AUTO samengesteld door Koos Post
„Pelleboer, waar blijft de zon?"
Jetta GLS
TWEE NIEUWE JAPANNERS
Jongste troef
van Volkswagen
ZATERDAG 8 MAART 1980
EXTRA
PAGINA 31
Toyota heeft zijn Carina in
grijpend gewijzigd. Voor la
ger verbruik, meer comfort en
grotere veiligheid.
De wagen is iets langer gewor
den, is wat meer gestroom
lijnd en heeft een spoiler ge
kregen. Dat moet volgens im
porteur Louwman en Parqui
in Leidschendam tot lager
benzineverbruik hebben ge
leid.
Vergroting van de stabiliteit,
zorgde voor meer comfort en
een langere kreukelzone aan
de voorkant voor grotere vei
ligheid. Aan de techniek is
weinig veranderd.
De nieuwe prijslijst begint in de
buurt van de vijftien mille
(voor een tweedeurs 1600j.
Een knallend spandoek aan de
gevel van een Volkswagenga
rage: "De Jetta's zijn er".
Alsof men daarop zat te wach
ten. Misschien een enkeling.
De massa zeker niet. Daar
voor heeft VW in zijn eigen
pakket teveel passende alter
natieven.
Want zo nieuw is die Jetta in fei
te niet. Om het heel simpeltjes
te zeggen: een Golf-met-een-
bakkie. Zoals de Derby ei
genlijk een Polo-met-een
bakkie is.
Nou ja, een bakkie... Men kan
gerust zeggen: een bak. Met
een inhoud van liefst 630 liter.
Om je hele hebben en houwen
in te stoppen.
Maar de rest doet heel sterk aan
een Golf denken. Is eigenlijk
de Golf. Daar behoeft Volks
wagen zich niet voor te scha
men. Niet voor niets is die
Golf in al zijn toonaarden de
meest verkochte auto ter we
reld. Handig, solide, be
trouwbaar. Een echt lekker
karretje. Maar niet goedkoop!
Wat de verkoopcijfers betreft
mag de Golf langzamerhand
op de legendarische kever
gaan lijken, zeiker niet in de
prijsstelling. Kocht men een
kever in zijn tijd voor een
aanvaardbaar prijsje, van de
Golf is dat nauwelijks te zeg
gen.
De Golf-prijslijst begint bij vijt-
tien mille. Dat is niet niks
voor zo n toch betrekkelijk
klein karretje. Dus past de
Jetta uitstekend in die nieu
we VW-filosofie van wel goed
maar niet goedkoop: de een
voudigste uitvoering ligt in de
buurt van de lö'/a mille. De
duurste tegen de 25 mille.
Zo n anderhalf duizend gulden
duurder dan de Golf derhal
ve. Misschien heeft men dat
over voor zo'n leuk model
letje. Een beetje aan de plom
pe kant maar zeker niet on
aardig om te zien. De Derby is
niet het verkoopsucces ge
worden dat Volkswagen er
van had verwacht. Misschien
-vergaat het de Jetta beter.
Wordt hij meegesleept in de
Golf-stroom.
Ik kreeg van importeur Pon in
Leusden een Jetta GLS ter
beschikking. In de serie een
middenmotor met zijn dikke
twintig mille. "Een nieuwe
limousine in de middenklas
se". zegt Volkswagen zelf.
Merkwaardig genoeg is deze
GLS uitgerust met een an
derhalve liter - 70 pk motor
die men in de Golf-serie niet
meer zal aantreffen. Er wor
den teveel van dergelijke mo
tortjes aan Chrysler in de
Verenigde Staten verkocht
die ze wat aangepast in de
Omni gebruikt. Waar
schijnlijk kwam VW toch wat
krap in de mogelijkheden te
zitten om deze krachtbron
ook nog in de Golf te handha-
Maar men had kennelijk net
nog voldoende produktie-
ruimte over om hem in de
middelste versie van de Jetta
te stoppen. De twee andere
motoren zijn: 1,3 liter -60 pk
en 1,6 liter - 110 pk.
Gezien de overbekendheid van
de Golf acht ik het niet nodig
nu weer eens alle details op
tafel te leggen. Ook de Jetta
GLS zit goed (de stoelen zijn
werkelijk formidabel), rijdt
goed (een uiterst soepele mo
tor), stuurt goed (een prettig
leggen voor men effectief aan
het betere remwerk kan be
ginnen. Op die remmen zelf
was niets aan te merken, maar
het was wel effies wennen aan
die lange slag.
En verder: een beroerde warme
start. Koud ging het goed ge
noeg met de automatische
choke, hoewel deze automaat
voor mij niet hoeft. Maar een
paar maal pompen en de mo
tor startte vlot. Met een nog
warme motor was deze Jetta
.echter nauwelijks op gang te
krijgen. En dat mag toch niet
mogen.
Ook vond ik de wagen wat ru
moerig. Althans bij lagere
snelheden. Eenmaal goed op
stoom was er weinig op aan te
merken, maar het rustige rij
den was niet zo rustig als het
zou kunnen zijn.
Maar ondanks deze minpuntjes
is de Jetta alles by elkaar best
een fijn karretje. Zoals gezegd
niet goedkoop maar men
krijgt er wel veel auto voor.
Verschrikkelijk netjes afge
werkt en bijzonder prettig om
te rijden. Zowel binnen als
buiten de stad. En met een
bagagebak om u tegen te zeg
gen.
Ik moet me al heel sterk vergis
sen als deze Jetta niet naast de
Golf succes tegemoet rijdt.
Dit is de Datsun Bluebird
waarmee Nissan verder ivil
penetreren in de Europese
middenklasse
Datsun is al de best verkochte
Japanse auto in Europa. Dat
heeft het merk vooral aan de
kleinere wagens te danken.
Het heeft al meermalen po
gingen gedaan om ook in an
dere klassen vastere grond
onder de voelen te krijgen
maar het succes is nog niet
bijster groot geweest.
Nu moet de Bluebird het gaan
maken. Het model ligt in het
verlengde van de Cherry dié
al eerder Europese snit kreeg
De wagen houdt wel van een
slokje. Vooral als men wat pit
tiger rijdt. En dat doe je on
willekeurig met zo'n vinnig
karretje, waarmee men vrij
gemakkelijk de naald van de
snelheidsmeter tussen de 150
en 160 kan krijgen. Ik kwam
bij de benzinepomp éénmaal
op 1 op 10 en na wat rustiger
rijden tot 1 op ll1/*. Ik ben er
van overtuigd dat het nog
gunstiger kan maar dan blijft
er wel veel van wat de Jetta zo
geslaagd maakt onbenut.
Natuurlijk ook enkele negatie
ve puntjes. Die vindt men
zelfs in nog veel duurdere
klassen, waarom dus niet in
een Jetta? Zo was ik niet zo
gelukkig met de lange weg
die het rempedaal moet af-
aangemeten. De wagen komt
in mei naar Nederland: een
vierdeurs 1600 met vier iver
snellingeneen vierdeurs 1800
met vijf versnellingen of een
automaat en een vijfdeurs
1800 stationwagen. Over de
prijs is nog niets bekend ge
maakt.
directe tandheugelbestu
ring), schakelt goed (met een
kostelijk kort pookje^ en ligt
goed op de weg (hij ïs'er nau
welijks af te branden).
PATERSWOLDE - Sinds Jan H. Pelleboer ons vanuit
zijn huiskamer te Paterswolde ook over de radio
bericht hoe„tussen de buien door, het weer morgen
zal zijn, is Nederland een nieuw fenomeen rijker:
dat van de eenzame weervoorspeller, wiens popula
riteit die van quizmasters, voetballers en prinsekin
deren ruimschoots is gepasseerd.
Ook de roem van het meteoro
logisch instituut in De Bilt is
langzaam .maar genadeloos
aan het verbleken onder de
opkomst van Pelleboer, een
van het weer bezeten man
wiens sappige noordelijke
tongval, de zesjes of achtjes
gen wordt bedeeld en de klei
ne grapjasserij, het weerbe
richt een huiselijke dimensie
hebben gegeven.
Pelleboer schrijft boeken over
het weer, voorspelt dagelijks
in veertien kranten het weer,
houdt lezingen over het weer,
spreekt voor TROS en We
reldomroep tot ver buiten de
grenzen over het weer, advi
seert op vele andere wijzen
over het weer, is vanaf zijn
kinderjaren helemaal vol van
het weer en lijkt nu op zijn 55e
helaas ook geteisterd door de
gevolgen van al dit weer
werk.
„Ineens is het uit de klauw ge
lopen", zegt. Pelleboer, „aan
alle kanten zitten ze me aan
het lijf. Overal wordt op me
geloerd. Waar is de rust
gebleven, die me boven alles
zo dierbaar is". De weerman
slaakt een lange, treurige
zuchten kijktons aan alsof hij
zijn laatste oortje heeft ver
snoept. „Maar zo'n enorme
populariteit", zeggen we,
„vooral in de vakanties bent u
op alle Europese campings de
stem van Nederland". „Grote
krankzinnigheid beleef ik
door die radio; waar moet dat
nog heen", zucht de stem van
Nederland.
Succesjes
We zijn een ochtendje op be
zoek bij Pelleboer: een rijzige.
joviale „Drent" die ook nu
hij tot een klein nationaal in
stituut is verheven, de harte
lijke en eenvoudige Pelleboer
blijft die hii was. „Ik doe geen
enkele moeite om goed Ne
derlands te spreken als ik in
de uitzending ben", zegt hij,
„ze moeten me nemen zoals ik
ben. Zo hoort het in het leven.
Aanstellerij moest verboden
worden"
buigt zich met een
ernstig gezicht voorover.
„Wat me ook erg dwars zit",
zegt hij, „dat is al dat geklets
over de foute weerberichten.
Nou, het KNMI heeft een
nauwkeurige controle van de
voorspellingen gemaakt.
Tachtig procent van de ver
wachtingen blijkt goed te
zijn. Maar daar hoor je in de
wachtkamer van het bussta
tion niemand over praten. Ik
heb goede contacten met het
KNMI, onze voorspellingen
lopen ook goed parallel. Maar
het weer in Nederland is een
zeer wisselvallige toestand.
Dat ze ons alleen maar de fou
te voorspellingen onder onze
neus wrijven, doet pijn".
Bij de gedachte aan die hagel
buien van kritiek staart de
weerman enige tijd zwijgend
voor zich uit. Maar al gauw
kan hij een tevreden glimlach
niet onderdrukken. „We lo
pen met onze verwachtingen
dus gelijk op", zegt hij, „maar
toch wil ik in de winter wel
eens een succesje boeken. Ik
denk dat het komt omdat de
vorstgrens vaak hier in het
Noorden ligt. Ook deze winter
is het me weer een keer ge
lukt. Het is natuurlijk ook een
kwestie van ervaring. Laten
we niet vergeten dat de men
sen in De Bilt wat jonger
zijn".
Wolken
Pelleboers ervaring is al even
aangetipt. Hij groeide op in
het wijde, kale land voorbij
Kampen, waar de nukken en
grillen van het weer vrij spel
hadden. Al vroeg stonden zijn
Als het
gevroren had, haastte de
knaap zich de volgende och
tend voor dag en dauw naar
het dorpscafé, waar hij een
briefje op de deur prikte.
„Vanhacht vroor het zeven
graden", lazen de voorbijgan
gers. Overdag verdiepte hij
zich het liefst in de wolken
atlas. „Ik stond al gauw al
tijd met mijn hoofd naai bo
ven naar de wolken te kijken
om te zien wat voor weer het
werd. Vooral als er gehooid
moest worden, was mijn
moeder wel eens boos dat ik
er maar bij stond met het
hoofd in de nek'
Door Ary Jassies
Door zelfstudie leerde hij op de
boerderij de internationale
weercodes zo goed kennen
dat hij na de oorlog door het
KNMI onmiddellijk opera
tioneel kon worden ingezet
op het meteostation in Eelde.
Pelleboer was voorgoed aan
het weer verslingerd geraakt.
Acht jaar lang hield de jon
geman een dagboek bij,
waarin hij elke avond noteer
de wat voor weer die dag had
gebracht.
In 1955 begon Pelleboer voor
zichzelf: weervoorspeller
voor enkeie kranten, reizend
correspondent voor het
Nieuwsblad van het Noorden
en reporter voor de Eelder
Dut p.sklanken, een functie
die hij nog steeds met grote
animo vervult. Niet geam
bieerde landelijke roem is het
deel van de bescheiden weer-
profeet sedert hij enkele jaren
celeden ook voor TROS en
Wereldomroep het weer uit
de doeken is gaan doen.
"Beroemd"
„Het is dus een beetje uit de
klauw gaan lopen", zucht de
weerman, „wat er niet alle
maal op me afkomt, dat is bij
na niet meer te harden. Nooit
heb ik kunnen weten dat je
door het weerbericht be
roemd kunt worden, en datje
dan, net als een artiest, een
soort eigendom van het
publiek wordt. Ik heb nu al
een tweede telefoontoestel
moeten nemen, om maar wat
te
„De hele dag rinkelt het door. Ik
heb er nu s nachts sinds kort
een bandje op staan, want aan
slapen kwamen we ook al bij
na niet meer toe Nog
nagloeiend van verontwaar
diging vertelt Pelleboer. hoe
hij allang op een oor ligt. als in
het holst van de nacht moei
lijk verstaanbare lieden zich
met veel geschreeuw aan de
telefoon melden, wat wordt
het morgen Pelleboer, een
zesje of een acht?
Nog maar zo'n idioot voor
beeldje: „Staat er ineens een
advertentie in een krant van
een modemagazijn: „Pelle
boer zegt dat het een koude
winter wordt. Koop dus bij
ons". Ik dus boos. want ik
weet niks, en iedereen weet
dat ik tegen voorspellingen
op langere termijn ben. Ik heb
gebeld met die zaak en een
rechtzetting geeist. En wat zet
die gluiperd een week latei in
de krant „Pelleboer zegt dat
het geen koude winter wordt.
Koop bij ons". Voel je het Zo
gaan ze hun gang met me.
zonder dat ik het weet, zonder
dat ik het wil, en vooral: zon
der dat het ook maar iets te
maken heeft met mijn
Onlangs belde Mies Bouv
hij in de Telebingo-uitzen-
ding de knoppen wilde in
drukken. „Nee hoor", ant
woordde hij. „Maar het gaat
immers om een goed doel",
drong de presentatrice aan.
„U bent met de verkeerde
verbonden gaf de weerman
belang bij hun populariteit Ik
niet, ik kom hoogstens als die
knoppen iets met het weer te
maken hebben, als ik er by-
voorbeeld een windhoos uit
kan drukken". Hierop werd
de verbinding verbroken.
Carnaval
Het is duidelijk: men kan tegen
wil en dank zo populair wor
den. dat de gal overloopt.
Pelleboer vertelt over de tal
loze uitnodigingen die uit het
hele land binnenstromen om
winkels en spaarbanken te
openen, in koetsen plaats te
nemen of om carnavalson-
derscheidingen in ontvangst
te nemen. „Ik by zo'n lint, of
in zo'n kpetsje, wat een ver
schrikkelijke flauwekul.
Maar het afschuwelijke is dat
het de hele dag maar door
gaat. Die rot-telefoontjes ook.
Hoe laat gaat de zon op. wan
neer zien we de ganzen weer
vliegen, geen eind komt er
aan het gevraag, het gaat maar
Leren leven
Natuurlyk heeft de gemoede
lijke prater uit Paterswolde al
die uitbundige reacties van de
zo hartstochtelyk aan het
weerbericht verknochte
landgenoten ook aan zichzelf
te danken. „Ik heb het alleen
nooit f weten toen Ik eraai
begon", zegt hij. „Ik ben ver
bijsterd door al die krankzin
nigen, maar ik wil myn werk
goed blijven doen. Misschien
/oor een lezing" vraagt de
weerman, terwijl hy zijn
agenda trekt. „Nou neeluidt
het antwoord, „we hebben
voor onze feestavond nog een
spieker nodig, een gezellige
spreker, een conferencier
dus