IPdKglh) v©m Het wordt een kwestie van de heel lange adem ZATERDAG 5 JANUARI 1980 PAGINA 19 VOORKOUT/SASSENHEIM - Het zit de stichting Slot Teylingen niet mee. Het enthousiasme waar mee zij in 1975 uit de startblokken kwam heeft wel iswaar nog nauwelijks aan kracht ingeboet, feit is dat de verwezenlijking van de doelstellingen veel minder vlot verloopt dan verwacht. Wat dat betreft kijkt het stichtingsbestuur toch met een scheef oog naar Dever in Lisse. Vijfjaar geleden ook nog een onooglijke steenklomp waar geen eer aan te behalen leek. Maar er ging een dak op, de bin nen- en buitenmuren werden gerestaureerd, de kelder uit gegraven en opgeknapt en de binnenruimte opgedeeld in verdiepingen. Het werd weer een echt kasteeltje waarin nu muziekvoorstellingen wor den gegeven, exposities en recepties gehouden en een museum onderdak heeft. De gemeente Lisse heeft voor Dever zelfs een "kasteelheer" aangetrokken. Daar kan het dus wel. "Natuurlijk zijn wij een beetje jaloers op Lisse", zegt Ad v.d. Brink, voorzitter van de stich ting Slot Teylingen. Maar het is niet juist om onze activitei ten te toetsen aan wat er met Dever is gebeurd. Vergeet niet dat men daar ook vijftien jaar in de weer is geweest om dit resultaat te bereiken. Er zijn nogal wat belangrijke verschillen tussen de twee. Dever is betrekkelijk klein, Teylingen groot. Dever is ei gendom van de gemeente, Teylingen is rijkseigendom. In Lisse is het destijds gelukt van de opknap van de ruïne een werkgelegenheidspro- jektte maken, dat ziter bij ons helaas niet in. De omstandig heden, zegt v.d. Brink, "wa ren voor Dever gunstiger". Prioriteit Bij het slot Teylingen loopt het allemaal niet zoals men had gewild. V.d. Brink geeft dat ook toe. "We hebben de pech", zegt hij," dat de over heid niet zo'n haast maakt. Teylingen is niet urgent ge noeg, hebben we nu wel door. Een lage prioriteit. Het is ons niet duidelijk waarom. Heeft het slot geen historische waarde? Wij dachten juist van wel. In zijn originele uitvoe ring was dit bouwwerk' de voorloper van de kastelen- bouw in Nederland. Van een dergelijke met water bevei ligde veste zijn in ons land nog maar één of twee voor beelden terug te vinden. Re den genoeg dachten wij om er dus zuinig op te zijn. Maar de overheid redeneert waar schijnlijk anders. Daarom houden we er alvast maar re kening mee dat het een kwes tie van de hele lange adem gaat worden". Voor de buitenwacht heeft de ruïne van Teylingen ogen schijnlijk weinig verandering ondergaan. Toch is er al het nodige werk verzet. Om in elk geval te behouden wat er nog staat zijn door een Sassen- heims aannemingsbedrijf re gelmatig conserverings- werkzaamheden uitgevoerd. Ook recentelijk nog. Daarbij ging het in hoofdzaak om het opnieuw metselen van door weer en wind aangetaste stukken muur. Teylingen bestaat uit twee ge deelten, een niet zichtbaar en een zichtbaar deel. Zichtbaar 'is de ronde verdedigings muur die uit het begin van de 13e eeuw dateert en een-door- snede heeft van 37 meter. Aan die muur zit vastgekoppeld een zogenaamd donjon, een hoog woongebouw dat onge veer een halve eeuw later moet zijn gebouwd. Een donjon bestond oorspron kelijk uit drie verdiepingen, de kelderruimten niet meege teld. Tot het begin van de 19e èeuw stond naast dit slotge deelte nog een woongebouw, de voorburcht. Daar resteren nog slechts de fundamenten Roerig Het slot heeft een zeer roerig le ven achter de rug. Het feit dat Teylingen op prenten en schilderijen vaak als een ruï ne staat afgebeeld, zegt wat dat betreft voldoende. De ke ren dat het in verval raakte, zijn legio. Toen in 1675 de woontoren (donjon) uit brandde vond men het waar schijnlijk welletjes want, voorzover men nu heeft kun nen nagaan is Teylingen sindsdien nooit meer be woond geweest. De historie van het slot was lan ge tijd in nevelen gehuld. Er was slechts een handjevol wapenfeiten bekend. Maar voor de legpuzzle worden ei steeds meer stukjes aange dragen. Niet alleen weet men regelmatig beslag te leggen op weer een nieuwe en nog onbekende afbeelding van het slot maar ook het aantal feitelijke gegevens groeit. Vooral dankzij de inspanning van bestuurslid Wijbrans, een gepensioneerd ingenieur die daar veel tijd voor vrij maakt. Zo is hij er recentelijk achter gekomen dat het voortbe staan van het slot een paar maal aan een zijden draadje heeft gehangen. Het heeft maar weinig gescheeld of van Teylingen zou geen steen meer zijn overgebleven. Want als het aan de particulier had gelegen die in 1802 het slot (met voorburcht) van het rijk overnam, zouden de ontta kelde steenmassa's tot de laatste kloostermop tot puin zijn gemaakt. Maar het rijk stak daar op tijd een stokje voor door op het laatste mo ment in het verkoopcontract nog de voorwaarde op te ne men dat de donjon met ring muur moest blijven staan. De voorburcht mocht wel wor den gesloopt en dat heeft de toenmalige eigenaar dan ook niet nagelaten. D.w.z., wat boven de grond stond is ge sloopt, de fundamenten zijn er in blijven zitten. Opmetselen De stichting is er alles aan gele gen om het stuk land in han den te krijgen waarin zich nog steeds die fundamenten be vinden. Voorzitter v.d. Brink ziet het al helemaal voor zich. "We laten ze opmetselen tot een centimeter of tachtig bo ven de grond, zoals je wel meer bij gerestaureerde kastelen ziet. Bezoekers heb ben dan een goed idee van wat er vroeger gestaan heeft. Het geheel moet natuurlijk een beetje worden aange kleed. Er is best iets sfeervols van te maken". Maar of het er ooit van zal ko men? Bijna alle restanten van de voorburcht liggen op een terrein dat eigendom is van een Voorhouts loonploegbe- drijf. De eigenaar is bereid de grond te verkopen. Hij is al in zee gegaan met een makelaar. Het probleem voor de stich ting is echter dat het terrein alleen in zijn totaliteit te koop is. Er moet 700.000 gulden voor op tafel worden gelegd. De stichting kan een dergelijk bedrag echter onmogelijk bij elkaar krijgen. Wel wil zij in overweging nemen om dat deel van het terrein aan te ko pen waarin de restanten van de voorburcht zitten. Maar het loonbedrijf voelt daar niets voor. Of het hele terrein of niets. De kans is nu aanwe zig dat een ander het terrein koopt. "Dat is onze vrees", zegt v.d. Brink, "want dan duurt het misschien jaren en jaren voordat het opnieuw te koop is. Onze enige zekerheid is dan dat die funderingen door de nieuwe eigenaar niet uit gegraven mogen worden". Er zijn in de afgelopen tijd ook wat activiteiten ontwikkeld in de nabijheid van het slot. Het gaat om een stuk of wat opgravingen. Daar i lijks ruchtbaarheid aan gege ven omdat de stichting bang is dat uitvoerige publiciteit veel "schatgravers" naar Sas- senheim zal lokken. In het verleden zijn er ook al opgra vingen bij het slot verricht. In 1934 voor de laatste keer. Bij die gelegenheid is het ont brekende deel van de ring muur boven de grond ge haald. Door Herman van Amsterdam Slotgracht Een van de eerste plannen die de stichting verwezenlijkt wil zien is het hergraven van de slotgracht. De helft van die gracht ligt er al, de rest is al tientallen jaren in gebruik als bollen- en weiland. Er zijn al wat voorbereidende werk zaamheden verricht. Men is bijvoorbeeld op zoek gegaan naar de juiste breedten van de gracht. Daarvoor heeft men een aantal grondboringen uitgevoerd. Dat karwei is ge klaard in samenwerking met de leden van de Archeologi sche Werkgroep voor Neder land, afdeling Rijnstreek. „Ploegleider" is Sassenheimer Hardenberg. Hij en zijn hel pers zijn bij die proefborin gen gestuit op de fundering van een brug, de vroegere verbinding tussen het slot en de voorburcht. Toen men die eenmaal had gevonden is men verder gaan redeneren. Hardenberg: „Archeologi sche vondsten worden vaak gedaan op plaatsen waar vroeger veel afval terecht kwam. Dat kan bij een riole ring zijn maar bijvoorbeeld ook in de buurt van een brug. Daarom zijn wij daar aan het graven gegaan". Naast wat scherven trof men er ook een zogenaamd Jacoba- kannetje aan, een aarden drinkbeker genoemd naar een illustere bewoonster van het slot, Jacoba van Beieren. In het verleden is men ervan overtuigd geweest dat Jaco ba, die op menig kasteel de bloemetjes buiten heeft gezet, de kannetjes zelf vervaardig de. Maar die theorie is inmid dels wel achterhaald. Men is er achter gekomen dat de Ja- coba-kannetjes afkomstig zijn uit de Duitse plaats Sieg- burg, in de 14e en 15e eeuw een belangrijk centrum voor de vervaardiging van aarde werk. Ook het slot Teylingen heeft er destijds een partij van aangekocht. Fases Nu het duidelijk is dat het rijk (de geldschieter bij eventuele restauraties) maar heel moei lijk te bewegen is een groot bedrag ineens voor het Voor- houtse monument te reserve ren, heeft de stichting beslo ten de plannen in wat meer fases onder te verdelen. Aan vankelijk had men in gedach ten de gevonden brugfunde- ring tot 20 a 30 cm boven de grond op te metselen. En dan direct ook maar een stukje fundering van de voorburcht Een zogenaamd Jacoba- kannetje, opgegraven bij het slot Teylingen, maar vervaar digd in het Duitse Siegburg. (een meter of wat ligt op eigen terrein van de stichting) zo'n behandeling te geven. Maar de aannemer kwam met een dusdanig hoge prijsopgave (300.000 gulden) dat besloten is tot minder ingrijpend met selwerk. Voorlopig wordt begonnen met een klus van „slechts" 65.000 gulden. Dit jaar, zodra de vorst uit de grond is, wil men beginnen. Althans, als het rijk (CRM) dat bedrag toezegt. Dat is nog steeds niet ge beurd. Herhaalde verzoeken van het stichtingsbestuur hebben tot nu toe geen effect gesorteerd. Toch vertrouwt men er op dat het bedrag er komt En dat ook voor de ove rige projekten geld los komt. Het tot de verbeelding spre kende hergraven van de slot gracht beeft de stichting hoog op haar verlanglijstje ge plaatst. In samenwerking met de rijksdienst voor oudheid kundig bodemonderzoek is al een ruw werkplan samenge steld. De bedoeling is om eerst met een graafmachine een bo venlaag van 60 a 70 centime ter af te schuiven en dan over te gaan op „handwerk". Er zullen pompen worden geïn stalleerd om de voeten droog te houden. Het fijnere graaf werk zal worden verricht door de leden van de archeo logische werkgemeenschap. Zij hebben destijds ook rond de ruïne van Dever de grond onderzocht. Als er erg specta culaire dingen worden bloot gelegd zullen specialisten van de rijksdienst het werk over nemen. De spullen die uit de gedempte gracht tevoor schijn komen zullen (zolang Teylingen nog geen eigen museum heeft) door be stuursleden in bewaring worden genomen. Kas De stichting ziet geen moge lijkheden om zelf een deel van de restauratie te bekostigen. Er zit niet veel in kas. Er zijn wel allerlei acties op touw ge zet maar die hebben nauwe lijks zoden aan de dijk gezet. Zo is destijds een beroep ge daan op het bedrijfsleven in de bollenstreek maar die toont geen enkele interesse. Ook het aantal begunstigers (donateurs) valt zwaar tegen. Niet meer dan 150, van wie er veel niet eens uit de bollen streek komen. „Er is hier in de streek nauwe lijks belangstelling voor mo numenten", zegt v.d. Brink. „Je vraagt je soms af waar we eigenlijk mee bezig zijn. Als toch niemand er zich voor in teresseert hoeven we er ook niet zo veel moeite voor te doen. Maar misschien dat er verandering in' komt als Tey lingen wat meer op een echt slot gaat lijken. Daar ver trouwen we dan maar op". Er zitten Sassenheimers in het stichtingsbestuur, een Sas- senheimse aannemer voert de restauraties uit, Sassenhei mers zijn donateur, toch staat het slot op Voorhouts grond gebied. Een grillig lopende gemeentegrens (kilometers verwijderd van de kern van het dorp) bepaalt dat. In de wandelgangen van de beide gemeentehuizen is het woord annexatie al gevallen. Voor het gevoel hoort het slot Tey lingen bij Sassenheim. Maar tot een simpele verlegging van de gemeentegrens (het gaat om een meter of wat) is het nog niet gekomen. Balletje De beide gemeentebesturen staan ook niet te dringen om wat gelden voor de opknap van de ruïne te voteren. V.d. Brink: „Tijdens een lunchbe- spreking met de beide bur gemeesters en secretarissen hebben we wel een balletje in de richting opgegooid maar toezeggingen zijn er toen niet gedaan. De colleges vinden dat het slot niet van regionaal maar van landelijk belang is. Waarmee ze maar gezegd willen hebben dat het rijk voor de restauratie moet op draaien". Al met al zit het de stichting Slot Teylingen niet mee. Hoewel. Het rijk is op één punt wel toeschietelijk geweest, het heeft goedkeuring verleent aan de aanschaf ven een pon tje, dat de roeiboot gaat ver vangen die al sinds mensen heugenis bezoekers van Tey lingen (per jaar zijn dat er zo'n 800) over de slotgracht brengt. Vanaf 1934 werden de de roei spanen gehanteerd door de Sassenheimse „slotvrouw", mevrouw Van Klaveren. Haar schoondochter Paula trad vijf jaar geleden in haar voetspo ren. De roeiboot heeft onder alle omstandigheden de over tocht gemaakt Wind. storm, kou. Het hele jaar door. Me vrouw Van Klaveren sr. liet in die veertig jaar nooit verstek gaan. Ging ook nooit op vakantie. De roeiboot brengt een man of tien naar de overkant. Op het pontje gaan er vijf meer. Voor de huidige slotvrouw, zij zit ook in het stichtingsbstuur, hoeft het nieuwe vaartuig niet. „Laat mij maar achter de roeispanen kruipen", zegt ze. ..Een beetje inspanning tij dens de overtocht kan geen kwaad". Het pontje wordt binnenkort in gebruik geno-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1980 | | pagina 19