"Ik wil op landelijk niveau
mijn carrière afsluiten...."
Lauwe reacties
van politici
op vertrek Vis
Snel vertrek burgemeester Vis uit Leiden
ZATERDAG 2 FEBRUARI 1980
LEIDEN
LEIDEN - Na bijna negen jaar
Leids burgemeesterschap wordt
dr. A.J. Vis op 18 februari secreta
ris-generaal van binnenlandse
zaken. De belangrijkste adviseur
van minister Wiegel en staatsse
cretaris Koning en top-man van
een ministerie waar zo'n 6500
ambtenaren werken. "Ja, en het
gekke is dat ik straks in Den Haag
mee moet adviseren over m'n op
volger in Leiden", zegt hij lichte
lijk geamuseerd.
Zoals hij in zijn onberispelijk geor
dende kamer in het stadhuis ook
met voldoening constateert dat
zijn sollicitatie geheim is geble
ven tot het ogenblik dat hij de be
noeming als het ware al in de bin
nenzak had. "Als voorzitter van
het Genootschap van Burge
meesters moet je als er proble
men zijn met collega's wel eens
op het ministerie zijn. Dat was
een prachtige dekmantel. Mis
schien dat mijn secretaresse
vond dat er de laatste weken wat
erg veel probleemgevallen wa
ren, maar zelfs zij heeft niets ge
merkt".
Burgemeester Vis solliciteerde
naar de functie op een leeftijd - 59
jaar - dat anderen al beginnen uit
te kijken naar de VUT-regeling
(vervroegde uittreding): "Ik had
twee motieven. In de eerste
plaats, dat je na zekere tijd toch
eens moet doorstromen. In mei
zou het negen jaar geworden zijn
in Leiden. Dat is een mooie tijd.
Ik dacht als je wilt veranderen
dan moet je het nu doen."
Tweede motief was dat ik al een
hele tijd in gemeentelijke zaken
meedraaide. Vanaf'49 raadslid in
Bussum van '55 tot '69 wethou
der. Toen een jaartje gedeputeer
de in Noord-Holland en daarna
vanaf '71 weer als burgemeester
in de gemeentelijke sfeer. Ik wil
nu op landelijk niveau mijn car
rière afsluiten."
De zaak op het ministerie was erg
snel beklonken. Nog maar twee
wekerf geleden verscheen de eer
ste advertentie. Burgemeester
Vis solliciteerde uit eigen bewe
ging, al erkent hij dat er op het
departement wel eens zijdelings
over gepraat was. Even snel als
zijn benoeming rond was, ver
trekt burgemeester Vis binnen
kort uit Leiden.
Voor de voeten
"Ik heb altijd gezegd, dat je moet
weggaan uit een gemeente wan
neer je geen burgemeester meer
bent. Anders loop je je opvolger
maar voor de voeten. Dat heb ik
tegenover collega's altijd volge
houden. Het wordt waarschijn
lijk Den Haag. Dat wil niet zeggen
dat ik genoeg van Leiden heb.
De functies die hij vervulde buiten
het stadhuis waren vrijwel alle
maal gebonden aan het burge
meesterschap. "Die draag ik dus
over aan mijn opvolger. Er zijn
taken die ik met erg veel plezier
vervuld heb. De begeleiding van
de Pieterskerk-restauratie bij
voorbeeld. Maar ik doe daar niet
dramatisch over. Er komen weer
nieuwe dingen voor in de plaats.
En anders zou ik die stap naar
Den Haag niet hebben gemaakt."
De grootste voldoening in de Leid-
se jaren verschaften hem de con
tacten met alle schakeringen in
de samenleving. "Bij het bezoe
ken van bruidsparen kom je vaak
in contact met mensen die in de
problemen zitten. Niet zo gepri-
vilegeerd zijn. En even later praat
je weer met een hoogleraar. Die
afwisseling maakt die baan zo
aantrekkelijk".
Wat de internationale contacten be
treft kijkt Vis vooral met plezier
terug op de uitwisseling met Ox
ford. "Daar ging het atijd even
vriendschappelijk toe. Krefeld-
was ook voortreffelijk. Maar toch
altijd een beetje die Duitse men
taliteit, dat vleugje formaliteit."
„Dat is geen onvriendelijkheid ten
opzichte van de Duitsers. Het
komt door de opzet. Die verschilt.
In Oxford is het vanuit de burge
rij opgezet. Daar roepen ze net zo
"dag" tegen me als ik op straat
loop in Leiden. In Krefeld was
het meer een raadhuisaffaire. Ik
heb daar goede vrienden, maar
het aantal contacten blijft be
perkt."
Zijn liefde voor Frankrijk heeft een
typisch vakantieaspect. Enkele
malen per jaar vertrekt het echt
paar Vis richting Rivièra om zich
in zijn huis twintig kilometer ten
noorden van Cannes te installe
ren. Een klein plaatsje waar
"monsieur le maire" zich ver
poost.
Taken
In 1974 besliste het linkse pro
gramcollege dat burgemeester
Vis in het vervolg alleen de wet
telijke toegewezen taken mocht
behouden. "Dat ik toen politiek
ben uitgekleed is een overtrok
ken zaak. Van de portefeuilles die
ik had, verdween alleen voorlich
ting. Ik heb er echt niet voor ge
vochten om het te houden. Het
zou toch vreemd geweest zijn dat
uitgerekend de enige niet-linkse
man in het college de voorlich
ting zou doen."
Het bestuur van de stad is volgens
hem verbeterd sinds PvdA en
WD samenwerken in het colle
ge. "Er zijn nu tenminste twee
grote fracties die gezamenlijk op
trekken en het college vrij goed
steunen. In de vorige periode met
de PvdA en die kleine partijtjes
was er heel wat nodig om een be
sluit te nemen. Een liederlijk,
griezelig en weinig vast geval".
Overigens blijft Vis overtuigd
voorstander van een afspiege
lingscollege, los van welke ge
talsverhouding in de raad ook.
Dat de meeste wethouders met
wie hij de laatste jaren moest sa
menwerken van een jongere ge
neratie waren leidde volgens hem
nooit tot grote problemen. "Na
tuurlijk, je hebt duidelijke ver
schillen in tempo. De wijze waar
op ze zich uiten is anders.
Het verschil in politieke visie
maakt het soms moeilijker. Dan
moet je als voorzitter zorgen dat
je niet buiten spel komt te staan,
maar je moet er ook op letten dat
je je eigen identiteit niet verliest.
Afwegen met welke punten je
kunt meegaan. Maar ook durven
zeggen: daar ben ik echt tegen."
Positie
Openbaarheid van commissiever
gaderingen: "Dat beoordeel ik
positief, al is het minder dan ik
gehoopt had. Bijvoorbeeld dat
men in de raad niet met dezelfde
vragen op de proppen zou komen
als bij de voorbereiding in de
commissies. Maar daar is men
kennelijk niet vanaf te brengen.
Wat mij wel meevalt is de open
wijze van discussiëren. Al bete
kent openbaarheid voor de mees
te commissies alleen dat de pers
verslagen komt maken. Die paar
mensen die er komen, stelt ver
der niets voor."
Flinke kritiek kreeg burgemeester
Vis bij de laatste begroting te
verduren op zijn politie- en hore-
cabeleid. Een motie van treurnis
werd door de meerderheid van de
raad aangenomen. Vis: "Die mo
tie heb ik zien aankomen. T.k was
er niet erg van onder de indruk.
Wat die kritiek op het politiebe
leid betreft, dat was een over
trokken verhaal. De zaak rond de
horeca heb ik zo voorzichtig mo
gelijk behandeld. Ik wist immers
dat de meerderheid van de raad
iets anders wilde dan ik. Nee, ik
heb er echt niet wakker van gele
gen, hoor".
In een interview in het WD-blad
zei Vis enkele jaren geleden dat
elke stad zo zijn problemen heeft,
alleen: Leiden heeft ze allemaal.
Achter die stelling staat hij nog
steeds. "Al ontdek ik een heel en
kele keer dat er ook nog een
probleem bestaat dat we niet
hebben. De havens bijvoorbeeld.
Zoals Amsterdam. Maar dan heb
je het ongeveer gehad."
Beter
Toch heeft hij de indruk dat de stad
er beter voorstaat, dan in 1971
toen hij kwam. "We zijn voorzich
tig aan herstel bezig, maar het is
moeilijk te voorspellen of dat zich
zal voortzetten. Er gebeurt meer
dan in 1971, maar dat komt voor
een belangrijk deel door de rui
mere subsidiemogelijkheden van
het rijk."
De aanwezigheid van de universi
teit ziet hij als voordeel voor de
stad. "Het geeft de samenleving
een apart karakter. Het zorgt voor
een "generatiefacelift". Er sjou
wen hier altijd jonge mensen
rond. Daar staat natuurlijk wel
een grotere druk op de woning
markt tegenover.
Toch is die universiteit niet overal.
Voor de club van burgemeesters
uit gemeenten met meer dan
100.000 inwoners is het me gelukt
20 minuten te praten over Leiden
zonder het woord universiteit in
de mond te nemen. Met opzet.
Het kan dus, maar het kostte me
wel moeite."
BRAM VAN LEEUWEN
Van Duijn (VVD): heeft eigen
partij nooit voorgetrokken...
LEIDEN - De reacties van de Leid-
se politieke partijen op het ko
mende vertrek van burgemeester
Vis werden gisteren gekenmerkt
door hun neutraliteit. Weliswaar
kwam de benoeming zelf voor de
meesten als een volslagen verras
sing. Over het verlies van Vis als
voorzitter van de gemeenteraad
werden echter nauwelijks voor-
of nadelen opgesomd.
Zo vond het CDA-raadslid Bleijie
het "geen geweldig verlies omdat
hij politiek te weinig in de melk te
brokkelen had". En: "Hij was een
koele bestuurder. Technisch
deed Vis het wél erg goed".
Volgens Bleijie heeft de CDA-frac-
tie het gevoel dat het vertrek van
Vis-"een vlucht" is. "Hij heeft
hier zeven jaar gezeten, wat voor
iemand met wat dadendrang niet
leuk is. En dan nog vier jaar met
een college dat zijn politieke
kleur niet heeft".
Fractievoorzitter Peters (PvdA) liet
tijdens de afgelopen begrotings
behandeling al via een "motie
van treurnis" aan Vis weten het
Meeste fracties willen nu progressieve burgemeester
oneens te zijn met zijn beleid, met
name wat politionele aangele
genheden en horecazaken be
treft. Peters herinnert daar nu
nog eens aan; zegt daar dan bij
dat hij het optreden van Vis als
burgemeester toch "redelijk
goed" vond. Peters: "Het is niet
zo dat hij de meest voortreffelijke
burgemeester was die Leiden
zich zou kunnen wensen. Maar
hij was loyaal aan het college
standpunt. Zo is hij er destijds
nooit meer op teruggekomen dat
er in zijn eerste college geen en
kele wethouder van zijn partij
zat". Ook uit het oogpunt van de
representatie voldeed Vis goed.
"Dat deed hij ook graag, daarom
is het des te merkwaardiger dat
hij die functie heeft aangeno
men".
"Bestuurlijk was Vis niet zo gek.
Hij was bij zijn komst een om
streden figuur, maar ik geloof dat
het erg is meegevallen", aldus
een relativerende fractievoorzit
ter Hoeven (CPN). Zijn fractie
heeft weinig moeilijkheden ge
had, of het moet de kwestie Daey
Ou wens zijn geweest. Ook Beijen
(PPR) houdt zich op de vlakte.
"Het is een goede zaak dat men
sen 's van baan veranderen. Wat
dat betreft een positieve zaak dat
Vis deze baan heeft gekregen",
zegt hij. Met alle andere fractie
voorzitters roemt Beijen het op
treden van Vis als vergadervoor
zitter. "Als portefeuillehouder
heeft hij natuurlijk weinig kun
nen doen, ook al omdat een
meerderheid van de raad vond
dat hij zich daar buiten moest
houden".
Vis' partijgenoot Van Duyn merkt
op dat de burgemeester nooit
heeft "voorgetrokken". "Wij
hadden als gekozen raadsverte-
genwoordigers nooit een directe
band met een burgemeester die
toevallig lid was van dezelfde
partij".
Volgens Van Duijn trachtte Vis
zich zo nadrukkelijk objectief op
te stellen dat hij zelfs niet op de
partijvergaderingen verscheen.
"Als persoon sprekend: ik heb in
het verleden wel eens wat botsin
gen met hem gehad. In zijn perti
nente wil om objectief te zijn ge
loof ik dat hij de VVD eerder be
nadeelde dan voortrok". Ook b'<
de VVD gissingen over de reden
van het plotselinge vertrek: vol
gens Van Duijn kan de politieke
situatie in Leiden daartoe toch
geen aanleiding hebben gegeven.
Fractievoorzitter Glaubitz (D'66)
staat ook op één lijn met zijn
raadscollega's. "Ik betreur het
niet, ik juich het ook niet toe".
En: "Ik had wel eens het idee dat
hij zich niet zo gelukkig voelde
als voorzitter van de raad". Ex-
raadslid en huidig PSP-lid Walle
tenslotte noemt Vis een "strakke,
formele man. In de raad was hij
onpartijdig - toch kun je merken
dat hij VVD-er is". Ook Walle
vindt het verlies van Vis als bur
gemeester geen ramp. Zoals te
verwachten is kiezen de meeste
fracties voor wat de opvolger van
Vis betreft voor een burgemees
ter van de eigen politieke kleur.
Met name de PvdA en PSP zijn fel
gekant tegen het systeem van een
benoemde burgemeester. De
PvdA hoopt dat er nu eindelijk
eens een progressieve burge
meester komt. Met de CPN en de
PPR is de partij van mening dat
dit voor de hand ligt, omdat de
PvdA al sinds jaar en dag de
grootste politieke partij in Leiden
is. De VVD denkt dat de vonrkeur
van de raad niet zoveel gewicht in
de schaal zal leggen. "We gaan er
ons niet druk over maken, ik zou
de minister best vrij willen laten
in zijn keuze", aldus Van Duijn.
Glaubitz hoopt op nu eens een
D'66-er als eerste burger. "D'66 is
ontzettend ondervertegenwoor
digd in de burgemeestersamb
ten. Ook wat de samenstelling
van de raad betreft zou een par
tijgenoot goed zijn", zo motiveert
hij zijn mening.
CDA-er Bleijie wenst "geen enkele
partijgenoot het ambt van bur
gemeester in Leiden toe. Een
moeizame aangelegenheid als er
coalitiepartijen als PvdA en VVD
in het college zitten". Hij ver
wacht ook geen CDA-er op die
post, zegt realistisch genoeg te
zijn om te denken dat het een
VVD-er wordt maar kan zich
voorstellen dat er een geweldige
aandrang komt om een PvdA-
man binnen te halen.
MIEP DL GKAAFF
Schoolkeuze
We zijn in Leiden, gelukkig nog
niet zover dat kinderen die de
leerplichtige leeftijd hebben
bereikt worden geronseld.
Maar als ik de ontwikkelin
gen op wervingsgebied de
laatste weken goed volg, dan
zijn we er toch niet zo gek ver
meer vanaf. De strijd om de
gunst van peuter- en kleuter
schoolverlaters is de laatste
weken weer in alle hevigheid
opgelaaid.
En die hele ontwikkeling is te
rug te voeren op het dalend
kindertal, waardoor een
groot aantal scholen te weinig
leerlingen dreigt te krijgen en
onder de rode streep zakt. Dat
kan verlies van leerkrachten
tot gevolg hebben en in het
ergste geval leiden tot de slui
ting van de school. Aan dat
laatste "paardemiddel" om te
saneren zal overigens de ko
mende jaren in diverse wij
ken niet te ontkomen zijn.
Probleem is echter, dat de ver
schillende schoolbesturen tot
dusver weinig of helemaal
geen bereidheid hebben ge
toond om eens uit te vissen of
deze concurrentieslag niet in
goede banen kan worden ge
leid.
Het gaat per slot van rekening
niet om de gunst die een su
perkruidenier bij zijn klanten
tracht te verwervenmaar om
een belangrijke zaak als de
basisopleiding van de jeugd.
Laat één ding duidelijk zijn: ik
heb niets tegen onderwijzend
personeel en oudercommissies
die reclame maken voor de ei
gen school.
Het tekent ook een beetje het en
thousiasme waarmee men
zich inzet voor het onderwijs.
En dat kan nooit kwaad.
Maar op een aantal plaatsen
in de stad begint het soms toch
wel een beetje de spuigaten uit
te lopen.
Sommige acties hebben niets
meer met een normale wer
ving te maken, maar zijn
hoofdzakelijk bedoeld om de
dichtstbijzijnde school leer
lingen af te troggelen. Het
gaat zelfs al zover dat scholen
van dezelfde onderwijsrich-
ting elkaar uit lijfsbehoud in
de haren vliegen.
Triest is het te zien dat de on
derwijskundige kant van de
zaak naar de achtergrond
verschoven dreigt te worden.
Met een groot aantal nevenac
tiviteiten probeert men de
"concurrent" de baas te wor
den.
Bijvoorbeeld door het scheppen
van overblijfmogelijkheden
voor de kinderen, het organi
seren van excursies, lezing
en doe-het-zelf-avonden.
Op het eerste gezicht lijkt het
allemaal best aardig. Een
overblijfmogelijkheid immers
biedt de moeders die dat wil
len de kans om een baantje te
nemen. Anders wordt het
wanneer de "overblijfmoge
lijkheid" in de strijd gewor
pen wordt om zich af te zetten
tegen scholen die dat (nog)
niet hebben. Zo in trant van:
wilt u gaan werken? Dat kan
alleen als u uw kinderen bij
ons op school doet. De andere
scholen worden daarmee in
direct gedwongen om ook een
overblijfmogelijkheid té
scheppen. En deze werving
voltrekt zich dan nog in alle
openheid. Helaas zijn er de
laatste tijd ook wervingen in
de sfeer van achterklap en
verdachtmaking
In plaats van de kwaliteiten
van de eigen school onder de
aandacht te brengen, worden
in de wijk praatjes rondge
strooid over veronderstelde
minder goede kanten van de
andere school.
Het verspreiden van geruchten
dat de "concurrerende school"
binnenkort toch gesloten zal
worden, blijkt langzamer
hand ook een beproefde me
thode bij de werving. De ko
mende jaren zal in diverse
Leidse wijken nog een aantal
scholen moeten verdwijnen.
Het leerlingental in die wij
ken is te gering om alle scholen
te voeden. Wat ik me alleen
afvraag is of de "selectie" zich
zo moet voltrekken, dat de
hierboven gesignaleerde me
thoden opgeld doen. Want
voor een school, die zich boven
minderwaardige praktijken
verheven voelt, kan het waar
schijnlijk weieens moeilijk
worden om het hoofd boven
water te houden.
En dan kan het gebeuren dat
niet de school waar het beste
onderwijs wordt gègeven de
eindstreep haalt. Dat laatste
moet voor de verschillende
schoolbesturen toch het sig
naal zijn dat het hoog tijd
wordt om eens verder te kij
ken dan het raam in de eigen
schooldeur.
Parkeren(l)
De vakbond, zowel FNV als
CNV, hebben zich deze week
gemengd in de discussie over
de verkeersafwikkeling in de
stad. Men heeft zich daarbij
beperkt tot een tweetal pun
ten: de parkeergelegenheid en
de bevoorradingsmogelijkhe
den van winkels en bedrijven.
De vakbondsafdelingen in
Leiden blijken in hun opvat
tingen een opvallende over
eenstemming te vertonen met
meningen die leven onder de
werkgevers in de Leidse bin
nenstad, in casu de grootwin
kelbedrijven, de kleine mid
denstanders en de directies
van dienstverlenende en pro-
duktiebedrijven. Dat is geen
alledaagse verschijnsel.
Meestal zorgen deze twee partij
en toch wel elkaar niet al te
dicht te naderen. In de bin
nenstad hoor ik de laatste tijd
steeds meer klachten over te
ruglopende koopkracht. Dat
men daar niet openlijk voor
uitkomt is een bekende zaak.
Al heel snel komt de verwij
zing naar de buurmandie het
zo moeilijk heeft. Maar daar
aangeland blijkt het allemaal
best mee te vallen, en moet het
juist de buurman zijn die in
de penarie zit.
De vakbond is kennelijk op de
hoogte van die negatieve be
richten en vreest dat die da
lende koopkracht zijn uitwer
king zal hebben op de werk
gelegenheid.
Misschien niet direct door op
vallende ontslagaanvragen,
meer wel door het niet opvul
len van openvallende plaat
sen. En vooral in de sector
winkelpersoneel, waar dt
wisselingen relatief nogal
vlug gaan,kan het aantal ar
beidsplaatsen snel dalen.
Er is een ontwikkeling die in de
vakbondsbrief even zijdelings
wordt aangestipt, maar die
van grote invloed is op de po
sitie van de Leidse binnen
stad, ais streekwinkelcen-
trum. Dat is het ontstaan van
nieuwe werkgelegenheid el
ders. Met andere wooorden: in
de regio zijn de laatste jaren
diverse nieuwe winkelcentra
ontstaan, terwijl andere op
stapel staan.
En voor de Leidse regio geldt als
voor elk ander gebied in ons
land: een gulden kan maar
een keer worden uitgegeven.
En die zelfde gulden kan ook
maar één keer worden ont
vangen.
Parkeren(2)
In de brief van de Leidse vak
bondsafdelingen aan de ge
meenteraad trof ik deze raad
selachtige zin aan: "Een niet
bereikbaar hart van een stad
kan zeer wel uitermate goed
bereikbaar zijn".
Stadsbouwhuis
De kogel is dan eindelijk door de
kerk. Stadsbouwhuis, het bij
kantoor van het stadhuis aan
de Langegracht, blijft Stads
bouwhuis heten. Een paar
weken geleden vertelde ik u
wat er allemaal voor kwam
kijfken alvorens de uiteinde
lijke beslissing genomen kon
worden.
Het college van BenW besloot de
naam Stadsbouwhuis te
handhaven zij het dat het toch
geen unanieme beslissing
was. Want wethouder Waal
diende een ordevoorstel in om
de inspraakprocedure rond
de naam voort te zetten. Het
werd verworpen door de
grootst mogelijke meerder
heid.
L. GLIBBER
Bleijie (CDA): vertrek
vlucht?