samengesteld door Koos Post Elk uur rijdt men zo 'n vijf minuten met de ogen dicht Volvo's machtige zes cilinder diesel Het konijn en de beer 0eciShn Kabouter-rijmpje HET KIND t>E KAfcPPEfM>OC>J MAANDAG 31 DECEMBER 1979 Iedere automobilist rijdt per 1 uur vijf minuten met de ogen dicht.. Deze constatering kwamen wij tegen in "Renault Revue", het orgaan dat Renault Neder land uitgeeft. Nu is deze onthulling minder onthutsend dan men op het eerste gezicht zou denken. Onder normale omstandig heden knippert ieder mens namelijk zo'n 25 maal per mi nuut met de ogen. Elke "knip per" duurt ongeveer éénvijfde seconde. Het is een kwestie van simpel rekenen om te ont dekken dat men dus per uur vijf minuten met de ogen dicht rijdt. Dat hindert niets. Onze herse nen hebben gelukkig het ver mogen die "blinde" tijden op te vangen, zodat we voor ons gevoel voortdurend zien. Men behoeft derhalve geen moeite te doen niet te knipperen. Maar wel moet men er steeds op bedacht zijn dat de ogen hun taak wel het beste kunnen blijven verrichten. Veilig au torijden doet men in de eerste plaats immers met de ogen! Storingen aan de ogen (we heb ben het niet over echte afwij kingen) ontwikkelen zich heel, heel geleidelijk. Men merkt het zelf nauwelijks, Daarom zijn kleine handgreepjes nodig om af en toe de sterkte van de kij kers te controleren. Testjes Kan men voorwerpen die meer dan een paar meter weg zijn nog scherp zien? Knip een krantekop met letters van één centimeter hoogte uit en be vestig die-aan de muur. Ga met enige anderen zo ver mo gelijk van die muur af staan en loop er langzaam naartoe. Stilstaan als men de kop kan lezen. Als men verder dan de anderen moet doorlopen is men "bijziend" en kan men beter eerst naar de oogarts lo pen voor men weer met de au to naar het werk wil rijden. Als men de krant verder dan zo'n veertig centimeter van de ogen moet houden om te kun nen lezen zou men wel eens "verziend" kunnen zijn. Dat heeft met het autorijden niet zo bijster veel te maken maar voormen hoofdpijn krijgt kan men toch beter ook even bij de oogarts langs gaan. Juist omdat men onder het rij den zoveel verschillende din gen ziet en moet registreren moeten de ogen snel van veraf naar dichtbij en omgekeerd kunnen omschakelen. Men kan het eenvoudig genoeg tes ten. Enkele seconden naar de ze tekst kijken, dan een paar tellen uit het raam en dan weer naar deze tekst. Als men de lettertjes niet meteen scherp kan lezen mankeert er wat aan de scherpstel-capa- citeiten. Het kunnen schatten van af standen is voor een automo bilist van levensbelang. Weer een simpele test. Laat iemand een potlood op armlengte en ooghoogte vasthouden. Kijk er met beide ogen naar en breng dan langzaam de lin ker wijsvinger naar de bo venkant van het potlood. Daarna de rechter wijsvin ger. Als men uit tien maal proberen niet ook tienmaal het potlood precies raakt is de dieptewaarneming niet zoals die behoort te zijn. Ogen bestrijken een groot ge- zichtveld. De ogen werken als een soort super-groothoeklens en kunnen bijna 180 graden bestrijken uit één positie. Ook dat is te testen. In elke hand een pen nemen en de armen naar achteren strekken. Ze dan langzaam horizontaal naar voren bewegen. Op een bepaald ogenblik moet men beide pennen kunnen zien. Voor de meeste mensen zal dat zijn als ze hun armen onge veer recht opzij hebben. Als de armen zover naar voren moe ten dat de hoek minder dan zo'n 140 araden bedraaat dan is het gezichtsveld eigenlijk te klein om nog veilig achter het stuur te kunnen zitten. Ouderdom. Ouderdom komt met gebreken. Zelfs als men in blakende ge zondheid ouder wordt gaan de ogen achteruit. Het aan passingsvermogen van de ogen aan het donker bijvoor beeld wordt minder. De reac tiesnelheid (het verwerken van via de ogen ontvangen impulsen) daalt. Dat verminderde aanpassings vermogen speelt vooral een rol als een automobilist op een onverlichte weg te maken krijgt met het verblindende licht van een tegenligger. In zo'n geval is snelle aanpas sing immers van belang voor een veilige voortzetting van de rit. Hoewel er duidelijk sprake is van ietwat afnemend ge zichtsvermogen bij ouderen kan en mag dat niet leiden tot een verbod om een auto te be sturen. Uit statistisch onder zoek is ook niets gebleken van een verhoogd risico voor ou dere automobilisten. Maar het is natuurlijk wel be langrijk dat men naarmate men ouder wordt de ogen wat meer laat controleren. Voor de veiligheid van zichzelf en an deren. Elke zichzelf respecterende autofabriek heeft langzamer hand wel een diesel in huis of één in de maak. Ze kunnen er niet meer omheen Niet in de eerste plaats omdat diesel als brandstof zoveel goedkoper is. Meer omdat die motor zuiniger is. Want goedkoper is een voordeel tje dat men in lang niet alle lan den tegenkomt. Bij ons scheelt het aan de benzinepomp nog aanzienlijk. In Frankrijk bij voorbeeld ook. Maar in Duits land betaalt men nagenoeg evenveel voor een liter benzine als voor een liter diesel. De uitbreiding van de diesel- markt is dan ook in eerste in stantie te danken aan de zui nigheid van de dieselmotoren. Die draaien vrijwel altijd voordeliger dan hun benzine broertjes. En wanneer men dan denkt aan de prijs die men van daag de dag voor zo'n litertje benzine moet betalen we zijn de f 130 al gepasseerd maar het einde is duidelijk nog lang niet in zicht...) dan kan men zich voorstellen dat velen de voor keur geven aan die zuiniger dieselmotor. Ondanks de na deeltjes. En in ons land ondanks de fiscale straf die op diesel rij den staat. De verschillen tussen benzine en diesel hebben wij dezer dagen weer ervaren toen wij van Vol vo's hoofdkwartier in Beesd een zescilinder diesel ter beschik king hadden gekregen. Niet verwarren met de vijfcilinder diesel die Volvo bij de presenta tie van de modellen voor 1980 heeft aangekondigd. Die moet nog komen. Het duurt nog een tijdje voor deze kar met een tweeliter motor op de markt zal komen. Waar wij in hebben gereden was de zescilinder met 2400 cc motor, waarmee Volvo een klein jaar geleden voor het eerst op de dieselmarkt is verschenen. De wagen is uitgerust met een door Volkswagen geleverde motor, die men ook in grote VW-bestel- wagens kan tegenkomen. Het is in de grote personenauto van Volvo een kostelijk klop pend hart, al is de hartslag wel eens aan de rumoerige kant. Daar heb je weer een van die telkens weer opdoemende be zwaren tegen een dieselmotor. Als die dingen koud zijn is het geluid niet om aan te horen. Toegegeven, het duurt maar even. Na luttele kilometers spint de motor als een tevreden poesje. Maar als je 's ochtends vroeg met koude motor van het woon erf moet vertrekken schaam je je wild. "Met excuses aan de bu ren" ga je met een soort tank op stap. Daarna? Dan is het nauwelijks meer te merken dat je met een diesel op stap bent. Oh ja, je moet wat sneller schakelen bij lagere snelheden. De trekkracht is niet bijster groot. Er zit heel weinig pit in. Maar zo het geen kwestie van berusten is dan toch een van gewenning. Na een tijd je weet men niet beter. De top ligt tegen de 140 kilometer per uur op de teller. Voor de meesten wel voldoende. Bovendien snort de wagen dan nog lekkerder door een schuifje op de knop van de versnelling even naar voren te zetten. Het groene lichtje "OV" op het dash board gaat branden, de over drive is in werking: minder toe ren, minder geluid, minder brandstof. Handig en nuttig. Verder is die grote bak van Vol vo voldoende bekend om er nu nog iets nieuws over te kunnen zeggenWe kunnen ons eigenlijk nauwelijks indenken dat er achter de schennen van Volvo niet allang aan een opvolger wordt gewerkt. De wagen heeft al zoveel jaren zijn werk goed gedaan dat men er nu wel op uitgekeken raakt. Kleine de tailwijzigingen als een veran derde neus en een gestroomlijn- der staart helpen niet meer. Als Volvo niet uit de "vaart der vol keren" wil worden gestoten dan zal men niet al te lang met nieuws moeten wachten. Dat neemt echter niet weg dat het nog steeds een kapitale kar is. Vooral de stuurbekrachti ging in onze testauto hebben wij erg kunnen waarderen. We heb ben het destijds zonder moeten doen en dat was stevig trekken geblazen. Nu gaat het heel soe- peltjes. En gezien de niet al te verschrikkelijke draaicirkel (ruim 103 meter) kan men heel goed met deze wagen manoeu vreren. Intussen heeft men ook een in- tervalschakelaar op de ruiten wisser standaard ingevoerd. Evenmin een overdadige luxe. Het heeft ons alleen hogelijk verbaasd dat Volvo er zo lang over heeft gedaan om het nut van dit accessoir te ontdekken. Voor de prijs hoeven ze het toch niet te laten. Want deze gr <te Volvo mag heerlijk royaal zijn, uiterst rustig, prettig comforta bel, goed te sturen en gemakke lijk te hanteren, goedkoop is hij beslist niet. We hadden een exemplaar voor de test i men stoelen en achterbank met leer had bekleed. We moeten hét toegeven: uiterst aangenaam. Niet te warm. niet te koud. We houden trouwens toch wel van lederen meubelen. Maat bij Volvo moet je er in de auto wel zo'n duizend gulden meer voor betalen (pluche is namelijk standaard). Alleen, we zouden geneigd zijn te zeggen dat op een bedrag van een dikke 36X)00 gulden (ivant dat kost deze zescilinder diesel gewoon) kan één duizendje meer toch niet het zijn-of-niet- zijn uitmaken. En dan is leer een plezierige luxe om te kopen. Maar dat moet een ieder voor zichzelf u i t maken .Het is zonder leer toch al een kapitaal bedrag Dat echt niet is terug te verdie nen aan de benzinepomp al scheelt het aanzienlijk of men de wagen bij de benzine- of die- selmoeder moet aanleggen.. Het scheelt vele dubbeltjes per liter. En het verbruik van de wagen was ook niet^onVerdien- stelijk. Eén op tien tot elf. Ter wijl men bij een benzinemotor van een dergelijk vermogen al niet meer met de ogen knippert als er éen op acht of minder te voorschijn komt. Er zit dus wel wat winst m de diesel. Of het genoeg is? We heb ben het al eerder gezegd: men zal papier en potlood moeten nemen om te berekenen of dat in het persoonlijke geval gunstig genoeg uitkomt. Het konijn woonde in een diep en groot hol. Diep in het bos. Op een keer ging het konijn een wandelingetje maken. Opeens zag hij een beer. Vlug kroop het konijn weg. Maar de beer had hem al gezien. Toen zag het ko nijn dat de beer naar hem toe kwam. Het konijn werd heel erg bang. De beer zei ga je met mij spelen. Ja, zei het konijn. Toen het al wat donker ging worden zei het konijn kom je bij mij pannekoeke etenja zei de beer. Ze smulde er lekker vanToen ze het op hadden, zei het konijn kom je bij mij slapen, ja hoor dat wil ik wel. De volgende mor gen gingen ze weer met elkaar spelen en van nu af aan spelen ze bij elkaar en slapen ze bij el kaar. Groetjes van Antoinette Timan Roodenburgerstraat 42 Leiden •fKVMO l S& V£ Op de velden van Bethlehem Hoorden de herders die weidden Een liefelijke stem En die stem die zeidde: "Vrees niet, Ik ben een Engel zoals ge ziet In Bethlehem is een kind geboren En Dut geeft zich voor U verloren Het Kind ligt in doeken gewonden Het ligt in een stal Het ligt er om Uwe zonden Die zo groot zijn in getal Dc andere Engelen zongen toen: Vrede op aarde, In de mensen een welbehagen". En gingen toen weer naar de hemel toe De herders vonden het Kind in een stal Het Kind dat ons redden zal De vader en de moeder zitten er ook bij En verder drie mannen op een rij Het zijn de wijzen uit het Oosten Drie in getal. Zij geven het goud en wierook en mirre Zij weten ook dat het Kind ons verlossen zal Dan gaan de wijzen en de herders weer heen Er was eens een kaboutertje die had een baard en at zoals gewoonlijk veel taart. Op een dag zag hij een konijn en zei: "dat konijn is van mijn". Het konijn schudde: "Neen, ik ben van mijn b En van hem krijg ik ook veel kaas. Het kaboutertje zei: "dat krijg je by mij ook". En bij jou baas is vast veel rook Ja, er is veel rook maar dat vind ik fijn en we zijn ook dicht bij de Rijn Jammer vond het kaboutertje, en zei: Dag Woutertje! Redactie: Anneloes Bronsgeest en Henk de Kat

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1979 | | pagina 23