"Arron heeft staats greep zelf voor bereid" Door Henk Dam r., v7 -v V i 'i-JL ZATERDAG 8 MAART 1980 Leden van de militaire junta op bezoek bij Presi dent Ferrier.V.l.n.r. Dennis Horb, Laurens Neede, Van lleij, de President, Daisy Buulerse en Badressein Si- tal. PARAMARIBO - Hij komt om acht uur thuis, Uzi in de ene hand, een blauwe map met papieren in de andere. Het wapen wordt in de slaapkamer neerge zet. Handen schudden. „Geef me even de gelegen heid om een douche te nemen". Eerste-luitenant Michel van Rey (33) klinkt vermoeid. Even later komt hij weer uit de slaapkamer, een handdoek om zijn middel geknoopt. Hij gaat een andere kamer binnen en komt terug met zijn jongste zoontje op de arm. Hij wilde hem nog even Zijn vrouw Linda brengt het zoontje weer naar bed, en hij gaat naar beneden om te douchen. We kijken de huiskamer door. De kleu ren bruin en oranje overheersen. Grote portretten van zijn drie kinderen hangen aan de muur Twee koperen granaathulzen staan op de kast. Van Rey komt even later weer binnen, vrijetijdskleding aan. „Zul len we op het balkon praten?" We gaan zitten, de geluiden van de tropennacht om ons heen. Linda, kom je erbij zitten7" Tegen ons: „Ik zie haar zo weinig de laatste tijd" Wat een totaal andere man zit hier dan de zelfbewuste, wat arrogant overkomende militair die we twee dagen eerder met andere leden van de Nationale Militaire Raad een persconferentie zagen ge- Toen: degene in de raad die duidelijk overheerste, de man die de moeilijkste vragen beantwoordde, degene die uitviel als vragen hem niet bevielen. Nu praat hij met zachte stem over zijn be- met de staatsgreep. Een kopje thee en een gekookt ei het avondmaal. Hij vertelt hoe hij van 1966 tot 1975 bij de Koninklijke Landmacht heeft gediend. „Ja, ik heb in Schaarsbergen gezeten, en in West- Duitsland, SeedorfHoe hij daar onderofficier was, en dat hij in 1975 officier werd. Band „Toen Suriname onafhankelijk werd, ben ik teruggegaan en kwam ik als officier in het Surinaamse leger. Maar omdat ik zelf onder officier ben geweest, is er altijd een band met onderofficieren blijven bestaan". In het Nederlandse leger leerde Van Rey de waarde van inspraak en overleg kennen. „En dat geldt natuurlijk ook voor veel van onze andere militairen. Die zijn of in Nederland opgeleid, of hebben in Suriname les gehad van Nederlandse instructeurs. Al die n waren gewend geraakt aan een andere geest" Luitenant Van Rey: rukte ster In het leger van de sinds 25 no vember 1975 onafhankelijke republiek Suriname merkten de aan belangenbehartiging gewend geraakte militairen dat de regering niet ae be reidheid had aan „redelijke eisen van inspraak te vol doen". Het was een strijd van de on derofficieren, die erkenning wilden van hun vakbond, en Van Rey was de eerste officier die zich achter het verzet op stelde. „Toen zè in de verdrukking raakten, vond ik, dat je ver antwoordelijkheid -hebt voor je onderhebbend^n. En die zijn er niet als ze zich keren tegen een bepaald gezag", zegt hij hierover. „Bovendien waren hun eisen terecht. Ze kregen inderdaad te weinig aandacht van de re gering. De Surinaamse rege ring wilde maar niet beseffen dat ze te maken had met een homogene groep mensen, ze wilde maar niet inzien dat een stukje communicatie nood zakelijk was". Formeel Toen januari 1979 de eerste pro testacties kwamen, stelde de legerleiding zich formeel op. We blijven achter de autori teiten staan. „Maar omdat er onderhebbenden bij betrok ken waren, heb je toch een bepaalde verantwoordelijk heid". T T* TT Jonge Surinamers, die van de gelegenheid gebruik maakten om te plunderenkregen van ren lik op stuk. "Een stevig pak slaag heeft meer effect dan opsluiten", meent luitenant va den over deed een rapport te schrijven, en toen dat uit kwam, bleef het geheim. Het werd september. Van Rey: „Vanaf dat moment begon de politieke strijd. Er zouden verkiezingen komen, en dus stelden alle politici zich op het standpunt: gedoe in het leger moet de volgende regering maar uitzoeken. De onderofficieren raakten nu helemaal in de verdrukking. Hun geloofwaardigheid werd door al dat uitstellen aange tast". Op 30 januari van dit jaar esca leerde de zaak. De regering- Arron besloot bruut op te tre den en zette met karabijnen gewapende politiemensen tegenover demonstrerende, ongewapende militairen. Mi chel van Rey nam op deze zwarte woensdag een drama tische beslissing. Hij rukte de luitenantsster van zijn schouders en stuurde een briefje naar Arron. „Daarin schreef ik dat ik niet meer aan de andere kant van de onder officieren kon staan, nu ik had besloten geweld te ge bruiken". Daar liet Van Rey het niet bij. Via de radio riep hij het Suri naamse volk op in verzet te komen. Vervolgens ging hij naar huis, om daar de ont wikkelingen af te wachten; Was hij de enige officier die zo nadrukkelijk achter de on derofficieren stond? Klein „De groep officieren die bereid was in een of andere vorm een daad te stellen, was klein. Protest opbrengen kostte hen moeite, maar ik kan me niet voorstellen dat de officieren' achter het beleid van Arron stonden", aldus Van Rey. Met de onderofficieren ging het van kwaad tot erger. Ze wer den de kazerne uitgejaagd en een drietal werd gearresteerd. Op 20 februari kwam de eis. Tien maanden, en ontslag uit militaire dienst. „Zo zouden drie gezinnen brodeloos zijn gemaakt", aldus Van Rey. „Maar dat was niet het ergste Op 27 februari zou het vonnis vallen". En de militairen konden bevroeden hoe dat zou uitpakken. „Dan zou alles ophouden, dan had de rege ring een juridische grond om op te treden. Ik zou dan na tuurlijk ook aangepakt kun nen worden". Nu kon het niet meer anders, er moest worden ingegrepen. Van de verkiezingen van de 27ste maart had niemand veel verwachtingen dus daarop hoefde ook niet te worden gewacht. „Bij de verkiezings strijd deden alweer dezelfde oude verhalen van altijd de ronde", aldus Van Rev. - Wanneer werd dan tot de in greep besloten? Van Rey geeft een symbolisch ant- „Dat zou u eigenlijk aan Arron moeten vragen. Hij heeft feilloos het klimaat gescha pen om de ingreep mogelijk te maken". - Waren er anderen bij de coup betrokken dan degenen die nu in de Militaire Raad zit ten? Hetzelfde symbolische ant woord: „Nogmaals, de in greep is door Arron voorbe reid". En dan nog een vraag waarop de eerste-luitenant geen ant woord wil geven. Wat er ge beurde in de nacht voor de 25ste februari, toen Suriname in enkele uren een andere ei genaar kreeg. „Ik geloof dat we dat tot de ge heimen van dit land moeten laten behoren". Bijval Vaar hij wel uitgebreid over wil praten, is de onmiskenbare bijval van grote delen van de bevolking, toen de militairen eenmaal de macht in handen hadden. „Door die bijval zijn we ons gaan realiseren hoe groot onze verantwoordelijk heden zijn. Dat kunt u wel een schokeffect noemen, ja". „Uitgangspunt", aldus Rey, „is altijd geweest dat de grondwet niet opzij z Var den zetten. Vergelijkt u het maar met dit huis. Dit huis is de grondwet, mijn vrouw het staatshoofd, ik de regering en de kinderen het parlement. Als de regering het nu niet goed doet, moet die mis schien wel verdwijnen, maar dan blijft de rest nog wel be staan" - Toch zal het democratische systeem, zoals dat tot dusver in Suriname werd gehan teerd, een drastische veran dering krijgen. De Nationale Militaire Raad blijft een rol van betekenis spelen. „We werken aan een regering, maar we kunnen ons niet de weelde veroorloven de burge rij in de steek te laten, en te rug te gaan naar de kazerne. De militairen èn de burgers gaan samen aan de slag". Hoewel de uiteindelijke ver houding tussen regering en militairen maar moet worden uitgedokterd door de staats rechtsgeleerden - de Univer siteit van Suriname werkt daaraan - wil Van Rey nog wel zeggen hoe hij zich een en ander voorstelt. „Ik denk dat de Nationale Mili taire Raad controle zal uitoe fenen op de regering". Des gevraagd bevestigt Van Rey dat die controle zover zou kunnen gaan, dat de Natio nale Militaire Raad een rege ring naar huis stuurt, als die haar werk niet goed zou doen. Veel goed nieuws bereikt de nieuwe machthebbers van Suriname uit Nederland. „De Surinamers in Nederland staan heel positief tegenover ons. We krijgen pakken met post. Mensen sturen ons geld op. Anderen vragen of ze moeten overkomen", aldus Van Rey. En over de blanke Nederlan ders: „Er is natuurlijk een grote groep die zich er niet voor interesseert wat zich in Suriname afspeelt. Van men sen die zich wel betrokken voelen bij dit land, kan ik mij niet voorstellen dat ze nega tief tegenover ons staan. Dan kennen ze de vraagstukken van Suriname niet". - Maar de Nederlandse politici hebben toch niet staan jui chen toen u de regering aan kant zette? Subtiel „Ik ben militair, en al die di plomatieke taal - belangrijk is wat Nederland al op de 25ste zei, dat de ontwikkelingssa menwerking niet op de hel ling zou worden gezet, en dat is een subtiel soort erken ning". i als oud-minister Pronk dan. die zich hebben afgevraagd wat u met de mensenrechten doet? Van Rey: „De heer Pronk kent dit land en hij weet natuurlijk ook wel dat hij zich niet met de interne aangelegenheid van een ander land moet be moeien. Maar ik wil u best uitleggen hoe het zat met die afstraffingen". „Er zijn nu eenmaal groepen die voordeel proberen te halen uit zo'n ingreep als die van ons. Dit is een militaire in greep, en dus moeten we hard optreden tegen dit soort uit wassen. Wij wilden een voor beeld stellen, wij wilden dui delijk maken dat we roof en diefstal niet konden tolere ren. Ik vind niet dat we men senrechten schenden. Als we dat zouden doen, zouden we de afstraffingen toch nooit op de televisie hebben laten Hoewel Van Rey bevestigt dat er tot dusver geen officieel contact met de Nederlandse regering is geweest, is er wel correspondentie gevoerd met de Nederlandse ambassade. Er is ook contact geweest met het hoofd van de Nederlandse militaire missie, kolonel Valk, en over hem legt Van Rev een verrassende verklaring af „Door persoonlijke tegenstel lingen heeft de militaire mis sie nooit optimaal kunnen functioneren. Maar wij heb ben alle vertrouwen in Valk. Als hij bereid zou zijn de Su rinaamse nationaliteit aan te nemen, dan kan hij belangrij ke bevoegdheden krijgen bij de verdere ontwikkeling van dit land". - Ov belangrijke bevoegdhe den gesproken, hoe zit het nu eigenlijk met Brums? Eerst zei hij, dat hij regeringsve rantwoordelijkheid op zich Heeft u hem onder druk ge zet? Misschien omdat er zo veel oppositie tegen hem Rechtlijnig Van Rey: „Neen. Als militair moet je rechtlijnig zijn. Als wij Bruma in de regering hadden willen hebben, dan had hij op zijn kop kunnen gaan staan, maar dan was hij er gekomen. Maar wij hebben ons op het standpunt gesteld, dat politiek herkenbare figu ren niet in de regering komen. Dus geen Bruma, geen Lachmon". - De vluchten naar Nederland zitten nog steeds stampvol. Gaat de uittocht riou niet ge woon door, en vindt u dat daar maatregelen tegen moe ten worden genomen? Van Rey: „Als de uittocht door gaat, dan heeft onze ingreep geen vertrouwen gewekt. De regering zal op zo kort moge lijke termijn maatregelen moeten nemen om de mensen hier te houden. Ik ben er evenwel geen voorstander van. dat die maatregelen vrij heidsbeperkend zjjn". Gevraagd of hij echt denkt dat de Surinamers in Nederland zo enthousiast zijn over de coup, dat ze massaal naar het vaderland zullen terugkeren. Komt daar niet meer bij kij ken? Het verschil in welvaart bijvoorbeeld, aan weerszij den van de oceaan? „Als ik in Nederland was geble ven, dan behoorde ik nu tot de groep van de succesvollen. Dan had ik een eengezinswo ning, meteen tuin van drie bij drie. Desondanks zijn we in 1975 teruggegaan Ik denk dat ook anderen, die nu nog in Nederland zitten, die stap zullen willen maken". „Maar dat moet dan gedegen worden voorbereid, ook door de Nederlandse regering. Het moet niet zo zijn, dat de jum bo's maar de een na de andere landen op Zanderij". Hij pauzeert e1 „Ik wil zelfs /iller rlater verklaarde de Natióhale Mili taire Raad. dat Bruma s taken bij de formatie van de rege ring zouden zijn afgelopen. derland Nederlande Neder lande erder rdttekleir i zegt dan: Ne- r de Voor blanke r harde Wij hebben de ruimte Als Nederlanders hier willen ko men, zijn ze welkom".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1980 | | pagina 27