Cosmeticareclame maakt
zichzelf ongeloofwaardig
Miniboom in
vensterbank
Cosmetica zonder dierenleed
Bonsai is een Japanse dwergboom, die een getrouwe kopie in miniatuur
vorm wordt van de oorspronkelijke grote boom. De bonsai-cultuur die
in Japan al vele eeuwen bestaat, werd in dat land pas in de vorige eeuw
intensief beoefend en kwam na de Tweede Wereldoorloe ook in Eurooa
in de belangstelling. Een bonsai kan zeer oud worden en het spreekt dan
ook vanzelf dat zo'n boompje dan duizenden guldens waard is. Een
jonge bonsai die al enigszins gevormd is, is aanmerkelijk goedkoper
maar nog altijd duurder dan de meeste kamerplanten.
Een bonsai is eigenlijk ook geen kamerplant maar een boompje in een pot
dat 's winters meestal buiten of in een onverwarmde kamer moet staan
en 's zomers eventueel in de huiskamer. Niet-winterharde soorten over
winteren in een koude kas of op een koele plaats binnenshuis. De meeste
gekochte bonsai's zijn echter winterhard. Is er een bloesemboompje
gebruikt, bijvoorbeeld de Japanse kers, dan kunnen die tijdens de bloei
wel tijdelijk in de kamer gezet worden om er goed van te kunnen genie
ten.
Welke soorten
Zoals al gezegd is een echte bonsai niet goedkoop, maar u kunt ook zelf
heel goed een bonsai kweken. In het bos of misschien zelfs in uw tuin
komen vaak spontaan allerlei jonge boompjes op die u kunt gebruiken
om er een bonsai van te kweken. Natuurlijk vraagt u wel eerst toestem
ming aan de eigenaar van het terrein of de boswachter, alvorens u gaat
graven.
Ook op een tuincentrum kunt u soms voor weinig geld een wat misvormd
of achtergebleven boompje kopen. En natuurlijk kunt u zelf ook zaaien,
stekken of afleggen om zo „basismateriaal" voor uw bonsai te krijgen.
Alle soorten bomen en heesters die in ons klimaat groeien zijn geschikt
voor de bonsai-cultuur, mits ze niet al te grote bladeren hebben. Een
kastanje is bijvoorbeeld niet zo geschikt, maar wel een berk, een es
doorn, een meidoorn, een els, een iep, een eik, vruchtbomen, berberis,
sierkersen en coniferen.
Een opmerkelijke advertentie
in de kosmetikasector: een
(Nederlandse) fabrikant prijst
zijn schoonheidsmiddelen
aan als "het enige fabrikaat in
Nederland dat zonder dier
proeven en vivisectie is ont
wikkeld, en geen dierlijke be
standdelen bevat". Het blijkt
te gaan om produkten met
uitsluitend bestanddelen die
niet op dieren zouden zijn
uitgetest en die bovendien
zijn goedgekeurd door de
NBBV, de Nederlandse Bond
tot Bestrijding van Vivisectie.
Dat klinkt positief, na alle
treurige verhalen van de laat
ste jaren over dierenleed, ver
oorzaakt doordat onze cosme
tische smeerseltjes op "vei-
lighoid" worden getest door
ze eerst uit te proberen op
ogen, huid en slijmvliezen
van proefdieren.
NBBV-secretaris J.J. Kouwen-
hoven, om commentaar ge
vraagd, wil eerst iets rechtzet
ten: de vermelding "vivisec-
tor-vrij" zegt niets in verband
met schoonheidsmiddelen.
Kouwenhoven: "Vivisectie,
het snijden in levend weefsel
dus, komt niet voor in de
kosmetikasfeer Als een fabri
kant schermt met het woord
vivisectie-vrij betekent dit
dus niets, maar het schept wel
verwarring bii de consument.
Waar het om gaat. ziin de
proeven met kosmetika op
levende dieren. Zoals giftig-
heidsproeven, waarbij stoffen
in zulke grote hoeveelheden
worden uitgetest via de maag
van proefdieren, dat ze er
meestal aan bezwijken".
Gezien het feit dat de laatste ja-
ïen de publieke weerstand
tegen dierproeven voor
"schoonheidsdoeleinden" is
gegroeid, zou zo'n goedkeu-
ringsstempel van een instel
ling als de NBBV voor kos-
metikafabrikanten wel eens
een begerenswaardig bezit
kunnen worden. Kouwenho
ven: "We gaan dan ook niet
over één nacht ijs. We moeten
voor honderd procent zeker
zijn van zo'n situatie en daar
zit een uitgebreid onderzoek
aan vast. Standaardvoorbeeld
van de voetangels en klem
men is dat van de fabrikant
die beweert dat in zijn bedrijf
zonder dierpr even wordt
gewerkt maar bij nader on
derzoek dit werk elders blijkt
te hebben uitbesteed".
"Met deze eerste en tot nu toe
enige goedkeuring zijn we
zo'n anderhalf jaar bezig ge
weest. Daarna is het een
kwestie van voortdurend de
vinger aan de pols houden.
Een van de voorwaarden is
dat alle verwerkte grondstof
fen op de produkten vermeld
staan, zodat regelmatig con
trole mogelijk blijft. Voorlo
pig willen we ons op dit ter
rein beperken tot de produk
ten van een aantal Neder
landse fabrikanten".
Kweken
Voor bonsai worden platte, kleine schalen gebruikt, die in ieder geval één
flink afwateringsgat onderin moeten hebben. Juist door de wortelkluit
klein en gedrongen te houden, blijft het boompje klein. Over de gaten
onderin de schaal kunt u het best een stukje horregaas leggen om deze
open te houden en te voorkomen dat de wortels er doorheen groeien. Het
grondmengsel moet zoveel mogelijk overeenkomen met de grondsoort
waarin de boom van nature staat. We geven het boompje dagelijks water,
zodat de aarde nooit uitdroogt. Ook in de winter blijven we water geven;
zeker de bladhoudende soorten hebben dat nodig, maar wel veel minder
dan in de zomer.
De vorm
De bonsai-cultuur kent een indeling naar hoogte en stijl:
Mame of miniatuur bonsai (5-15 cm hoog);
Ko of kleine bonsai (15-30 m hoog);
Chui of middelgrote bonsai (30-60 cm hoog);
Dai of grote bonsai (60-90 cm hoog).
En voorts vijf verschillende stijlen, waarbij men uitgaat van de hoek die de
stam maakt ten opzichte van de potrand:
Chokkan (met rechtop staande stam);
Shakan (met licht hellende stam);
Sterk hellende stam;
Semi-cascade (met zeer sterk hellende stam);
Cascade (met over de potrand naar beneden hangende twijgen).
Om de bonsai zo klein te houden, moet de groei geremd worden door
middel van snoeien van de wortelkluit en de groeipunten. Bij het verpot
ten, dat bij volwassen bomen eens in de drie a vier jaar moet gebeuren en
bij jonge bomen vaker, wordt de wortelkluit zorgvuldig van de meeste
aarde ontdaan en snoeien we de oude wortels helemaal weg. Voorts kan
de wortelkluit ongeveer met eenderde ingesnoeid worden, zonder dat de
bonsai daar schade van ondervindt. Dit verpotten doen we in het vroege
voorjaar voordat het nieuwe groeiseizoen begint.
Om nu het boompje ook nog in één van de hierboven genoemde stijlen te
laten groeien, moeten regelmatig takken weggesnoeid worden en wor
den andere met draad in de gewenste vorm geleid. Dit heet „trainen".
Zorg er bij het snoeien altijd voor dat de kroon luchtig blijft, door naar
binnen groeiende takjes te verwijderen. Bij bladverliezende soorten
moeten de jonge scheuten tot het eerst gevormde bladpaar terug ge
snoeid worden.
Bij naaldbomen en coniferen moeten de groeitopjes regelmatig voorzich
tig tussen de naalden afgeknepen worden om bruine punten te voorko
men. Heeft het boompje na al dat snoeiwerk nog niet de gewenste vorm,
dan wikkelen we elektriciteitsdraad of bloemendraad om de takjes heen
en buigen die zo in de gewenste vorm. Het kweken van een mooie bonsai
vereist erg veel geduld en inzicht, maar het resultaat kan al die moeite
dubbel en dwars belonen!
Wilt u meer weten
Sedert enige jaren bestaat er in Nederland een bonsai-vereniging, waar u
met al uw problemen omtrent de bonsai-cultuur terecht kunt. Boven
dien kunt u daar een praktische handleiding bestellen, waarin de hele
bonsai-cultuur uitvoerig beschreven staat voor het luttele bedrag van 5
gulden.
Het adres is: Nederlandse Bonsai Vereniging, p.a. A. Goekoop, Piet Moes
kopsstraat 7, 2807 AM Gouda, telefoon 01820-21739.
Bonsai-boompjes kunt u kopen bij Japan Trading Nurseries, Voorweg
79B in Hazerswoude of bij een goede bloemist of tuincentrum.
Tegenover miljoenenomzet staat vrijwel geen onderzoek
naar werking en schadelijkheid
Reinigend, verfrissend, ontspannend, verzorgend, voe
dend, activerend, rimpelbestrijdend. Enkele kreten uit
een lange lijst van aanprijzingen van de (beweerde) wer
king van kosmetische produkten die op de Nederlandse
schoonheidsmarkt te koop zijn. Begrijpelijke „informa
tie" in die zin, dat een en ander in verstaanbaar Neder
lands is gesteld.
Bonsai is heel goed zelf te kweken.
Het kan ook anders, met een pseu-
do-wetenschappelijk sausje. Dan
wordt er gepraat over bestand
delen als dermatofiele en hydro
fiele oliën, over collageen en phy-
tosterolen, glyco- en lipoprotei-
nen, over zuurstofgeleidende cy-
tochromen dan wel over „placen-
taire biostimulines". Waarheids
getrouwe (zij het totaal onbegrij
pelijke) informatie, of „mislei
dende reclame" waar de consu
ment tot nu toe onvoldoende te-
gen beschermd is?
De vraag is opnieuw actueel naar
aanleiding van een komende wij
ziging in het zogenaamde Kos-
meticabesluit, het onderdeel van
de Warenwet waar alle kosmeti
sche produkten onder vallen. Dat
vernieuwde Kosmeticabesluit
zal, via het zogenaamde „mislei-
dingsartikel", aan de Keurings
diensten van Waren mogelijkhe
den moeten geven om op te tre
den tegen misleidende reclame
voor schoonheidsartikelen. Het
zal daarbij gaan om „aanduidin
gen in woord of beeld die onjuist
of onvolledig zijn, of een onjuiste
indruk wekken", als het om aard,
eigenschappen, samenstelling,
hoeveelheid of gebruik van kos
metische waren gaat. Zulke on
juiste aanprijzingen mogen dan
niet meer worden gebruikt op of
bij dé verpakkingen en in de
reclame voor die produkten.
Wanneer is (of wordt) kosmetica-
reclame misleidend? De Keu
ringsdienst van Waren in En
schede (die de gespecialiseerde
dienst voor het wettelijk toezicht
op kosmetica is) heeft gepro
beerd een leidraad te vinden voor
die beoordeling. Resultaat was
het omvangrijke rapport „Mis
leiding bij reclame voor kosmeti
ca", samengesteld door Josine
Kraal, studente in de vakgroep
huishoudkunde aan de Land
bouwhogeschool in Wagenin-
gen.
Knelpunten
Zij noemt onder meer een aantal
knelpunten die de verwarring in
de kosmeticareclame steeds gro
ter dreigen te maken. Zoals het
groeiende aantal produktnamen
waarbij het vaak om verscheide
ne fantasienamen voor een zelfde
produkt gaat (alleen al voor een
bepaald haarverzorgingsprodukt
zijn zeker twaalf verschillende
benamingen in gebruik).
Vaak wordt gesuggereerd dat op de
markt een heel nieuw produkt
verschijnt, terwijl het in werke
lijkheid al onder diverse namen
in de handel is. Dikwijls wordt
geschermd met „bijzondere in
grediënten" zoals kruiden en
„natuurzuivere" bestanddelen
die zo goed passen in de huidige
natuurrage. In veel gevallen gaat
het daarbij niet om de (al dan niet
vermeende) werking van die in
grediënten, maar meer om het ef
fect van het weer eens „anders"
overkomen van een produkt,
mede via een nieuw geurtje of
kleurtje.
Volgens Josine Kraal zijn in alle
kosmetische produktgroepen
(speciale produkten dus voor de
verzorging en verfraaiing van ha
ren, gezichtshuid, lichaamshuid,
lippen, handen, voeten, nagels,
enzovoorts) wel voorbeelden van
misleidende reclame te vinden.
Aanprijzingen als reinigend, ver
frissend, verzachtend kunnen bij
bepaalde produkten de lading
wel dekken. Maar als er beweerd
wordt dat schoonheidsmiddelen
veijongend, versterkend, huid
beschermend zijn, of dat ze
„nieuwe huidcellen jong hou
den", mogen daar grote vraagte
kens bij worden gezet. Er is tot nu
toe niets wetenschappelijk be
wezen over zulke blijvende effec
ten van middelen die op de bui
tenkant van het lichaam worden
gesmeerd.
Zowel de samenstelster als de En-
schedese Keuringsdienst van
Waren noemen het rapport „een
experiment", bedoeld om een
discussie op gang te brengen. Dr.
D. H. Liem hoofd van de afdeling
kosmetica van deze keurings
dienst, legt daar nog eens de na
druk op: „De conclusies en aan
bevelingen in dit rapport mogen
niet als een officieel standpunt
worden beschouwd. Ze kunnen
een aanloop worden tot een bre
dere discussie over het beleid in
zake de kosmeticareclame en de
mogelijkheden om misleidende
reclame te bestrijden. We hopen
dat die discussie naar twee kan
ten mogelijk is en dat zowel fa
brikanten als consumenten zich
kritischer zullen gaan opstellen
tegenover de kosmeticarecla-
„Gatenkaas"
Met de omzet van schoonheids
middelen zijn steeds .grotere
geldbedragen gemoeid: in Ne
derland ruim 800 miljoen gulden
in 1975, en al meer dan een mil
jard gulden in 1978. Tegenover
die gigantische en nog steeds
groeiende omzetten staat tot nu
toe maar heel weinig weten
schappelijk onderzoek naar de
werking van kosmetica en de
eventuele schadelijkheid van be
paalde ingrediënten.
De biochemicus Lucas Reijnders,
medewerker van het milieukun
dig studiecentrum van de Gro
ningse universiteit, zegt hierover
„Wat er tot nu toe op dit gebied
aan onderzoek is gedaan, kun je
vergelijken met een soort gaten
kaas, maar dan wel met voorna
melijk gaten. Er is wel extra on
derzoek gedaan naar schadelijk
heid en eventuele kankerver
wekkende eigenschappen van
haarkleurstofïen die het haar
blijvend kleuren. In Denemarken
heeft dergelijk onderzoek onder
meer geleid tot de conclusie dat
het werken met zulke kleurstof
fen de kansen op het ontstaan van
bepaalde kankervormen kan
verhogen".
De modeontwerpster Alix Grès zal voor de
komende herfst en winter een collectie
confectiekleding presenteren. Voor Alix
Grès is dat een bijzondere beslissing. Zij
was de enige haute couture ontwerper die
er niet toe overging ook voor het grote
publiek te werken. Maar na 45 jaar haute
couture zal zij zich voegen bij de confec
tie ontwerpers en haar collectie zal tijdens
de komende winterpresentatie worden
getoond.
Mevrouw Grès is de regerende hogeprieste
res van de Franse mode en heeft nooit iets
anders ontworpen dan de beste haute cou
ture. Haar bescheiden gedrag leverde haai
de reputatie op van een teruggetrokken
iemand.
maar in cte afgelopen vier jaar is zij steeds
meer over het voetlicht getreden. Zij is de
drijvende kracht van de machtige "Fede
ration Francaise de la couture" geworden,
waarvan zij president is. Verleden jaar
opende zij een winkel naast het Ritz hotel
op de Place Vendome in Parijs waar fel
gekleurde shawls en iets mildere dassen
worden verkocht. Zij is tegenwoordig ook
soms op de dansvloer van Parijse nacht
clubs te vinden.
Franse confectie kwam pas twintig jaar ge
leden goed op gang.
Maar zelfs bij d< confectiekleding is er ver
schil Want de kleding met het merk van
Dior of Saint Laurent bezit meer prestige
en is duurder dan de ontwerpen van de
onbekende nieuwkomers.
De jongere generatie ontwerpers, "ies sty-
lestes" genaamd, zijn meestal wilde ver
nieuwers, op effect belust. Maar ook veien
zijn aan de top gekomen zoals Kenzo Ta-
kada van het huis Jap, en Karl Lagerfcld
van Chloe, wiens kleding in Parijs en
kwaliteit dicht tegen couture aanligt.
Het Franse couture syndicaat is bezig met
een proces tegen een groep jonge ontwer
peis die zichzelf de naam van "nieuwe
couture" geven. "Een wet uit 1947 schrijft
voor dat men alleen de couture mag ge
bruiken als men couturier is, dat wil zeg
gen dat de meeste kleding met de hand
gemaakt moet zijn", zo verklaarde Jac
ques Mouclies van de couture-federatie.
Dat betekent dat wij het proces zullen
winnen, want dit kan niet op de confec
tiekleding slaan".
Rokken korter
PARIJS (AP) - De Parijse ontwerpers wil
len nog niets zeggen, maar men verwacht
dat de wintermode kortere rokken zal la
ten zien. Zachte silhouetten zullen over
heersen, met af en toe een a-lijn, of anders
wijd vallend vanaf de schouders, of om
gekeerd als een driehoek met de punt naar
beneden.
Ook de hoge gevoerde kraag komt terug en
ook zullen manchetten van bont en mis
schien zelfs bontgevoerde boorden wor
den getoond.
„En er is wat recent onderzoek naar
de werking van zonnebrandmid
delen die ook worden toegepast
in combinatie met ultraviolet
licht bij de behandeling van
sommige huidziekten. Dat zijn
twee onderwerpen die de eerst
komende jaren wel sterk in de
aandacht zullen blijven. Voor de
rest staat het wetenschappelijk
onderzoek van kosmetica nog in
de kinderschoenen".
Reijnders is ook eindredacteur van
het enkele jaren geleden ver
schenen boekje „kosmetica in
Nederland. Een ontmaskering".
In dit werkstuk, van de werk
groep voeding en kosmetica van
de BWA, de Bond voor Weten
schappelijke Arbeiders, zijn nog
al wat aanknopingspunten te
vinden voor een kritische kijk op
het gebruik van en de reclame
voor kosmetica.
Een paar voorbeelden: van talloze
verzorgingspreparaten wordt ge
suggereerd dat ze gezichtshuid,
haren of nagels zouden „voeden".
Reijnders en zijn mede-auteurs
stellen daar tegenover dat er aan
nagels en haren niets te voeden
valt omdat beiden uit „dode" stof
bestaan. Wat de gezichtshuid be
treft is het, gezien de opbouw van
de opperhuid (dode buitenste
hoomlaag met een levende on
derlaag) erg onwaarschijnlijk dat
voedende en vochtinbrengende
stoffen door die buitenlaag heen
kunnen dringen. Het bloed ver
zorgt de voeding van de huid. en
een huid die in slechte conditie is
zal eerder verbeteren door bij
voorbeeld een ander leef- en voe
dingspatroon dan door smeersels
van buitenaf.
Het foefje achter crèmes en vloei
stoffen die rimpelvorming zou
den voorkomen en bestrijden,
berust op ingrediënten die de
huid tijdelijk (hoogstens voor
enkele uren) glad trekken. Dat
laatste geldt in het algemeen voor
schoonheidsmiddelen die als
jonghoudend of verjongend
worden geadverteerd: hooguit
kunnen ze bepaalde veroude-
ringssymptomen tijdelijk onder
drukken.
Uok de kwasi-wetenschappelijke
verkoopargumenten bij sommi
ge (vaak peperdure) schoon-
heidsmerken mogen met de no
dige argwaan worden bekeken.
Kreten als polyenergetisatie, fy
siologische oplossingen, voe-
dingselemcnten en energiedra
gers worden in de'reclame onjuist
gebruikt. Er worden ook wel stof
fen genoemd die niet be
staan.
Vraagtekens mogen, volgens de
samenstellers van „kosmetica in
Nederland" ook worden gezet bij
de zich als een olievlek uitbrei
dende natuurrage in kosmetica-
land: de natuurlijke toevoegin
gen in crèmes, shampoos, haar
waters en dergelijke produkten
blijven in de praktijk meestal be
neden de één procent, de beloof
de natuurlijke olién en extracten
zijn vaak wel op het etiket maar
niet in het potje te vinden, en „na
tuurlijke" geuren en kleuren ko
men in de praktijk meestal toch
weer uit de synethetische hoek.
Niet te veel geloven dus van de
reclames waarmee de schoon
heidsindustrie haar produkten
op de markt stuurt.
Kosmeticagebruik is voor steeds
meer mensen een dagelijks ritu
eel geworden, dat sterk verweven
is geraakt met begrippen als goed
voor de dag komen en slagen in
het leven. Een reden te meer om
niet alleen de reclamemethoden,
maar ook andere uitwassen op dit
terrein (zoals de gigantische
prijs
chil
elljk-
soortige produkten, en bedrieg
lijke verpakkingen met dubbeie
bodems en veel lucht) kritisch en
vooral nuchter te bekijken.