„We gaan de vernieling
in met de psychiatrie"
„De isoleercellen zitten weer vol en het
platspuiten is aan de orde van de dag..."
DONDERDAG 6 MAART 1980
PAGINA 15
Frank van Ree, zenxcwarts van het psychiatrisch ziekenhuis Vogelenzang
in Bennebroek, is bezorgd. Heel erg bezorgd over de kwalijke ontwikke
lingen die hij bespeurt in de psychiatrie. Maar ook daarbuiten. Daarte
gen wil hij waarschuwen, daarover wil hij praten. Rustig praten eigen
lijk, maar zijn betrokkenheid, zijn grote gedrevenheid verhindert dat.
Zodat hij tóch weer ongezouten van leer trekt en zijn verhaal met kracht
termen onderstreept. Riskant, vindt hij zelf, want hij staat bij velen toch
al bekend als „de clown van de Nederlandse psychiatrie"
„Toen je vanochtend binnenkwam, dacht ik: laat ik nou oppassen en be
schaafd blijven, want straks staat er weer een verhaal in de krant vol
krachttermen en vloeken. Daar ben ik als de dood voor. Dan zeggen ze: zie
je wel, hij kan niet anders dan schelden. Maar ik kan het ook niet anders,
ik kan over deze dingen niet afstandelijk gaan zitten praten. Dan krijg je
een halfzacht theoretisch verhaaltje. Dat zegt toch niksMaar toch ben ik
bang, als ik heftige taal uitsla, dat ik dan weer net het tegenovergestelde
bereik van wat ik wil bereiken".
,Als clown of pias mag ik overal alles doen. Ik word soms uitgenodigd aan
universiteiten voor gastcolleges. Ik denk, dat er dan tegen de studenten
wordt gezegd: heus, wij zijn uiterst democratisch, wij laten zelfs linkse
mensen komen. Maar soms hoor ik later, dat er wordt uitgelegd dat het
natuurlijk waanzin is wat ik zeg, dat het overdreven verhalen zijn, maar
dat het toch wel interessant is om eens een andere visie te horen. Zo word
je dus ingepakt .Gebruikt als een soortement leuke attractie,waar de hele
collegezaal om kan lachen als ik gekke dingen zeg of lekker opgewonden
raak. Dan hebben ze een frisse ochtend. Ik voel de verbittering daarover
steeds meer".
BENNEBROEK - De
onmacht viert hoogtij
in de psychiatrie. Ge
brek aan personeel en
vooral gebrek aan goed
opgeleid personeel
doen de psychiatrische
ziekenhuizen terug
grijpen naar ouder
wetse methoden. De
isoleercellen zitten
weer vol en platspuiten
is aan de orde van de
dag. Bovendien is er
^sprake van verwaarlo
zing van patiënten, die
onder meer tot een toe
name van het aantal
zelfmoorden leidt. Art
sen en verpleegkundi
gen werken onder een
zo grote druk, dat ze el
kaar veelvuldig in de
haren vliegen.
„Dat alles geeft me het gevoel
van: pas op jongens, we gaan
de vernieling in met de psy
chiatrie", verzucht de Benne-
broekse zenuwarts Frank van
Ree. Die kwalijke ontwikke
lingen moeten gestopt wor
den, vindt hij, en dat kan maar
op één manier: méér geld
voor personeel en betere op
leidingen voor psychiaters en
verpleegkundigen. Maar dan
stuit hij op staatssecretaris
Veder-Smit en andere bege
leiders.
Van Ree: „Daar zit ik me zo ont
zettend over op te winden.
Want wat zie je? Dat de ver
pleging over zijn nek ge
draaid wordt, dat de moeilijke
patiënten in de Bijlmerbajes
terecht dreigen te komen, dat
het aantal zelfmoorden drei
gend toeneemt, dat je de
conflicten ziet stijgen tot en
piet, en dan maar zitten te pra
ten van: ja, de kosten groeien
de pan uit. Dan denk ik: ja
wat groeit de pan uit? Die
tanks, die kosten ik-weet-
niet-hoeveel. Als je twee
tanks bezuinigt, heb je veel
geld voor genoeg perso
neel".
Geschiedenis
Een duikje in de geschiedenis is
onontbeerlijk voor een goed
begrip van de huidige situa
tie. Tot de jaren vijftig waren
er nog geen „psychopharma-
ca" (psychiatrische medicij
nen). Mechanisch geweld was
de enige mogelijkheid om
opgewonden patiënten tot
rust te brengen. Isoleren,
shockbehandeling, vastbin
den, koudwaterbaden en
braakinjectie waren daarbij
de meest gebruikte paarde-
middelen. Van Ree daarover:
„Het was grotendeels de on
macht om het anders te kun
nen doen. Maar als je weet wat
we nu weten, dan zeg ik: het is
zonder meer misdadig als je
zulke dingen nu nog zo zou
doen".
En toen kwamen de psychop-
harmaca. Onmacht sloeg over
naar schier ongebreideld op
timisme. Ook bij Van Ree zelf,
die toen al aan Vogelenzang
verbonden was. „Ik had ook
het gevoel: nu is de psychia
trie op zijn hoogtepunt ge
komen. Nu hebben we einde
lijk de middelen tegen her
senziekten. Het was een won
der om te zien. Mensen die
knettergek waren en vaak erg
onrustig, die gaf je prikken;
en verdomd, na korte tijd ble
ken die mensen op te knap
pen. Ze werden rustiger. En je
dacht: ja, dat zijn echte ge
neesmiddelen. We zijn er.
Maar het duurde niet zo lang
of de twijfels begonnen al te
komen. Als je namelijk op
hield met die pilletjes, kwam
hetzelfde gedonder weer te
rug. En er waren er ook die
helemaal niet zo opknap
ten".
Bijwerkingen
„In de loop dér jaren is boven
dien gebleken dat die zgn. ge
neesmiddelen, die eerst als
onschuldig werden aange
Zenuwarts Frank van Ree staat bij velen bekend als "de clown" van de Nederlandse psychiatrie" .Hij voelt de verbittering daarover steeds t
prezen, ook gevaarijke bij
werkingen konden hebben.
En dan bedoel ik in de eerste
plaats het gevaar, dat je door
de patiënt „geneesmiddelen"
toe te dienen, hem ook steeds
verder afhoudt van het oplos
sen van zijn problemen. Als je
mij helemaal platspuit, dan
ben ik namelijk helemaal niet
meer gemotiveerd om over
het probleem te praten. En
dan word ik een apathische,
versufte robot. Maar aan de
andere kant, als je heel weinig
of niets geeft, dan is een op
gewonden iemand 'vaak on
benaderbaar en kun je ook
niet helpen met het oplossen
van zijn problemen".
„Om het heel duidelijk te zeg
gen. Ik denk dat een zeker ge
bruik van deze middelen bij
heel ernstige opwinding on
getwijfeld nodig is om de pa
tiënt toegankelijk te maken
voor een benadering. Maar
het is in de loop der jaren ook
steeds duidelijker geworden
dat het op zichzelf geen
probleemoplossende mid
delen zijn, en dat ze bij bena
dering juist het tegenoverge
stelde kunnen bereiken".
„Achteraf bezien is er door
overmatige toepassing vaak
sprake geweest van genees
middelenmisbruik. Het was
misschien goeddeels geen
behandeling van de patiën
ten, maar meer behandeling;
van de behandelaars. Want.
vroeger keken we naar een
patiënt van een afstand. De
ernstig ontregelde mensen
waren gevaarlijk en onbena
derbaar. Je kon niet met ze
praten. Maar langzamerhand
zijn we in de psychiatrie gaan
kijken naar de chemisch ge
kalmeerde cliënten als men
sen waar toch wel wat mee te
praten valt. .Ook al is de taal
niet altijd even duidelijk te
begrijpen en al zijn de
problemen vaak verschrik
kelijk ingewikkeld. Door de
emoties van de patiënt te
dempen, konden de begelei
ders wat dichterbij komen.
Ook daardoor, dus door de
toepassing van psychophar-
maca, kregen de sociaal-mo-
delpsychiatrie, de kritische
psychiatrie en de anti-psy-
chiatrie meer kansen".
Ongeschikt
Daarmee zitten we meteen in de
aanloop naar de huidige be-
handelsituatie. Want wat
moest er gaan gebeuren? Er
moest gepraat worden met de
patiënten. Therapeutische
gesprekken, groepsgesprek
ken, familiegesprekken. En
de werkers in de psychiatrie
(de verpleegkundigen, de
psychiaters en de psycholo
gen) moesten die gesprekken
aangaan.
Van Ree: „Maar alle drie de ca
tegorieën waren en zijn gro
tendeels nog ongeschikt voor
dit werk. Vele artsen, vooral
de ouderen, zijn bijzonder
slechte psychotherapeuten.
Omdat ze in hun medische
opleiding van zes tot acht jaar
alleen aan het eind min of
meer aangeplakt iets over
psychiatrie te horen krijgen.
Menswetenschappelijk en
gedragswetenschappelijk is
er in de medisch-universitaire
opleiding eigenlijk nauwe
lijks iets gedaan. Ik zie hier
regelmatig co-assistenten en
assistenten komen, die vooral
in het begin enorm te kort
schieten. Niet als mens, maar
wat betreft hun opleiding om
te denken in menselijke
problemen".
„Met de psychologen is het al
even treurig gesteld. Wat hun
instelling betreft zijn ze wel
veel beter opgeleid, maar ze
hebben bijna alleen te maken
gehad met wat men dan
noemt de normale, gezonde
mens en zijn processen. Als
een stagiaire psychologie op
een van onze afdelingen komt
kijken, dan kijkt hij zijn ogen
uit en denkt: wat zijn dit
mensen? De meeste psycho
logen kennen de ernstige ont
regeling niet en zijn daar
voldoende op voorbe
reid".
„Het droevigst is het gesteld
met de verpleegkundigen.
Die hebben in het algemeen
te weinig opleiding gehad en
zeker waar het gaat om psy
chotherapie. Maar wat veel
erger is: ze zijn te jong. Het
omgaan met mensen die in
grote nood ongelooflijk ang
stig, agressief, suicidaal of
weet-ik-wat kunnen zijn, ver
eist een mate van evenwich
tigheid en rijpheid waar je le
venservaring voor moet heb
ben. Als je twintig of dertig
bent, en je hoort de hele dag
door allerlei mensen zeggen:
ik wil dood, ik wil dood, dan is
dat iets ongelooflijk belas-
tends, waar je helemaal nog
niet aan toe bent. Jongeren
zijn zichzelf nog aan het vor
men, nog aan het zoeken. Hoe
kan in godsnaam een meisje
of jongen van amper twintig
weten wat voor problemen er
leven bij ouden-van-da-
gen?"
Probleem
Ziedaar het probleem: het besef
dat het bittere noodzaak is om
voortdurend te luisteren en te
praten, problemen te helpen
oplossen van de cliënten, te
genover de onmacht van de
mensen die die rol op zich
zouden moeten nemen. In die
situatie ontstaan de ontwik
kelingen waarover Van Ree
zich momenteel ernstig zor
gen maakt. Allereerst de ren
tree van de isoleercel.
Van Ree: „Vroeger heette dat
gewoon Het Hok, het isoleer-
hok. Maar nu spreekt men
heel deftig van „separeren".
Onmachtig
Het woord isoleren wordt
nauwelijks meer gebruikt.
Het is een héél ernstige zaak,
als men de vrijheid van de
mensen af gaat nemen en dat
als een doekje voor het bloe
den een mooie naam gaat ge
ven. Of men gaat zo'n ruimte
zelfs „separette" noemen. Er
zijn afdelingen waar geen
isoleercellen voldoende zijn
en dan wordt men overge
bracht naar de „separette" in
de „service-afdeling". En dat
betekent dat 'ie verdomme in
een bunker wordt geflikkerd.
Of nog erger: in zo'n moderne,
nieuwe isoleercel met inter
com en televisiecamera. Ik
kan ze hier laten zien. Daar
moeten ze dan naakt in, dat
wordt gewoonte langzamer
hand. Want de patiënten zou
den zich eens kunnen ophan
gen. Je hebt in een isoleercel
wel niks om aan te hangen,
maar het zou eens kunnen...
Dus zet ze dan maar naakt op
de brits in dat hok een paar
uur. En dat heet dan: me
vrouw of meneer was gister
middag een paar uurtjes in de
separette op de service-afde
ling".
„Het beroerde is, als ik dit zo
zeg, dan weet ik zeker dat ook
het personeel van dit zieken
huis me een schoft vindt, die
het ziekenhuis aanvalt, de
verpleging. Maar daar heeft
het niets mee te maken. Ik
bedoel, dat die oude onmacht
er nog steeds blijkt te zijn, en
dat we daar niet uitkomen als
we niet veel betere opleidin
gen en veel meer personeel
krijgen. En als we dat niet
gauw krijgen, dan zijn we
weer terug in de oude bun
kers".
Naast het teruggrijpen op oude
machtsmiddelen is zich be
roepen op „democratie" een
vluchtweg" uit de onmacht,
signaleert Van Ree. „Ikzelf
heb aan de democratisering
vrij hard meegetimmerd. Ik
sta er dan ook helemaal ach
ter, maar er zijn wel een paar
beperkingen. „Democratise
ring is een prachtig begrip,
maar zeer ernstig ontregelde
mensen volledig zelf inspraak
geven, is natuurlijk onzin. Het
is zelfs erger, het is een
schande. Als mensen halluci
neren en chaotisch angstig
zijn, en je zegt: ja, je moet zelf
maar weten wat je wilt. Dat
kan niet, dat mag niet".
„Neem als duidelijk voorbeeld
de zelfmoord. Je hoort kre
tologieën als: ieder mens
heeft recht op suïcide (zelf
doding, red.). Dat heet dan
democratie, maar dat is wel zo
gruwelijk vals. Niet ieder
recht is zomaar te geven. Sui
cide is bijvoorbeeld heel vaak
een tijdelijke wens. Mensen
kunnen een paar maanden la
ter totaal anders over hun si
tuatie denken. En als je dan in
die tijd tegen een suicidaal
iemand zegt nou ja, daar doe
ik niks tegen, u hebt recht op
zelfmoord, ik zet de deur open
en loopt u maar onder de
trein; dan zeg ik: ben je hele
maal gek, dat kan niet. Maar
ik weet dat de onmacht van
verpleegkundigen, psychia
ters en psychologen zich
soms omzet in zulke kretolo
gieën. Democratisering, die
op zichzelf zeer wenselijk, is
dan tegelijkertijd een soort
smoesje geworden voor
sommigen om hun onmacht
op anderen te projecte-
Selectief
Een ander symptoom van de
enorme druk waaronder de
psychiatrie momenteel staat,
is het selectief opnemen van
patiënten. Veelbelovende in
telligente jongeren zijn wel
kom in de therapeutische
gemeenschappen. Maar de
minder verbaal begaafde pa
tiënt blijft buiten de deur, laat
staan de alcoholist, laat staan
de crimineel.
Van Ree daarover „Als de op
nameafdelingen in zulke ge
weldige spanningen terecht
komen, kunnen ze argumen
ten als kwaliteitsbewaking
gaan hanteren om de moei
lijkste cliënten buiten de deur
te houden. Wat gebeurt er
dan? Die zitten dan in cellen
op politiebureaus of in de
Bijlmerbajes. En wü krijgen
te horen: het is een schande,
jullie laten de patiënten liever
op het politiebureau in de cel
zitten dan ze te behandelen!
En dan hebben ze gelijk ook,
want zulke dingen gebeuren.
Er staan soms twintig bedden
leeg, en dan wordt er toch niet
opgenomen. Want we kunnen
het niet aan, we zitten tot onze
nek vol problemen. En als we
gaan spuiten, dan komt de
Cliëntenbond en zegt stop, je
spuit mensen plat. Als we
isoleren, dan is het je sluit
mensen op. Als we ze vast
binden, zijn we beulen. En als
we ze laten lopen is het: pseu-
do-democraten, jullie laten
die mensen zomaar onder de
trein rennen. Watje ook doet,
je krijgt het op je nek. Het
enige antwoord daarop zou
zijn: zorg dat die inrichtingen
veel meer personeel krijgen
en, veel meer scholing kun
nen geven, want dat is de eni
ge methode om humaan te
werken".
„l^a, en dan komen er mensen
die zeggen dat de geldkraan
maar eens dicht moet, omdat
de kosten van gezondheids
zorg de pan uitrijzen".
Gedreig
Het gedreig met de geldkraan
windt Van Ree mateloos op.
Maar evenzeer de verdoeze
ling van de ellende, door iso
leercellen fraaie namen te ge
ven en door te beweren (zoals
staatssecretaris Haars tijdens
de kwestie met de RAF-ge-
vangenen deed) dat een iso
leercel in de gevangenis zo
erg niet is. En ook het feit dat
hare majesteit bij een bezoek
aan Vogelenzang wél de
splinternieuwe geronto-psy-
chiatrische kliniek te zien
kreeg, maar niet de oude
troep waarin vele patiënten
nog zitten. „Als die koningin
een vrouw is die wat wil en
kan, laat haar dan ook de
werkelijkheid zien, maar niet
een vlag op een modder
schuit.
Als hij die verdoezeling van de
werkelijkheid signaleert, de
pleidooien voor bezuiniging
hoort, tegelijkertijd vaststelt,
dat er nog altijd meer en meer
geld aan auto's, drank en
vakantiereizen wordt be
steed, als hij intussen tegen
wil en dank zijn paraaf onder
separeerrapportjes moet zet
ten en het aantal zelfmoorden
in zijn inrichting drastisch
ziet stijgen, dan kan Frank
van Ree zijn opwinding on
mogelijk de baas blijven. Dan
komen weinig vleiende ka
rakteriseringen van politici
uit zijn mond. Dan zijn blas
femische krachttermen niet
meer te vermijden.
En hoewel zulke uitspraken
sappige leesstof zouden leve
ren, passen we hier enige zelf
censuur toe. De boodschap
die Van Ree wil uitdragen,
zou erdoor aan het gezicht
worden onttrokken. En die
boodschap is ernstig genoeg.
„Wat ik duidelijk wil maken
is: pas op jongens, we gaan de
vernieling in met de hele psy
chiatrie, met het gevangenis
wezen, met onze politie-orga-
nisatie. Pas op dat we niet
weer terechtkomen in een
stemming van crisis, werk
loosheid. de verharding van
de maatschappij, en op een
gegeven moment in net zo'n
situatie schieten als in
1987-1938. De koude oorlog
tegen Rusland, Rusland in
Afghanistan... het begint al
lemaal weer. Precies dezelfde
situatie. Het komt allemaal
weer terug en ik ben ér ver
domd bang voor".