Dean Smith: „Afstuderen, daar gaat het om" Wereld- vermaarde coach (al 18 jaar bij North Carolina) zweert bij college- ZATERDAG 12 JANUARI 1980 PAGINA 27 Dean Smith op de hank. Nerveus als alle basketbal-coaches. In Montreal won hij goud. in dit "voorgeborgte" van de profs is veel groter dan in het wereldje van de supersterren zelf die het al helemaal ge maakt hebben en alleen nog maar voor het grote geld hun kunsten vertonen. Kaartjes voor de competitiewedstrij den van North Carolina zijn vóór aanvang van het seizoen uitverkocht. Er kunnen 8000 toeschouwers in het stadion.. UNC is één van de top-colleges in Amerika en ieder jongetje met talent droomt er van om via deze "leerschool" door te stoten naar het hoogst haal bare: de professionals. Suc ces in de sport is in Amerika inherent aan een maatschap pelijke status op hoog niveau en daar gaat het tenslotte om in een land waar klasse en respect' alleen maar af te dwingen zijn met geld. De Amerikaanse universiteiten, tuk om via de sport hun pres tige op te vijzelen, spelen een belangrijke rol in dit systeem. Ze kunnen kiezen, het aan bod is enorm, want de straat loopt over van talent. Spe ciale scouts zijn dag en nacht in touw om de beste jonge bailers te recruteren. Of je weet hoeveel maanden een jaar telt is vaak van secundair belang. Dat je een vlekkeloze techniek hebt en toevallig ook nog twee meter bent staat primair. Praktijken UNC-coach Dean Smith weet van deze praktijken, maar zegt zich hiervan te distantië ren. Gevraagd naar dc hoog tepunten uit zijn carrière be gint hij niet met de Olympi sche medaille die de Ameri kaanse ploeg onder zijn lei ding in Montreal veroverde of met de ACC-titels die hij met North Carolina behaalde, maar noemt hij als eerste het feit dat al zijn spelers in de achttien jaar dat hij op Chapel Hill de baas is ook daadwer kelijk zijn afgestudeerd. "Dat is voor mij verreweg het be langrijkste. Wij kijken niet Door Ad van Kaam alleen of een toekomstig Tar Heel een goede baller is, maar tevens of hij op University- niveau kan meekomen. Zo niet, dan is hij voor mij niet interessant. North Carolina is niet alleen befaamd om zijn goede basketbalteam, maar tevens om zijn uitstekende school. Mijn spelers moeten veel aandacht aan hun studie geven. Dat is onderdeel van de discipline". Met de handen in de zakken van zijn ruitjesbroek kijkt Smith, die ook in Europa al een aan tal "clinics" heeft gegeven (ondermeer vorig jaar in Lei den), toe hoe zijn pupillen zich in het voorgeschreven razende tempo uit de naad werken. De 48-jarige coach straalt een enorme autoriteit uit, maar behandelt zijn jon gens desalniettemin zeer ka meraadschappelijk. Voor ie dereen heeft hij een goed woord over. Trots wijst hij na'ar All-American Mike O'Koren. "Dat wordt een gro te", voorspelt hij. North Ca rolina leverde fameuze profs af als Charlie Scott en Bob McAdoo. Vorig jaar nog Dudley Bradley. "Dat was pech voor "jullie" Randy Wiel", zegt Dean Smith over de Antilliaan die momenteel furore maakt bij Amstelveen. "Hij is een fijne speler, maar had de pech Bradley voor zich te hebben. Hij doet het zeker goed in Holland"? Een beves tigend antwoord levert een tevreden blik op. Zweert Dean Smith zweert overigens bij college-basketbal. Heeft nimmer in zijn loopbaan am bities getoond om sommige van zijn spelers te volgen naar de profs. Hoewel hij toch kon en kan kiezen uit tal van zéér aantrekkelijke aanbiedingen. Lachend maakt hij een ver gelijking: "Ik denk dat veel prof-coaches graag met mij zouden willen ruilen". En dan serieus: Andersom is daar absoluut geen sprake van. Mijn job is een combinatie van basketbal-doceren en opvoeden, zo zie ik het en zo vind ik het ideaal. Bij de profs draait het uitsluitend om het geld. Ik heb de mogelijkhe den om de jongens méér bij te brengen dan basketbal alleen. Een mentaliteitskwestie. Je moet in deze je verantwoor delijkheid kennen. Lang niet allemaal halen ze de profs. Maar ook die afvallers moeten wél klaar zijn voor de maat schappij", filosofeert Smith. Bij de University of North Ca rolina zijn ze ongetwijfeld zeer in hun nopjes met deze man die zegt verder te kijken dan zijn neus lang is. En die bovendien in staat is om jaar lijks weer lauweren toe te voegen aan de toch al impo sante prestatielijst. Amerika is gek op statistieken, records en lijstjes. North Carolina scoort, sedert Smith achttien jaar geleden van de Air Force Academy zyn overstap maak te, altijd hoog. Vlak voor aan vang van dit seizoen vindt UNC zich bij de voorspellers (persbureaus veelal) terug op de zesde plaats. Men heeft weer hoge verwachtingen van de Tar Heels die in de Atlantic Coast Conference (het colle ge-basketbal in Amerika is min of meer lokaal ingedeeld in zo'n twintig divisies plus daarnaast nog een aantal zo genaamde onafhankelijken) niet bij de eerste twee zijn weg te denken. Wat is het ge heim van Smith, de coach die in Amerika al tien jaar achter een kan bogen op het hoogste percentage fieldgoals? "Snelheid", onthult hij, "geba seerd op team-work. Het tempo zó hoog houden, dat de tegenstander geen vrije man kan creëren. Moet gaan force ren en vervolgens de draad kwijtraakt. Daarop toeslaan om te proberen zelf een ge makkelijke kans te nemen. Heel beknopt is dat de wijze waarop wij willen spelen". Dat willen wel degelijk ver schilt van kunnen blijkt een dag later wanneer UNC in de halve finale van het Kerst toernooi in Crystal Palace moet aantreden tegen Parker. De Leidse aanval blijkt, ge- heel tegen de verwachting in, want het gat tussen de grote colleges van Amerika en het Nederlandse topbasketbal werd nog zo groot geacht, net zo snel te zijn als de Caro- linaverdediging en tegen de zone van de Leidse semi- profs schiet UNC tekort. Een nimmer ingecalculeerde ne derlaag is het gevolg. De zwaar gedesillusioneerde Smith heeft geen passende verklaring voorhanden. "Het ging gewoon niet, that's all". Vanwege zijn grote kennis van het spel (Smith is in zijn land al jaren lang lid van de Reglementscommissie) en ui teraard op grond van klin kende prestaties die zijn Ca rolina leverde viel hem in '76 de eer te beurt om in Montreal het Amerikaans Olympisch team te coachen. Het voet stuk waarop hij al stond, werd daarna in de States met een laagje goud omkleed, want met de hoogste eer zakte hij met zijn ploeg weer af naar het zuiden. In Moskou zal hij de dienst niet uitmaken. 'ik heb geen tijd meer", ver klaart hij, "ben wel gevraagd. Als voorzitter van het selec tie-comité ben ik nog wel bij de Spelen betrokken. On- middelijk na afloop van de NCAA-finale gaan de uitver korenen in een trainings kamp. We zullen ons beter voorbereiden dan ooit. Na tuurlijk zijn we er in Amerika zeer happig op om juist in Moskou te laten zien dat we nog steeds de besten zijn. Eu ropa haalt in, daar zijn we ons van bewust. Al geloof ik aan de andere kant dat ons poten tieel zo groot is, dat als we acht teams sturen dat die ook allemaal bij de eerste twaalf eindigen" Pittig Een pittig uitspraakje van de man, die overigens nog lang niet van ophouden wil weten. Niet begrijpend kijkt hij op als de VUT ter sprake komt. "Dat ik het zo lang bij één school heb uitgehouden is een goed teken, hè. De meeste coaches worden er na een paar jaar uitgegooid. Nee, ik voel me nog sterk, kom nog steeds nieuwe dingen tegen. Ik vind basketbal neg steeds 'fun' en zolang dat het geval is ga ik door. Bij North Carolina, want daar hoor ik thuis" Tenslotte gaat Dean Smith, voor hij zich weer op de vloer begeeft, nog even in op de uit stapjes die UNC eens in de vier jaar maakt. "Vaker is niet toegestaan. Ik zou wel willen, want ik vind dat dit bij de op voedingvan de jongens hoort. Ze moeten ook kennis nemen van wat er aan de overkant van de plas gebeurt. Tevens proberen we natuurlijk het basketbal te promoten. Daar om spelen we telkens ergens anders. Bij ons is basketbal één van de belangrijkste spor ten, in Europa nog niet Ik wil er aan meewerken dat dat straks wél het geval is" De tijd is om. Smith ontfermt zich weer over zijn pupillen. Van vierhoog is het aardig om te zien hoe strak hij de touw tjes in handen heeft. Een klein mannetje in de midden cirkel, een fluitsignaal en ie dereen staat binnen drie se conden weer om hem heen. Hij wyst naar de kant, de vermoeide en bezwete briga de mag zich laven met ge kleurd water. Als blije kinde ren huppelen ze naar de bank. Langs de kop en door de schuifdeuren terug in het ge woel van Oxford Street. Een doordringend geluid brengt weer werkelijkheid: ze rijden hier links. LONDEN - Midden in het hart van wereldstad Lon den, pal gelegen aan de belangrijkste winkelstraat Oxford Street en schuin tegenover het British Mu seum, verheft zich een betonblok van meer dan twintig verdiepingen. Het opschrift, of beter de on dertiteling in geval van een dergelijk gigantische klomp van steen en glas, geeft aan dat het hier om een hotel gaat. Het Y-hotel lichten de reflecterende neon-letters toe. De entree is overweldigend, allemaal marmer in zwart en wit. Als de automa- tisché deuren zich zacht zoemend weer gesloten hebben neemt een stenen kop je van top tot teen op. Het blijkt een afgietsel te zijn van de oprichter van de Young Man's Christian Association, de YMCA. Een Amerikaan in Londen. Hij is al bijna een eeuw dood. Het twintig man tellende basketbalteam van de University of North Carolina plus zijn supportersschare van rond de 300 mannen en vrouwen heeft hier zijn intrek genomen. Eens in de vier jaar waagt UNC, één der toonaangevende college's van de Verenigde Staten, de oversteek om van zijn superioriteit ook in de Oude Wereld gewag te maken. Madrid werd al eerder aangedaan, even als Belgrado. Old England, in veel gevallen het land van her komst, is nu aan de beurt. Het is een prettige bijkomstigheid datje in het YMCA niet alleen midden in het shopping-centrum van deze vreemde wereldstad zit, maar dat je je als Amerikaan tevens zoiets als "thuisvoelt" Want knauwen en kauwen doen ze hier ook achter de receptie en het restaurant verstrekt Amerikaans ontbijt en hamburgers Het sfeertje dat er hangt is weinig Brits "Eng", zo valt de ambiance die er heerst het best te omschrijven Boven zijn de kamers die onopvallend beheerst worden door een op een kruis gelijkend logo dat tevens dienst doet als schemer lamp. De enorme ruimte beneden herbergt een zwembad, squash-, badminton- en tafeltenniszalen, kracht- en denksport ruimten en een grote hal, geschikt voor basket- en volleybal. Links is de kapel waar twee kaarsen branden. Eén voor de helder heid van geest, de ander voor de properheid van het lichaam YMCA in Londen, Leger des Heils voor wie minimaal tachtig gulden per dag kan neertellen. Dan mfeg je, op vertoon van je kaart, van alle faciliteiten gebruik maken. Mits je natuurlijk het bijbehorende blije gezicht daarbij trekt. Alcohol is uiteraard overal taboe, roken mag je alleen buiten. Maar dat spreekt vanzelf in het YMCA. Dean Smith, de wereldvermaarde basketbalcoach van de Universi ty of North Carolina, trekt zich overigens van al die dingen weinig aan. Hij is niet het type dat zich conformeert aan de padvinders mentaliteit van deze club. Voorgegaan naar de sportzaal accep teert hij met een dankbaar gebaar de fles Bols en steekt hij alvast maar een filtertje op.' De eerste in een reeks van velen. Als even later iemand met een misdienaarsgezicht hem ver zoekt niet met de schoenen de houten vloer te betreden kijkt hij de vrager zo lang door dringend aan, dat deze zich ijlings uit de voeten maakt Smith is hier gekomen om te basketballen, niet om preken aan te horen. "Dit hotel biedt alle trainingsmogelijkheden en daarom zitten we hier" verklaart hij nader. "En ner gens anders voor" Verzot De training van de Tar Heels, onder welke bijnaam de ploeg in Amerika - waar men be halve gek van basketbal ook verzot is op "nicknames" - door het leven gaat, neemt een aanvang. Drie assis- tent-coaches stellen zich, ge wapend met een fluit, tactisch op; Dean Smith wandelt naar het midden. Een krachtig signaal en iedereen snelt in draftempo toe, verzorgers en scout incluis. Staande in de cirkel ontvouwt Smith zijn plannen voor van daag, niemand zegt wat, ie dereen luistert aandachtig toe. Gedurende tweeëneen half uur loopt het zaakje daarna even gesmeerd als een geoliede machine. Slechts onderbroken door een klein, maar zéér typerend incident Bij een aanval beukt één der spelers (Yonagor) een dunk zo hard door de ring dat deze naar beneden komt, een ga pend gat in het bord achterla tend. Het wordt muisstil rondom de bleek geworden "boosdoe ner" hoewel de situatie rond uit komisch is en in een vol stadion ongetwijfeld een oor verdovend applaus Yonagors deel zou zijn geweest. Ieder een kijkt om naar Smith, wat doet de grote man? Hij grijnst... Dan is het in orde, er mag gelachen worden. Maar dan snel weer over tot de orde van de dag. Discipline Discipline, daar draait het om. Dat is één van de pijlers onder het succes van Smith én van zelfsprekend North Carolina waar hij al achttien jaar de scepter zwaait. Waar hij, op Chapel Hill, met zijn 20.000 studenten, is uitgegroeid tot één van de toonaangevende coaches in Amerika, het land dat aan de wieg stond van het basketbal en waar deze sport zich mag verheugen op de belangstelling van vele mil joenen actieve en passieve beoefenaars. De meeste inte resse gaat uit naar het college basketbal. Het enthousiasme

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1980 | | pagina 27