Allemachtig wat hij voor
troep uit het water vist
Wie ben ik
dat ikriitdocn m;u
LEO SMIT VAN DE LEIDSE SCHEPSCHUIT
UITGAVE
VAN UW
KRANT.
DONDERDAG 28 FEBRUARI 1980
VARIA
PAGINA 15
door
Sjak
Jansen
Er gaat geen doordeweekse dag voorbij, of ik ben in
de stad en regio wel op zoek naar mensen en dingen
voor deze rubriek. Tips en wensen voor 'Publiek' kunt
u 's middags tussen één en twee uur aan mij kwijt, tel.
071-144941, toestel 215. Schrijven mag natuurlijk
ook.
Afgelopen zomer hele
maal vergeten met de
rondvaart een tochtje
door de Leidse singels
en grachten te maken.
Daarom gistermiddag
maar aan boord gegaan
van de schepschuit, de
boot van de gemeente
reiniging. Met goed
vinden natuurlijk van
Leo Smit, al zeven jaar
de trotse kapitein van
de schepschuit.
Allemachtig; wat die man
een hoop troep uit het wa
ter vist. Althans volgens
mijn maatstaven, want
zelf vindt Smit het nogal
meevallen. Wat heet veel,
wanneer je het vergelijkt
met de hoeveelheid rot
zooi die Leo uit het water
placht te halen in de tijd
dat de kraakwagen nog
niet reed.
"Heus", verzekert 54-jarige
Smit, "het is de laatste jaren
heel wat minder geworden.
Hoewel ik vanochtend uit het
Rapenburg zo n grote stoel
heb gehaald. Je weet hoe dat
gaat. Men zit met iets om
hoog, de kraakwagen is net
geweest en dus dondert men
het maar in het water".
Fietsen
Je houdt 't niet voor mogelijk,
wat voor voorwerpen Smit op
zijn dagelijkse vaartochten in
de Leidse wateren tegen
komt. Cijferen we gemaks
halve het huisvuil even weg,
dan stuiten we allereerst op
fietsen. Massa's fietsen, voor
al bij de Maarsmanssteeg. Wat
die dingen nou in vredes
naam in het water hebben te
zoeken.Ik vraag het me al
langer dan vandaag af.
Verder legio bankstellen en
stoelen. En kadavers. Even
eens in overvloed. Dode hon
den, dode katten, dode konij
nen, ajasses laten we maar
ophouden. "Treurig ja, maar
het is de realiteit", roept Smit
boven het geronk van de die
selmotor uit.
Lekker zeg, die kadavers opvis
sen. Smit relativeert het iet
wat: "och. Je hoeft er geluk-_
kig niet met je handen aan te"
komen. Maar stinken doet het
wel. Pfff. Een uur in de wind"
Leo Smit toont wat hij uit het water vist. "Het is de laatste jaren heel wat minder geworden"zegt hij.
'Hoewel ik vanochtend uit het Rapenburg zo'n grote stoel heb gehaald.
Hard
Mbt haar 45 pk kan de schep
schuit tamelijk hard gaan. De
boot kent geen kajuit, is nogal
smal en biedt weinig houvast.
Ik kijk Smit vragend aan.
"Als je bedoelt of ik er wel es
afgelazers ben", lacht hij,
"dan moet ik je teleurstlelen.
Hahaha. Een collega van me
wel. Die stapte een keer mis
en tuimelde pardoes de
plomp in. We hebben de Zijl
singel intussen achter ons
gelaten en varen nu op de
Nieuwe Rijn. Als we een
bruggetje naderen, is het zaak
ons hoofd te buigen. Doe je
het niet, dan heb je - zoals
Smit die ene keer - gegaran
deerd een flinke buil te pak
ken en daar moetje maar van
houden.
Zwaan
We gaan onder het Gangetje
door. Ik ga voor de zekerheid
maar plat. Maar daar is de
Steenschuur al. Smit zwaait
links en rechts naar mensen
en zij groeten terug.
"Als je hier dag in, dag uit
vaart, ga je de mensen kennen
hè. En zij jou".
Ook de, in het Van der Werfpark
hengelende, man blijkt OOI
bekende van Smit. Welke
hengelaar niet trouwens?
Smit mindert vaart. "Ik doe
m'n best om ze niet te pes
ten", legt hg uit. "Maar 't ge
beurt wel dat de visser z'n
hengel effc terughaalt".
Een verderop dobberende witte
zwaan heeft ons in de gaten en
maakt aanstalten een blokje
om te gaan. "Eén keertje",
weet Smit, "één keertje heb ik
zowat iemand onder me ge
had. En ik ben ook een keer
op een auto gevaren. Die stak
net onder water. In de Witte
Singel".
Koud
"Het is vooral oppassen met die
kinderen in rubberen bootjes.
Maar nou met deze kou kom
je die nauwelijks tegen".
Vanaf de Vliet zwenkt Smit
de Witte Singel op. "Ach ja, de
kou. Je went er aan. Er zijn
collega's die graag met me
zouden willen ruilen, maar
enkel op de zomerdag".
"Mij maakt zomer of winter ei
genlijk niet zoveel uit. 't
Voornaamste is dat je vrij
bent buiten. Ik werk van half
acht tot kwart voor vijf, maar
ik zit constant in de open
lucht".
"Ik zit niet altijd in de stad hoor.
Alleen dinsdag, woensdag en
vrijdag. Dan heb ik tevens de
zorg over de vuilnisschuit
voor de marktkooplui. Maar
maandag en donderdag heb
ik huisvuildienst bij de
woonboten en zo en bij de ou
de Grof weet je wel. Daur
kunnen ze met de auto im
mers niet komen".
Hortus
"Dat huisvuil halen we dus met
de schuit op. Hg lijkt klein,
maar d'r kan een hoop op,
hoor. Vergis je niet. Wanneer
je goed stout, krijg je er wel
een containerbuk mee vol.
Da's geen bezwaar wanneer je
een goede kraan hebt. Dan
heb je 'm zo leeg".
We varen langs de Hortus.
UDO's (drijvende UFO's)
Leo Smit aan het roer van zijn
schuit. Hij zept nooral op te moeten
passen voor kinderen in rubberen
bootjes. "Maar met deze kou kom je
die nauwelijks teaen".
hebben wc tot op dit moment
helaas nog niet waargeno
men. "Dit is het mooiste
stukkie", roept Smit enthou
siast. "Vooral 's zomers. Dan
is de Hortus op z'n fraaist".
Wandelaars en fietsers werpen
onderwijl stuk voor stuk en
kele belangstellende blikken
op de schuit. Smit is het ge
wend maar vindt het nog
prachtig.
Service
Straks moet-ie naar de markt.
De vuilnisschuit op sleep
touw nemen. Ik moet echter
hoognodig. "Wacht maar, ik
zet je hier wel af zegt Smit.
Hij meert waarachtig pal voor
de burelen van de krant aan.
Da's nou service van de ge
meentel einiging. Op zo'n
moment denk je heel even:
Wie ben ik dat ik dit doen
mag.
Wie ben ik
Binnenkort verschijnt
Een rijk geïllustreerd boek waar in
woord en beeld de regeringsperiode
van Koningin Juliana wordt belicht.
U kunt dit boekwerk met tal van
unieke foto's nu bestellen door
storting/overschrijving van 14,50
op giro 57055 t.n.v. Leidsch
Dagblad B.V., met vermelding:
"Juliana".
Het boek wordt u na
verschijnen zonder
extra kosten toe
gezonden^