ZATERDAG 9 FEBRUARI 1980 Wie denkt dat sport niets met politiek te maken heeft is wel aardig op de koffie gekomen sinds Carter bij zijn verkie zingstournee „boycot de Olympische Spelen" heeft ingelast. Maar dat de Olympische Spelen ook „big business" zijn voor de elektronica-in- dustrie, die helemaal niet gebaat is met het afgelasten van de Olympische Spelen, ligt misschien voor me nigeen niet zo voor de hand. Toch is het zo: de informatie industrie is een gigantische bron van inkomsten. De ver koop van kleurentelevisie toestellen steeg enorm in de afgelopen jaren tijdens bij voorbeeld de wereldkam pioenschappen voetbal en de vorige Olympische Spelen in 1976. In Nederland is de kleurentele- visiemarkt zowat „verza digd". In 70 procent van de huisgezinnen staat een ktv, zoals men in vakkringen de huisbioscoop kortheidshalve noemt. Maar in nauwelijks 5 procent van de gezinnen staat een videorecorder: zo'n won der waarmee je geluid en beeld kunt opnemen ook al kijkje op de tv naar het ande re net. En de modernste appa raten nemen bovendien pro gramma's op bij afwezigheid, 's nachts of tijdens de vakan tie. Daar ligt dan ook de kracht, het verkoopargument voor de vi deo-cassetterecorder. Nie mand kan tijdens de Olympi sche Spelen alle wedstrijden zien. Als je geen vakantie neemt, kun je de 150 uur extra tv die ons ruwweg te wachten staat, onmogelijk consume ren. Mét de videorecorder vallen de belangrijkste wed strijden vast te leggen en te herhalen of zelfs te registre ren als het nieuws op het an dere net nu eenmaal een „must" is. De perscampagnes liggen dus al klaar of zijn al begonnen inhakend op: de Olympische Winterspelen, het gebeuren in Moskou, de Olympische Spelen voor gehandicapten in Arnhem (die misschien ook niet doorgaan) en het Euro pees kampioenschap voetbal Drie systemen Marktleaders voor video zijn drie industriële groepen, die in Europa elk het eigen sys teem aanhangen. Wereldwijd is het VHS-systeem voor vi deo-opnamen het grootst. Dat komt omdat heel veel produ centen dezelfde licenties hebben genomen, om zo tot Na de vakantie haalt het gezin de gemiste tv-programma's een behoorlijke standaardisa tie te komen. De fabrikanten zijn: Panasonic, Akai, Hita chi, Sharp, Mitsubishi in Ja pan en Saba, Telefunken, Nordmende en Blaupunkt in Europa. Hoewel wereldwijd het meest verbreid, is het marktaandeel van het VHS-systeem in Ne derland maar ongeveer 25-30 procent van de markt. Verre weg het grootste aantal vi deocassetterecorders is gele verd door de nationale indus trie Philips, namelijk zo'n 50 procent. Sony en aanverwan te merken als Wega, Toshiba, Fisher en NEC leverden ook zo'n 25 tot 30 procent in het marktaandeel. Helaas zijn deze drie systemen niet uitwisselbaar. Sterker nog: met zoveel sportevene menten als 1980 in petto heeft, besloten zowel Sony als Phi lips tot de introductie van een nieuw geïnnoveerd systeem. Een tweede generatie video recorders zou men kunnen zeggen. Tweede generatie Die van Sony werd eind vorig jaar geïntroduceerd. Philips hoopt in april met zijn nieuwe videorecorder te komen. Het Sony-apparaat is de Betamax C-7. Het apparaat werkt met een cassette ter grootte van een pocketboek, waarmee de oudere typen ook draaiden. Daarmee is voorkomen dat oudere opnamen niet meer kunnen worden afge draaid. De mogelijkheden van de Be tamax C-7 zijn groot al moe ten daarvoor wel rijen knop jes worden bediend: 1. Kijken naar net I en opnemen van net II; 2. Opnemen van programma's bij afwezigheid (de tijdklok kan vier programma's „voor uit zien" over een periode van 14 dagen); 3. Het afspelen van gehuurd of geleend materiaal (de uitwis selbaarheid eid tussen de recorders onderling is lang zamerhand perfect); 4. Het maken van eigen video opnamen in kleur of zwart wit; 5. Het overzetten van 8- of 16- mm-films via een scanner, en ten slotte 6. Het opnemen van zeer hoog waardig hifi-geluid. Voor de ze laatste drie mogelijkheden heeft men extra apparatuur nodig. Een Sony-kleurenca- mera kost evenveel als een videorecorder, namelijk zo'n f3000 en zal in mei van dit jaar leverbaar zijn. Uiteraard is de Betamax C-7 uitgerust met zoveel „chips" dat hij - hoewel hij aanzienlijk meer kan dan zijn voorgan gers - 20 procent kleiner is. Mooi heeft Sony het band- transportmechanisme opge lost, bij videorecorders im mer het kritieke punt. Dank zij het zgn. U-laadsysteem kan de band langs de koppen blijven lopen tijdens heen- en terugspoelen. Net als bij een film kun je dan snel zien welk gedeelte van de opname „langskomt". Sony noemt dat „beeldje zoeken". Er is ook een soort fijnregeling bij het zoeken op drie maal de speel- snelheid, terwijl het spelen 11 maal zo snel gaat. Echt nodig is het niet, want via een Auto Program Search (APS) is elke opname direct te vinden, ter wijl een doodgewone band- teller nog altijd trouw zijn diensten bewijst. Afstandsbediening De maximale speelduur is drie uur en een kwartier. De Sony C-7 kan via een infrarood knoppendoosje ook op af stand worden bediend. Het Philips-apparaat - de VCR 2020 - dat rond april in de handel wordt gebracht, is ook zo'n geavanceerd stuk tech niek. Philips (en Grundig) hebben daarmee een totaal nieuwe videostandaard ge vestigd. Een standaard die tot aan het jaar 2000 mee zal gaan, stelt men nogal overdre ven. Jammer genoeg zijn daarmee de vorige standaards over boord gevallen. De cassette en koppentrommel zijn totaal verschillend: ook hier een soort pocketboek als band cassette, met twee spoelen erin, precies als bij de com- pactcassette met muziek, maar dan groter. Opvallend is dat net als bij de kleine casset te de band aan beide zijden bespeelbaar is, door de cas sette om te draaien! Bij de nieuwe machine is daardoor een speelduur van acht uur mogelijk Dat Philips (samen met Grun dig, Metz, Korting, Lowe Op- ta en ITT) een totaal nieuwe weg is ingeslagen op het ge bied van video, was noodza kelijk. De voorlopers, video recorders uit de 1500- en 1700- serie waren wat systeem be treft niet het einde. De 1500 met name diende met beleid, maar vaker nog met een schroevedraaier bediend te worden. Philips' nieuwe video-topman, W. G. Maeyer, heeft in ge sprekken toegegeven dat Philips hier de prijs van de vooruitgang heeft moeten be talen. De prijs namelijk die je betaalt als je als een van de eerste fabrikanten ter wereld met een nieuw produkt wil komen. Jammer natuurlijk dat de consument meebe taalt: zijn oude banden zullen niet meer bruikbaar zijn. Sterkste punt van de nieuwe VCR-2020 is vooral het mi nieme bandgebruik, wat ook al uit de twee maal vier uur- speelduur blijkt. Ten opzich te van de voorganger is de breedte van het video(beeld) spoor vier maal verkleind. Daardoor zal het bandver- bruik nog maar f10 per uur bedragen. Voor het volgen van zo'n mi niem spoor zijn tal van elek tronische kunstgrepen ver richt. Het aftastkopje wordt elektronisch-mechanisch bijgestuurd als hij „uit het spoor" dreigt te lopen en daarmee zijn de bekende „tracking"-problemen over- Makkelijk ingewikkelde machine „con sument-vriendelijk" te ma ken, d.w.z. dat met behulp van mini-computersteentjes de bediening gemakkelijk is gemaakt. Dit zijn de moge lijkheden: het geheugen van de 2020 kan 16 dagen vooruit kijken en dap maximaal vijf programma's opnemen met een totale speelduur van vier uur. De machine kan 26 ver schillende zenders onthou den. Hij heeft een handig zoeksysteem met cijfertjes waarmee het apparaat zelf programma's kan terugvin den. De cassette is precies als de au dio-cassette door middel van een lipje te beschermen tegen ongewild wissen. Er komen cassettes van twee maal één, twee maal twee, twee maal drie en twee maal vier uur. Prijs van de nieuwe VCR, net als de Sony en de meeste VHS-typen zo rond de f3000. Let dus op mijn woorden: op de komende Firato zullen de vergelijkbare videorecorders rijen dik staan opgesteld. En zijn het er overdréven veel, dan komt dat omdat de Spe len in Moskou niet door zijn gegaan! HUGO VAN DER HEEM UTRECHT - Moeten eerst foto's van volkomen aangevreten koeiekadavers en opgezwolle kinderlijkjes de voorpagina's van de kranten weer „sieren" voordat er hulp komt voor de honderdduizenden mensen in het Afrikaanse Sahelgebied, die met een grote hongersnood worden bedreigd? Dit vraagt Els van Huiten, de echtgenote van oud-staatssecretaris Michel van Huiten, zich af. Michel van Huiten coördineert nu al weer bijna twee jaar de hulp van de interna tionale organisatie Euro Action Accord in de Afrikaanse staat Mali. Van Huiten trok onlangs bij ontwikkelingssamen werkingsorganisaties als de Novib aan de bel, zijn vrouw benut haar verblijf hier in Nederland om de publieke opinie wakker te schudden. Want er is hard hulp nodig. In een gebied in het noordoosten van Mali, zo groot als de Benelux, West- en Oost- Duitsland en Polen samen, worden 850.000 mensen met een acuut voedsel tekort bedreigd. In feite is de hongers nood al begonnen, zeker voor de kinde ren die volgens traditie in Mali altijd pas aan de beurt komen als de mannen en vrouw al hebben gegeten. In november liep in Mali het oogstseizoen ten einde en werden de meest sombere voorspellingen bewaarheid. De oogst was mislukt. In het noordoosten, in de streek rond de steden Gao en Timboek- toe, deed een tekort aan regenval de graanoogst mislukken. Een verwoes tende regenbui in de Niger-vallei maakte een eind aan de rijstopbrengst. De Malinese minister van landbouw becij ferde voor het hele land het voedselte kort op 250.000 ton, zijn collega van bui tenlandse en internationale samenwer king noemde een cijfer van 260.000 ton en de staatsonderneming OPAM, die verantwoordelijk is voor de verkoop van landbouwprodukten, kwam zelfs op een tekort van 270.000 ton. Mannen eerst Het zijn cijfers die op het eerste gezicht weinig zeggen, maar in het noordoosten van Mali zijn al dorpen waar maar een maaltijd in de twee dagen wordt genut tigd: de mannen eten het eerst, dan de vrouwen en wat er overblijft is voor de kinderen. Dat gaat al eeuwen zo bij het nomaden volk, de Toearegs, dat het noordoosten van Mali bevolkt. Het eten wordt nu ge meenschappelijk klaargemaakt, zodat niemand de gelegenheid krijgt voor zichzelf wat extra eten achter te houden. Een dergelijke sociale controle is nodig, want de Toearegs, die vroeger een goed functionerend systeem van burenhulp kenden, hebben tijdens de grote droogte van 1972 en 1973 wel geleerd dat het „ie der voor zich, God voor ons allen" ten minste hun eigen kinderen in leven hield, althans langer. Michel van Huiten, en met hem de rege ring van Mali, trekken nu aan de bel voor hulp aan de streek rond Gao en Tim- boektoe. In de streek is altijd al een structureel voedseltekort van zo'n 16.000 ton, maar dat werd andere jaren opge vangen door overproduktie in de rest van heiland. Nu is het met die overpro duktie gedaan. Alleen in een klein gebied tussen de steden Bamako en Sikasso is geen tekort ont staan, in Sikasso is zelfs sprake van een kleine overproduktie, echter zo mini maal, dat dat ook geen zoden aan de dijk zet. De staatswinkels in Mali die zorgden voor de voedselverdeling kunnen al niet meer worden bevoorraad. Wat overblijft is de honger. Droogte En die honger dreigt ernstiger te worden dan in de rampjaren 1972 en 1973. Er is dit jaar nog minder regen gevallen dan in die beruchte „droogtejaren". Het enige dat de mensen misschien van de hon gersdood redt zijn de maatregelen die zij zelf na die rampzalige droogte hebben genomen. Naast het hoeden van hun veestapel, iets wat zij traditioneel deden, zijn veel Toearegs overgegaan op het be bouwen van een stukje land. Maar dat levert niets op als er geen regen is. In de streken rond Gao en Timboektoe wonen 850.000 mensen, er is een voed seltekort van zo'n 30.000 ton graan. Mi chel van Huiten en de Malinese regering vragen aan vijf hulporganisaties in Eu ropa in totaal geld voor 10.000 ton. Het absolute minimum. Het betekent dat de helft van de bevolking gedurende 100 dagen zo'n 250 gram graan of sorghum per dag krijgt. „Daar word je niet vet van", zegt Els van Huiten. Als die aangevraagde hulp er onmiddeiiijK komt, dan nog is het veel te laat. Je krijgt het voedsel niet meer over de hele streek vervoerd. Vanaf half februari is de rivier de Niger niet meer voor transport te ge bruiken, dus alles zal over de weg of over het land moeten worden vervoerd. Maar in Mali kunnen geen grote trucks rijden, alles moet met vrij kleine vrachtwa gens. Michel van Huiten vraagt de organisaties dan ook een gedeelte van het geld te be steden voor de aankoop van kleine trucks, want anders krijg je het voedsel nooit weg: in de streek rond Gao zijn maar acht kleine trucks beschikbaar Wat Van Huiten ook vraagt is het voedsel aan te kopen in de Westafrikaanse kust staten als Ivoorkust, Benin en Nigeria, dan verklein je zo de afstand en daarmee de vertraging. In totaal heeft Van Huiten 10 miljoen gulden nodig, de Novib zou 2 miljoen moeten bydragen, maar of dat lukt? Pessimistisch Els van Huiten: „Michel was erg pessimis tisch, hoewel hij dat anders nooit is. het is gewoon erg moeilijk iets los te krijgen, ik denk wel eens dat we die foto's met lijken echt nodig hebben". Els vertelt een schrijnend verhaal hoe er hier in Ne derland met een hulpaanvraag kan wor den omgesprongen. In mei werd er ook al eens gevraagd om voedselhulp. Het is ook nooit gekomen. Els van Huiten: „Er wordt gewerkt op een afstand, als je hier zit voel je de nood niet aan den lijve" Hongersnood betekent niet alleen de on dervoeding en dood van honderden, het betekent ook een geweldige terugslag voor projecten die erop waren gericht de bevolking zelfstandiger te maken. Van Huiten is in de streek rond Gao en Tim boektoe bezig met een vijfjarenplan, een onderdeel daarvan is een alfabetisatie- cursus. In december kwamen er van de 25 leerlingen in een dorp slechts 12 op dagen: cië rest was op zoek naar voedsel. De technisch assistent van een coöpera tie vertrekt, hij moet voedsel voor zijn gezin zoeken. Els van Huiten: „Alle goe den stappen op, wat achter blijft zijn de zwakken en de mensen die passief blij- Wordt het erger dan tijdens de „grote droogte"? Er is in ieder geval minder re gen gevallen, de kuddes vee (en daarmee de mensen) zitten nu al veel zuidelijker dan zou moeten. Dus ook daar wordt het gras eerder weggevreten. Het gras dat dit jaar maar zo'n 20 centimeter hoog is, normaal is een hoogte van 80 centimeten het is dus ook eerder op. De Toeareg-bevolking is dit jaar eerder op zoek gegaan naar voedsel, dus nu komen de foto's van kadavers nog uit het ar chief. Als er geen hulp komt wordt het opgezwollen kinderlijkje een actuele fo to. RIAN KUPPENVELD

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1980 | | pagina 27