Recepten voor een Stapels rapporten ZATERDAG 9 FEBRUARI 1980 EXTRA PAGINA 19 door Herman van Amsterdam LEIDEN - Het is niet al te best gesteld met de recreatie in de Nederlandse steden. Simpele pleziertjes zijn er ver te zoeken. Rustig rondwandelen of fietsen is er nauwelijks bij. genieten van de stilte evenmin en vooreen hap frisse adem moet je ver buiten de bebouwde kom zijn. Maar doe er maar eens wat aan. Zie de kwakkelende patiënt maar weet top-fit te krijgen. Medewerkers van het minis terie van CRM hebben recent een recept uitgedokterd dat soulaas moet bieden. Het is een paardemiddel, dat juridisch gezien nog weinig wettelijke houvast biedt maar dat, vinden ze, is van latere zorg. Opzet is in eerste instantie een bijdrage te leveren aan de meningsvorming over 'de recreatieve stad', waarbij het ook gaat om de levendigheid van de straten en de mogelijkheden om crea tiviteit ontplooien in woning en woonomgeving. Ü2X§I<§I§ DtfD (q]© bejaarden en alleenstaanden worden toegewezen. Dit om in de wijk een meer geva rieerde bevolkingssamen stelling te krijgen. Een reken sommetje heeft geleerd dat een naoorlogse wijk met 10% woningen en voorzieningen is te 'verdichten'. Bij stedelijkheid moet niet al leen worden gedacht aan ge bouwen maar ook aan groen en water. Die twee facetten zullen ook meer tot ontwik keling moeten worden ge bracht. Een autoluw gemaak te stad biedt die mogelijkhe den. Daarnaast zal meer aan dacht moeten krijgen de schoonheid van de gebouwde omgeving. Het oordeel van de CRM-medewerkers is dat de huidige welstandcommis sies vanuit het negatieve te werk gaan, omdat deze waken voor een minumum kwaliteit. Er moet meer worden toege werkt naar een maximum. Daarom moet er een stads beeldvormgever worden aangesteld, die samenwerkt met de stadsarchitect. De vormgever zou zich bijvoor beeld bezig moeten houden met de verfraaiing van be staande en nieuwbouw. De stad moet meer kleur krijgen en niet alleen de grauwe flat gebouwen. Bijvoorbeeld ook parkeerterreinen, woonerven, kruispunten en kinderspeel plaatsen. Stoeien In de recreatieve stad zullen bewoners de vrijheid moeten hebben te stoeien met hun woningen en hun woonom geving. Die vrijheid is nu zeer beperkt. Bij het plaatsen van de meest eenvoudige dakka pel moet terdege rekening worden gehouden met strak gehanteerde bouwvoor schriften en bestemmings plannen. En de straat biedt al evenzeer bar weinig vrijheid van handelen, al verschilt dat wel van stad tot stad. De sug gestie is bewonerscommis sies in te stellen, zo ze er al niet zijn, met vergaande be voegdheden. Ook wordt ge sproken over de vorming van zgn. straatcomités. Baas in ei gen straat, daar moet het naar toe. Bij de bouw van woningen moet er een grote mate van inspraak en vrijheid zijn. Be woners moet het niet al te moeilijk worden gemaakt als zij hun huis anders willen in delen of er een stukje aan vast willen plakken. Een lans wordt gebroken voor de zgn. 'beginwoningen'. Veel wo ningzoekenden hebben niet zo'n behoefte aan een (duur) huis met alles d'r op en d'r aan. Bouw er dus die kleiner en lichter zijn dan de normale, met de mogelijkheid ze in de loop van de jaren te vergroten en te verfraaiien. Sta-in-de- weg voor deze beginwonin gen is dat er geen bouw en woonvergunning voor wordt afgegeven en dat ze niet in aanmerking komen voor sub sidie. Om bewoners een handje te helpen bij het verwerken van hun vrijheden zullen er in de woonwijken bouwwinkels moeten worden gesticht. Daar kan men bij voorbeeld ideeën opdoen over bouw- en verbouwmogelijkheden en worden geïnformeerd over materialengebruik, financie ring, herinrichting van stra ten e.d. Verlichting Het laatste ingrediënt om de re creatieve stad op smaak te maken is een betere vervlech ting tot stand brengen tussen de stad en zijn directe buiten gebied. In die stadsrand moet naar mogelijkheden worden gezocht om landschappelijke recreatiemogelijkheden te combineren met wonen. Een voorbeeld daarvan in ons land is de vakantiehuisjes complexen. Kunnen nieuwe woonwijken volgens hetzelfde recept worden samengesteld Wel degelijk, menen de boeksa- menstellers en ze doen een paar suggesties. Zandwin ning zou niet meer, zoals vaak gebeurd, ver buiten de stad moeten plaatsvinden maar juist aan de rand ervan en de ontstane waterpartijen zou den met de al bestaande of toekomstige bebouwing ge lardeerd moeten worden. Als tweede smaakmaker wordt gezien een geleidelijke ver vlechting van de stad en de agrarische omgeving. Speci fieke recreatiegebieden (bos sen,parken, waterplassen) liggen veelal buiten de stad en de auto moet er aan te pas komen om er van te gaan ge nieten. Dat genieten kan dichterbij. Door ontsluiting van het boerenland. Dat zou dan moeten gebeuren door middel van 'heel eenvoudi ge, argeloze wandelroutes en fietspaden'. Daarvoor zijn prima geschikt al bèstaande paden over oude dijkjes en onverharde kavelontsluitin gen, alsmede kerk- en jaag paden. Aan die routes door het boereland zouden hier en daar wat lapjes grond moeten worden toegevoegd zodat re creanten de mogelijkheid hebben onderweg bij voor beeld een tent op te zetten of te picknicken. Deze opzet kan alleen realiteit worden als de boer zijn medewerking ver leent. Deze, wat wordt ge noemd 'vriendelijke ontslui tingen', geven de boer een handvat om ook op het re creatieve vlak bezig te zijn. De CRM-medewerkers hebben hun ideeën over een recrea tieve stad ook vertaald in bouwschetsen en sfeerteke ningen. Hun denkbeeldige stad telt ongeveer 100.000 in woners en heeft een binnen stad die uit een historisch centrum en negentiende - eeuwse wijken bestaat. Daar omheen liggen naoorlogse wijken. De Nederlandse ste den moeten meer dan mo menteel 'een wenkend per spectief worden als centrum van de menselijke ontmoe ting', meent men. De ver kommerde stedelijke cultuur moet weer tot bloei worden gebracht, is de hartekreet. Wat de ambtenaren van CRM voor suggesties aandragen is bepaald niet allemaal gloed nieuw. In de Nederlandse steden is er al het een en ander van gerealiseerd of er wordt aan gewerkt. De ambtenaren zijn in stapels rapporten gedoken die in de afgelo pen jaren over recreatie en wonen in de stad zijn verschenen. Ze hebben ze op een hoop geveegd en gewikt en gewogenEr zijn veel nieuwe ideeen uit voortgevloeid. Deze zijn op schrift gesteld en inmiddels bij de Nederlandse staatsuitgeverij in boekvorm uit gebracht. Of de suggesties in het boek gedaan in de praktijk ook hout kunnen snijden is nog maar de vraag. "De juistheid van onze denkbeelden valt in dit stadium niet te bewijzenwordt in een voorwoord geschreven. De vermeende succesformule voor een recreatief aantrek kelijk stad, zo blijkt, draait om vier trefwoorden: - verkeer - stedelijkheid - bewonersvrijheid - stadsrand. Hoe meer van deze vier serieuze aandacht krijgen hoe groter de kans van slagen. We zullen ze alle vier eens onder de loupe nemen. Het verkeer. Dat blijft voor elke stad een zorgenkind. Er zijn ondertus sen handgrepen genoeg be dacht om bijvoorbeeld de binnenstad 'autoluw' te ma ken maar de praktijk wijst uit dat voor de stad als geheel zoiets nog niet leidt tot ver mindering van het autover keer. Zelfs de verbetering van het openbaar vervoer en de aanleg van vrije fietsroutes doen in de praktijk de drukte niet of nauwelijks afnemen. Maar wat dan? Een prima remedie is, zeggen de onderzoekers, er voor te zorgen dat de auto niet dicht bij de bestemming kan wor den geparkeerd en parkeren bovendien niet gratis is. Dan leert de automobilist het van zelf wel af, meent men. Wie in dit verband ook aange pakt moet worden, is de groep thuisparkeerders, automobi listen die na hun werk het vervoermiddel vlak voor de woning parkeert. Op hen (er van uitgaande dat ze in het stadscentrum wonen), zou een parkeerheffing van toe passing moeten worden. Die heffing geeft recht op een pri- vé-parkeerplaats. Om te voorkomen dat niemand an ders het plekkie inneemt wordt de suggestie gedaan de heffing betalende thuispar keerders een parkeerp. aaltje met sleutel te geven. Dit idee is al in enkele plaatsen in ons land in overweging. Als tweede mogelijkheid om het verkeer in stedelijke centra en dichtbevolkte wijken ver der terug te dringen wordt ge zien een aanzienlijke uitbrei ding van de parkeerverbo den. Blik Goed, het blik op wielen zoveel mogelijk van de straat af maar het zal ergens naar toe moe ten. Het voorstel is: bouw op voldoende afstand van elkaar parkeergarages en -terreinen, waar ook de bewoners met hun vervoermiddel terecht kunnen. Zo zal er uiteindelijk maar een luttel aantal straat- parkeerders over blijven. In de bijkans schoongeveegde straten is de parkeercontrole dan een fluitje van een cent. Bewonersvrijheid op teke ning. Boven: het ontwerp van de architect; onder: wat de bewo ner er van kan maken. Zo is het (foto boven) en zo kan het worden (foto rechts). Dat is een van de prettige consequenties van deze aan pak. Dit, wat men noemt 'au toluw' maken van woonge bieden, moet geleidelijk tot stand komen, te beginnen daar waar de verkeersoverlast het grootst is. De automobilist zal in de stad dus meer van de benenwagen gebruik moeten gaan maken. Het van deur tot deur gaan is er in de nieuwe (denkbeeldi ge) situatie niet meer bij. Er vanuit gaande dat de par keervoorzieningen zo'n vier honderd meter van elkaar komen te liggen, moet reke ning worden gehouden met vijf a tien minuten lopen naar en van de plek van bestem ming. Het gros van de auto mobilisten zal dat verplichte loopwerk wel slikken, is de verwachting. Per computer is berekend wat het nuttig effect zou kunnen zijn van instelling van alger mene parkeerverboden 0)5 straat en concentratie van het parkeren. In een middelgrote stad als Leiden (103.000 in woners) zou het aantal auto ritten met 30% afnemen. Over het parkeren nog dit: in de woningbouw is het gemeen goed geworden voor de flat- of huisbewoner op steenworp afstand voor parkeergele genheid te zorgen. Niet langer doen, vinden de toekomstkij kers. Want het gebruik van de auto wordt op zo'n manier niet of nauwelijks afgeremd. Laat ze maar naar een par keerterrein of-garage moeten gaan. Uit verkeersoogpunt gezien geeft de ideale recreatieve stad in grote trekken het vol gende beeld: er is een net van hoofdwegen ert alle andere wegen binnen de bebouwde kom hebben de status van 'woonerf. Daar is de maxi mum snelheid dus 20 km, hebben voetgangers en fiet sers een streepje voor op de automobilist, zijn de rijwegen niet breed. Langparkeren op straat is verboden (hooguit vijf a tien minuten), daar zijn de parkeergarages en -terrei nen (onbemand of bemand) voor. Een drastische ingreep in hét verkeersbeeld is één van de mogelijkheden om een stad recreatief aantrekkelijker te maken. Een ander tover woord is 'stedelijkheid'. Re creatie, zeggen de suggestie- aandragers, is de behoefte aan het ontmoeten van mensen en de gezelligheid in een plezie rige omgeving. Aan die om geving blijkt in de praktijk nogal wat te schorten, vonden ze. Zowel waar het gaat om de buitenwijken van een stad, als de stadskern zelf. De mo derne buitenwijk komt er niet best van af. Een oordeel: ze zijn vaak eentonig en saai, op straat valt niets te beleven, de bevolkingssamenstelling is te eenzijdig, de straten te breed, de bouw massaal en mono toon en van het overvloedige groen dat aanwezig is, wordt nauwelijks gebruik gemaakt. Sfeer Bij buitenwijk-bewoners is er een verlangen naar de sfeer en gezelligheid van de oude binnenstad. Daar valt ten minste de hele week door wat te beleven. In de buitenwij ken is vaak het tegendeel het geval. Voor een brokje sfeer- inbreng hebben daar welis waar de zgn. multifunctionele centrumgebouwen gezorgd maar de boeksamenstellers komen tot de conclusie dat zulke centra eigenlijk niet meer dan een druppel op de gloeiende plaat zijn. Veel meer effect zal sorteren, is de overtuiging, de wat men noemt 'verdichting van de centrale zones. Voor de na oorlogse wijken kan dat bij voorbeeld inhouden dat aan bestaande woningen kanto ren en winkels worden aan gebouwd en dat boven op winkelcentra woningen en kantoren komen. Het streven moet wel zijn dat de nieuw gecreëerde woningen dan voor een goed deel aan Een kijkje in het centrum van een denkbeeldige recreatieve binnenstad. Televisiecamera's zorgen ervoor dat het toneelspel, dat in de schouwburg aan de gang is, tevens te zien is op een plek (overdekt pleintje) in de buurt. Op eenzelfde manier kunnen concerten dubbel worden beleefd of dia-projecties en films van musea worden bekeken. Zo krijgt de binnenstad de aanblik van totaal-theater.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1980 | | pagina 19