niet voor de bestsellers van Kortooms en van Gottmers streekromanschrijfsters, die zelden of nooit een recensie krijgen, maar met hun solide, ongecompli ceerde proza in een brede lezerskring van harte worden bemind. Zoals mevrouw J. Visser-Roosendaal, 81 jaar inmiddels, maar alweer aan een volgend boek bezig en Margreet van Hoorn, die trouw elk jaar een nieuwe pennevrucht inlevert. Met dit genre houdt de uitgeverij een traditie in ere, die teruggaat tot de des tijds door de vader van mevrouw Gottmer gestarte Ju weienserie. Mevrouw Visser was toen óók al van de partij. "Een heilig geloof' komt er aan te pas om de publicatie vol te houden van (bijvoorbeeld) uitstekende informatieve kinderboe ken als je er twee jaar over doet om de toch uiterst bescheiden oplaag van 4000 exemplaren te slijten. Dat verzekert mevrouw Hens Gottmer, een van de weinige vrouwelijke uitgevers in ons land, die in onderstaand verhaal over haar vak en de actuele bekommernissen praat. De directrice van uitgeverij J. H. Gottmer in Bloemendaal, tevens vice-voorzitster van de jubilerende Koninklijke Nederlandse Uitgevers Bond, heeft met de bekende schitterende prentenboe ken van Eric Carle wat minder afzetmoeilijkheden, maar wèl een persoonlijk probleem. Deze boeken worden evenals zovele ver gelijkbare uitgaven in co-produktie met andere landen gemaakt, omdat het anders financieel niet is te begapen. Tegenwoordig is meestal Italic het produktieland. Een niet meer weg te denken in bepaald opzicht verontrustende ontwikkeling. Hens Gottmer "Het gaat om de loonfactor natuurlijk, want de papierkosten zijn overal hetzelfde. Maar op deze manier hollen we wel onze eigen grafische industrie uit. Ik zit ermee, maar kom er niet uit. Er is namelijk geen alternatief: wanneer wij niet aan zo n co-produktie meedoen, verschijnt het boek eenvoudig niet". Hens Gottmer Hens Gottmer „De herken baarheid van een eenvoudige problematiek maakt die ro mans zo populair. Het effect van: dat had me zelf ook kun nen overkomen. Bovendien loopt het altijd goed af, dus als het jezelf overkomt en het eindigt zo romantisch, dan is er nog wel mee te leven. Voor een uitgever zijn het ook dankbare boeken omdat je ze kunt „uitdiepen", er later in een andere vorm mee terug komen". „Als de oplage is uitverkocht kun je er iets mee gaan doen, bijvoorbeeld aan een van de boekenclubs verkopen, die benaderen weer een ander publiek. Of later een omnibus of trilogie maken of ze zelfs in licentie in een pocket-reeks laten verschijnen. Je speelt met het materiaal. Overigens zijn ook deze auteurs wel wat geëvolueerd; ei komen te genwoordig ook wel moderne problemen in die boeken voor". De firma Gottmer, riant gehuis vest in een mooi verbouwde Bloemendaalse blekerij, heeft ook wel eens meer lite rair gerichte uitgaven gepro beerd, maar die hebben het niet gehaald. Sindsdien- houdt men het dan ook weer bij het beproefde genre. Er zijn trouwens nog genoeg an dere akkertjes te bewerken. Zo doet men veel - ook al een traditie - op het gebied van - religie en meditatie, met een gebedenboek voor ouderen een wierook-vrije bundel na- denkertjes voor jongeren („Het wonder ligt in jezelf') als onverbiddelijke bestsel lers. Parapsychologie en randwetenschappen hebben ook de aandacht, er is een fors (vooral educatief) kinderboe kenfonds en Gottmers be faamde reeks reisgidsen, een grenzeloos succes, blijkt ook nog steeds voor uitbreiding vatbaar. De algemene lijst, meer mode-gevoelig, strekt zich uit van ballet tot droogbloemen. En dan is er nog een groeiende afdeling boeken voor het voortgezet onderwijs met in elk opzicht nieuwe methoden aardrijks kunde en geschiedenis. Uitgeverij Gottmer draagt dus naar vermogen bij aan de nu al tot 13.000 titels per jaar ge stegen boekenproduktie in ons toch maar petieterig land. Overproduküe, volgens me nigeen. Hens Gottmer. „Het kan zijn, dat er in Nederland teveel verschijnt en van sommige boeken kun je je in derdaad afvragen of die nu wel zo nodig moeten, maar wie zijn wij om dat te bepalen. We wonen in een land met volledige vrijheid van druk pers er wordt verschrikkelijk veel geschreven. Ik denk dat het een groot goed is en dat het publiek in zekere zin blij moet zijn, dat alles wat de uit gever de moeite waard vindt ook verkrijgbaar is". Of dat ook nog het geval is als de vaste prijs voor boeken zou worden losgelaten? „Dat zal, vermoed ik, zeker in eerste instantie op elke uitge verij van invloed zijn. Het is er erg van afhankelijk hoe je je opstelt. Wij zijn een bedrijf, dat heel bewust bezig is ons eerste een belangrijkste ka naal, de afzet naar de boek handel, in stand te houden. Dit betekent, dat je ook je prijsstelling naar die boek handel toe moet aanpassen. Maar omdat wij een aantal populaire titels voeren is een zware druk van de groot-in kopers te verwachten". „Ik heb een beetje de hoop, dat men uiteindelijk in Brussel tot een regeling zal komen waarbij - althans voor een be paalde periode - aan de uitge ver nog een behoorlijke zeg genschap over het handhaven van de vaste prijs zal worden gelaten. In Engeland is een goede oplossing gevonden daar mag je van tevoren be palen of jc een boek voor een vaste of een „losse" prijs op de markt wil brengen". De donkere wolken boven boe- kenland overschaduwen in tussen allerminst het plezier van mevrouw Gottmer in haar veeleisende stiel, waar voor men zowel creatief als technisch onderlegd, zowel idealist als handelaar moet zijn. „Wat bevredigt me nu zo in dit vak, wat houd je bezig", vraagt zij zich af. „Dat kan na tuurlijk het meest sublieme boek zijn. Maar dat kunnen net zo goed de commerciële aspecten van je bedrijf zijn. Voor mijn leesgenoegen weet ik best andere boeken dan de streek- en familieromans. Maar het feit, dat die zo schit terend lopen, datje er zo leuk mee kunt spelen, dat je er commercièle initiatieven mee kunt ontwikkelen, dat geeft net zo goed die voldoe ning". Annemarie Kindt kan beschouwd worden als een autoriteit op SF- gebied in Nederland. Samen met haar man Leo heeft zij in 1970 het NCSF (Nederlands Contact centrum voor Science Fiction) opgericht. Daarnaast is zij hoofdredactrice van het club tijdschrift Holland-SF, dat in middels wel uitgegroeid is tot het beste science-fïctiontijd- schrift in Nederland en Vlaan deren. De laatste vijfjaar heeft science fiction (SF) als literair genre ook in Nederland opmerkelij ke aanhang gekregen, zoals blijkt uit de forse oplagen en de belangstelling voor SF bij de media. Nog niet zo lang geleden werd SF beschouwd als een minderwaardig genre, maar die tijd lijkt definitief voorbij. Een SF-reeks als die van uitgeverij Meulenhoff verschijnt in oplagen van 10.000 (een top-auteur als Jack Vance haalt zelfs de 20.000!) exemplaren; en toch gaat Meulenhoff er prat op alleen goede science fiction uit te geven. De grote interesse voor SF bij het publiek was reden genoeg om eens te rade te gaan bij Annemarie Kindt, SF-kenner bij uitstek en inmiddels al zo n tien jaar hoofdredactrice van het invloedrijke tijd schrift Holland-SF. Annemarie Kindt: "De SF-be- nadering kan de literatuur (maar ook de film, het toneel, de muziek, de beeldende kunst) een heel nieuwe in valshoek geven, en kan er dus iets meer van maken dan wat het was. Goede SF, dus geen massa-lectuur. Want dat is het beroerde bij SF: iedereen Annemarie Kindt denkt dat het hele SF-veld bij elkaar beoordeeld moet wor den. En dat is natuurlijk on zin, want als we de „gewone literatuur" beoordelen be trekken wij daar ook niet het hele oeuvre aan kasteelro mans en doktersromances bij. Waarom moet dat bij SF dan wel?". SF is overigens moeilijk te om schrijven en ook Annemarie waagt zich niet aan een defini tie. Ze beschouwt het als een bepaalde manier om boeken te schrijven (om het bij de li teratuur te houden), een ma nier die voornamelijk steunt op speculatieve elementen. Een unieke mengeling van wetenschappelijke realiteit en de romantiek van het on bekende, op zich géén apart genre,'al laat het zich uitste kend combineren met genre literatuur als kasteelromans, detectiveromans en dergelij ke. Er bestaat zelfs een tand- arts-SF-roman. SF-literatuur moet precies zo beoordeeld worden als alle li teratuur of lectuur, dus naar stijl, karakterontwikkeling, etc. Daarnaast is het bij SF ook een kwestie van originali teit van het kerngegeven en van een geloofwaardige uit werking. - Toch wordt SF vaak als litera tuurgenre veracht. Ten on rechte dus? Annemarie: „Er is SF-lectuur en er is SF-literatuur. Het speculatieve element dat SF spannend maakt, en de ro mantische saus van de „sense of wonder" behouden SF al tijd voor aan een kleinere groep lezers. Ik geloof dat gewoon niet iedereen daar gevoelig voor is. Maar het zou toch mogelijk moeten zijn dat men niet meer zijn neus op haalt voor SF - er wordt toch genoeg geschreven dat zich met „normale" literatuur me ten kan. En laten we dan die wegwerp-SF vergeten". Overigens is er geen absolute grens te trekken tussen SF vroeger en nu. Waar de auteur zich bewust heeft bezig ge houden met de werkelijke omstandigheden die zijn per sonen op hun avonturen zou den ontmoeten, voor zover de schrijver dat in zijn tijd kon weten - daar ligt misschien die grens. Edgar Rice Burroughs BV ge bruikte voor zijn Barsoom met Aardse dampkring ge woon het marsmodel van prof. Lovell en behoort dus tot de moderne SF. Ook H. G. Wells en Jules Verne behoren daartoe, maar niet de meesten van hun tijdgenoten. - En wat de modernere SF-au- teurs betreft, wie zijn t meest populair, met name in Ne derland? Annemarie noemt Asimov (na derhand bevestigd door uit geverij Bruna, bij monde van SF-redacteur Vincent van der Linden), Jack Vance en Fritz Leiber, beiden fantasy-au- teurs. Maar ook „harde" SF- schrijvers als Clarke, Hein- lein en Van Vogt vinden gre tig aftrek, de jongste en mo dernste auteurs helaas wat minder. - Betekent dat, dat de Neder landse lezer van science fic tion nogal behoudend is? „Niet meer of minder dan de Amerikaanse of Franse lezer denk ik. Wel verschilt het soort SF. In Frankrijk is SF bijvoorbeeld een intellectuele aangelegenheid - ze lezen er Philip Dick dat de vonken er af springen. Ik denk wel dat de Nederlandse kopers - zui nig als ze zijn - afgeschrikt worden door hoge prijzen, en dan misschien juist omdat ze zelf de SF niet helemaal se rieus durven nemen. Voor het zoveelste tuinboek of visboek hebben ze wel drie tientjes over, maar er is ze zo vaak ver teld dat SF niets waard is... Ze geloven het zelf nog". - Hoe zit het eigenlijk met oor spronkelijk Nederlands werk? Er lijkt hier veel meer vertaalde SF te verschijnen, hoe komt dat? Annemarie: „De oorzaak is tweeledig. Ten eerste is het commercieel aantrekkelijker voor uitgevers om een boek te vertalen van een auteur wiens naam al gemaakt is. Voor een Nederlander zullen ze extra publiciteit moeten maken. Daarnaast is er voor Neder landse SF-auteurs weinig ruimte om hun vleugels eens uit te proberen. Ganymedes is feitelijk de enige professionele uitgave voor Nederlandstalige pro beersels". Ganymedes, het SF-Jaarboek van uitgeverij Bruna, is een aanleiding om door te gaan op enige oorspronkelijk Neder landse SF-activiteiten. Als hoofdredactrice van Holland- SF waardeert Annemarie Kindt wel enige concurrentie zoals de publicaties van twee Belgische verenigingen, van de Nederlandse tegenhanger Terra Magazine, dat populair- wetenschappelijker belang stellingen heeft, of het ama teur-tijdschrift (fanzine) Fan tastische Vertellingen dat aankomende auteurs SF- ruimte wil geven. „Dat laatste doen wij trouwens ook. W(j hebben wat recen sies betreft een wat serieuzer benadering, geloof ik. Dat geeft een beetje de verschil lende richtingen aan. Daar naast is er het professionele Nederlandse blad Orbit, heel mooi trouwens, maar dat kun je 'al helemaal geen concur rentie meer noemen". - Op welke manieren houd je je met SF bezig? Je leest zelf veel, neem ik aan? Annemarie: „Ja, gemiddeld el ke twee dagen een SF-boek of SF-tijdschrift, geloof ik. Ik lees veel beroepshalve, maar als ik zelf mag kiezen is het ofwel SF die zich met de mens, met leefvormen en maatschappij bezighoudt, of hele nieuwe en oorspronke lijke ideeën brengt, of het be tere gooi-en-smijt-ruimtea- vontuur dat vakkundig is ge schreven. En daarnaast veel fantasie: Le Guin (voor mij onbetwist de beste), Varley, Masson, Martin, Tiptree, de vele vrouwelijke auteurs van de laatste tijd, Russell, Lau- mer, Harrison, Silverberg ook wel". „Ik ben hoofdredactrice van het blad Holland-SF, dat wist je al. Daarnaast ben ik begon nen SF te vertalen, en daar heb ik inmiddels mijn broodwinning van gemaakt. Nou ja, erg mager brood hoor. Ik geef ook adviezen over SF en breng leesrapporten uit aan uitgevers en bibliotheken en ik schrijf her ep der artikel tjes over SF. Ik ben er wel een groot deel van mijn dag mee bezig. Ik verwacht ook wel dat ik daar rustig in door kan gaan. Werk is er nu nog ge noeg". ROB VOOREN

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1980 | | pagina 35