OOK NEDERLANDERS IN COMPLOT De staatsgreep in Suriname die niet doorging WÊESSnSSSSSBÊ Surinaamse sergeants doorkruisten eerdere plannen staatsgreep WOENSDAG. 12 MAART 1980 PAGINA 15 ERMELO - De se'rgeants die op 25 februari in Suriname de macht grepen, doorkruisten met hun actie ai bestaande plannen vooi1 een staatsgreep. Deze uiterst ge detailleerde plannen waren ontworpen door een voormalige adjudant van het Surinaamse leger, die werd gesteund door een groep met daarin ook enige Nederlanders. De adjudant, de thans in Ermelo wonende Fred Ormskerk (56), is tot begin vorig jaar een van de twee instructeurs geweest in het leger van Suriname, zowel voor als na de onafhankelijkheid. Hij heeft verscheidene van de ser geants die nu deel uitmaken van de Nationale Militaire Raad, onder zijn hoede gehad. Het vorige week in bepaalde Ne derlandse kringen in Paramari bo circulerende verhaal, dat Ormskerk al lang voor 25 fe bruari met uitgewerkte plannen rondliep om de macht over te nemen, werd gisteren door Ormskerk persoonlijk beves tigd. Als bewijs hiervoor heeft hij de beschikking over een stapel do cumenten, waaronder stafkaar ten, plattegronden van onder meer de Memre Boekoekazerne, en een zeer nauwkeurig uitge werkt draaiboek. Als dag van actie was maandagochtend 7 april aanstaande, tweede paas dag, uitgekozen. Ruim een jaar geleden legde Ormskerk de eerste contacten die hij nodig had om de macht in Suriname over te nemen. Hij wilde via een netwerk van ver trouwenslieden de basis leggen voor een snelle, bijna geruisloze coup. In Suriname, aldus Orms kerk, had hij de beschikking over een vaste kern van 16 inge wijden. De adjudant kon voorts rekenen, zo stelt hij, op de actieve inzet van 200 door hem opgeleide mi litairen. Tenslotte verwachtte hij steun vanuit Nederland, met name van hier wonende Suri- namers en van militairen uit het voormalige Nederlandse leger in Suriname, de TRIS. Om die steun te mobiliseren,„vertrok hij voorjaar 1979 naar ons land, waar zijn gezin al enkele jaren woont. Later in dat jaar kreeg Ormskerk het vermoeden, dat zijn voor nemens waren uitgelekt. Ver schillende waarschuwingen die hij vanuit Suriname kreeg, we zen daarop. Nederlandse bronnen in Parama ribo hebben ons desgevraagd bevestigd, dat Ormskerks plan nen voor een staatsgreep in ok tober zijn doorgegeven aan de autoriteiten. Voorzover bekend, heeft de toenmalige regering- Arron geen stappen onderno men. De Nederlandse bronnen hebben ook bevestigd, dat in Su riname wonende Nederlanders bij alle voorbereidingen be trokken zijn geweest. Volgens Ormskerk is de militaire actie van 25 februari vrijwel ge heel verlopen volgens de lijnen zoals hij die had uitgezet. Van Ormskerks plannen hadden vier in Paramaribo verblijvende vertrouwelingen volledige af schriften, en Ormskerk acht het niet onmogelijk dat een van die kopieen in handen van de op standige onderofficieren is te rechtgekomen. Adjudant Ormskerk weet zeker, dat tenminste twee leden van de huidige Nationale Militaire Raad van zijn voornemens op de hoogte waren. In een interview met een verslaggever van deze krant, dat vorige week donder dag in Paramaribo werd gehou den, zei juntalid eerste luitenant Van Rey letterlijk: „Een van de mensen die veel invloed op ons hebben gehad, is de heer Orms kerk geweest." Surinaamse leger, kolonel El- stak, de wet werd voorgeschre ven door majoor Lewin. „Een la gere in rang, nota bene, die de kolonel soms anderhalf uur op de stoep liet staan!" Officiersbanen Lewin was ook degene die in de pe riode rond de onafhankelijkheid in Nederland jonge onderofficie ren van Surinaamse komaf kwam ronselen met de belofte van dik ke officiersbanen in de SKM, de Surinaamse Krijgsmacht. Zo'n vijftig sergeants en korporaals kwamen zo naar hun vaderland, waar ze zonder veel moeite de beste baantjes in het 800 man sterke leger kregen toebe deeld. „Ik ben toen naar de kolonel ge gaan en ik heb tegen die bevorde ringen geprotesteerd", zegt hij met een machteloos gebaar. „Het was toch normaal geweest als de ze onderofficieren eerst met mij en de andere instructeur, ser geant-majoor Gethrouw, een half jaar waren meegelopen. Dan was wel duidelijk geworden wie wer kelijk capaciteiten had. Maar ze hebben al hun vrienden bevor derd en die konden hun verant woordelijkheid niet waar maken. Ze faalden". Onrust Intussen groeide de onrust onder de lagere rangen. Adjudant Ormskerk vertelt hoe al in januari 1976 de onderofficieren en kor poraals met plannen voor een vakbond rondliepen omdat be loften over opleiding, bevorde ring en salarissen niet werden nagekomen. Voor Ormskerk is het duo Arron-Lewin de kwade pier. „Elstak en Essed waren van goede wil, maar kregen geen kans om hun achterban perspectieven te bieden. Elstak kreeg steeds de klappen". De vakbondsplannen van het kader vonden geen genade in de ogen van de regering en evenmin in die van de nieuwbakken officieren. Vóór de onafhankelijkheid: de nu gearresteerde opperbevelhebber v Ormskerk een koninklijke onderscheiding op. i de Surinaamse krijgsmacht, kolonel Elstakspeldt adjudant „Toen die jongens geen hulp van hun meerderen kregen, gingen ze te rade bij de burger-vakbonden, bij mensen als Mr. Eddy Brumg en Mr. F. Leeflang, de huidige formateurs van de burgerraad. Ik heb ze daartegen gewaar schuwd", aldus Fred Orms kerk. Uitbarsting In januari vorig jaar kwam het tot een eerste uitbarsting. De onte vreden onderofficieren werden door hun meerderen 'gezocht'. Sergeant Abrahams, een van de huidige junta-leden, moest voor het front van de troep zijn kop pelriem laten inspecteren. „Daardoor werd het gezag van het kader aangevreten", zegt Ormskerk, „Abrahams heeft dat niet genomen en schakelde de bond in, die inmiddels schoor voetend door de regering was er kend. Abrahams kreeg zes dagen licht arrest van de overste zelf'. Staking Adjudant Ormskerk ontvouwt i Suriname. Een staatsgreep, die ni zijn woning in Ermelo de plannen die h l doorging. Of toch Daarop volgde een demonstratieve staking van de onderofficieren. Abrahams straf werd door Arron kwijtgescholden. Ormskerk; „Abrahams en de bond hadden gewonnen, hoewel dat knjgs- tuchtelijk eenvoudig niet kon. De overste Essed werd daardoor ernstig gekleineerd". Iets derge- lijks gebeurde enige tijd later met sergeant Neede, die tien dagen licht kreeg nadat hij de pers over de toestanden in het leger had in gelicht. Na een actie schold Arron ook hem die straf kwijt. Maar het ging verder. Ormskerk waarschuwde de legerleiding andermaal voor de naar zijn zeg gen bedroevend slechte training van de soldaten. „Er waren erbij die in de stad rondvertelden dat ze niet eens konden schieten". Zijn directe chef onthief de lasti ge adjudant van zijn instructie- taak en stuurde hem naar het oerwoud van West-Suriname om barakken en schietbanen te bouwen. „Die zijn nooit gebruikt. Alles is in elkaar gestort. Wegge gooid geld!" Maat vol Begin 1979, even voor hij met pen sioen zou gaan, was voor Orms kerk de maat vol. Niet alleen voor hem, maar ook voor tal van ande re militairen onder wie veel oud gedienden uit de TRIS. Zij kon den de gestage verwording van de SKM niet meer aanzien. Lang zaam groeide het idee om in te grijpen, om het aanzien van het leger te redden, om Arron te ver drijven. Bij deze plannenmakers zaten ook enige Nederlanders, aldus Ormskerk. „Wat ik wilde, was een stille staats greep. zonder doden Het werd Ormskerk duidelijk dat het met relatief weinig mensen mogelijk moest zijn de macht over te ne men. Het uitgekozen tijdstip: maandag 7 april 1980 om half drie 's ochtends. De plannenmakers, Ormskerk en een vaste kern van 16 getrouwen, hadden zoveel tijd nodig om medestanders essen tiële posten te laten bekleden en in Nederland verblijvende Suri- x-TRIS militairen in r Suriname te Paar mensen Volgens Ormskerk zou begonnen worden met de bezetting van de Memre Boekoe-kazerne. Dat zou met slechts een paar mensen kunnen gebeuren, omdat bijna alle militairen m het weekeinde met verlof zijn. Uit de kazerne zou hij de benodigde wapens voor de rest van de actie halen. Dan zou, via een uitgekiende rou te, een aantal strategische punten worden bezet, en zouden kop stukken worden gearres teerd. Door Paul de Vries en Henk Dam De feitelijke staatsgreep zou wor den uitgevoerd door ruim 200 militairen, van wiens steun Ormskerk zich verzekerd wist. „Ik heb ze allemaal opgeleid. Ik ken ze allemaal. Voor die jongens daar ben ik een god", bezweert hy. „De leider" Ormskerk gebruikte zijn lange stra tegische ervaring om uiterst ge detailleerde plannen voor de staatsgreep te ontwerpen. Ze lig gen er nog steeds, in zijn zeer Ne derlands ingerichte huis in Er melo. Op verzoek diept hij map pen op vol documenten, stafkaar ten, plattegronden van onder an dere de Memre Bockoe-kazerne. Het belangrijkste stuk is een mi nutieus opgesteld draaiboek, vol aanwijzingen voor elke betrok ken militair. Hijzelf prijkt in het scenario als „de leider". Ormskerk beperkte zich niet tot plannenmakerij achter het bu reau. Al geruime tyd voor zijn vertrek naar Nederland (half 1979 - „Ik moest in Nederland met mensen over de staatsgreep pra ten") gebruikte hij bij nacht en ontij militaire oefenterreinen in Suriname om zijn getrouwen de kneepjes van het militaire vak bij te brengen Eind november 1979 hoorde Orms kerk van zyn in Suriname ach tergebleven mede-samenzweer ders „dat het niet goed ging". De adjudant vermoedt dat het plan verraden was, dat bepaalde brie ven waren onderschept en tele foongesprekken afgeluisterd. Hij bleef op zijn hoede, maar besloot niet definitief van zijn plannen af te zien. De onderofficieren waren hem echter op 25 februari Muiterij Ormskerk karakteriseert de coup van de sergeanten niet als een staatsgreep, maar als muiterij Op 27 februari zou de uitspraak val len in het proces tegen drie dissi dente onderofficieren. Die uit spraak wilden de militairen niet afwachten. Daarom gingen ze 25 februari tot actie over en door kruisten daarmee de nog sluime rende plannen van de groep- Ormskerk. Ten minste twee van de huidige junta-leden waren, volgens de adjudant, op de hoog te van zijn voornemens. Opvallend noemt Ormskerk het, dat de onderofficieren volgens vrijwel hetzelfde scenario te werk zijn gegaan als hij had uitge werkt. Alleen de beschieting van het politiebureau door een ka nonneerboot viel daar buiten. De logische vraag of de onderofficie ren zijn plannen hebben ge bruikt, beantwoordt hij met „dat weet ik niet zeker". Hij sluit ech ter niet uit dat een van de vier afschriften van het volledige sce nario, die bij vertrouwelingen in Paramaribo waren achtergeble ven, in handen van de sergeants zijn gespeeld. Bij het oude Hoe zou Suriname er naar Orms kerks staatsgreep hebben uitge zien? Hij zou veel by het oude hebben gelaten, maar ook in zijn versie is er geen ruimte voor par tijpolitiek. Egn kabinet van tech nocraten en in elk geval een be kwame minister van defensie, veel verder komt hij ne t I W die minister van defensie wil hij nog kwijt dat het om een in Ne derland wonende „Indischman" gaat. „Nee, meer kan ik m dit sta dium niet prijsgev- n Ook Ormskerks kabinet zou onder controle blijven staan van een militaire junta. Ziet hij voor zichzelf nog een rol weggelegd in het Suriname van de sergeants? „Ik ben verschei dene malen opgebeld, onder an deren door de leden van de Na tionale Militaire Raad Horb en Boutersc", zegt hij geheimzinnig. Hij signaleert een gebrek aan lei ding bij de huidige junta: „Je ziet nu al dat er tweedracht is, en bo vendien komt na een actie altijd een reactie". ERMELO - Blaka Bakra werd hij in Suriname genoemd, Zwarte Hollander. Adjudant Fred Ormskerk (56) legde bij de training van dienstplichtige Surinaamse soldaten een fanatisme aan de dag als maar zeidén onder de tropenzon wordt aangetroffen. Fred Ormskerk is militair en wil dat weten ook. „Constant heb ik mijn plicht tegen over Nederland vervuld", zegt hij in zijn rijtjeshuis in het Veluwse Ermelo. Hij verdedigde het Ne derlandse koloniale gezag niet alleen in Suriname, maar ook in Indië. Ormskerk maakte daar in 1950 deel uit van de keurtroepen van kapitein Raymond Wester ling. „Jammer dat ik toen een schotwond in mijn arm opliep", zegt hij met onverholen spijt in zijn stem, „want daardoor kon ik later niet mee naar Korea". Vechtjas Hij is een vechtjas, „een jungle- fighter", zegt hij zelf. Vanaf 1953 maakte hij - met enkele onder brekingen voor opleiding in Ne derland - deel uit van de Troe penmacht in Suriname (TRIS). Als onderofficier belast met de opleiding van dienstplichtigen, bracht hij generaties jongeren de fijne kneepjes van het soldaten- vak bij, ook de jonge onderoffi cieren die het sinds 25 februari in Suriname voor het zeggen heb ben. Kort voor de Surinaamse onafhan kelijkheid (25 november 1975) begon het Ormskerk duidelijk te worden dat zich in het toen nog onder Nederlands gezag staande leger ontwikkelingen dreigden voor te doen die hem recht tegen de haren in streken. „Ik ben altijd een fanatieke militair geweest", herhaalt hij „maar je moest eens zien wat ze toen deden." Snel werd hem duidelijk dat premier Henck Arron in het leger de ei genlijke macht kreeg, en die han delde eerder uit politieke dan uit militaire motieven. Laatste hap Ormskerk was vast van plan de on afhankelijkheid niet af te wach ten. Op 7 augustus 1975 vertrok zijn gezin naar Nederland. „Ik had al mijn spullen verkocht, om op 25 november met de laatste hap te vertrekken". Overste Es sed (plaatsvervangend opperbe velhebber-red.), voor wie hij nog steeds grote bewondering heeft, kwam toen naar zijn huis en wist hem ervan te overtuigen dat hij voor de opbouw van het Suri naamse leger onontbeerlijk Ormskerk: „Vijf dagen voor de on afhankelijkheid zei ik: ik blijf. Ik heb toen zo geredeneerd, dat ik al erg veel voor het Nederlandse le ger had gedaan, net zoals mijn vader, die ook beroepsmilitair was. Maar ik was er vast van over tuigd dat Suriname vooruit moest en dat ik daaraan mijn steentje moest bijdragen". Aangevreten Ormskerks enthousiasme werd al ras aan alle kanten aangevreten. „Niemand van de regering had kaas gegeten van militaire zaken. Minister-president Arron trad op als minister van defensie, maar hij liet zich helemaal beïnvloeden door de ex-onderofficier Lewin, die als militair adviseur optrad. Diezelfde Lewin, een majoor, was aangetrouwde familie van Arron en zo is hij ook aan zijn baan ge komen". De figuur Lewin blijkt bepalend voor wat er verder gebeurde. Het deed de rechtlijnige Ormskerk pijn - en de verontwaardiging is nog voelbaar als hij het vertelt - dat de opperbevelhebber van het

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1980 | | pagina 15