Diogenes voert strijd tegen verval „Betonnen blokkendozen bouwen gaat wel een stuk gemakkelijker" Geen geheimzinnigheid Gastkolom Hans van Brussel over renovatie VRIJDAG 7 MAART 1910 LEIDEN - De binnenstad van Leiden staat op veel plaatsen in de steigers. Onver moeibaar gaan velen het verval van talloze oude pandjes te lijf. Het kan de liefhebber van de Leidse binnenstad niet zijn ont gaan dat steeds meer panden worden ge restaureerd. Je kunt in geen enkele oude wijk komen of er is wel een particulier of één of andere stichting bezig met het her stel van monumentale panden. Soms lijkt het er op alsof de één de ander aansteekt. Het is overal breken en bouwen, slopen en verbouwen geblazen. Een van de groepen die een moeizame strijd voert tegen het verdere verval van de vele historische panden die Leiden rijk is, is de Stichting Diogenes. Deze stichting stelt zich ten doel het gehavende stadsbeeld te herstellen en de binnenstad weer be woonbaar te maken. Dat zoiets niet van een leien dakje gaat bewijst de weinig rooskleurige toestand waarin Diogenes regelmatig verkeert. Het grootste probleem is: geld. De stichting is vrijwel geheel afhankelijk van de luimen van de overheid die steeds spaarzamer wordt met het verstrekken van restauratie-subsidies. Diogenes heeft genoeg plannen voor het restaureren van oude panden in de Leidse binnenstad maar de uitvoering laat tel kens op zich wachten omdat de subsidies zeer traag afkomen. Ondanks de problemen van Diogenes heb ben anderen zich niet laten weerhouden om het goede voorbeeld te volgen. In de schaduw van "grote broer" Diogenes werkt sinds een paar jaar de Stichting Het Kleine Leidse Woonhuis aan de restaura tie van wevershuisjes en andere kleine woninkjes. Welbewust heeft deze stich ting gekozen voor het opknappen van kleine niet monumentale panden die beeldbepalend zijn voor het historische stadsbeeld. Rita Meijer, voorzitster van Het Kleine Leidse Woonhuis: "Er staan zoveel leuke oude huisjes leeg of ze zijn vervallen tot pakhuis, dat mag gewoon niet voorkomen in een woonwijk. Ik kan me daar ontzet tend boos over maken. Het Kleine Leidse Woonhuis wil daarom krotten en bouw vallen weer bewoonbaar maken. Het eer ste pand dat we aanpakten, aan de Uiter stegracht, was werkelijk een krot. De ge vels waren helemaal verrot en het dak be stond uit golfplaten. Steen voor steen is het pandje van de grond af weer opge bouwd en in oude glorie hersteld. Het is een schitterend wevershuisje geworden bestemd voor twee personen". Met niet aflatende ijver is de stichting in middels aan haar volgende project be gonnen, de Leidse architect Veldman heeft een restauratieplan gemaakt voor maar liefst vijf woningen aan de Gorte straat in de Haver en Gortbuurt. De huis jes, die op de nominatie stonden om te worden afgebroken, worden op sobere wijze gerestaureerd en verkocht F.Pn beetje handige doe-het-zelver kan de op knapbeurt zelf afmaken en daarmee veel geld besparen. De stichting Het Kleine Leidse Woonhuis voegt met deze werk wijze weer een aantal karakteristieke Leidse pandjes toe aan het historisch stadsgezicht. Het is duidelijk dat er een willige markt is voor oude en vergeten woninkjes in de oude stadswijken. Steeds meer mensen geven er de voorkeur aan om in de gezelli ge binnenstad te wonen, in typische kleinschalige Leidse huisjes voorzien van alle hedendaagse gemakken. Diogenes en het Kleine Leidse Woonhuis zijn ideale stichtingen die, gedreven door liefde voor de binnenstad, absoluut gaan winst ma ken. Dat er voor slimme jongens ook brood zit in het opknappen en doorverko pen van oude panden is een duidelijke zaak. Hans van Brussel Renovatie bv te kent voor die laatste aanpak. "LEIDEN IN LAST", zo heette het boekwerkje dat tien jaar gele den verscheen en waarin het be stuur van deze stad haar nood klaagde over de nijpende problemen heeft te maken, Tien jaar later is stel" het motto gemeentebestuur het proces Leiden in her- ran het Leidse Pogingen om aftakeling te stuiten lopen als een rode draad door de stad heen. Over het weer leefbaar maken van de Leidse binnenstad gaat een serie arti kelen die regelmatig in deze krant verschijnen. LEIDEN - "De manier van zaken doen van de gemeente is niet altijd even eerlijk", vindt Hans van Brussel. Hij wil daarover wel eens een boekje opendoen, belooft hij. En: "Ik neem geen blad voor mijn mond, er moet maar eens worden gezegd waar het op staat. Het falende beleid van de gemeente heeft mij al gedwongen tot een verlies van 36.000 gulden". Dc felle aanklacht van Van Brussel komt voort uit ervaringen die hij heeft opgedaan in het binnen- stadsgebeuren. Hans van Brussel Renovatie bv houdt zich sinds een paar jaar bezig met het op knappen en doorverkopen van oude panden in de binnenstad. Hij komt er recht vooruit dat hij de zaken commercieel aanpakt. Het weer bewoonbaar maken van oude woonhuizen biedt volgens hem grote mogelijkheden tot snelle uitbreiding van de wo ningvoorraad. "Maar", zegt hij, "Ik geef toe dat ik niet uitsluitend uit betrokkenheid met de wo ningzoekenden handel. Het commerciële aspect staat voorop. Als in de binnenstad geboren en getogen Leidenaar in hart en nie ren, komt er echter wel veel liefde en gevoel voor de stad bij". Van Brussel: "Ik ben toevallig in onroerend goed terecht geko men. Enkele jaren geleden kocht ik, hoewel ik nauwelijks eigen geld bezat, een aantal panden aan de Herengracht. Voor één pand. een schitterend 17e eeuws trap gevel monument dat vanaf de Herengracht doorloopt tot aan de Vestestraat, heb ik een apparte mentenplan laten ontwikkelen. De gemeente is na jaren touw trekken nog steeds niet met dat plan akkoord zodat ik het pand noodgedwongen heb moeten verkopen. Van het geld dat ik uiteindelijk aan de zaak overhield heb ik een re- novatiebedrijf opgezet. Samen met een bouwkundige en een aantal bouwvakkers, die genoeg hadden van de nieuwbouw, zijn we na veel vallen en opstaan zover dat we durven te zeggen dat het mogelijk is bouwvallige- of bedrijfspanden te renoveren en tegen redelijke bedragen (tussen de f 125.000 en f 150.000) op te le- Naast renovatie doet Van Brussel bv ook wel restauraties. "Maar dan kom je vanwege de eisen van monumentenzorg in een veel ho gere prijsklasse terecht. In totaal hebben we in het afgelopen jaar vijftien woningen opgeknapt of plannetjes daarvoor ontwikkeld. Daarnaast zijn er op dit moment plannen voor acht woningen in het te renoveren Willemshofje aan de Middelstegracht en voor de bouw van woningen op het voormalige fabrieksterrein aan De Vliet. Het nieuwe plan voor De Vliet voorziet in de bouw van vier wo ningen en drie appartementen. "Woningen in oude stijl zodat het jarenlang verstoorde beeld ein delijk wordt hersteld", aldus Van Brussel. "Wij ontwikkelden het plan zelf. spraken het vooraf door met bouw- en woningtoezicht en ,met wethouder Waal en kwamen zo tot een opzet die door alle - beoordelende instanties als posi- De welstandscommissie vindt dat er maar eigentijdse bouw moet komen aan De Vliet. Als wij zien wat er de afgelopen jaren aan ei gentijdse bouw in Leiden is neer gezet (Hoogheemraadschap, Gamma Bouwmarkt, Pelikaan hof) dan is het wel begrijpelijk waarom wij dit niet eens willen overwegen. Bovendien is er één, onuitgesproken, reden die de welstandscommissie ons wel heeft laten voelen: het door ons zelf ontwikkelen van plannen zien zii eigenlijk als broodroof. Het komt er gewoon op neer dat wij, mede op advies van Bob C Van Beek (monumentenarchi tect maar geen B.N.A.-lid), een plan ontwikkelden waardoor De Vliet eindelijk weer een mooie gracht wordt, door de grutters mentaliteit van de Welstands commissie aan de kant wordt ge zet. Terwijl wij voldoen aan de ei sen van bouwkunde, stedebouw, brandweer, verkeer, en aan het bestemmingsplan. Bovendien is het plan door iedereen die we het toonden met veel enthousiasme ontvangen". Een andere kwestie waarover Hans van Brussel zeer is gebelgd is de handelwijze van de heer Schaap, chef van de afdeling grondzaken van de gemeente. "De heer Schaap biedt namens de gemeen te iedere indiener van een bouw plan een "exploitatie-overeen komst" aan. Zo n overeenkomst houdt in dat alleen mag worden gebouwd als de bouwer aan de gemeente een bepaalde vergoe ding wordt betaald voor het fonds bovenwijkse voorzienin gen. in dit geval bestemd voor de aanleg van een riool aan De Vliet. Ik heb daar wel begrip voor zegt Van Brussel. "Maar je staat wel even raar te kijken als de heer Schaap van mij een bedrag van 75.000 gulden vraagt voor een plan van vier woningen en drie appartementen terwijl je weet dat diezelfde heer Schaap voor het zelfde stuk grond van De Bolster een bedrag van slechts 45.000 gulden eiste terwijl zijn plan een dubbel aantal woningen (14 ap partementen) inhield. De heer Schaap heeft mij nooit verteld waarin het verschil zit. Het lijkt mij dat de gemeente voor één en dezelfde dienst (het aansluiten op het gemeenteriool) niet aan Jan tje 75.000 gulden kan vragen en aan Pietje 45.000 gulden. En vooral niet als Pietje in werke lijkheid De Bolster heet en zoge naamd een zeer slechte naam bij die zelfde gemeente heeft. Ik wil echt niet de indruk wekken dat het bij de gemeente een zooitje is", aldus Van Brussel. "Maar ik meen wel dat de ge meente de verschillende aanne mers niet op voet van gelijkheid behandeld en dat bepaalde zaken oogluikend worden toegestaan". Ik twijfel niet aan de goede wil van deze mensen maar de ondui delijkheid over allerlei procedu res en de traagheid waarmee be slissingen worden genomen heeft mij. in dit geval van De Vliet, inmiddels een verlies van 36.000 gulden opgeleverd. Dal soort grapjes kan ik me gewoon niet permitteren Dan moet ik af en toe wel een flinke winst ma ken, gewoon om het hoofd boven water te kunnen houden. Ik wil graag in de binnenstad blij ven werken", bekent Van Brus sel. "Oude pandjes herstellen en in stijl terugbrengen, dat is leuk werk. Maar soms denk ik dut je inderdaad maar beter betonnen blokkendozen kunt bouwen. Dat gaat een stuk gemakkelijker JAN RIJSDAM Bovenstaande tekening laat het bouwplan zien dat is ontworpen voor De Vliet. Als het aan de Welstandscommissie ligt komt deze woningbouw nooit van de grond. De commissie meent dat dit plan een ongelukkig mengsel is van historisch en eigentijds bouwen. Men is van mening dat het plan bij wijze van spreken in Disneyland zou kunnen staan. De commissie is een voor stander van "eerlijk bouwen". Het historisch bouwen mag wel maar dan moet het ook goed uitgewerkt worden. Volgens de commissie heeft dit plan onvoldoende kwaliteit. Schaap van Grondzaken Door drs. J. P. van der Reyden, alg. secretaris Verbond van de Ned. Groothandel had voor een zit plaats in de boom gezorgd. Het jongetje paste daarin precies. Met zijn rug tegen de stam van de dikste boom van de Vliet keek hij tegen de lage middagzon in naar de eenden die wat ongelukkig roeiend hun weg zochten door het als een kameleon van kleur ver anderende water van de Vliet. Onder de hoge Vlietbrug kwam een hoog met kisten op gestapelde boot van de groen teveiling die hoge golven ver oorzaakte in de smalle gracht Olie van de boten, verf en warmte van de fabrieken en dus maar weinig kans voor vissen tot overleving bedacht het jongetje. Achter hem sloeg de deur van het kantoor irnn Cranenburg en Heringa dicht. Even om de boom heen kijken wie er naar huis ging. Ja hoor, de ouwe baas zelf. Dat klopte want zo even was de enige auto die de buurt rijk was. een grote Amerikaan, de Vliet opgere den moeilijk laverend langs de grote vrachtwagens die bij de fabriek en bij 't pakhuis van Beuth stonden te lossen. Nog even en dan zouden ook de fabrieksdeuren op het Rapen burg opengaan en de meiden en jongens die vele uren in be dompte ruimten hadden doorgebracht, luid schreeu wend en vechtend de brug overkomen richting binnen stad. Naar huis, waar intus sen moeder en de kinderen, die nog thuis waren, een handkar vol bonen hadden gedopt voor Tieleman en Dros. Het jongetje had, als hij naar zijn oma liep, de grote bergen, lege doppen vaak ge zien in de smalle straten ach ter de Haarlemmerstraat Sijthoff ging al uit, zonder la waai, haast bedachtzaam, zoals alles bij dat bedrijf be dachtzaam leek te gaan zon der veel prestatiedwang of controle. Soms piepte een werknemer overdag er stie kem tussenuit om even gauw in VEsperance op de Kaiser- straat een neutje te gaan ha len. Als de visman tweemaal in de week kwamwas het helemaal feest. Dan dromde de halve binderij om de viskar heen en liet zich de haring en bokking goed smaken totdat ze met zachte hand weer naar bin nen werden gemaand. Het zou zo wel etenstijd zijn. want de oude Van Duuren ging op de hoek van de Molen- steeg zijn kar met boeken en tweede hands spullen al op ruimen. Tijd om naar huis te gaanHet jongetje stond op en liep langzaam de Vliet af. Zo is het nu - bijna vijftig jaar later - niet meer. De lokale in dustrie is vrijwel ter ziele Voor een deel omdat zij maar tot één industriële branche behoorde, de textiel. Toen die na de Tweede Wereldoorlog onder druk kwam te staan door de invoer van textiel uit ontwikkelingslanden, andere EG-landen en Oostbloklanden ging de ene na de andere Leidse textielfabriek dicht. Ook de onaantastbaar geach te industriële bolwerken als Cranenburg en Heringa en Beuth. Voor een deel ook verdween de werkgelegenheid uit de Leidse industrie omdat deze een een zijdig assortiment had, waarvoor slechts op een be perkt aantal markten afzet werd gevonden. Zo was het bijv. snel met de plaatselijke conservenindustrie Tieleman en Dros gedaan toen Neder- lands-lndië zelfstandig werd waarmede een min of meer beschermd afzetgebied weg viel. Tenslotte moest een deel van de lokale industrie zijn poorten sluiten omdat de produktivi- teit te laag was. Er werd door vele bedrijven wel gedurende vele jaren een kwaliteitspro- dukt gemaakt, doch de prijs concurrentie die het gevolg van de vergrote (EG)markt was deed uiteindelijk een be drijf als Sijthoff, alsmede een aantal andere van oudsher gerenommeerde Leidse be drijven, de das om. Alleen degenen die onder de rook van deze industriegi ganten - dat waren zij in de maatschappelijke context van destijds - hebben ge woond en gewerkt weten hoe zeer tegen de eigenaren en lei ders van deze fabrieken werd opgezien. Hoeveel ontzag zij inboezemden, welk gezag hun uitspraken hadden. De ondergang van het korps Leidse industriëlen tastte het zelfvertrouwen van de Leidse bevolking - door de eeuwen toch al zwaar beproefd - nog weer verder aan. De werkge legenheid kreeg een knauw die nog jaren zich deed ge voelen. Weliswaar is er in Universi teitskringen een nieuwe en grote werkgelegenheid ge vonden, doch zelfs in de werk plaatsen van deze werkgever zijn andere arbeidskrachten nodig dan destijds in de in dustrie. De aanpassing, de omscholing, van de Leidse ar beidende bevolking is dan ook moeilijk geweest. Het ergste is echter dat er nog al wat uitval van arbeidskrachten is ge weest. Mensen die blijvend uit het arbeidsproces zijn gesto ten. Dat laatste vooral heeft het altijd al (latent) aanwezi ge wantrouwen van de Leidse bevolking tegen macht en ge zag versterkt, hetgeen uiter aard zijn uitwerking op de maatschappelijke, alsmede op de politieke verhoudingen heeft gehad. In even vijftig jaar is Leiden overgegaan van een hoog ka pitalistische volkshuishou ding waarin het leven armoe de, maar ook samenhang kende naar. een postindus triële die gekenmerkt is door relatieve welvaart en desin tegratie. Daarnaast - in een volgende astkolom zal daar op worden ingegaan - onder ging tezelfdertijd de van oudsher tweede bron van werkgelegenheid, t.w. het (de- tail)handelsapparaat sterke, van buiten komende, invloe den die de structuur van de branche en de levenskansen van de bedrijven die daartoe behoren hebben aangetast. Voor de oplossing van de Leidse problemen is intelligentie en politieke ambitie vereist maar geen garantie voor sla gen. Even belangrijk is kennis van,maar vootal begrip voor, hetgeen zich in een mensenle ven in de Leidse samenleving heeft afgespeeld. LEIDEN - Sommige mensen doen net alsof het op Bureau Grondzaken allemaal heel geheimzinning toegaat.Dat is natuurlijk niet zo", aldus de heer Schaap, chef van de afdeling grondzaken van de gemeente. "Maar onderhandelen over grondaankoop doe je nu eenmaal niet in hel open baar. Elke onderhandelingspartner van de gemeente heeft recht op een bescherming van zijn belangen Als gevolg van het feit dat onderhan delingen "in het geheimplaats vinden vindt de heer Schaap hel ver klaarbaar dat er veel onduidelijkheid bestaat over de activiteiten van het grondbedrijf. "Grondzaken opereert volgens het principe: waar kunnen we geld uitslaan". En: "Hun optreden ge tuigt niet van veel gevoel voor de stadsvernieuwing", aldus uit spraken die naar voren kwamen in het onderzoek dat Leidse so- ciologiestudenten instelden naar de stadsvernieuwing in Leiden. Wethouder Waal verklaarde dat er in Leiden misschien vijf men sen zijn die weten hoe het binnen grondzaken toegaat waaraan hij toevoegde dat deze mensen er alle belang bij hebben om die kennis voor zich te houden. "Zij weten hoe de manipulaties gaan", aldus de wethouder in het onderzoekverslag. Al met al komt een weinig rooskleurig beeld naar voren van Bureau Grondza ken. De heer Schaap moot er hartelijk om lachen en laat blijken de uitla tingen niet ernstig te nemen. "De gang van zaken rond het aan- en verkopen van grond is een inge wikkeld financieel spel", zegt hij. "Je kunt zelfs raadsleden niet kwalijk nemen als ze niet precies begrijpen hoe grondzaken werkt. Dat hoeven ze ook niet te weten, vind ik. Raadsleden moeten de grote lijnen in de gaten houden en besluiten nemen. Er is een le ger ambtenaren om het specialis tische werk te doen. Maar een aantal raadsleden weet best hoe het binnen het grondbedrijf toe gaat. In elk geval meer dan vijf". De heer Schaap ontkent dat Grondzaken niet alert op allerlei ontwikkelingen in de binnenstad zou reageren. Hij vindt het aan koopbeleid van het gemeentelijk grondbedrijf voldoende waar borg voor een goed stadsver nieuwingsbeleid. "Maar de ge meente kan nu eenmaal niet alles zelf doen", meent hij. "Daar heb ben we de mankracht niet voor en met behulp van particulier initia tief is het ook zeker mogelijk een stuk stadsvernieuwing te realyse- "Ik bégrijp Van Brussel niet", zegt Schaap. "De gemeente biedt ie dereen die een stuk nieuwbouw in Leiden wil neerzetten een ex ploitatie-overeenkomst aan. Dat is om de kosten te vergoeden die de gemeente moet maken bij voorbeeld voor de aanleg van een riool, groenvoorzieningen of straatverlichting. Het gaat om een redelijke kostenvergoeding. Het is echt geen slag in de lucht, al kun je over de hoogte van het bedrag altijd twisten. Van Brus sel is te verstaan gegeven dat van hem een kostenvergoeding zou worden worden gevraagd van ongeveer 75.000 gulden. De Bolster was niet van plan om nieuwbouw langs De Vliet neer te zetten maar om achter de oude gevel nieuwe appartementen te bouwen. De gemeente kan de ge noemde regeling dan niet toepas sen maar maakt wel dezelfde kos ten". Schaap ontkent niet dat de gemeente enige druk op De Bol ster heeft uitgeoefend om tot een exploitatie-overeenkomst te komen. Hij spreekt van een 'gentlemen's agreement". "Je kan zoiets nooit keihard afdwingen", zegt hij. "Manipuleren, in negatieve zin, is absoluut onmogelijk", meent de heer Schaap. "De democratische controle in Leiden is zodanig dat. als een ambtenaar dat zou willen, hij gewoon de gelegenheid niet krijgt. Bovendien is er een ge meentelijke accountantsdienst die alles zeer zorgvuldig napluist. Maar.... als je de gemeente af en toe eens een voordeeltje wil be zorgen dan moet je wel eens als een soort gemeentelijke project ontwikkelaar opereren". JAN RIJSDAM

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1980 | | pagina 4