(dldtfü PyBs We zijn aardig bezig om de afstand tussen werken den en niet-werkenden te ver groten,vind ik inderdaad dat er voor links aanleiding is dat alles nog eens te overwegen. Het is duidelijk dat er een zware prijs voor betaald wordt. En natuurlijk dacht ik niet dat we het kabinet een, twee, drie weg konden wer ken". Achteraf is mijn conclusie de ze: ik was mij toen zeer bewust dat het tweede kabinet-Den Uyl het heel moeilijk zou krij gen: werkgelegenheidsbeleid, loonmatiging, ombuigingen, waarvan we er nog 4 miljard hadden uit te voeren. Maar juist omdat het zo moeilijk zou worden door de tragere eco nomische groei, vond ik dat er een kabinet moest komen met CDA en D'66, dat voor pro gressieve mensen duidelijk herkenbaar was". Eisen Jk vond dus dat hoge eisen ge steld moesten worden, ook en met name in de personele sfeer. Ik hechtte.dat is bekend, niet al te veel waarde aan ge talsmatige formules, zoals 8-7-1. Van het begin af aan vond ik 7-7-2 ook best. Maar ik vind dat in de personele sa menstelling het kabinet de mogelijkheid moest hebben tot de mensen te spreken. Daar om vond ik dat iemand als Andriessen, met wie ik op zichzelf heel redelijk overweg kan, géén minister van eco nomische zaken kon worden, gelet op zijn afwijzing van de VAD en het sociaal-econo misch akkoord. Vandaag denk ik daar niet anders over. Als ik aanvaard had dat er een kabinet was gekomen op voorwaarden van het CDA, dus mét Van Agt, mét Krui- singa en mét Andriessen dan nog op economische zaken, dan zou het geen lang leven hebben gehad". Door Frans Kok - Maar wat was daar tegen? U pleit zelf voor het mobiliseren van de mensen, het politise ren, dan had u toch na een of twee jaar naar de kiezers kunnen gaan en zeggen: ik krijg niet de kans een progres sief beleid uit te voeren, help me aan meer zetels! Nu kunt u helemaal geen progressief beleid gestalte geven. Den Uyl: „Dat ben ik maar ge deeltelijk met u eens. Ten eer ste vind ik het politiek niet gezond om een kabinet te be ginnen met de gedachte: als het na een jaar stuk loopt, ga ik naar de kiezer. Ten tweede, CDA en WD hadden en heb ben een meerderheid in de Tweede Kamer. Als het kabi net ten val was gekomen, was het helemaal niet zeker ge weest dat er geen interim-ka binet was gekomen, zoals bij voorbeeld na Cals-Vondeling. Dan is er nauwelijks meer sprake van een rechtstreeks beroep op de kiezer. Wat u voorstelt is in Nederland staatsrechtelijk helemaal niet zo eenvoudig uit te voe ren". Uiterste Den Uyl zet nogmaals uiteen dat hij tot het uiterste is ge gaan om met het CDA tot een akkoord te komen. Maar er was een groot obstakel: de steeds toenemende voorkeur bij de leidende club in het CDA en met name bij Van Agt voor samenwerking met de WD. Den Uyl vindt dat Van Agt daarin weinig te verwij ten is, dat is zijn goede recht. Voor de verkiezingen heeft hij van die voorkeur ook al duidelijk blijk gegeven. toe op de vraag Andriessen of Lubbers, (die door zijn eigen CDA toen mooi in de steek is gelaten) op economische za ken. Den Uyl: „Het was na tuurlijk niet zo dat het om een flauwekulletje ging. Andries sen en Lubbers hebben ieder een heel verschillende in valshoek. „Ik heb de formatie een uitput tende en naarmate de tijd vorderde een bijna vernede rende ervaring gevonden, een slechte smaak ook aan over gehouden. Ik wist dat als het niet snel lukte, de hele zaak in gevaar zou komen door de sterke krachten in het CDA die naar de WD lonkten. Ach, die eerste crisis over de VAD, half juli, dat kon nog, maar die tweede over abortus, die was volstrekt overbodig. Ik zeg niet dat Van Agt dat bewust gewild heeft, maar naar mijn smaak was die cri sis onbewust van Van Agt een geslaagde poging zijn eigen achterban te mobiliseren. Een polariserende crisis, hè. Ja, de lol was er voor mij toen wel af'. Aantjes - Is het niet zo dat Aantjes op dit punt van abortus en ook in het verdere verloop van deforma tie een grote rol heeft ge speeld? Hoewel Aantjes voor stander was van samenwer king met de PvdA heeft hij vooral op het eind voortdu rend Van Agt opgestookt om voet bij stuk te houden. Bij abortus had hij bijvoorbeeld het onwrikbare idee dat al leen het kabinet met een wets ontwerp mocht komen. Den Uyl: „Aantjes wist heel goed dat ik ten aanzien van abortus een vrij gematigd standpunt inneem en hij heeft mij kennelijk willen dwingen met een oplossing te komen, DEN HAAG - Den Uyl houdt niet van de term „de matheid van de jaren "70" als verklaring en nog minder als excuus voor de duidelijke stagnatie waarin de sociale en culturele vernieuwingsbewe ging van de jaren '60 is beland. Den Uyl ontkent dat er weinig terecht is gekomen van alle nieuwe ideeën die toen ook op politiek terrein opkwamen. Er is enorm veel veranderd, vindt hij, en daarom mag men de huidige periode dan ook niet louter zien als tijd van restauratie. „Het is meer een kwestie van eb en vloed. Het is nu duidelijk eb, de vloedgolf van ideeën uit de zestiger jaren is goeddeels in het zand gelopen". Met het kabinet-Den Uyl woei er opeens een nieuwe wind door Den Haag en niet alleen doordat er na de regentenstijl plaats was voor een staatsse cretaris in spijkerpak. Dat de politiek de ontwikkelingen heeft kunnen bijbenen is voor een groot deel de verdienste van Den Uyl. Hoe het ook an ders kan bewijst Amsterdam, in de jaren '60 de creatieve hoofdstad, van welhaast de hele wereld, nu verworden tot een toonbeeld van onmacht, een omgeploegde stad zonder uitzicht op verbetering. Natuurlijk kwam Den Uyl niet uit de lucht vallen. Met enige overdrijving kan men zeggen dat het kabinet-Den Uyl poli tiek gezien de neerslag vorm de van de woelingen uit de ja ren '60. Door het naijl-effect, dat de politiek kenmerkt, kreeg het echter pas in '73 de kans het roer over te nemen. Den Uyl heeft in zijn periode met veel verzet te maken ge had en moet nu toekijken hoe een ander kabinet op wat ge- zapiger manier de maat schappelijke schokken pro beert op te vangen. Restauratie Dat er restauratie-tendensen zichtbaar zijn, ontkent Den Uyl niet. „Als je ziet dat de mensen vandaag de dag hun haar voor het eerst sinds 15 jaar weer kort laten knippen, dan kun je dat een symptoom van restauratie noemen. Ook op een breder maatschappe lijk terrein zie je die restaura tie wel, ik noem het vergroten van de afstand tussen lonen en uitkeringen, tussen actie ven en niet-actieven, zoals nu gebeurt in de kortingswet Toch zijn er volgens Den Uyl in de opvattingen van de men sen blijvende veranderingen opgetreden, al is de drift er misschien wat uit. Als je de mensen vraagt naar de toe laatbaarheid van inkomens verschillen, dan krijg je nu een heel ander antwoord dan 15 jaar geleden. Den Uyl wijst op de zelfbewustheid van de mensen, het opkomen voor zichzelf, zoals blijkt uit de verhouding directeur-perso neel in de bedrijven. Al is dat misschim meer mentaliteits verandering bij de burgers zelf, waar de overheid als zo danig weinig aan heeft bijge dragen. Den Uyl springt over op het ka binet-Van Agt en geeft een harde analyse van wat het ka binet allemaal aan vernieu wing heeft laten doodbloe den, die leidt tot de slotsom: er is geen enkel terrein, waar op dit kabinet een wetsont werp van enige hervormende betekenis in progressieve zin heeft ingediend, een eigen aanpak is er niet. Den Uyl be gint opnieuw over de kor tingswet, die naar zijn mening een ontwikkeling in gang dreigt te zetten, waarop wer kenden en niet-werkenden van elkaar vervreemd raken. Je krijgt een elite van men sen, die nog mee kunnen draaien in het moderne ar beidsproces en een leger uit gestotenen, de kneuzen (nu al 600.000). Die splitsing wordt bevorderd door het loslaten van de solidariteit tusen ac tieven en niet-actieven, die onder het kabinet-Den Uyl via het optrekken van de uit keringen tot honderd procent van het minimumloon tot stand was gebracht. Machtscentrum - We keren terug naar de poli tieke situatie in de zeventiger jaren. U sprak in '73 over een beslissende verplaatsing van de macht. Dat is toch niet uit gekomen, want nu zit er het kabinet-Van Agt, terwijl u in '73 waarschijnlijk een lange periode voor ogen had, waar in de PvdA een sterk stempel op de Nederlandse politiek zou drukken? Den Uyl: „Dat komt omdat we in een pat-stelling zijn geëin digd. Ondanks de unieke winst van 6,5 procent (10 ze tels) voor de Partij van de Ar beid, is het waar dat in de ver houding links-rechts maar 1 h 2 zetels verschoven zijn. Er waren immers ook de 6 zetels winst voor de WD. Er was weliswaar een geweldige concentratie van linkse stemmen op de PvdA, wat een illustratie was van het sterk toegenomen politiek bewustzijn van links, maar er vond ook een duidelijke sa menballing van macht plaats op rechts, in de eerste plaats door de vorming van het CDA en voorts door de winst van de WD, die bijvoorbeeld de stemmen opslokte van DS'70". Persoon - De uitslag van 25 mei 1977 was wel een overwinning voor u als persoon, maar niet een overwinning voor links als geheelDat heeft links wel eens te weinig gezien. De kabinets formatie. Zonder overdrij ving te karakteriseren als een cruciale periode, waarin het hard tegen hard ging. Inzet: wordt de vernieuwing die on der het kabinet-Den Uyl was begonnen, verder uitgebouwd en ingevuld of wordt de klok teruggezet, en de bedachtza me lijn van daarvóór, in de stijl van Piet de Jong, weer opgepakt? Het resultaat is be kend. Nu is het natuurlijk ge makkelijk achteraf te redene ren, maar toch: U staat nu aan de zijlijn, wellicht tot 1981 of zelfs nog langer. Mijn vraag is: is de prijs niet te hoog geweest? Had u toch niet beter kunnen insteken op dat laatste voorstel van het CDA, met Andriessen in plaats van Lubbers op economische za ken. Dan had u in elk geval meer invloed gehad op de gang van zaken dan nu. Want u deelt toch niet de mening van degenen, die overmoedig riepen dat ze het kabinet-Van Agt-Wiegel wrt even snel zou den wippen? Den Uyl: Juist dezer dagennu het wetsontwerp ter tafel ligt die de richting van het CDA en niet die van mijn eigen par tij inging. Dat heb ik best op afstand geproefd en ik sluit ook helemaal niet uit, zoals u zegt, dat Aantjes in dit opzicht belangrijker is geweest dan Van Agt". Den Uyl toont weinig animo op de verdere rol van Aantjes in de formatie in te gaan. Hij lijkt te denken: met iemand die weg is uit de politiek ga ik niet in discussie. We laten het rus ten. Over de andere hoofdrol speler - Van Agt - is Den Uyl zo mogelijk nog voorzichti ger. Hij beweert dat hij per soonlijke gevoelens uit de formatietijd allang overboord heeft gezet. Het gaat om de zaak, niet om personen. Toch zou hij een mooi boekje open kunnen doen over de niet ge ringe ambitie van Van Agt en de bijna magistrale wijze waarop hij het publiek juist van het tegendeel weet te overtuigen. Symptoom - Is Van Agt niét bij uitstek een symptoom voor de jaren zestig en zeventig? Meegegaan met de vernieuwingsbeweging in de jaren '60, als progressief binnengehaald in het kabi net-Biesheuvel en geleidelijk opgeschoven naar het conser vatieve „op de winkel pas- Den Uyl: „Natuurlijk, hij is ge start in de Coornhert-Liga, heeft het station van het ethisch reveil gepasseerd en opereert nu graag met realis tisch rechts. Een respectabel conservatief man. En dan laat hij zich door het CDA nog op- lieren voor een pleidooi voor de VAD. Je proeft de onecht heid eraan. In het CDA is een man als Lubbers wèl iemand die een open oog heeft voor de problemen van de jaren '80. Inventief, boordevol ideeën, maar ja", verzucht Den Uyl, „uiterst drukgevoelig, hè, in een groot aantal concrete ge vallen wijkt hij telkens weer terug voor druk van links en rechts". Het is het kabinet-Den Uyl niet gelukt in de 4,5 jaar van zijn bestaan een brug te slaan naar blijvend goede verhoudingen met het CDA, zoals men bij voorbeeld in de ARP had ge hoopt. De frustraties in het CDA wegens de inbraak van 1973 bleken bij de formatie van *77 nog levensgroot aan wezig. Wat het CDA betreft, geeft Den Uyl grif toe dat er geen ver trouwensrelatie is ontstaan. Maar wat was er aan de hand? Men voelde zich voor het eerst in de geschiedenis opzij van het centrum van de macht gezet. En dat is tegelijk het hoofdbezwaar van Den Uyl tegen het CDA. Dat het opereert alsof men een na tuurlijke aanspraak heeft op het centrum van de macht. „Dat is pas de echte arrogan tie van de macht. Uit demo cratisch oogpunt is het funest dat het CDA zich kan permit teren naar believen alle kan ten op te gaan". De meerderheidsstrategie heeft ook veel kwaad bloed gezet bij het CDA, al is Den Uyl erin geslaagd de allerscherpste kantjes er toen wat af te slij pen. Den Uyl legt uit dat het bij de verkiezingen ging om voor of tegen het kabinet en dat dus de PvdA alleen aan een kabinet kon deelnemen als zijn premierschap werd gecontinueerd. - Geldt een dergelijke eis ook bij de komende verkiezin gen? Den Uyl: „Ik zeg niet dat wij per se de grootste moeten zijn, maar in redelijkheid moet het mogelijk zijn, dat wij de mi nister-president leveren, an ders is de verkiezingsuitslag een veroordeling van de op positie. Misschien dat er uit de bus komt, dat wij samen met D'66 groter moeten zijn dan het CDA, dat weet ik nog niet". Somber We belanden bij de jaren '80 die, niemand zal het ontkennen, ondanks oliecrisis en gijze lingen zo mogelijk nog moei lijker zullen worden dan de jaren '70. Vaststaat, dat het geëigende instrumentarium van de overheid niet vol doende zal zijn om de problemen van werkgele genheid, arbeidsverdeling, schaarste aan energie en grondstoffen en de toene mende roep om democratise ring en medebeslissingsrecht bevredigend op te lossen. Den Uyl is uitgesproken som ber over de jaren '80, als er niet een overheid komt die met fantasie, durf en een uit gesproken visie een lijn uit stippelt. Die de desinteresse bij de mensen weer weet om te zetten in enthousiasme, al thans in de bereidheid mee te denken hoe welvaart en ar beid op de meest rechtvaar dige wijze verdeeld kan wor den. ,Ik denk dat we in het midden van de tachtiger jaren een herhaling krijgen van de be weging van 26 jaar daarvoor, misschien nog wel heviger. Een beweging naar democra tisering, naar controle en zeg genschap. Het zal zich richten tegen drie fronten: de belang rijke economische beslissin gen van bijvoorbeeld multi nationals, de aanschaf van steeds geavanceerder militai re apparaten en de computer techniek, de informatie-tech nologie, die tot ontwikkelin gen leidt die voor de gewone burger niet meer te volgen zijn". „Ik verwacht dat de gelatenheid die je nu in veel opzichten waarneemt, plaats zal maken voor een nieuwe opstand, een nieuwe revolte. Dat komt omdat zich in de maatschap pelijke ontwikkelingen ele menten nestelen, die in feite in strijd zijn met de menselij ke waardigheid en elementai re noties van mens-zijn". „Ik denk dat de revolutie van de tachtiger jaren niet zal gaan over de vraag: Staatsbezit of particulier bezit. Zelfs niet primair over de inkomens verdeling, maar dat het echt zal gaan over de vraag: wie beschikt over ons lot. Als dat loskomt zal het een geweldige crisis opleveren, ook in het buitenland. En ik denk dat het ook weer gepaard zal gaan met crises in onze parlemen taire democratieën. Juist om dat de economische groei minder wordt en het besef van schaarste zich aan ons voordoet, worden de mensen uitgedaagd om zich bezig te houden met de besturing van de samenleving. Onder de huidige omstandigheden komen ze daar niet toe en daarom vrees ik dat we in een soort strijd, in zeer verhevig de vorm, om de fundamentele democratisering van de maatschappij terechtkomen met opstanden, met onlusten, misschien met afgrijselijke gijzelingen, ik weet het niet, ik ben geen voorspeller, maar ik denk dat we op dat punt aardig bezig zijn vast te lo pen". Als geen ander heeft hij het politieke gezicht van de jaren '70 be paald: drs. J. M. den Uyl, minister-presi dent van begin '73 tot eind '77, nu al weer twee jaar aan de zij lijn toekijkend hoe er op de winkel wordt gepast. Hij heeft de roerige periode van oliecrisis en gijzelin gen vanuit een cen trale positie meege maakt. In het kabinet heeft hij gemerkt hoe moeizaam het is om vernieuwingen om te zetten in concrete wetgeving. We pra ten

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1979 | | pagina 26