Terug naar
Even wat wegslikken bij
het betreden van het
platform op Halim-Airport
ZATERDAG 15 DECEMBER 1979
Een van de deelneemsters aan
deze door Unitravel strak
georganiseerde groepsreis
heeft een bloedneus en er
ontbreekt nog een koffer. De
bus moet dus even worden
opgehouden. Maar éénmaal
in beweging zet de chauffeur
er veel vaart in. Op naar Bo-
gor, het vroegere Buitenzorg.
Voor de rondleiding in de
Plantentuin zorgt een krasse,
oude baas. Hij heet 'bapak'
Asmiin en werkt al twintig
jaar in de tuin. Verscheidene
gouverneurs-generaal heeft
hij meegemaakt en vooral aan
wijlen jhr. Tjarda van Star-
kenborch Stachhouwer be'-
waart hij de beste herinnerin
gen.
Hij leidt de groep rond. langs
honderden soorten bomen
met even zovele namen. Daar
staat bijvoorbeeld de eerste
oliepalmboom, die in 1848 uit
Afrika in Indonesië is geïm
porteerd. De moederplant
dus van alle olicpalmplanta-
ges in Zuidoost-Azië. Nog een
snelle blik in de orchideen-
Indonesië: sawahs en dromerige dessa s
kassen en dan richting Punt-
jakpas. Daar wordt gerijstta
feld met uitzicht over het
prachtige Preanger-land-
schap en langdurig getaward
(afdingen) op de prijs van een
paar wajangpoppen.
Verder nu naar Bandoeng, door
optimisten ook wel het Parijs
van het Oosten genoemd.
Nee. eerst nog even een stop bij
een kleine kampong om air
kelapa (klappermelk) te drin
ken. En kindertjes over de bol
te strijken.
Kindertjes, die op je af komen
als vliegen op de stroop. Die
zich aan je vast blijven klam
pen tot het klepje van de
beurs eindelijk open gaat of
aan het knokken slaan voor
een rolletje Kingpepermunt.
Maar er zijn er ook die hun
knuistjes gesloten houden en
al oogknipperend komedie
r Op bezoek bij de Indonesische
spelen, de komedie van de
verdrukte onschuld. Leuke
snuitjes hebben ze allemaal.
Wat zou jezo'n kind met zulke
mooie donkere ogen graag, in
een gewatteerd doosje des
noods, mee willen nemen. Een
zelfzuchtige gedachte. Trou
wens, wie zei er ook alweer
dat tussen droom en daad
wetten in de weg staan en
praktische bezwaren?
Bandoeng
Bandoeng, ook al een grote,
drukke stad met ontstellend
veel verkeer. Nog geen half
miljoen inwoners in 1947 en
bijna anderhalf miljoen nu.
De trek naar de Siliwangi-
stad lijkt niet te stuiten. Niet
alleen de huisvesting, maar
ook de drinkwatervoorzie
ning vormt hier één van de
grootste problemen.
Wie in Bandoeng verblijft, hoe
kort ook. maakt een tochtje
naar Lembang in daalt af in
éen van de vier krater* van de
Tangkoeban Prahoe. Zwem
men in het warme bronwater
van Tjiater - er zijn in dit ge
bied veel theeplantages - be
hoort eveneens tot de excur
sie-mogelijkheden. En in het
statige Grand-hotel van
Lembang kan nog steeds
voortreffelijk gerijsttafeld
worden.
In Bandoeng zelf zijn plezierige
herkenningspunten het be-
drie decennia teruggekeerd
naar de 'Oost'.
Hij heeft er veel herinneringen
opgehaald, zowel prettige als
pijnlijke, hij heeft er de hel van
Semarang nog een keer beleefd
en hij heeft er het ouderlijk huis
terug gezien.
Een selectie van zijn dagboeknoti
ties staat op deze pagina afge
drukt. Indonesische namen zijn
bewust volgens de oude spelling
geschreven om de sfeer van het
veelvuldig naar 'tempo doeloe'
verwijzende reisverslag geen
geweld aan te doen.
Vandaar Jogja in plaats van Yo-
gya, Tjandi in plaans van Candi
en Soerabaja in plaats van Su
rabaya.
Onze redacteur Pieter C. Rosier,
emotioneel nog steeds sterk aan
zijn geboortegrond gebonden en
aan weerskanten van de demar
catielijn tussen de Nederlandse
en de Indische samenleving op
gegroeid, is voor het eerst na
len en dromerige desa's te
midden van zachtgroene sa-
wah's. Een nooit vergeten
beeld, dat opeens weer tot le
ven komt.
De trein schudt en schokt, stopt
op dit traject tientallen malen.
En steeds weer zijn het de
eersteklas wagons, die door
kleine kinderen worden be
stormd. Balpennen, lippen
stiften en sigaretten zijn de
meest begeerde artikelen.
Toch op tijd rijdt de trein het
station van Jogja binnen.
Een lokale gids begeleidt het
Unitravel-gezelschap (dat
zich tot het einde van de reis
toe tevreden toont) naar het
sjieke Ambarrukmo-Shera-
ton-hotel. Hij vertelt niet zon*
der trots, dat onze 'geëerbie
digde' koningin tijdens haar
bezoek aan Indonesië de Vor
stenlanden niet heeft willen
overslaan 'omdat zij als stu
dente in Leiden erg intiem is
geweest met sultan Hameng-
koe Boewono'. Van het geg-
niffel, dat op deze onthulling
volgt begrijpt de man niet
veel.
Cultuur
Jogja, stad van oude ambachten
en culturele tradities, van
handel en wetenschap. Veel
vervallen huizen met ruime
erven en veel verkeer in de
stoffige straten. Een verba
zingwekkende verscheiden
heid aan voertuigen. De au
to's en de andongs (met twee
paarden bespannen rijtuig
jes), de mini-busjes en de
brommers, de betjaks en de
grobaks (ossekarren), de
snelle scooters en de impo
sante motorfietsen, ze maken
deel uit van het bonte ver-
keerscircus. Evenals de hoge
Hollandse halleluja-fietsen,
waarvan het chroomwerk
glanst in het felle zonlicht.
Jogja, bron van nationalisme
(Dipo Negoro) en van cultuur.
De batikbedrijven en de zil
versmeden vertegenwoordi
gen er het oude ambacht, de
dansscholen de klassieke
kunsten. Maar ondanks al de
ze ambachtelijke en culturele
verfijning veel op één ge
hoopt vuil, veel verwaarloos
de gebouwen, veel ver
gane glorie. Zelfs de aan
de rand van de stad gele
gen kraton, die voor een be
langrijk deel dienst doet als
museum, kan een verfje hier
en daar best gebruiken. Een
bezichtiging van het voorma
lige sultansverblijf behoort
tot de verplichte nummers
van een rondreis door Mid
den-Ja va. Maar je geeft er
minder geld uit dan tijdens de
onvermijdelijke bezoekjes
aan zilverateliers en batikbe
drijven. Want het simpele feit,
dat het daar zo spotgoedkoop
is maakt die bezoekjes juist zo
duur. Op maat gesneden ba
tikjurkjes worden in elk geval
binnen vierentwintig uur op
de hotelkamer afgeleverd.
Die kamer biedt ook 's
avonds, bij het licht van de
bijna volle maan, een schitte
rend uitzicht op de stad en het
omliggende landschap. Jogja.
een stad, waar je voorals als
oud-Indiëganger al gauw aan
verslingerd raakt. Omdat het
als geen andere stad op Java
de sfeer oproept van de stille
kracht, een stil verlangen ook
naar wat vroeger was. Die ver
trouwde geluiden van de
nacht, van detokeh, die roept.
Van de gamelan, die klinkt.
Van de oude wannginboom.
die fluistert.
Na ruim dertig jaar terug in het land van herkomst. Even wat wegslikken dus bij
het betreden van het platform op Halim-Airport. Het vervullen van alle doua
neformaliteiten en het geharrewar met de koffers in de aankomsthal laten
trouwens geen al te zichtbare uitingen van emoties toe.
In de bus naar het hotel. Eén moment lijkt het erop alsof de tijd heeft stilgestaan. Natuurlijk, Jakarta
van nu is met meer het Batavia van toen. Niettemin is die zo moeilijk onder woorden te brengen
mysterieuze betovering van het oude Indie er nog helemaal.Zijn het de klanken of zijn het de kleuren
van dit verre tropenlandHet is in elk geval de geur van de bladstille bomen, de geur ook van
kroepoek en kretek. van koffie toebroek en koeé lapis
De met kleine olielampjes verlichte warongs langs de kant van de weg.de zich in snelle, ritmische pas
voortbewegende toekangs boewah met manden vol fruit zwiepend aan hun pikolan (draagstok), de
saté-verkopers immer hurkend achter hun verplaatsbare houtskoolvuurtjes, de te zwaar beladen
bemo's en de bont besch ilderde betjaks,ze beheersen met nog zo véél andere dingen het straatbeeld in
de drukke stad.
Maar 'tempo doeloe' is verleden tijd, al die aan de Nederlandse taal ontleende opschriften (het
postkant(X)r heet nu kantor posde politie gewoon polisi en de apotheek nog steeds apotik) ten spijt.
Geen klamboes meer in de torenhoge, luchtgekoelde logeerpaleizen van Jakarta, die de herinnering
aan legendarische hotels als Des Indes en Der Nederlanden langzaam maar zeker doen vervagen en
het prestige van de jonge republiek moeten helpen verhogen. Geen kaal geschoren Koningsplein
meer maar een met spuitende fonteinen en stoere standbeelden, als symbool van de strijd om de
vrijheid volgestouwd Merdekaplein.
Een van de vrouwelijke reisge
noten maakt zich kwaad. Ze is
voor vrienden met een verse
bos bloemen naar het kerkhof
geweest. Het nauwkeurig be
schreven familiegraf bleek
zich na intensief speurwerk
en raadpleging van een
beambte van de begraafplaats
onder een metershoge mes
thoop te vinden, waarop kin
deren bezig waren een vuur
tje te stoken. Geen prettige
ervaring voor iemand, die een
daad van piëteit wil stellen.
De dame in kwestie is er overi
gens zelf van overtuigd, dat
de op de begraafplaats ach
tergelaten bloemen inmid
dels verdwenen zijn. Ze is niet
van plan om het erbij te laten
zitten. Zijn ze nou helemaal!
Een beetje meer eerbied voor
de doden, ook zal zijn ze dan
belanda (blanke Nederlan
der) geweest, mag je in dit
land toch wel verwachten,
temeer omdat er voor het ver
onderstelde onderhoud van
het graf' 'zoveel geld wordt
neergeteld'.
Zelf 's morgens met een taxi
urenlang door Bandoeng ge
reden op zoek naar de Melati-
straat. In het geheugen is vaag
het beeld blijven hangen van
een klein, wat Verwaarloosd
huis, waarin het gedurende
de Japanse bezettingstijd uit-
eenge scheurde gezin zich
herenigde. En waarin her
haaldelijk de vraag is gesteld
hoe het nu na al die jaren in
het kamp verder moest. In dat
huis aan de Melatistraat viel
tenslotte het besluit om, be
rooid en wel, op de boot naar
Holland te stappen.
Maar de Melatistraat blijkt, al
thans onder die naam, niet
meer te bestaan. De naam
komt op geen plattegrond
meer voor en geen voorbij
ganger kan zich die nog her
inneren. Merkwaardig ge
noeg levert de omgeving van
het voormalige concentratie
kamp Tjihapit, waar de ge
zochte woning gestaan moet
hebben, in tegenstelling tot
andere wijken, nauwelijks
meer herkenningspunten op.
Een gevoel van grote teleur
stelling. van ergernis zelfs, is
het gevolg. Ergernis in plaats
van sentiment. Dat kan toch
niet de bedoeling van deze
reis zijn?
Vandaag om vier uur in de och
tend gewekt. Anderhalf uur
later vertrekt de trein naar
Jogjakarta. Het Javaanse
landschap in al zijn verschei
denheid trekt aan het oog
voorbij. Bergen en bossen, ri
vieren en ravijnen, diepe da
Armoe
Wat is er veel en wat is er weinig veranderd, wat is het hier vertrouwd en wat is het hier vreemd! En
wat een armoe! Deze stad met haar zes miljoen inwoners wemelt van grote en kleine mensen,die hun
hand vragend opgeheven houden. Ze behoren veelal tot de gestaag groeiende groep van 'illegalen'
die hier tevergeefs hun heil hopen te vinden. Voor hen is er geen werk en geen woning.
Deze proletariërs vormen een probleemwaarmee de verwende westerling in zijn van alle gemakken
voorziene hotelkamer op de veertiende verdieping ook niet goed raad weet. De koelkast is bijgevuld
en het bad loopt al lekker vol. Jakarta is 's avonds te gevaarlijk om er alleen op uil te gaan,heeft de
gids gezegd Boi?endien is een vliegreis van vierentwintig uur vermoeiender gebleken dan drie
decennia geleden een zeereis van vierentwintig dagen in omgekeerde richting.
Met het eerste hanengekraai al
uit de veren. Vroeg op pad
dus voor een uitgebreide
stadstoerdooroud-en nieuw-
Jakarta. Eerst naar het Natio
naal Museum, waar veel
moois uit het verre verleden
in vitrines verzameld ligt.
Vervolgens via het presiden
tiële paleis en het oude Mo
lenvliet, in het vuile water
waarvan nog steeds toilet
wordt gemaakt zij het achter
stenen muurtjes, naar Pasar
Ikan. Aan de kilometerslange
kade liggen de grote prauwen
afgemeerd, die pitoresk ge
noeg blijken voor het schie
ten van een serie plaatjes.
Het geklikklak van de kiektoe-
8 tellen is nauwelijks ver
stomd of de bus zet zich al
weer in beweging voor een rit
door andere delen van de
stad. Des Indes en 'Der Ne
derlanden staan er dus niet
meer. Het gebouw, waarin
eens de deftige herensociëteit
'De Harmonie' gevestigd was,
verkeert in een trieststem-
mende sUj.it van verval
Veel meer vergane glorie trou
wens in de oude benedenstad,
die een schril contrast vormt
met een dure (diplomaten)
wyk als bijvoorbeeld Men-
teng is. Pakhuizen van de
VOC en een oud-Hollandse
ophaalbrug roepen sterk
herinneringen op aan het ou
de Batavia. Op de antiek
markt langs de Jalan Sura
baya is het oppassen gebla
zen, want lang niet alle spul
len, er is veel zogenaamd Chi
nees porselein bij, hebben an
tieke waarde. Oppassen moet
je trouwens ook in andere
delen van de stad, waar mooie
meisjes mannen blijken te
zijn en kleine kindvrouwtjes
van veertien met verve wor
den aangeprezen. En de toe
kangs tjopèt zijn in Jakarta
even vingervlug als de zak
kenrollers in Amsterdam.
Maar zoveel bedelaars als bij
de voetgangersbrug naar Sa-
rinah, het welvoorziene wa
renhuis, vind je bij de Bijen
korf toch niet. Het valt niet
gemakkelijk ze te negeren.
Actrice
Ze zal toch geen sterallures
hebben? Op verzoek van
'Tante Lien' (Wieteke van
Dort dus) met een flinke sta
pel filmtijdschriften naar de
Jalan Wahid Hasyim gereden.
De bladen dienen persoonlijk
te worden afgegeven aan Ri-
ma Melati, een in Indoneisië
zeer bekende actrice, die ook
een belangrijke rol in de Max
Havelaar, nog steeds een ver
boden film in dit land, heeft
gespeeld.
Het opgegeven adres blijkt een
bistro, die wordt gedreven
door Rima Melati's echtge
noot, Frans Tumbuan, een
voormalige schoolkameraad
van Wieteke van Dort op het
Haagse Johan de Wittlyceum.
Toean Tumbuan is niet thuis.
Hg zit in Soerabaja, zo deelt
een bediende in de deurope
ning mee. Ja, maar het gaat in
de eerste plaats om mevrouw
Tumbuan. Veel wantrouwige
aarzeling en vervolgens de
vraag waar het bezoek toe
dient
Uitleggen dus hoe het precies in
elkaar steekt. Resultaat er zal
even worden geïnformeerd of
het mevrouw wel schikt. En
dat blijkt het geval. Even
plaats nemen maar. Het
iaamde hotel Homann aan de
oude Postweg, die nu Asia-
Afrika-weg heet, het ruime
Pieterspark met zijn mooie
bomen, de technische hoge
school. de kininefabriek, de
katholieke universiteit, de
grote dierentuin en de fraaie
villa's in de buitenwijken.
Weinig doet meer denken aan
de hevige schermutselingen,
die er in de chaotische perio
de na de capitulatie van Japan
zijn geweest tussen de ter af
wikkeling van de oorlog in
zuidoost-Azië naar Java ge
stuurde Brits-Indische troe
pen en eenheden van het In
donesische republikeinse le
ger.
Of het moet de spoorbaan zijn.
die als demarcatielijn de stad
officieel in tweeën splitste.
Op het terras van het vroegere
Bogerijen aan de Braga is het
in elk geval weer gezellig zit
ten onder de kleurige para
sols Een bedelares geeft er
haar baby de borst. Weinigen
maar nemen notitie van dit
trieste tafereel, je went er
kennelijk gauw aan. Na een
wandeling door de winkel
straat terug naar het hotel.
Het blijkt het oude pension
Van Hengel. Op het toilet
staat een botol tjëbok (fles
i/ater
der lij fr
kleeft
toen.
wachten in aeaonxere ruimte
vergt zeker een kwartier,
maar wordt met een hartelij
ke begroeting beloond.
Rima Melati toont zich wat be
schaamd. biedt haar excuses
aan voor het lange wachten.
Wat een gesjouw nou toch
met al die tijdschriften en
waarom staat er nog niets te
drinken op tafel?
Rima Melati, een mooie vrouw
met twinkelende ogen en
diepzwart, loshangend haar is
oprecht blij met al die Skriens
en Skoops. Informeert hoe
het in Holand is, vertelt over
haar kinderen, over haar
moeder, die als mode-ont-
het in Holland is, vertelt over
haar man Frans, die behalve
de exclusieve bistro ook de
Jaya Pub, het eerste bruine
café van Jakarta dry ft. De za
ken gaan zo goed dat ze in
Soerabaja worden uitgebreid.
Het filmen schiet er de laatste
tijd wat bij in. Ze zou bijna
een moeder)rol hebben ge
speeld in Paul Verhoevens
nieuvyste film 'Spetters', maar
die rol bleek uiteindelijk voor
haar te klein te zijn. Maar zo
heel erg is dat nu ook weer
niet, want ze heeft het met al
die culinaire zaken van haar
man en al die modeshows van
haar moeder druk genoeg. Ze
moet zometeen nog naar de
bank om wat geldzaken te re
gelen en vanavond is er in de
bistro een afscheidsparty van
de Algerijnse ambassadeur.
Volgt een uitnodiging om
mee te rijden naar de bank en
er kennis te maken met de di
recteur, want 'je weet maar
nooit waar zo n relatie goed
voor kan zijn'. Het inwisselen
van de reischeques vergt in
elk geval weinig tijd.
Bloedneus