„Zullen we maar
eens in die optocht bij
de tap gaan
lopen?"
Politisering
VN-commissie
bedenkelijke
ontwikkeling
ZATERDAG 16 FEBRUARI 1980
hlifclhi
HILVERSUM - „Je bent
zelf verantwoordelijk.
De voedingsindustrie
produceert alleen maar
wat de mensen vragen.
Ze wil alleen maar geld
verdienen. Hun kan je
niet de schuld geven.
Trouwens ik wil hele
maal niet op een derge
lijke manier polarise
ren".
F. R. Hettema is de directeur
van het Bureau Moderne
Voeding in Hilversum. On
langs kreeg hij tijdens zijn
500e toespraak over moderne
voeding, het 20.000ste exem
plaar van zijn Praktisch Re
form Handboek uitge
reikt.
Een forse man, die vanachter
zijn bureau in staat is om in
korte tijd een grote hoeveel
heid informatie te spuien. Zo
snel en met zoveel enthou
siasme, dat hij af en toe zelf
even de kluts kwijt is. Maar
hij bevindt zich op bekend
terrein, dat is duidelijk.
Zijn boek handelt over de na
tuurgeneeskundige voe
dingsleer. Zijn theorie: Goede
voeding is belangrijk om
ziekten te voorkomen. Een
uitgebalanceerde maaltijd is
heel belangrijk om het zelf-
genezend vermogen van
mensen doeltreffend uit te
bouwen. Of, zoals hij het zelf
zegt „Kijk eens naar een ba
by, acht maanden voor de ge
boorte; die is zo groot als een
speldekop. Alles wat er daar
na bijkomt is omgezet voed
sel en je kan toch nooit beter
zijn dan het voedsel dat je
eet".
Een algemeen terug naar de na
tuur wil hij niet prediken.
„Onze welvaart heeft een he
leboel goede kanten; dat hoe
ven we niet allemaal weg te
gooien. Trouwens een groot
aantal mensen zal daartoe
nooit bereid zijn. Wat ik graag
zou willen is dat de mensen
wat kritischer inkopen. Dat ze
bijvoorbeeld produkten gaan
gebruiken die niet geraffi
neerd zijn; vooral de groente
boer is erg belangrijk. De ver-
se produkten die daar ver-
Dr. F. R. Hettema
kocht worden, die bevatten
voedingstotaliteiten; daar zit
ten volgens een bepaald pa
troon de meest belangrijke
stoffen in die je nodig hebt.
En dan niet alles koken. Dan
gooi je met het kookwater alle
belangrijke stoffen door de
gootsteen heen"
Suiker
„Zo rond 1870 at iedereen ei
genlijk gezond. Eten op een
andere manier kon niet be
taald worden; de mensen
hadden gewoon geen geld om
geraffineerde suiker te ko
pen. Dat konden alleen de
hele rijke mensen. Met als ge
volg dat dergelijk voedsel een
statussymbool werd; waar ie
dereen naar greep, toen het
binnen het bereik kwam. En
de industrie speelde daar gre
tig op in, natuurlijk"
„Een andere manier van voe
ding raakt „in". Er heerst een
gevoel van onbehagen. Men
ziet dat er veel mensen ster
ven aan welvaartsziekten.
Tegen die uitwassen moeten
we ons wapenen".
Een belangrijk gedeelte van
Hettema's theorie berust op
het zei [genezende vermo
gen van de mensen. „Als je je
zelf in je vingers snijdt, dan
kan je het bijna zien genezen.
Door
Peter Windhorst
Een goede voeding is belang
rijk voor dat zelfgenezende
vermogen. Ze zeggen wel
eens dat de mensen in de
oorlog gezonder waren dan de
mensen nu. Dat zou best
kunnen, de mensen hadden
gewoon geen gelegenheid om
allerlei ongezonde zaken te
eten".
„Dat zelfgenezend vermogen
noem ik altijd De Grote Dok
ter. De hele gezondheidszorg
heeft een dienstbare functie
aan die grote dokter. Maar de
gezondheidszorg zelf en de
mensen hebben zich er hele
maal van afgewend".
Onevenwichtig
„Dat zie je bijvoorbeeld aan de
verstrekking van allerlei
koortswerende middeltjes.
Koorts is een van de werktui
gen van het zelfgenezend
vermogen. Sommige bacte
riën zijn niet tegen die warm
te bestand. Kijk bij hele ex
treme koorts wordt het na
tuurlijk wat anders, maar ik
vind het koortswerend zijn
van een geneesmiddel een
heel slecht verkoopargu
ment".
„Door een gezonde voeding
wordt het zelfgenezend ver
mogen van het lichaam ver
sterkt. Een kwaal is een
symptoom van een oneven
wichtigheid in het lichaam.
We praten de laatste tijd erg
veel over kanker. Moerman
heeft gezegd, er ontstaat geen
kanker in een gezond
i ar.
Hettema heeft met uitgeverij
Elsevier een contract geslo
ten voor een aantal boeken.
Een van die boeken moet hij
voor april afleveren. Het zal
voornamelijk draaien om vier
stoffen, die hij in zijn voe
dingsleer, hoog aanslaat.
Knoflook, brandnetels, ho
ning en lecithine.
Reageerbuis
„Je kan je mensen soms voor
stellen als één grote reageer
buis. In ons lijf is voortdurend
een grote chemische reactie
aan de gang. Maar die reactie
heeft slechts beperkte ont-
vangstmogel ijkheden, je kan
er niet zomaar alles ingooi
en".
„Ik ben", zegt Hettema, „een
soort idealist. Als ik ergens
loop en ik zie 's avonds laat op
straat, twee jongens met in de
ene hand een zak patat en in
de andere een sigaret, dan
denk ik bij mezelf, we wonen
in een staat vol goede kansen,
maar die twee jongens heb
ben die niet. Die kunnen niet
naar het VWO".
„Dat is ook een van de redenen
waarom ik al die toespraken
hou. We moeten de ouders
van die kinderen bereiken.
Kinderen vertrouwen zonder
aarzelen wat hun moeder op
tafel zet, net als jonge vogel
tjes".
„Ik doe het echt niet voor de in
komsten hoor. Ik verdien er
alleen maar dergelijke dingen
mee". Hettema gooit het en
velopje van een boekenbon
op tafel. „Het gaat erom dat de
mensen zich weer bewust
worden van hun gezondheid.
Mensen gaan daar pas aan
denken als ze ziek zijn. Wees
blij dat je gezond bent, maar
probeer ondertussen preven
tief te werken; door je voed
sel".
Deze week in onze rubriek Te
Gast oud-minister van bui
tenlandse zaken, thans
Pvd A-Tweede-Kamerlid,
mr. Max van der Stoel. Een
man, van wie gezegd kan
worden dat hij het begrip
"mensenrechten" tot een
hoeksteen van het Neder
lands buitenlands beleid
heeft gemaakt.
Van der Stoel ijverde als Ne
derlands en Europees par
lementariër jarenlang tegen
de wandaden van de vroege
re Griekse junta. Dat leverde
hem niet alleen een onder
scheiding, maar ook een naar
hem vernoemde boulevard
in Athene op. Veel minder
waardering kreeg hij van
Oosteuropese autoriteiten
voor de hardnekkige wijze
waarop hij zich als minister
sterk maakte voor naleving
van de mensenrechten in het
Oostblok.
Tijdens een officieel bezoek
aan Tsjechoslowakije in '77
ontving Van der Stoel de
(inmiddels overleden)
woordvoerder van de dissi
dentenbeweging Charta '77,
Patochka. Dit gesprek haal
de de wereldpers en veroor
zaakte uiterst kille relaties
tussen Den Haag en Praag.
Na de val van het kabinet-
Den Uyl keerde Van der Stoel
terug in de Tweede Ka
mer.
Op dit moment woont hij als
vertegenwoordiger van Ne
derland de zittingen bij van
de VN-mensenreehtcommis-
sie in Genève We vroegen mr.
Van der Stoel zijn indrukken
voor de GPD-bladen weer te
geven. Aan het slot van deze
jaarlijkse bijeenkomst, die
zes weken duurt, zal hij in
deze rubriek de balans op
maken.
Het Nederlandse bedrijfsleven heeft het moeilijk.
Onze lonen, belastingen en sociale lasten zijn hoger
opgelopen dan in de belangrijkste concurrerende
landen. Sommige bedrijven kunnen de scherpe
concurrentie nog juist volhouden. Anderen vallen
om of dreigen om te vallen.
Daardoor gaan er voortdurend
arbeidsplaatsen verloren. We
kunnen proberen, die door
een vertragingstactiek zo lang
mogelijk vast te houden.
Moeten er toch ontslagen
vallen, dan kan worden ge
tracht de overgang voor de
betrokkenen financieel te
vergemakkelijken. We spre
ken dan van een goede af
vloeiingsregeling.
Hoe dit in zijn werk gaat kan
worden geschetst door drie
typerende gevallen op te voe
ren. Tegenwoordig duiden we
dit meest aan als scenario's
We zijn daarbij vooral geïnte
resseerd in de gevolgen voor
de werkgelegenheid.
Eerste scenario
Bedrijf A is in de verliezen ge
raakt. Het kan zijn produk-
tiemiddelen dus niet meer
volledig vervangen. De geld
schieters zien er weinig meer
in en zich verder in de schul
den steken biedt ook voor het
bedrijf zelf' geen uitzicht.
Kunnen ook de lonen niet
meer volledig worden be
taald, dan zit er niet anders op
dan inkrimping of stopzet
ting. Dat vinden de werkne
mers niet leuk. Kunnen zij er
nog iets aan doen? Bedrijfs
bezetting helpt niet. Moei
lijkheden veroorzaken in het
betrokken bedrijf betekent
dat het moment van afslan
king of sluiting nog sneller
komt.
Maar er is op het eerste gezicht
nog een andere mogelijkheid.
Bedrijf A maakt deel uit van
een onderneming met nog
andere vestigingen. Die
draaien vanwege dezelfde
concurrentiemoeilijkheden
ook niet best, maar er wordt
wel enig overschot behaald.
De vakbeweging oefent daar
om druk uit, middelen die
verdiend worden in andere
bedrijven van de onderne
ming aan te wenden om het
noodlijdende bedrijf kunst
matig in stand te houden.
Denkbaar is dat de directie,
uit vrees voor moeilijkheden
met de werknemers in de an
dere vestigingen, door de
knieën gaat en het bedrijf met
verlies door laat draaien. Dat
lijkt in zo n geval het kleinste
kwaad.
Hoe werkt dat uit op de werk
gelegenheid? Men blijft aan
het werk op de plaats waar
men tot dusver werkte. Maar
in de vestigingen waar het
nog een beetje goed ging
worden middelen afgetapt
die gebruikt hadden kunnen
worden voor uitbouw. Het
zieke bedrijf tast ook de ge
zonde bedrijven aan. Die
kunnen niet blijven bijpas
sen. Op den duur gaat men in
zien dat men geld in een bo
demloze put gooit. Dan ko
men de ontslagen toch. Zij
zijn alleen uitgesteld. In die
tussentijd zijn er vermoede
lijk mogelijkheden tot uit
breiding van de werkgele
genheid elders verloren ge
gaan. Het totale resultaat voor
de werkgelegenheid is dus
waarschijnlijk negatief.
Tweede scenario
Bedrijf B is in de verliezen ge
raakt. De werknemers en de
vakbeweging zien in dat er
niet valt te ontkomen aan ont
slagen. Maar men bedingt wel
een financieel gunstige af
vloeiingsregeling. te bekosti
gen uit de opbrengsten var. de
andere bedrijven van de on
derneming. Die kunnen op
dat moment zulk een aderla
ting nog wel verdragen, maar
het betekent wel dat er mid
delen worden gebruikt die
anders voor uitbreiding van
de werkgelegenheid hadden
kunnen worden ingezet.
Als de afvloeiingsregeling
eenmaal werkt kunnen de
omstandigheden voor die an
dere bedryven ook gaan ver
slechteren. Er is dan als extra
financiële last de afvloeiings
regeling voor de werknemers
van bedrijf B. Daardoor zul
len ook zusterbedrijven die in
moeilijkheden komen sneller
omvallen. Wie al eens met
dominostenen heeft gespeeld
heeft zulk een proces onmid
dellijk door.
Derde scenario
Bedrijf C is in de verliezen ge
raakt. Er zijn geen andere be
drijven van de onderneming
die de doodstrijd kunnen
rekken. Er is we) de staat die
kan inspringen. Politici zijn
ook maar mensen. Die letten
Door
prof. dr. F. Hartog
op de stemmen van met ont
slag bedreigde werknemers.
Het moet al gek gaan. wil er
door Den Haag geen geld te
genaan gegooid worden.
Maar ook in dit geval zijn de
moeilijkheden door de te
scherpe buitenlandse con
currentie blijvend. Het Haag
se geld lost die niet op. Men
kan niet blijvend geld in een
bodemloze put gooien. Als de
geldstroom van de overheid
wordt stopgezet, moet het
bedrijf toch sluiten of afslan
ken. De werkloosheid komt
alleen later.
Bovendien moet het overheids
geld ook ergens vandaan ko
men. In het algemeen komt
dat uit belastingen. Die wor
den direct of indirect gedra
gen door het particuliere be
drijfsleven. Of ze worden
rechtstreeks door het be
drijfsleven betaald, óf ze wor
den door de werknemers be
taald en die wentelen dat op
het bedrijfsleven af door ho
gere looneisen. Het belas
tinggeld dat in noodlijdende
bedrijven gestoken wordt,
gaat dus ten koste van bedrij
ven die nog wel mee kunnen
komen.
De belastingdruk en het loon
peil zijn hoger dan zij zonder
steunverlening aan bedrijven
zouden zijn. Dat maakt de
concurrentiepositie van de
rest van het bedrijfsleven
moeilijker. Daardoor worden
er elders minder arbeids
plaatsen geschapen. De nei
ging arbeidsplaatsen over te
brengen naar landen met la
gere kosten wordt ook ver
groot. Vermoedelijk werkt
overheidssteun aan bedrijven
in moeilijkheden daarom
averechts in op de werkgele
genheid.
Het overeind houden van ver
liesgevende bedrijven wordt
ingegeven door de neiging,
alle werknemers aan het werk
te houden op de plaats waar
zij op een bepaald moment
werken. We zouden dit kun
nen noemen een streven naar
werkgelegenheid hier en nu.
Maar het economische proces
is steeds in beweging. Hier
wordt werkgelegenheid in
gekrompen en ergens anders
weer opgebouwd.
Als we de middelen voor het
opbouwen op punten waar
nog wel vooruitzichten zijn
gebruiken om neergaande
bedrijven en bedrijfstakken
zo lang mogelijk in stand te
houden, werkt dat andersom
dan men denkt. De werkne
mers blijven op de verkeerde
plaatsen aan het werk, en
meestal op den duur ook daar
niet. Op deze wijze wordt alles
erger.
Moet men economie gestu
deerd hebben om dit alles in
te zien? Och, een beetje eco
nomisch inzicht is nooit weg.
Maar gewoon gezond ver
stand is ook voldoende om de
kortzichtigheid van een poli
tiek van werkgelegenheid
hier en nu door te hebben.
Onze voorouders wisten het
al lang geleden, toen zij erva
ringswijsheid tot uitdrukking
brachten in het spreekwoord:
Men moet geen goed geld
naar kwaad geld gooien!
ADVERTENTIE
Heerlijk,helder Heineken.
Carnaval
GENEVE - „De jaarrapporten van Amnesty Interna
tional over de situatie inzake de mensenrechten in
de wereld vormen sombere lectuur. Tientallen lan
den maken zich schuldig aan min of meer ernstige
schendingen. Het aantal landen met een onberispe
lijke staat van dienst vormt kennelijk een kleine
minderheid.
Dit ondanks het feit dut sinds de oprichting van de Verenigde
Naties, aan het eind van de Tweede Wereldoorlog, tal van verdra
gen en verklaringen tot stand zijn gekomen, aanvaard door vrij
wel alle landen ter wereld, waarin de mensenrechten zorgvuldig
werden gedefinieerd en de verplichting tot naleving daarvan
werd vastgelegd.
Maar helaas vertonen vrijwel alle mensenrecht-verdragen dezelfde
zwaktes: zij bevatten geen bepalingen omtrent het recht van een
onafhankelijk internationaal orgaan om in het land van de ver
moede schending een onderzoek in te stellen, of althans bevatten
ze geen bepalingen over de wijze waarop de naleving van de
aangegane verplichtingen kan worden afgedwongen. Een be
langrijke meerderheid van de lidstaten van de VN bleek telken
male niet bereid dergelijke vergaande verplichtingen aan te
gaan.
Betekenis
Zijn deze verdragen daardoor weinig meer waard dan het papier
waarop ze gedrukt zijn? Zo mag het naai mijn stellige overtuiging
niet worden gesteld. Ze hebben betekenis omdat zij een duidelijk
normstellend karakter hebben zij hebben bovendien betekenis
omdat andere staten daaraan het recht ontlenen om bij de rege
ringen van landen die mensenrechten schenden, erop aan te
dringen de vrijwillig aangegane verdragsverplichtingen na te le
ven zonder dat zij kunnen worden beschuldigd van inmenging in
de binnenlandse aangelegenheden van dut land. Kortweg ge
zegd: zij vormen de rechtsgrond voor internationale bemoeienis
met mensenrechtschcndingen.
Het belangrijkste VN-orgaan voor de mensenrechten is de Com
missie voor de Mensenrechten die kort na de Tweede Wereld
oorlog als commissie van de Ecosoc in het leven werd geroepen.
In de beginjaren bestond het werk voornamelyk uit het formule
ren van verdragsteksten inzake de mensenrechten. Dit blijft tot
de dag van vandaag een belangrijke taak. Maar geleidelijk heeft
de bespreking van concrete mensenrecht-situaties steeds meer
aandacht gekregen.
In de commissie, die sinds kort tot 43 leden is uitgebreid, is sinds 1
januari van dit jaar ook Nederland weer gekozen. De Nederland
se regering heeft mij gevraagd voor ons land in de commissie
zitting te nemen. Van tijd tot tijd wordt mij de vraag gesteld of het
voor mij als lid van de oppositie niet moeilijk is om deze taak te
vervullen, omdat ik in de commissie niet als individu zitting heb,
maar als vertegenwoordiger van de regering. Het antwoord is niet
zo moeilijk te geven. Ik heb alleen ju gezegd, omdat ik voldoende
vertrouwen had dat ik in de commissie een koers zou kunnen
volgen die zou stroken met mijn eigen inzichten. Uiteraard be
houd ik de vrijheid om mijn taak neer te leggen, als onverhoopt
toch een duidelijk verschil van inzicht aan de dag zou treden.
In de zes weken die de commissie jaarlijks bijeenkomt moet een
overladen agenda worden afgewerkt. Steeds meer sluipt het ge
bruik binnen om meer algemeen internationaal-politieke vraag
stukken aan de orde te stellen. In de huidige zitting kwam Pakis
tan met een resolutie over de Russische invasie van Afghanistan;
de communistische landen sneden Namibië en Rhodesie aan; de
Arabische landen grijpen elke gelegenheid aan om Israëlische
terugtrekking uit sinds 1967 bezet gebied en erkenning van de
Palestijnse rechten te bepleiten.
Niet te ontkennen valt. dat vrijwel steeds een verband met de
mensenrechten aanwezig ismaar niettemin is deze vergaande
politisering van de commissie, die steeds meer problemen krijgt
te bespreken die kort tevoren in de algemene vergadering van de
VN aan de orde zijn geweest, een bedenkelijke ontwikkeling. Te
weinig tijd blijft immers over voor de bespreking van schendin
gen van mensenrechten die zich voordoen los van internationale
conflictsituaties. En toch vereist dit laatste meer aandacht dan
ooit tevoren.
Vermiste personen
Een van de meest klemmende en benauwende vruugstukken die op
de agenda van de commissie staan, is het probleem van de ver
miste personen. In steeds meer landen - in het bijzonder in La
tijns Amerika, maar ook elders in de wereld - doet zich het ver
schijnsel voor, dat de autoriteiten (of soms ook para-militaire
organisaties) mensen doen verdwijnen. Zij worden thuis, op hun
werk of op straat gearresteerd, en familie en vrienden blijven
zonder bericht. Navraag levert geen resultaat op, of hoogstens
ontwijkende mededelingen. Het is wel een van de meest perfide
methodes die een politiestaat kan bedenken.
Wanneer mensen zonder vorm van proces op een bekende plaats -
gevangenis of concentratiekamp worden opgesloten, dun is dit
uiteraard ook een ernstige schending van mensenrechten, maar
dan kunnen althans nog doelgerichte pogingen worden onder
nomen om hun vrijlating te bewerkstelligen, hen te bezoeken,
voedsel te zenden, enzovoort.
Internationale organisaties kunnen proberen de plaatsen waar de
politieke gevangenen worden vastgehouden te bezoeken en
kunnen pogingen in het werk stellen om te verzekeren dat hun
behandeling althans aan zekere minimum-voorwaarden voldoet.
Maar al deze activiteiten zijn bij verdwijning uiteraard niet mo
gelijk. Men tast volledig in hot duister.
Wat gebeurt er met vermiste personen? De situatie is van land tot
land verschillend. In de gevallen Chili en Argentinië moet wor
den gevreesd dat zeer velen zijn omgebracht zonder enige vorm
van proces. Maarten aanzien van andere landen beStaan vermoe
dens, dat velen nog in leven zijn, maar in het geheim worden
vastgehouden, naar gevreesd moet worden in zeer slechte om
standigheden.
Het is niet eenvoudig middelen te bedenken om tegen deze af
schuwelijke praktijken op te treden. De middelen die een dicta
tuur ter beschikking staat om te verbergen wat zich op het eigen
grondgebied afspeelt, zijn vele. De commissie voor de mensen
rechten beschikt daarentegen niet over enig machtsmiddel om
een meer tegemoetkomende houding van het betrokken regime
af te dwingen. Het enige middel dat ter beschikking staat, is het
organiseren van zo effectief mogelijke internationale druk en ook
dit wordt niet gemakkelijk gemaakt omdat - ik zal me gematigd
uitdrukken niet alle staten, in de commissie vertegenwoordigd,
een vlekkeloze reputatie hebben op het gebied van de mensen
rechten.
Tal van andere onderwerpen zullen daarnaast nog de aandacht van
de comnji.ssie vragen. Gewerkt wordt aan de opstelling van een
verdrag inzake het tegengaan van martelingen en andere vormen
van onmenselijk en wreed gedrag. Ook het steeds meer benau
wende probleem van mensenrechten en technologische ontwik
keling komt aan de orde. Opnieuw zal Nederland pleiten voor
veroordeling van alle vormen van godsdienstige onverdraag
zaamheid.
Het zou een illusie zijn te menen dat t.a.v. alle 29 agendapunten
belangrijke vorderingen kunnen worden gemaakt Het werk
voor de mensenrechten kent vele teleurstellingen. Maar tegen
slagen mogen niet ontmoedigen; zij moeten als aansporing die
nen om onze inspanning te vergroten. Steeds meer landen gaan
de ogen open voor de noodzaak van een actief mensenrechten
beleid; in menig geval blijkt een land dat mensenrechten
schendt, toch niet ongevoelig voor internationale kritiek en druk.
Dat geeft moed voor de toekomst